EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011R0270

Verordening (EU) nr. 270/2011 van de Raad van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Egypte

PB L 76 van 22.3.2011, p. 4–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/03/2021; opgeheven door 32021R0445

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/270/oj

22.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 76/4


VERORDENING (EU) Nr. 270/2011 VAN DE RAAD

van 21 maart 2011

betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Egypte

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215, lid 2,

Gezien Besluit 2011/172/GBVB van de Raad van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Egypte (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit 2011/172/GBVB voorziet in de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen die zijn geïdentificeerd als zijnde verantwoordelijk voor het verduisteren van Egyptische overheidsmiddelen, waardoor zij de Egyptische bevolking beroven van de voordelen van de duurzame ontwikkeling van hun economie en hun maatschappij en de ontwikkeling van de democratie in het land ondermijnen, en van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden met hen onderhouden. Deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen worden vermeld in de bijlage bij Besluit 2011/172/GBVB.

(2)

Deze maatregelen vallen onder het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging, om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

(3)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, meer bepaald het recht op een effectief rechtsmiddel en op een eerlijk proces en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten.

(4)

Gezien de ernst van de politieke en veiligheidssituatie in Egypte, en met het oog op samenhang met de wijzigings- en herzieningsprocedure voor de bijlage bij Besluit 2011/172/GBVB, dient de bevoegdheid om de lijst in bijlage I bij deze verordening te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad.

(5)

De procedure tot wijziging van de lijsten in bijlage I bij deze verordening dient in te houden dat de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, dient de Raad zijn besluit over bijlage I in het licht van die opmerkingen te toetsen en dient hij de betrokken personen, entiteiten of lichamen dienovereenkomstig te informeren.

(6)

Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en op een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens de verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Elke verwerking van persoonsgegevens dient de bepalingen te respecteren van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2), alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

(7)

Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

b)   „bevriezing van tegoeden”: het voorkómen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden mogelijk zou worden gemaakt, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille;

c)   „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

d)   „bevriezing van economische middelen”: het voorkómen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan;

e)   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 2

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de personen die, in de zin van artikel 1, lid 1, van Besluit 2011/172/GBVB zijn geïdentificeerd als zijnde verantwoordelijk voor het verduisteren van Egyptische overheidsmiddelen, en van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die banden met hen onderhouden, worden bevroren.

2.   Aan of ten behoeve van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

3.   Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect worden omzeild.

Artikel 3

1.   In bijlage I worden de redenen vermeld waarom een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam in de lijst is opgenomen.

2.   Bijlage I bevat verder, wanneer beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen te kunnen identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

Artikel 4

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld op de in bijlage II genoemde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

nodig zijn voor uitgaven om te voorzien in basisbehoeften van de in bijlage I genoemde natuurlijke personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

d)

noodzakelijk zijn voor buitengewone uitgaven, mits de betrokken lidstaat aan alle andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voordat de toelating wordt verleend, de redenen heeft meegedeeld waarom de toelating moet worden verleend.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 5

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 2 kunnen bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld op de in bijlage II genoemde websites, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop een in artikel 2 bedoeld natuurlijke persoon, rechts persoon, entiteit of lichaam in bijlage I is opgenomen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

b)

de betrokken tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of het vonnis is niet ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam van bijlage I; en

d)

de erkenning van het onderpand of van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 6

1.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn opgenomen in bijlage I,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, worden eveneens bevroren.

2.   Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

Artikel 7

In afwijking van het bepaalde in artikel 2 en mits een betaling verschuldigd is door natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen van bijlage I op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij zijn aangewezen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld op de in bijlage II genoemde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

i)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een persoon, entiteit of lichaam die wordt vermeld in bijlage I; en

ii)

de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2;

b)

de betrokken lidstaat heeft de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voordat de toestemming wordt verleend, in kennis gesteld van deze vaststelling door de bevoegde autoriteit en van het voornemen toestemming te verlenen.

Artikel 8

1.   De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, levert geen aansprakelijkheid op van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   De verbodsbepaling van artikel 2, lid 2, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die financiering of financiële bijstand verstrekten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op de bedoelde verbodsbepalingen.

Artikel 9

1.   Onverminderd de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2, lid 1, zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit, vermeld op de in bijlage II genoemde websites, van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de lidstaten, aan de Commissie te doen toekomen; en

b)

samen te werken met deze bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.   Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 10

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechters.

Artikel 11

De Commissie wordt gemachtigd bijlage II te wijzigen op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie.

Artikel 12

1.   In de gevallen waarin de Raad besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2, lid 1, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.

2.   De Raad stelt de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit en van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat deze personen daarover opmerkingen kunnen indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad het in lid 1 bedoelde besluit en worden de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen dienovereenkomstig geïnformeerd.

4.   De lijst in bijlage I wordt vanaf 21 maart 2011 regelmatig, en ten minste om de 12 maanden, opnieuw bezien.

Artikel 13

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten delen de voorschriften na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede aan de Commissie en melden alle latere wijzigingen ervan.

Artikel 14

Waar er in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderzijds van de verplichting de Commissie te informeren of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 15

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie;

b)

aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 16

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2011.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


(1)  Zie bladzijde 63 van dit Publicatieblad.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.


BIJLAGE I

Lijst van de in artikel 2, lid 1, bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen

 

Naam (en eventuele aliassen)

Informatie ter identificatie

Redenen voor plaatsing op de lijst

1.

Mohamed Hosni Elsayed Mubarak

Voormalig president van de Arabische Republiek Egypte

Geboortedatum: 04.05.1928

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

2.

Suzanne Saleh Thabet

Echtgenote van de heer Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, voormalig president van de Arabische Republiek Egypte

Geboortedatum: 28.02.1941

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

3.

Alaa Mohamed Hosni Elsayed Mubarak

Zoon van de heer Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, voormalig president van de Arabische Republiek Egypte

Geboortedatum: 26.11.1960

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

4.

Heidy Mahmoud Magdy Hussein Rasekh

Echtgenote van de heer Alaa Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, zoon van de voormalige president van de Arabische Republiek Egypte

Geboortedatum: 05.10.1971

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

5.

Gamal Mohamed Hosni Elsayed Mubarak

Zoon van de heer Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, voormalig president van de Arabische Republiek Egypte

Geboortedatum: 28.12.1963

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

6.

Khadiga Mahmoud El Gammal

Echtgenote van de heer Gamal Mohamed Hosni Elsayed Mubarak, zoon van de voormalige president van de Arabische Republiek Egypte

Geboortedatum: 13.10.1982

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

7.

Ahmed Abdelaziz Ezz

Voormalig parlementslid

Geboortedatum: 12.01.1959

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

8.

Abla Mohamed Fawzi Ali Ahmed

Echtgenote van de heer Ahmed Abdelaziz Ezz

Geboortedatum: 31.01.1963

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

9.

Khadiga Ahmed Ahmed Kamel Yassin

Echtgenote van de heer Ahmed Abdelaziz Ezz

Geboortedatum: 25.05.1959

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

10.

Shahinaz Abdel Aziz Abdel Wahab Al Naggar

Echtgenote van de heer Ahmed Abdelaziz Ezz

Geboortedatum: 09.10.1969

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

11.

Ahmed Alaeldin Amin Abdelmaksoud Elmaghraby

Voormalig minister van Huisvesting, Openbare Nutsbedrijven en Stadsontwikkeling

Geboortedatum: 16.05.1945

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

12.

Naglaa Abdallah El Gazaerly

Echtgenote van de heer Ahmed Alaeldin Amin Abdelmaksoud Elmaghraby

Geboortedatum: 03.06.1956

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

13.

Rachid Mohamed Rachid Hussein

Voormalig minister van Handel en Industrie

Geboortedatum: 09.02.1955

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

14.

Hania Mahmoud Abdel Rahman Fahmy

Echtgenote van de heer Rachid Mohamed Rachid Hussein

Geboortedatum: 05.07.1959

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

15.

Mohamed Zohir Mohamed Wahed Garrana

Voormalig minister van Toerisme

Geboortedatum: 20.02.1959

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

16.

Jaylane Shawkat Hosni Galal Eldin

Echtgenote van de heer Mohamed Zohir Mohamed Wahed Garrana

Geboortedatum: 08.01.1960

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

17.

Amir Mohamed Zohir Mohamed Wahed Garrana

Zoon van de heer Mohamed Zohir Mohamed Wahed Garrana

Geboortedatum: 21.09.1990

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

18.

Habib Ibrahim Habib Eladli

Voormalig minister van Binnenlandse Zaken

Geboortedatum: 01.03.1938

Man

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden

19.

Elham Sayed Salem Sharshar

Echtgenote van de heer Habib Ibrahim Eladli

Geboortedatum: 23.01.1963

Vrouw

Wordt op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie door de Egyptische autoriteiten gerechtelijk vervolgd vanwege het verduisteren van overheidsgelden


BIJLAGE II

Lijst van de bevoegde autoriteiten in de lidstaten als bedoeld in artikel 4, lid 1, artikel 5, lid 1, artikel 7, en artikel 9, lid 1, onder a), en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

A.   Bevoegde autoriteiten van de lidstaten:

BELGIË

http://www.diplomatie.be/eusanctions

BULGARIJE

http://www.mfa.bg/pages/view/5519

TSJECHIË

http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce

DENEMARKEN

http://www.um.dk/da/menu/Udenrigspolitik/FredSikkerhedOgInternationalRetsorden/Sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/BMWi/Navigation/Aussenwirtschaft/Aussenwirtschaftsrecht/embargos.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/www.mfa.gr/en-US/Policy/Multilateral+Diplomacy/Global+Issues/International+Sanctions/

SPANJE

http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/

ITALIË

http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm

CYPRUS

http://www.mfa.gov.cy/sanctions

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt

LUXEMBURG

http://www.mae.lu/sanctions

HONGARIJE

http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/

MALTA

http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp

NEDERLAND

http://www.minbuza.nl/sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

http://www.msz.gov.pl

PORTUGAL

http://www.min-nestrangeiros.pt

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/

SLOWAKIJE

http://www.foreign.gov.sk

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

www.fco.gov.uk/competentauthorities

B.   Adres voor kennisgevingen of andere mededelingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

CHAR 12/106

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

Tel. +32 22955585

Fax +32 22990873


Top