This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012D0423
Council Decision 2012/423/CFSP of 23 July 2012 in support of ballistic missile non-proliferation in the framework of the implementation of the EU Strategy against Proliferation of Weapons of Mass Destruction and of the Council Common Position 2003/805/CFSP
Besluit 2012/423/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 ter ondersteuning van de non-proliferatie van ballistische raketten, in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, alsmede van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad
Besluit 2012/423/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 ter ondersteuning van de non-proliferatie van ballistische raketten, in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, alsmede van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad
PB L 196 van 24.7.2012, p. 74–80
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
24.7.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 196/74 |
BESLUIT 2012/423/GBVB VAN DE RAAD
van 23 juli 2012
ter ondersteuning van de non-proliferatie van ballistische raketten, in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, alsmede van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28 en artikel 31, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens ("MVW") vastgesteld; Hoofdstuk III daarvan voorziet in een reeks maatregelen die in de Europese Unie en in derde landen moeten worden getroffen om dergelijke verspreiding tegen te gaan. |
(2) |
De Unie geeft momenteel actief uitvoering aan die strategie en aan de in hoofdstukken II en III daarvan genoemde maatregelen, bijvoorbeeld door financiële middelen uit te trekken voor specifieke projecten die leiden tot versterking van het multilaterale non-proliferatiestelsel en tot multilaterale vertrouwenwekkende maatregelen. De Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten ("de Code") vormt een integrerend deel van dat stelsel. Hij is erop gericht de proliferatie van ballistische-raketsystemen voor de overbrenging van massavernietigingswapens, en van gerelateerde technologie, te voorkomen en terug te dringen. |
(3) |
Op 17 november 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB (1) betreffende de universalisering en versterking van multilaterale overeenkomsten op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor vastgesteld. In dat gemeenschappelijk standpunt wordt onder meer gevraagd ernaar te streven dat zoveel mogelijk staten de Code ondertekenen, in het bijzonder staten die beschikken over een vermogen inzake ballistische raketten, dat de Code - met name de vertrouwenwekkende maatregelen - verder wordt ontwikkeld en uitgevoerd, en dat een nauwer verband tussen de Code en het multilaterale non-proliferatiestelsel van de VN in de hand wordt gewerkt. |
(4) |
De Raad heeft op 8 december 2008 conclusies aangenomen, alsmede een document getiteld "Nieuwe actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor"; daarin wordt gesteld dat proliferatie van MVW nog steeds een van de grootste veiligheidsproblemen vormt en dat een non-proliferatiebeleid een essentieel onderdeel van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid is. In december 2010 besloot de Raad, in het licht van de gemaakte vorderingen en de geleverde inspanningen bij de uitvoering van de "nieuwe actielijnen" dat deze tot eind 2012 verder zouden worden toegepast. |
(5) |
Op 18 december 2008 heeft de Raad Besluit 2008/974/GBVB (2) vastgesteld, ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de veiligheidsstrategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens. Met dat besluit konden het universele karakter van de Code en de naleving van de beginselen ervan met succes worden bevorderd. Voortzetting van de dialoog tussen ondertekenende en niet-ondertekenende staten is een prioriteit van de Unie, met het oog op verdere universalisering, betere toepassing, en een prominentere betekenis van de Code. Dit vervolgbesluit dient daaraan bij te dragen. |
(6) |
Los van de Code, is de gestage verspreiding van ballistische raketten waarmee MVW kunnen worden overgebracht - vooral de lopende rakettenprogramma's in het Midden-Oosten, Noord-Oost-Azië, en Zuid-Azië, onder meer in Iran en de Democratische Volksrepubliek Korea - een reden tot groeiende bezorgdheid voor de internationale gemeenschap. |
(7) |
De Veiligheidsraad van de VN heeft in zijn resolutie 1540 (2004) beklemtoond, en in zijn resolutie 1977 (2011) herhaald, dat de verspreiding van nucleaire, chemische en biologische wapens en van de desbetreffende overbrengingsmiddelen een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid vormen, en de staten onder meer de verplichting opgelegd zich te onthouden van enigerlei vorm van steun aan niet-statelijke actoren voor het ontwikkelen, verwerven, vervaardigen, bezitten, vervoeren, overdragen of gebruiken van nucleaire, chemische of biologische wapens en van de desbetreffende overbrengingsmiddelen. De bedreiging die nucleaire, chemische en biologische wapens en hun overbrengingsmiddelen betekenen voor de internationale vrede en veiligheid is opnieuw onder woorden gebracht in VNVR-resolutie 1887 (2009) over niet-verspreiding van kernwapens en nucleaire ontwapening. Voorts heeft de VN-Veiligheidsraad in resolutie 1929 (2010), onder meer op basis van de vroegere resoluties, besloten dat Iran geen activiteiten mag ondernemen die betrekking hebben op ballistische raketten die kernwapens kunnen overbrengen, daaronder begrepen lanceringen met behulp van ballistische-rakettechnologie, en dat de staten al het nodige moeten doen om overdracht van technologie of technische bijstand aan Iran te verhinderen die verband houdt met dergelijke activiteiten. Dit besluit moet, meer in het algemeen, ertoe strekken een reeks activiteiten ter bestrijding van de proliferatie van ballistische raketten te ondersteunen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Met het oog op de ononderbroken praktische toepassing van bepaalde onderdelen van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapen, wordt door de EU:
a) |
actie ten gunste van de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten gesteund - met name actie waarbij:
|
b) |
meer in het algemeen een reeks activiteiten ter bestrijding van de proliferatie van ballistische raketten ondersteund, die er met name op zijn gericht de dreiging meer onder de aandacht te brengen, er met grotere ijver naar te streven dat de multilaterale instrumenten meer resultaten opleveren, de steun voor initiatieven tegen deze specifieke dreiging op te voeren, en de betrokken landen te helpen hun nationale uitvoercontroles te verscherpen. |
2. In deze context hebben de door de Unie te steunen projecten specifiek betrekking op de volgende activiteiten:
a) |
Activiteiten ter ondersteuning van de Code:
|
b) |
Activiteiten tegen proliferatie van ballistische raketten in het algemeen:
|
Artikel 2
1. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) is belast met de uitvoering van dit besluit.
2. De technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten is in handen van de Fondation pour la recherche stratégique (FRS), onder verantwoordelijkheid van de HV. De HV treft daartoe de nodige regelingen met de FRS.
Artikel 3
1. Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten bedraagt 930 000 EUR.
2. De uitgaven gefinancierd door het in lid 1 vastgestelde bedrag worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.
3. De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Zij sluit daartoe een financieringsovereenkomst met de FRS. In die overeenkomst wordt bepaald dat de FRS er zorg voor moet dragen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in verhouding tot diens omvang.
4. De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van moeilijkheden die zich daarbij voordoen en van de datum van sluiting van de overeenkomst.
Artikel 4
1. De HV brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van geregelde verslagen van de FRS. De verslagen van de FRS vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.
2. De Commissie verstrekt informatie over de financiële aspecten van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten.
Artikel 5
1. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
2. Het verstrijkt 24 maanden na de sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst. Het verstrijkt echter zes maanden nadat het in werking is getreden, indien op dat tijdstip geen financieringsovereenkomst is gesloten.
Gedaan te Brussel, 23 juli 2012.
Voor de Raad
De voorzitter
C. ASHTON
(1) PB L 302 van 20.11.2003, blz. 34.
(2) PB L 345 van 23.12.2008, blz. 91.
BIJLAGE
Ondersteuning door de EU van de non-proliferatie van ballistische raketten, in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, alsmede van Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad
1. DOELSTELLINGEN
De Europese Unie is een fervent voorvechter van non-proliferatie van raketten (strategie van de EU van 12 december 2003 tegen de verspreiding van massavernietigingswapens; Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB van de Raad van 17 november 2003 betreffende de universalisering en versterking van multilaterale overeenkomsten op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor; de "Nieuwe actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor", door de Raad op 8 december 2008 bekrachtigd; de steun van de EU voor VNVR-resolutie 1540 (2004), bevestigd bij VNVR-resolutie 1977 (2010)).
De Unie heeft de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten ("de Code") van meet af aan krachtig gesteund en regelmatig haar bezorgdheid uitgesproken over de verspreiding van ballistische raketten. De Europese Unie beschouwt de Code als een belangrijk multilateraal instrument, dat erop gericht is de proliferatie van ballistische-raketsystemen en gerelateerde technologie terug te dringen door middel van transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen. Alle lidstaten van de Europese Unie hebben de Code ondertekend en passen deze te goeder trouw toe.
In het verleden heeft de Unie getracht resterende lacunes in de toepassing van de Code en het universele karakter ervan weg te werken, en daartoe in de marge van de jaarvergadering in 2007 een workshop van ondertekenende en niet-ondertekenende staten georganiseerd.
Als gevolg van de bemoedigende resultaten van de workshop heeft de Europese Unie dit initiatief gecontinueerd en de Code in drie opzichten ondersteund:
— |
zijn universele karakter; |
— |
de toepassing van de Code; |
— |
de aanscherping van de Code en van de werking ervan. |
Dit is geschied bij Besluit 2008/974/GBVB van de Raad van 18 december 2008, op grond waarvan verscheidene initiatieven ten gunste van de Code konden worden genomen, namelijk:
— |
het opzetten van een speciale beveiligde website; |
— |
het organiseren van nevenactiviteiten in Wenen en New York, bedoeld om de Code ingang te doen vinden bij niet-ondertekenende staten; |
— |
het organiseren van een bewustmakingsbijeenkomst in Parijs voor landen van Afrika en het Midden-Oosten; |
— |
een bezoek van waarnemers aan een lanceerinstallatie voor ruimtelanceervoertuigen in Frans Guyana (Kourou); |
— |
het opstellen van discussienota's. |
Dat besluit heeft ertoe bijgedragen bekendheid te geven aan en belangstelling te wekken voor de Code in derde landen. Het besluit is Costa Rica, Hongarije, Frankrijk en Roemenië van nut geweest tijdens hun voorzitterschap van de jaarvergadering van de Code-staten. Het besluit heeft de Code een duidelijker profiel gegeven, en aldus de toetreding van nieuwe leden bevorderd.
Gelet op de bereikte resultaten en de gestage verspreiding van ballistische raketten waarmee MVW kunnen worden overgebracht - vooral de lopende rakettenprogramma's in het Midden-Oosten, Noord-Oost-Azië, en Zuid-Azië, onder meer in Iran en de Democratische Volksrepubliek Korea - die in de internationale gemeenschap tot groeiende bezorgdheid leidt, zullen de volgende acties worden ondernomen:
— |
ondersteuning van de Code; |
— |
ondersteuning van non-proliferatie van ballistische raketten; |
— |
organisatie van nevenactiviteiten op het gebied van de Code en van non-proliferatie van ballistische raketten. |
Met dit besluit wordt niet alleen geijverd voor toetreding tot de Code, maar kan tevens het internationale debat over proliferatie van raketten worden verdiept en de belangstelling van nieuwe regio's en gemeenschappen worden gewekt.
2. BESCHRIJVING VAN HET PROJECT
2.1. Project 1: Ondersteuning van de Code
2.1.1. Doel van het project
De Code is een belangrijk instrument voor het terugdringen van de proliferatie van ballistische raketten en gerelateerde technologie door middel van vertrouwenwekkende maatregelen en transparantie. Er zal echter meer moeten worden ondernomen om deze te steunen; in het bijzonder moet:
— |
het universele karakter van de Code worden bevorderd, en worden gestreefd naar de ondertekening ervan door alle staten met een vermogen inzake ballistische raketten; |
— |
de toepassing van de Code in alle opzichten worden gesteund; |
— |
de Code meer bekendheid worden gegeven, met name ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de ondertekening ervan. |
2.1.2. Beschrijving van het project
Het project voorziet in drie soorten activiteiten:
a) |
Samenstelling en verspreiding van een "introductiepakket", bestaande uit een brochure en een cd of een USB-stick, voor outreaching naar niet-ondertekenende staten, waarin ook de ondertekenende staten op hun verplichtingen wordt gewezen. Het pakket zal ook online beschikbaar zijn, en alle nodige informatie over de Code en de bevoegde contactpunten bevatten. |
b) |
Ondersteuning van het veilige op het internet gebaseerde informatie- en communicatiemechanisme in het kader van de Code (electronic Immediate Central Contact - "e-ICC"), onder meer door technische upgrading van de website, in nauwe samenwerking met het Oostenrijkse Ministerie van Buitenlandse Zaken. |
c) |
Organisatie van een activiteit ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de Code. Activiteiten ter gelegenheid van deze verjaardag zullen door de uitvoeringsinstantie financieel worden gesteund. Het betreft hoofdzakelijk een internationale conferentie die in de winter van 2012-2013 zal plaatsvinden, mogelijk in Den Haag, New York of Wenen (de plaats wordt bepaald door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV), in nauw overleg met de lidstaten in het kader van de bevoegde Raadsgroep). |
2.1.3. Verwachte resultaten van het project
— |
De voorzitter van de jaarvergadering van de Code-staten, het Oostenrijkse secretariaat („Immediate Central Contact” - "ICC"), de EU en andere partners maken bij de outreaching gebruik van het "introductiepakket". |
— |
Het "introductiepakket" wordt tijdens de verschillende activiteiten op grote schaal verspreid. |
— |
De speciale website van de Code wordt verder ontwikkeld en geüpgraded. |
— |
De Code krijgt een duidelijker internationaal profiel dankzij de organisatie van een internationale activiteit ter gelegenheid van zijn tiende verjaardag. |
2.1.4. Begunstigden van het project
De begunstigden van het project zijn zowel staten die de Code hebben ondertekend als staten die hem niet hebben ondertekend.
2.2. Project 2: Ondersteuning van non-proliferatie van ballistische raketten
2.2.1. Doel van het project
Los van de Code leidt de gestage verspreiding van ballistische raketten waarmee MVW kunnen worden overgebracht - vooral de lopende rakettenprogramma's in het Midden-Oosten, Noord-Oost-Azië, en Zuid-Azië, met name in Iran en de Democratische Volksrepubliek Korea - tot groeiende bezorgdheid in de internationale gemeenschap.
Meer in het algemeen zal met het project een reeks activiteiten ter bestrijding van de proliferatie van ballistische raketten worden ondersteund, die er met name op zijn gericht de dreiging meer onder de aandacht te brengen, de inspanningen op te voeren om de doeltreffendheid van multilaterale instrumenten te vergroten, de steun voor initiatieven tegen die specifieke uitdagingen op te voeren, en geïnteresseerde landen te helpen hun nationale uitvoercontroles te verscherpen.
2.2.2. Beschrijving van het project
Het project voorziet in drie soorten maatregelen:
a) |
Het opstellen van discussienota's, met als mogelijke thema's:
|
b) |
Het organiseren van drie bewustmakingssessies over technologie en kennis voor tweeërlei gebruik met betrekking tot ballistische raketten om te verhinderen dat ze worden overgedragen. Tijdens de sessies zal besproken worden hoe de overdracht van technologie voor ballistische raketten zich ontwikkelt en wat daar in een vroeg stadium meer tegen kan worden ondernomen. De FRS zal hiertoe drie workshops organiseren voor deskundigen, respectievelijk uit de wetenschaps- en de ruimtevaartwereld en het bedrijfsleven in ondertekenende en niet-ondertekenende staten. |
c) |
Specifieke missies buiten de Unie. In samenspraak met de excellentiecentra van de Europese Unie zullen twee deskundigen inzake non-proliferatie van ballistische raketten missies ter plaatse uitvoeren in bepaalde landen, bijvoorbeeld - doch niet alleen - Maleisië, de Verenigde Arabische Emiraten, China, Algerije, Zuid-Afrika, India, Brazilië, Thailand en Mexico. In nauw overleg met de EDEO zal worden bepaald welke landen uiteindelijk worden beoogd, en of het wenselijk is samen met het comité van VNVR-resolutie 1540 op te treden. |
2.2.3. Verwachte resultaten van het project
— |
Non-proliferatie van raketten wordt bevorderd. |
— |
Multilaterale inspanningen om de verspreiding van raketten tegen te gaan, waaronder de Code, worden aangemoedigd. |
— |
Het debat over nieuwe initiatieven om de verspreiding van raketten tegen te gaan, wordt gestimuleerd. |
— |
Bewustmakingssessies over technologie en kennis voor tweeërlei gebruik met betrekking tot ballistische raketten om te verhinderen dat deze worden overgedragen. |
2.2.4. Begunstigden van het project
De discussienota's zullen de Unie en de lidstaten van nut zijn; er zal een ruimere verspreiding aan worden gegeven als de HV, in nauw overleg met de lidstaten in het kader van de bevoegde Raadsgroep, daartoe besluit. Het definitieve besluit wordt gebaseerd op voorstellen die de uitvoeringsinstantie in overeenstemming met artikel 2, lid 2, doet.
De bewustmakingssessies, waar het bedrijfsleven, de onderzoekswereld en andere sectoren vertegenwoordigd zijn, zullen de gelegenheid bieden om contacten te leggen met deskundigen op het gebied van ruimtevaart en raketten.
Specifieke deskundigenmissies zullen worden uitgevoerd in belangrijke niet-ondertekenende staten of regionale actoren met een prominente rol op het gebied van technologieoverdracht en activiteiten die met ruimtevaart te maken hebben.
2.3. Project 3: Organisatie van nevenactiviteiten inzake de Code en non-proliferatie van ballistische raketten
2.3.1. Doel van het project
Het betreft een bewustmakingsproject inzake non-proliferatie van raketten en inzake de Code, met diverse activiteiten om niet-ondertekenende staten voor de Code te winnen. Daartoe zullen in de marge van VN-bijeenkomsten in Wenen, Genève en New York nevenactiviteiten worden georganiseerd om er de delegaties te overhalen.
2.3.2. Beschrijving van het project
Het project voorziet in twee soorten activiteiten:
a) |
De financiering van zes outreachingactiviteiten ten gunste van de Code en tegen de verspreiding van ballistische raketten, in drie steden:
Die activiteiten kunnen verschillende vormen aannemen:
De uitvoeringsinstantie zal met het oog hierop per activiteit een lijst van landen - al dan niet ondertekenende staten - aan de HV voorleggen. De doelgroep bestaat uit hooggeplaatste vertegenwoordigers die zich met de non-proliferatieproblematiek bezighouden. |
b) |
De financiering van drie regionale outreachingseminaries, in Latijns-Amerika (bijvoorbeeld Chili, Mexico, Argentinië, of Brazilië), het Midden-Oosten (bijvoorbeeld de Golfstaten, de VAE of Jordanië), en Azië (bijvoorbeeld Singapore of Vietnam). De plaats zal in overeenstemming met de HV, en in nauw overleg met de lidstaten in het kader van de bevoegde Raadsgroep worden gekozen. Tijdens het seminarie zullen de ontwikkelingen op het gebied van rakettenproliferatie, vooral uit regionaal oogpunt, worden belicht, en zal aandacht worden geschonken aan de Code en aan praktische voorlichting omtrent de status van ondertekenende staat. |
2.3.3. Verwachte resultaten van het project
— |
Meer aandacht kweken voor de ontwikkelingen op het gebied van proliferatie van raketten, meer bepaald voor de Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten met betrekking tot niet-ondertekenende staten, en het debat over verdere non-proliferatie van raketten stimuleren. |
— |
De discussie binnen en buiten de Unie over toekomstige initiatieven aanmoedigen. |
— |
Proliferatie van raketten als strategische uitdaging duidelijker in het licht te stellen. |
2.3.4. Begunstigden van het project
Deze activiteiten zijn in de eerste plaats gericht op de niet-ondertekenende staten, zij het dat om beleidsredenen ook ondertekenende staten erbij betrokken kunnen worden. De deelnemers moeten hoofdzakelijk regeringsdeskundigen en hoge ambtenaren zijn.
De begunstigde staten worden uiteindelijk gekozen in overleg tussen de uitvoeringsinstantie en de HV, die nauw overleg pleegt met de lidstaten in het kader van de bevoegde Raadsgroep. Het definitieve besluit wordt gebaseerd op voorstellen die de uitvoeringsinstantie in overeenstemming met artikel 2, lid 2, doet.
3. LOOPTIJD
De totale duur van de uitvoering van het project wordt op 24 maanden geraamd.
4. UITVOERINGSINSTANTIE
De FRS wordt belast met de technische uitvoering van het project.
De uitvoeringsinstantie stelt de volgende documenten op:
a) |
driemaandelijkse verslagen over de uitvoering van de projecten; |
b) |
een eindverslag uiterlijk één maand na het einde van de uitvoering van de projecten. |
De verslagen worden toegezonden aan de HV.
De FRS zorgt ervoor dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in verhouding tot de omvang ervan.
5. DEELNEMING DOOR DERDEN
De projecten worden in hun geheel op grond van dit besluit gefinancierd. Deskundigen van de ondertekenende en van niet-ondertekenende staten mogen als deelnemende derde worden beschouwd. Zij verrichten hun werkzaamheden volgens de standaardregels van de FRS.