This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32011D0427
Council Decision 2011/427/CFSP of 18 July 2011 extending the mandate of the European Union Special Representative in Afghanistan
Besluit 2011/427/GBVB van de Raad van 18 juli 2011 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan
Besluit 2011/427/GBVB van de Raad van 18 juli 2011 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan
PB L 188 van 19.7.2011, p. 34–36
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2012: This act has been changed. Current consolidated version: 14/05/2012
19.7.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 188/34 |
BESLUIT 2011/427/GBVB VAN DE RAAD
van 18 juli 2011
houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 22 maart 2010 heeft de Raad Besluit 2010/168/GBVB (1) vastgesteld, waarbij de heer Vygaudas UŠACKAS werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie („SVEU”) in Afghanistan. |
(2) |
Het mandaat van de SVEU moet worden verlengd tot en met 30 juni 2012. |
(3) |
De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie
Het mandaat van de heer Vygaudas UŠACKAS als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie („SVEU”) in Afghanistan wordt verlengd tot en met 30 juni 2012. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („HV”).
Artikel 2
Beleidsdoelstellingen
De SVEU vertegenwoordigt de Europese Unie en bevordert de beleidsdoelstellingen van de Unie in Afghanistan, in nauwe coördinatie met de vertegenwoordigers van de lidstaten in Afghanistan. De SVEU dient:
a) |
bij te dragen tot de uitvoering van de Gezamenlijke Verklaring van de EU en Afghanistan en leiding te geven aan de uitvoering van het onderdeel „Afghanistan” van het EU-actieplan voor Afghanistan en Pakistan, in samenwerking met de vertegenwoordigers van de lidstaten in Afghanistan; |
b) |
de politieke dialoog tussen de Unie en Afghanistan te ondersteunen; |
c) |
steun te verlenen aan de centrale rol die de Verenigde Naties („VN”) spelen in Afghanistan, met bijzondere nadruk op het bijdragen tot een beter gecoördineerde internationale bijstand, waarbij de uitvoering van de conferentiecommuniqués van Londen en Kabul en de relevante VN-resoluties bevorderd wordt. |
Artikel 3
Mandaat
Ter uitvoering van het mandaat zal de SVEU, in nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de lidstaten in Afghanistan,
a) |
de standpunten van de EU over het politiek proces en de ontwikkelingen in Afghanistan uitdragen; |
b) |
nauwe contacten onderhouden met en steun verlenen aan de ontwikkeling van de betrokken Afghaanse instellingen, met name de regering, het parlement en de lokale overheden. Er moeten ook contacten onderhouden worden met andere Afghaanse politieke groeperingen en actoren; |
c) |
nauwe contacten onderhouden met de internationale en regionale belanghebbenden in Afghanistan, met name de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN, de hoge civiele vertegenwoordiger van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en andere belangrijke partners en organisaties; |
d) |
advies geven in verband met de vorderingen in de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gezamenlijke Verklaring van de EU en Afghanistan, van het onderdeel „Afghanistan” van het EU-actieplan voor Afghanistan en Pakistan, en de komende conferenties van Londen, Kabul en Bonn, met name op de volgende gebieden:
|
e) |
actief deelnemen aan de lokale coördinatieorganen zoals de gemeenschappelijke coördinatie- en bewakingsraad en daarbij de niet-deelnemende lidstaten volledig op de hoogte houden van de besluiten die op deze niveaus genomen worden; |
f) |
adviseren over de deelname aan de internationale conferenties over Afghanistan en de standpunten die de EU daar moet innemen, en bijdragen tot de bevordering van regionale samenwerking; |
g) |
bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie en de richtsnoeren van de Unie voor de mensenrechten, met name ten aanzien van vrouwen en kinderen in door conflicten getroffen gebieden, voornamelijk door de ontwikkelingen op dat gebied te volgen en te sturen. |
Artikel 4
Uitvoering van het mandaat
1. De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.
2. Het Politiek en Veiligheidscomité („PVC”) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.
3. De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden („EDEO”).
Artikel 5
Financiering
1. Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 september 2011 tot en met 30 juni 2012 bedraagt 3 560 000 EUR.
2. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.
3. Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.
Artikel 6
Vorming en samenstelling van het team
1. Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de vorming van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie onmiddellijk en regelmatig op de hoogte van de samenstelling van zijn team.
2. De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het gedetacheerde personeel komt ten laste van respectievelijk de lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens worden aangewezen om met de SVEU samen te werken. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een EU-lidstaat hebben.
3. Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, van de instelling van de Unie of van de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.
Artikel 7
Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn medewerkers
De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn medewerkers, worden met de ontvangende partij(en) naargelang van het geval overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.
Artikel 8
Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie
De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (2).
Artikel 9
Toegang tot informatie en logistieke steun
1. De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.
2. De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.
Artikel 10
Veiligheid
Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is; met name:
a) |
stelt hij een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan van de missie behelst; |
b) |
zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering voor grote risico’s; |
c) |
zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het missiegebied is ingedeeld; |
d) |
zorgt hij ervoor dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en brengt hij over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties aan de HV, de Raad en de Commissie schriftelijk verslag uit in het kader van het tussentijds verslag en het verslag over de uitvoering van zijn mandaat. |
Artikel 11
Rapportage
De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de HV of het PVC brengt de SVEU ook verslag uit aan de Raad Buitenlandse Zaken.
Artikel 12
Coördinatie
1. De SVEU bevordert de algemene politieke coördinatie van de Unie. Hij helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. Daartoe worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de Commissie, en met die van de SVEU voor Centraal-Azië en de delegatie van de Unie in Pakistan. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie.
2. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de hoofden van de delegaties van de Unie en met de missiehoofden van de lidstaten. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft het hoofd van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) plaatselijke politieke sturing. De SVEU en de civiele operationele commandant plegen, indien nodig, overleg. De SVEU onderhoudt eveneens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.
Artikel 13
Evaluatie
De toepassing van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de HV, de Raad en de Commissie vóór eind januari 2012 een voortgangsverslag, en aan het einde van het mandaat een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.
Artikel 14
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 18 juli 2011.
Voor de Raad
De voorzitster
C. ASHTON
(1) PB L 75 van 23.3.2010, blz. 22.
(2) PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.