EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011R0965

Verordening (EU) nr. 965/2011 van de Raad van 28 september 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

PB L 253 van 29.9.2011, p. 8–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/01/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0044

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/965/oj

29.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 253/8


VERORDENING (EU) Nr. 965/2011 VAN DE RAAD

van 28 september 2011

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2011/625/GBVB van de Raad van 22 september 2011 tot wijziging van Besluit 2011/137/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 2 maart 2011 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (2) vastgesteld.

(2)

Overeenkomstig resolutie 2009 (2011) van de VN-Veiligheidsraad voorziet Besluit 2011/625/GBVB met name in nieuwe uitzonderingen op het wapenembargo, aanpassingen van de bevriezing van tegoeden van bepaalde Libische entiteiten en in de mogelijkheid om tegoeden en economische middelen ter beschikking te stellen van die entiteiten, en hervatting van bepaalde door Libië uitgevoerde vluchten, teneinde het economische herstel van Libië te ondersteunen.

(3)

Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en regelgeving op het niveau van de Unie is noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(4)

Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, moet deze verordening onmiddellijk bij de bekendmaking ervan in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 204/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

„6.   In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals vermeld op de websites van bijlage IV, toestemming geven voor het verlenen aan personen, entiteiten of lichamen in Libië van technische bijstand, financiering en financiële bijstand in verband met goederen en technologie die in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen zijn opgenomen voor het verlenen van bijstand met betrekking tot veiligheid en ontwapening aan de Libische autoriteiten, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat het Sanctiecomité vooraf in kennis heeft gesteld van dit voornemen, en het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar heeft geuit.”.

2)

Artikel 4 bis wordt geschrapt.

3)

In artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   Alle tegoeden en economische middelen die op 16 september 2011 toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van:

a)

Centrale Bank van Libië;

b)

Libyan Arab Foreign Bank (ook gekend als Libyan Foreign Bank);

c)

Libyan Investment Authority; of

d)

Libyan African Investment Portfolio,

en die zich op die datum buiten Libië bevinden, blijven bevroren.”.

4)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

1.   In afwijking van artikel 5 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, omschreven op de in bijlage IV vermelde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

nodig zijn voor uitgaven in verband met basisbehoeften van de in bijlage II of artikel 5, lid 4, genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

indien de toestemming een in bijlage II of artikel 5, lid 4, genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft deze vaststelling en zijn voornemen toestemming te geven bij het Sanctiecomité aangemeld, en het Sanctiecomité heeft niet binnen de vijf werkdagen na die aanmelding bezwaar geuit.

2.   In afwijking van artikel 5 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, genoemd op de in bijlage IV vermelde websites, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de bevroren tegoeden of economische middelen nodig zijn voor buitengewone uitgaven en aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

indien de toestemming een in bijlage II of artikel 5, lid 4, genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft zijn voornemen bij het Sanctiecomité aangemeld en het Sanctiecomité heeft dat voornemen goedgekeurd, en

b)

indien de toestemming een in bijlage III genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de bevoegde autoriteit heeft de redenen waarom zij meent dat een specifieke toestemming moet worden gegeven, ten minste twee weken voordat de toestemming wordt gegeven, bij de andere bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie aangemeld.”.

5)

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

In afwijking van artikel 5 kunnen de in bijlage IV genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 5 bedoelde persoon, entiteit of lichaam in bijlage II of III of in artikel 5, lid 4, is opgenomen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

b)

de betrokken tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of het justitiële vonnis is niet ten behoeve van een in bijlage II of III of in artikel 5, lid 4, genoemde persoon, entiteit of lichaam; en

d)

de erkenning van het retentierecht of van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat;

e)

indien de toestemming een in bijlage II of artikel 5, lid 4, genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft het retentierecht of het vonnis bij het Sanctiecomité aangemeld;

f)

indien de toestemming een in bijlage III genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de betrokken lidstaat heeft de andere lidstaten en de Commissie in kennis gesteld van elke gegeven toestemming.”.

6)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 8 ter

1.   In afwijking van artikel 5, lid 4, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals vermeld op de websites van bijlage IV, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een of meer van de volgende doeleinden:

i)

humanitaire behoeften;

ii)

brandstof, elektriciteit en water, uitsluitend voor civiel gebruik;

iii)

de hervatting van de productie en verkoop van olie en gas door Libië;

iv)

de oprichting, werking of versterking van civiele bestuursinstellingen of civiele openbare infrastructuur; of

v)

de hervatting van de werkzaamheden van de bancaire sector, onder andere ter bevordering of facilitering van de internationale handel met Libië;

b)

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van zijn voornemen om toegang te verlenen tot tegoeden of economische middelen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit;

c)

de betrokken lidstaat bevestigt aan het Sanctiecomité dat de betrokken tegoeden of economische middelen niet ter beschikking worden gesteld van of ten goede komen aan de in de bijlagen II of III genoemde personen, entiteiten en lichamen;

d)

de betrokken lidstaat heeft vooraf met de Libische autoriteiten overlegd over het gebruik van de tegoeden of economische middelen; en

e)

de betrokken lidstaat heeft de Libische autoriteiten in kennis gesteld van de overeenkomstig punten b) en c) gedane kennisgevingen en de Libische autoriteiten hebben niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit.

2.   In afwijking van artikel 5, lid 4, en mits een betaling verschuldigd is door personen, entiteiten of lichamen op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij zijn aangewezen door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals vermeld op de websites van bijlage IV, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de betaling niet in strijd is met artikel 5, lid 2, en niet ten goede komt aan de in artikel 5, lid 4, bedoelde personen, entiteiten of lichamen;

b)

de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité ten minste tien werkdagen van tevoren in kennis gesteld van zijn voornemen toestemming te geven.”.

Artikel 2

Bijlage II bij Verordening (EU) nr. 204/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 september 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

M. DOWGIELEWICZ


(1)  PB L 246 van 23.9.2011, blz. 30.

(2)  PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1.


BIJLAGE

De volgende rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geschrapt van de lijst van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 204/2011.

1.

Centrale Bank van Libië (CBL)

2.

Libyan Investment Authority

3.

Libyan Foreign Bank

4.

Libyan Africa Investment Portfolio (Libisch-Afrikaans Investeringsfonds)


Top