EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011L0037

Richtlijn 2011/37/EU van de Commissie van 30 maart 2011 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken Voor de EER relevante tekst

PB L 85 van 31.3.2011, p. 3–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2011/37/oj

31.3.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 85/3


RICHTLIJN 2011/37/EU VAN DE COMMISSIE

van 30 maart 2011

tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (1), en met name artikel 4, lid 2, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2000/53/EG verbiedt het gebruik van lood, kwik, cadmium en zeswaardig chroom in materialen en onderdelen van voertuigen die na 1 juli 2003 in de handel worden gebracht, behoudens in de gevallen genoemd in bijlage II bij die richtlijn en onder de aldaar vermelde voorwaarden. Krachtens artikel 4, lid 2, onder b), van Richtlijn 2000/53/EG dient bijlage II bij die richtlijn door de Commissie geregeld te worden aangepast aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.

(2)

Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG bevat een lijst van materialen en onderdelen van voertuigen die van het bij artikel 4, lid 2, onder a), van die richtlijn vastgestelde verbod zijn vrijgesteld. De in bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG genoemde materialen en onderdelen van voertuigen die in de handel worden gebracht vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de betreffende vrijstelling mogen lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten.

(3)

Voor bepaalde materialen en onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten, moet de vrijstelling van het verbod van artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG, worden gehandhaafd, aangezien het gebruik van dergelijke stoffen in die specifieke materialen en onderdelen om technische of wetenschappelijke redenen nog steeds niet kan worden vermeden. Het is dan ook passend de geldigheidsduur van die vrijstellingen te verlengen tot het gebruik van deze verboden stoffen kan worden vermeden.

(4)

Het gebruik van lood in thermo-elektrische automaterialen in toepassingen die de emissies van CO2 reduceren door de terugwinning van uitlaatgaswarmte, kan momenteel om technische of wetenschappelijke redenen niet worden vermeden. Deze materialen moeten daarom tijdelijk worden vrijgesteld van het in artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG vastgestelde verbod.

(5)

Voor bepaalde materialen en onderdelen die lood, kwik, cadmium of zeswaardig chroom bevatten, moet de vrijstelling van het verbod van artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 2000/53/EG, zonder vervaldatum worden gehandhaafd, aangezien het gebruik van dergelijke stoffen in de in bijlage II genoemde materialen en onderdelen om technische of wetenschappelijke redenen nog steeds niet kan worden vermeden.

(6)

In bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG is bepaald dat reserveonderdelen die na 1 juli 2003 in de handel worden gebracht en die worden gebruikt in voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel zijn gebracht, zijn vrijgesteld van het verbod van artikel 4, lid 2, onder a), van die richtlijn. De vrijstelling maakt het mogelijk om voertuigen die in de handel zijn gebracht vóór de inwerkingtreding van het in dat artikel vastgestelde verbod, te repareren met reserveonderdelen die aan dezelfde kwaliteits- en veiligheidseisen voldoen als de oorspronkelijke onderdelen.

(7)

Reserveonderdelen voor voertuigen die in de handel worden gebracht na 1 juli 2003 maar vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de betreffende vrijstelling krachtens bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG, vallen niet onder deze vrijstelling. Bijgevolg moeten reserveonderdelen voor die voertuigen vrij zijn van zware metalen, zelfs als zij dienen ter vervanging van onderdelen die oorspronkelijk zware metalen bevatten.

(8)

In sommige gevallen is het technisch onmogelijk voertuigen te repareren met andere dan de oorspronkelijke onderdelen, aangezien in dat geval de afmetingen en de functionele eigenschappen van complete voertuigsystemen zouden moeten worden veranderd. Andere reserveonderdelen passen niet in de oorspronkelijk met zware metalen bevattende onderdelen uitgeruste voertuigsystemen, waardoor die voertuigen niet kunnen worden gerepareerd en misschien voortijdig moeten worden afgedankt. Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG moet daarom worden gewijzigd om de reparatie van zulke voertuigen mogelijk te maken.

(9)

Richtlijn 2000/53/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(10)

De maatregelen in deze richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is opgericht bij artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (2),

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 2000/53/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2011 aan deze richtlijn te voldoen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 maart 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34.

(2)  PB L 114 van 27.4.2006, blz. 9.


BIJLAGE

„BIJLAGE II

Van de toepassing van artikel 4, lid 2, onder a), vrijgestelde materialen en onderdelen

Materialen en onderdelen

Werkingssfeer en einde van de geldigheidsduur van de vrijstelling

Te merken of herkenbaar te maken overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder b), punt iv)

Lood als legeringselement

1(a).

Staal voor verwerkingsdoeleinden en discontinu thermisch verzinkte stalen onderdelen met een loodgehalte van niet meer dan 0,35 gewichtsprocent

 

 

1(b).

Continu verzinkt plaatstaal dat niet meer dan 0,35 gewichtsprocent lood bevat

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

2(a).

Aluminium voor verwerkingsdoeleinden dat niet meer dan 2 gewichtsprocent lood bevat

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

 

2(b).

Aluminium dat niet meer dan 1,5 gewichtsprocent lood bevat

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

2(c).

Aluminium dat niet meer dan 0,4 gewichtsprocent lood bevat

 (2)

 

3.

Koperlegeringen die niet meer dan 4 gewichtsprocent lood bevatten

 (2)

 

4(a).

Lagerschalen en -zuigers

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

4(b).

Lagerschalen en -zuigers in motoren, transmissies en aircocompressoren

1 juli 2011 en reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2011 in de handel zijn gebracht

 

Lood en loodverbindingen in onderdelen

5.

Accu’s

 (2)

X

6.

Trillingsdempers

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

7(a).

Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2005 in de handel zijn gebracht

 

7(b).

Vulkaniseermiddelen en stabilisatoren voor elastomeren in remslangen, brandstofslangen, luchtventilatieslangen, elastomeer/metaalonderdelen in de chassistoepassingen en motorophangingen die niet meer dan 0,5 gewichtsprocent lood bevatten

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2006 in de handel zijn gebracht

 

7(c).

Bindmiddelen voor elastomeren die in aandrijftoepassingen worden gebruikt, met een loodgehalte van niet meer dan 0,5 gewichtsprocent

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2009 in de handel zijn gebracht

 

8(a).

Lood in soldeer om elektrische en elektronische onderdelen aan elektronische printplaten te bevestigen en lood in de afwerking van de uiteinden van andere onderdelen dan elektrolytische aluminiumcondensatoren, in pinnen van onderdelen en in elektronische printplaten

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (1)

8(b).

Lood in soldeer in elektrische toepassingen, behalve soldeer op elektronische printplaten of op glas

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2011 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (1)

8(c).

Lood in de afwerking van de uiteinden van elektrolytische aluminiumcondensatoren

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2013 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (1)

8(d).

Lood in soldeer op glas in luchtmassameters

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2015 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X (1)

8(e).

Lood in soldeer met een hoog smeltpunt (d.w.z. loodlegeringen met minimaal 85 gewichtsprocent lood)

 (3)

X (1)

8(f).

Lood in compliante penconnectorsystemen

 (3)

X (1)

8(g).

Lood in soldeer voor de totstandbrenging van een haalbare elektrische verbinding tussen een halfgeleider-die en een drager in „flip chip”-behuizingen voor geïntegreerde schakelingen

 (3)

X (1)

8(h).

Lood in soldeer om warmteverspreiders te bevestigen aan het koelingslichaam in krachtige halfgeleiders met een chipgrootte van minstens 1 cm2 projectieoppervlak en een nominale stroomdichtheid van minstens 1 A per mm2 chipoppervlak

 (3)

X (1)

8(i).

Lood in soldeer in elektrische toepassingen op glas, met uitzondering van soldeer op gelamineerd glas

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2013 en reserveonderdelen voor deze voertuigen (4)

X (1)

8(j).

Lood in soldeer op gelamineerd glas

 (3)

X (1)

9.

Klepzittingen

Als reserveonderdelen voor motortypes die vóór 1 juli 2003 zijn ontwikkeld

 

10(a).

Elektrische en elektronische onderdelen die lood in glas of keramiek, in een glas- of composiet met keramische matrix, in een glaskeramisch materiaal of een composiet met glaskeramische matrix bevatten.

Deze vrijstelling heeft geen betrekking op het gebruik van lood in:

glas in lampen en glazuur van bougies,

onder 10(b), 10(c) en 10(d) genoemde niet-geleidende keramische materialen of onderdelen.

 

X (5) (voor andere onderdelen dan piëzo-onderdelen in motoren)

10(b).

Lood in op PZT gebaseerde niet-geleidende keramische materialen van condensatoren die onderdeel zijn van geïntegreerde schakelingen of discrete halfgeleiders

 

 

10(c).

Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren voor een nominale spanning van minder dan 125 V wisselstroom of 250 V gelijkstroom

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2016 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

10(d).

Lood in diëlektrische keramische materialen in condensatoren die de temperatuurgebonden afwijkingen van sensoren in ultrasone sonarinstallaties compenseren

 (3)

 

11.

Pyrotechnische ontstekers

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2006 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

 

12.

Loodhoudende thermo-elektrische materialen in elektrische toepassingen in de automobielsector om de CO2-emissies te verminderen door de terugwinning van uitlaatgaswarmte

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 januari 2019 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

Zeswaardig chroom

13(a).

Corrosiewerende beschermlagen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2007 in de handel zijn gebracht

 

13(b).

Corrosiewerende beschermlagen van schroefmoerverbindingen voor chassistoepassingen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 1 juli 2008 in de handel zijn gebracht

 

14.

Als anticorrosiemiddel in het koolstofstalen koelsysteem in absorptiekoelkasten in kampeerauto’s tot 0,75 gewichtsprocent in de koeloplossing, behalve wanneer het gebruik van andere koeltechnologieën haalbaar is (d.w.z. op de markt verkrijgbaar voor toepassing in kampeerauto’s) en niet leidt tot negatieve effecten op het gebied van milieu, gezondheid en/of consumentenveiligheid.

 

X

Kwik

15(a).

Ontladingslampen voor koplampen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

15(b).

Fluorescentiebuizen voor instrumentenpanelen

Voertuigen met typegoedkeuring van vóór 1 juli 2012 en reserveonderdelen voor deze voertuigen

X

Cadmium

16.

Batterijen voor elektrische voertuigen

Als reserveonderdelen voor voertuigen die vóór 31 december 2008 in de handel zijn gebracht

 

Opmerkingen:

Een maximale concentratie van 0,1 gewichtsprocent lood, zeswaardig chroom en kwik in homogeen materiaal en 0,01 gewichtsprocent cadmium in homogeen materiaal wordt toegestaan.

Het hergebruik van onderdelen van voertuigen die op de datum van het verstrijken van een vrijstelling al in de handel waren, wordt zonder beperking toegestaan aangezien dit niet onder artikel 4, lid 2, onder a), valt.

Na 1 juli 2003 in de handel gebrachte reserveonderdelen die worden gebruikt voor voertuigen die vóór 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, zijn vrijgesteld van het bepaalde in artikel 4, lid 2, onder a) (6)


(1)  Demontage als in combinatie met nummer 10(a) een gemiddelde drempelwaarde van 60 g per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.

(2)  Deze uitzondering wordt opnieuw bekeken in 2015.

(3)  Deze uitzondering wordt opnieuw bekeken in 2014.

(4)  Deze uitzondering wordt opnieuw bekeken vóór 1 januari 2012.

(5)  Demontage als in combinatie met nummer 8(a) tot en met 8(j) een gemiddelde drempelwaarde van 60 g per voertuig wordt overschreden. Bij de toepassing van deze bepaling worden elektronische apparaten die niet door de fabrikant op de productielijn worden geïnstalleerd, niet meegerekend.

(6)  Deze bepaling is niet van toepassing op wielbalansgewichten, koolborstels voor elektrische motoren en remvoeringen.”


Top