EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0422

Besluit 2012/422/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens

PB L 196 van 24.7.2012, p. 67–73 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/422/oj

24.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 196/67


BESLUIT 2012/422/GBVB VAN DE RAAD

van 23 juli 2012

ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28 en artikel 31, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie is actief bezig met de uitvoering van de strategie van de EU ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (MVW) van 12 december 2003 en past de maatregelen toe die in hoofdstuk III van de strategie staan vermeld, zoals het doel-treffender maken van het multilateralisme en het bevorderen van een stabiele internationale en regionale omgeving.

(2)

De Unie zet zich in voor het stelsel van multilaterale verdragen dat de wettelijke en normatieve basis biedt voor alle op non-proliferatie gerichte inspanningen. De Unie streeft in haar beleid naar het uitvoeren en universeel geldig maken van de bestaande ontwapenings- en non-proliferatienormen. De Unie helpt derde landen hun verplichtingen uit hoofde van multilaterale overeenkomsten en regelingen na te komen.

(3)

In de gezamenlijke verklaring van de top van Parijs voor het Middellandse Zeegebied van 13 juli 2008, waarbij de Unie voor het Middellandse Zeegebied werd ingesteld, werd de gemeenschappelijke ambitie bevestigd om vrede en regionale veiligheid te bewerkstelligen zoals uiteengezet in de op de Euro-mediterrane conferentie van 27-28 november 1995 aangenomen Verklaring van Barcelona, waarin onder meer wordt gepleit voor het bevorderen van de veiligheid in de regio door voor niet-verspreiding van kernwapens en chemische en biologische wapens te ijveren via toetreding tot en naleving van een reeks internationale en regionale non-proliferatieregelingen en overeenkomsten inzake wapen-beheersing en ontwapening, zoals het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), het Chemische Wapens Verdrag, het Verdrag inzake biologische en toxinewapens, het Alomvattend Kernstopverdrag en/of regionale regelingen zoals kernwapenvrije zones en de bijbehorende verificatieregelingen, alsmede door het te goeder trouw nakomen van de afspraken die zijn gemaakt in het kader van overeenkomsten inzake wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie.

(4)

De partijen van de Unie voor het Middellandse Zeegebied zullen streven naar een wederzijds en effectief controleerbare zone in het Midden-Oosten die vrij is van nucleaire, chemische en biologische MVW en hun overbrengingsmiddelen. Voorts beraden de partijen zich op praktische maatregelen, onder meer om de verspreiding van kernwapens en chemische en biologische wapens te verhinderen en een buitensporige accumulatie van conventionele wapens te voorkomen.

(5)

Op 19 en 20 juni 2008 heeft de Europese Unie een seminar in Parijs belegd over veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten, waaraan is deelgenomen door de staten van de regio en de lidstaten van de Unie en door wetenschappers en nationale instanties voor kernenergie. De deelnemers hebben de Unie aangespoord ervoor te zorgen dat het debat in diverse fora wordt voortgezet en geleidelijk over te gaan op een formelere werkwijze, waarbij er tussen regeringsfunctionarissen overleg zou moeten worden gepleegd met als uitgangspunt het kader van Barcelona, evenwel met een groter geografisch bereik.

(6)

In de NPV-toetsingsconferentie van 2010 werd het belang van een proces dat leidt tot volledige uitvoering van de resolutie van de toetsingsconferentie van 1995 over het Midden-Oosten ("de resolutie van 1995") benadrukt. Daartoe heeft de conferentie praktische stappen goedgekeurd, onder meer het bezien van alle voorstellen die de uitvoering van de resolutie van 1995 ondersteunen, waaronder het aanbod van de Unie om een vervolgseminar te organiseren dat aansluit op het seminar dat in juni 2008 plaatsvond.

(7)

De NPV-toetsingsconferentie van 2010 heeft voorts de belangrijke rol van de civiele samenleving onderkend voor de uitvoering van de resolutie van 1995 en alle inspanningen in dat kader aangemoedigd.

(8)

Op 6-7 juli 2011 heeft de Unie te Brussel een seminar georganiseerd om de opbouw van vertrouwen te bevorderen en een proces te ondersteunen dat gericht is op de totstand-brenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigings-wapens en overbrengings-middelen daarvoor; daaraan werd deelgenomen door hoge vertegen-woordigers van landen in de regio, de drie depotstaten van het NPV, de lidstaten van de Unie, andere belangstellende landen alsmede wetenschappers en officiële vertegen-woordigers van de belangrijkste regionale en internationale organisaties. De deelnemers drongen er bij de Unie sterk op aan, voort te gaan met de facilitering van de totstand-brenging van een MVW-vrije zone in het Midden-Oosten, onder meer door middel van verdere overeenkomstige initiatieven, voorafgaand aan de conferentie van 2012 die bijeen-geroepen wordt door de SGVN en de verschillende indieners van de resolutie van 1995.

(9)

Op 14 oktober 2011 hebben de secretaris-generaal van de Verenigde Naties en de regeringen van de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Naties, als gezamenlijke indieners van de NPV-resolutie van 1995 over het Midden-Oosten en als depotstaten van het verdrag, in overleg met de staten van de regio, staatsecretaris Jaakko Laajava tot facilitator benoemd, en de regering van Finland aangewezen als gastheer, voor de conferentie van 2012 over de totstandbrenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens.

(10)

Sedert november 2012 heeft de Unie nauw overleg gevoerd met de facilitator en diens team om verdere ondersteuning te bieden bij de totstandbrenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Als vervolg op het seminar van 2011 over het bevorderen van de opbouw van vertrouwen en de ondersteuning van de totstandbrenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, steunt de Unie activiteiten ter bevordering van de volgende doelstellingen:

a)

ondersteuning van de werkzaamheden van de facilitator voor de conferentie van 2012 over de totstandbrenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens;

b)

vergroting van de zichtbaarheid van de Unie op het wereldtoneel en in de regio ten aanzien van non-proliferatie;

c)

stimulering van een regionale dialoog over politiek en veiligheid binnen de civiele samenleving en regeringen, en meer in het bijzonder tussen deskundigen, ambtenaren en wetenschappers;

d)

vaststelling van concrete, vertrouwenscheppende maatregelen die kunnen dienen als praktische stappen in de richting van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

e)

aanmoediging van een discussie over het universeel geldig maken en uitvoeren van de relevante internationale verdragen en andere instrumenten ter voorkoming van de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

f)

bespreking van thema's die betrekking hebben op het vreedzaam gebruik van kernenergie en internationale en regionale samenwerking daarbij.

2.   In deze context hebben de door de Unie te steunen projecten betrekking op de volgende specifieke activiteiten:

a)

het verschaffen van de middelen voor de organisatie van een vervolg op de EU-seminars van 2008 en 2011; dit moet vóór de conferentie van 2012 plaatsvinden in de vorm van een "track two"-seminar;

b)

het verschaffen van de middelen voor het opstellen van achtergrondnota's over onderwerpen die tijdens het vervolgseminar ter sprake zullen komen;

c)

het verschaffen van middelen voor het creëren van een aparte pagina op de website van het EU-Consortium Non-Proliferatie van denktanks;

d)

het beschikbaar stellen van middelen voor de deelname van niet-gouvernementele deskundigen uit de Unie, waar nodig en in nauwe coördinatie met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO), aan officiële, niet-gouvernementele en "track two"-initiatieven op dit gebied, zoals het Kader van Amman.

In de bijlage gaat een nadere omschrijving van deze projecten.

Artikel 2

1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.

2.   Het EU-Consortium Non-Proliferatie is belast met de technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten en voert deze taak uit onder verantwoordelijkheid van de HV. Daartoe treft de HV de nodige regelingen met het EU-Consortium Non-Proliferatie.

Artikel 3

1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten beloopt 352 000 EUR.

2.   Voor het beheer van de uitgaven gefinancierd met het in lid 1 bedoelde bedrag gelden de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.

3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Hiertoe sluit zij een financieringsovereenkomst met het EU-Consortium Non-Proliferatie. In de overeenkomst wordt bepaald dat het EU-Consortium Non-Proliferatie er zorg voor moet dragen dat de Uniebijdrage zichtbaar is in een mate die overeenstemt met haar omvang.

4.   De Commissie streeft ernaar om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de financierings-overeenkomst.

Artikel 4

1.   De HV brengt verslag uit aan de Raad over de toepassing van dit besluit op basis van de regelmatige verslagen van het EU-Consortium Non-Proliferatie. Die verslagen vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.

2.   De Commissie verstrekt informatie over de financiële aspecten van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten.

Artikel 5

1.   Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

2.   Dit besluit verstrijkt 18 maanden na de sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst. Het verstrijkt echter zes maanden nadat het in werking is getreden indien voor die tijd geen financieringsovereenkomst is gesloten.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


BIJLAGE

Projecten ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens

1.   DOELSTELLINGEN

In de op de Euro-mediterrane conferentie van 27-28 november 1995 aangenomen Verklaring van Barcelona zijn de Unie en haar mediterrane partners overeengekomen te streven naar een doel-treffend controleerbare zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengings-middelen. In 2008 is in de gezamenlijke verklaring van de top van Parijs voor het Middellandse Zeegebied bevestigd dat de Unie bereid is zich te bezinnen op praktische maatregelen, en deze uit te werken, als voorbereiding op de volledige uitvoering van de resolutie van de NPV-toetsings-conferentie van 1995 over het Midden-Oosten ("de resolutie van 1995") en de instelling van een dergelijke zone. Deze praktische maatregelen zijn eerst besproken tijdens een seminar van de EU over veiligheid, non-proliferatie van MVW en ontwapening in het Midden-Oosten, die in juni 2008 plaatsvond in Parijs, en vervolgens omschreven in het EU-seminar ter bevordering van de opbouw van vertrouwen en ondersteuning van een proces dat gericht is op de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, dat in juli 2011 plaatsvond in Brussel.

Volgens de Unie moeten praktische maatregelen onder meer stimulerend werken en leiden tot universele toetreding tot en naleving van alle multilaterale verdragen en instrumenten op het gebied van non-proliferatie, wapenbeheersing en ontwapening, zoals het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (NPV), het Chemischewapensverdrag, het Verdrag inzake biologische en toxinewapens, het Alomvattend Kernstopverdrag en de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten, alsmede de integrale-waarborgovereenkomsten van de IAEA en het aanvullende protocol. Ook het openen van onderhandelingen over een verdrag inzake een verbod op de levering van splijtstof zou hierbij een cruciale stap zijn. Dat zouden belangrijke maatregelen zijn voor het opbouwen van regionaal vertrouwen met het oog op de instelling van een controleerbare zone die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen.

De Unie wenst de dialoog over politiek en veiligheid met betrekking tot thema's die verband houden met de instelling van een MVW-vrije zone, tussen de betrokken partners van de Unie voor het Middellandse Zeegebied en alle overige landen in het Midden-Oosten, voort te zetten en te intensiveren. De Unie is van mening dat het ontwikkelen en uitvoeren van concrete vertrouwen-scheppende maatregelen de vooruitgang richting een MVW-vrije zone kan bevorderen.

Tegen de achtergrond van toenemende belangstelling voor het ontwikkelen van een vreedzaam gebruik van kernenergie in de regio, moeten er ook inspanningen worden geleverd die ervoor zorgen dat vreedzaam gebruik verwezenlijkt wordt volgens de hoogste normen qua veiligheid, beveiliging en non-proliferatie. De Unie blijft achter de besluiten en de resolutie over het Midden-Oosten staan die zijn aangenomen door de NPV-toetsings- en verlengingsconferentie van 1995, en achter de slotdocumenten van de NPV-toetsingsconferenties van 2000 en 2010. De NPV-toetsings-conferentie van 2010 hechtte haar goedkeuring aan een aantal praktische maatregelen, waaronder de bijeenroeping in 2012 van een conferentie over de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens, alsmede de bestudering van elk aanbod ter ondersteuning van de uitvoering van de resolutie van 1995.

Nu het EU-seminar van juli 2011 een succes was, meent de Unie dat deze doelstellingen bevorderd kunnen worden door middel van een volgend seminar ter ondersteuning van de conferentie van 2012.

De Unie wenst bovengenoemde doelen als volgt te steunen:

door het organiseren van een vervolgseminar dat vóór de conferentie van 2012 moet plaatsvinden;

door het verschaffen van middelen voor de opstelling, door deskundigen uit de regio en elders, van achtergrondnota's ten behoeve van het beleid, ter onderbouwing van het vervolgseminar;

door het verschaffen van middelen voor het creëren van een aparte pagina op de website van het EU-Consortium Non-Proliferatie (www.non-proliferation.eu);

door het verschaffen van middelen voor de deelname van niet-gouvernementele deskundigen uit de Unie, waar nodig en in nauwe coördinatie met de EDEO, voor officiële, niet-gouvernementele en "track two"-initiatieven op dit gebied, zoals het Kader van Amman.

2.   OMSCHRIJVING VAN DE PROJECTEN

2.1.   Project 1: Seminar, voorafgaand aan de conferentie van 2012, ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens

2.1.1.   Doel van het project

a)

voorafgaand aan de conferentie van 2012 een vervolg bieden op het EU-seminar ter ondersteuning van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, dat op 6-7 juli 2011 plaatsvond in Brussel in de vorm van een algemene "track two"-bijeenkomst;

b)

thema's in verband met regionale veiligheid in het Midden-Oosten bespreken, onder meer de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen en kwesties in verband met conventionele wapens;

c)

het onderzoeken van mogelijke vertrouwenscheppende maatregelen ter bevordering van het proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens;

d)

de mogelijkheden bezien om de verdragen en andere instrumenten inzake non-proliferatie en ontwapening universeel geldig te maken en uit te voeren;

e)

de perspectieven bezien voor vreedzame nucleaire samenwerking en daarmee verband houdende activiteiten.

2.1.2.   Resultaten van het project

a)

de facilitator van de conferentie van 2012 over de totstandbrenging van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens ondersteuning bieden bij de voorbereiding van de organisatie van dat evenement;

b)

de dialoog verdiepen en vertrouwen kweken binnen de civiele samenleving en bij de regeringen om nog meer vorderingen te maken ter ondersteuning van het proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens;

c)

het wederzijds inzicht vergroten in kwesties die van invloed zijn op het regionale veiligheidsbeeld, onder meer de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen en kwesties in verband met conventionele wapens;

d)

vergroten van de aandacht voor, de kennis van en het inzicht in de praktische maatregelen die genomen dienen te worden voor de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

e)

ertoe bijdragen dat de bestaande verdragen en andere instrumenten inzake non-proliferatie en ontwapening universeel geldig worden en dat er uitvoering aan wordt gegeven;

f)

bevorderen van de internationale en regionale samenwerking omtrent het vreedzaam gebruik van kernenergie volgens de hoogste normen qua veiligheid, beveiliging en non-proliferatie.

2.1.3.   Omschrijving van het project

Het project houdt in dat er een tweedaags seminar wordt georganiseerd, bij voorkeur in Brussel of in het Midden-Oosten. Aan dit seminar zal onder meer worden deelgenomen door vertegen-woordigers van de betrokken instellingen van de Unie, van de lidstaten, van alle landen van het Midden-Oosten, van kernwapenstaten, van betrokken internationale organisaties en door deskundige wetenschappers. Naar verwachting zal daaraan door ongeveer 150 vertegenwoordigers worden deelgenomen.

De discussies zullen onder leiding staan van deskundige wetenschappers. Omdat de te behandelen onderwerpen erg gevoelig liggen, zullen de besprekingen verlopen volgens de "Chatham House Rule", die een meer informeel en open debat mogelijk moet maken zonder dat tijdens de bijeenkomst de bron van de ontvangen informatie bekendgemaakt wordt.

De uitgenodigde deelnemers en sprekers (wetenschappers en ambtenaren die niet bij de Unie werkzaam zijn) krijgen hun kosten vergoed in de vorm van reis- en verblijfkosten en dag-vergoedingen. Ook worden bij het besluit van de Raad financiële middelen vrijgemaakt voor alle overige kosten, onder meer de conferentiefaciliteiten, apparatuur, lunches, diners, koffiepauzes. Tijdens het seminar is Engels de werktaal.

Het EU-Consortium Non-Proliferatie zal, in nauw overleg met de vertegenwoordiger van de HV en met de lidstaten, deelnemers voor het seminar uitnodigen en de agenda voor de conferentie opstellen.

Het EU-Consortium Non-Proliferatie stelt een verslag van de bijeenkomsten op en zendt dit toe aan de vertegenwoordiger van de HV en aan de facilitator. Het verslag kan worden toegezonden aan de betrokken instanties van de Unie, alle landen in het Midden-Oosten, andere belangstellende landen, en betrokken internationale organisaties.

2.2.   Project 2: Achtergrondnota's

2.2.1.   Doel van het project

a)

het opstellen van maximaal twintig achtergrondnota's over onderwerpen die aan de orde komen in het kader van het seminar ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens;

b)

het verstrekken van instrumenten om inzicht te verwerven in het regionale veiligheids-beeld, onder meer de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen, en kwesties in verband met conventionele wapens;

c)

het vaststellen van vertrouwenscheppende maatregelen vastgesteld die kunnen dienen als praktische stappen in de richting van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen;

d)

het zoeken naar middelen om verdere vooruitgang te boeken bij het universeel geldig maken en uitvoeren van internationale non-proliferatie- en ontwapeningsverdragen en andere instrumenten;

e)

het bepalen van vooruitzichten voor vreedzame nucleaire samenwerking vanuit het oogpunt van het energiebeleid en de energiebehoeften van de landen.

2.2.2.   Verwachte resultaten van het project

a)

het inbrengen van ideeën en suggesties voor het seminar ter ondersteuning van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, en het bijdragen tot een gerichte en gestructureerde bespreking over alle betrokken thema's;

b)

het verbeteren binnen de civiele samenleving en bij de regeringen van de aandacht voor, de kennis van en het inzicht in kwesties die verband houden met een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, en regionale veiligheid in dat gebied;

c)

het verstrekken van politieke en/of operationele beleidsopties aan de regeringen en internationale organisaties ter bevordering van het proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen en tot regionale veiligheid in dat gebied.

2.2.3.   Omschrijving van het project

Het project voorziet in de opstelling van maximaal twintig achtergrondnota's van elk vijf à tien bladzijden. De achtergrondnota's worden opgesteld door of in opdracht van het EU-Consortium Non-Proliferatie en geven niet noodzakelijk de standpunten weer van de instellingen van de Unie of de lidstaten. Het EU-Consortium Non-Proliferatie zal een oproep voor papers organiseren teneinde de deelname van deskundigen uit de regio aan te moedigen.

De achtergrondnota's zullen betrekking hebben op de onderwerpen die aan de orde komen in het kader van het seminar ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens. In elke nota zullen politieke en/of operationele beleidsopties worden geformuleerd.

De achtergrondnota's zullen worden verstrekt aan de deelnemers aan het seminar, de betrokken instanties van de Unie en de lidstaten, alle landen in het Midden-Oosten, andere belangstellende landen, en betrokken internationale organisaties. De achtergrondnota's kunnen worden gepubliceerd op de website van het EU-Consortium Non-Proliferatie.

De achtergrondnota's kunnen na afloop van het seminar gebundeld worden in een publicatie.

2.3.   Project 3: Het creëren van een aparte pagina op de website van het EU-Consortium Non-Proliferatie van denktanks

2.3.1.   Doel van het project

a)

het aanmoedigen van discussie en interactie tussen regeringsfunctionarissen en de civiele samenleving, ngo's en de academische wereld;

b)

Het creëren van een speciale pagina waar denktanks op het gebied van non-proliferatie hun onafhankelijke opvattingen en analyses betreffende de onderwerpen van het seminar kunnen bekendmaken.

2.3.2.   Verwachte resultaten van het project

Het faciliteren van de uitwisseling van opvattingen alsmede het vergroten van de bijdrage van de civiele samenleving, ngo's en de academische wereld aan de totstandbrenging van een MVW-vrije zone in het Midden-Oosten.

2.3.3.   Omschrijving van het project

Het project voorziet in het creëren van een speciale pagina voor de bijeenkomst op de website van het EU-Consortium Non-Proliferatie. Daar zullen alle relevante documenten kosteloos kunnen worden gedownload, waaronder de documenten die zijn opgesteld en gepubliceerd voor het seminar en door onafhankelijke denktanks die hun onderzoeksbevindingen betreffende onderwerpen die tijdens het seminar aan de orde komen, mogelijkerwijs willen bekendmaken.

2.4.   Project 4: Deelname van niet-gouvernementele deskundigen uit de Unie, waar nodig en in nauwe coördinatie met de EDEO, aan officiële, niet-gouvernementele en "track two"-initiatieven op dit gebied, zoals het Kader van Amman. Financiering van relevante thematische ad-hocinitiatieven

2.4.1.   Doel van het project

Het waarborgen van een toereikende deelname en volwaardige vertegenwoordiging van de deskundigen van de Unie, mede door de financiering van thematische initiatieven, bij relevante officiële, niet-gouvernementele en "track two"-initiatieven met een internationale of regionale werkingssfeer die reeds bestaan (Kaden van Amman) of die in de nabije toekomst het licht zullen zien, met het oog op het faciliteren van het proces dat moet leiden tot de instelling van een MVW-vrije zone in het Midden-Oosten.

2.4.2.   Verwachte resultaten van het project

Het verzamelen van informatie alsmede thematische publicaties, handhaving van een nuttig netwerk en de positieve beïnvloeding van het globale proces dat moet leiden tot de instelling van een MVW-vrije zone in het Midden-Oosten.

2.4.3.   Omschrijving van het project

Het ondersteunen van de deelname van niet-gouvernementele deskundigen van de Unie wanneer de ambtenaren van de Unie niet deelnemen aan internationale of regionale relevante officiële, niet-gouvernementele en "track two"-initiatieven.

3.   DUUR

De totale geschatte duur van de uitvoering van de projecten is 18 maanden.

4.   BEGUNSTIGDEN

De begunstigden van dit project zijn:

a)

landen in het Midden-Oosten;

b)

andere belangstellende landen;

c)

de betrokken internationale organisaties;

d)

de civiele samenleving.

5.   PROCEDURELE ASPECTEN, COÖRDINATIE EN STUURCOMITÉ

Het Stuurcomité zal bestaan uit vertegenwoordigers van de HV en vertegenwoordigers van de uitvoerende instantie voor ieder specifiek project. Het Stuurcomité zal de uitvoering van het besluit van de Raad regelmatig beoordelen, ten minste elk half jaar, ook met behulp van elektronische communicatiemiddelen.

6.   UITVOERENDE INSTANTIES

Het EU-Consortium Non-Proliferatie zal met de technische uitvoering van het besluit van de Raad worden belast.

Het EU-Consortium Non-Proliferatie zal zijn taken uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de HV. Bij de uitvoering van zijn activiteiten zal het waar nodig samenwerken met de HV, de lidstaten, andere deelnemende staten en internationale organisaties.


Top