EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R1032

Verordening (EU) nr. 1032/2010 van de Raad van 15 november 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 174/2005 tot instelling van beperkingen op het leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten aan Ivoorkust

PB L 298 van 16.11.2010, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/06/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0907

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1032/oj

16.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 298/1


VERORDENING (EU) Nr. 1032/2010 VAN DE RAAD

van 15 november 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 174/2005 tot instelling van beperkingen op het leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten aan Ivoorkust

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2010/656/GBVB van de Raad van 29 oktober 2010 tot vernieuwing van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 174/2005 van de Raad van 31 januari 2005 tot instelling van beperkingen op het leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten aan Ivoorkust (2) voorziet in een verbod op de uitvoer van uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie en op het verlenen van bepaalde technische bijstand, financiering en financiële bijstand. Deze beperkingen werden ten uitvoer gelegd overeenkomstig Gemeenschappelijk Standpunt 2004/852/GBVB van de Raad van 13 december 2004 betreffende beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (3).

(2)

Rekening houdend met Resolutie 1946 (2010) van de VN-Veiligheidsraad van 15 oktober 2010 en Besluit 2010/656/GBVB is het nodig Verordening (EG) nr. 174/2005 te wijzigen teneinde leveringen mogelijk te maken van niet-dodelijke uitrusting, alsmede niet-dodelijke uitrusting die voor interne repressie kan worden gebruikt, en die alleen is bedoeld om de veiligheidstroepen van Ivoorkust in staat te stellen passend en proportioneel geweld te gebruiken voor de handhaving van de openbare orde, alsook de verstrekking van daarmee verband houdende technische bijstand, financiering en financiële bijstand.

(3)

De lijst van uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie moet worden bijgewerkt naar aanleiding van de aanbevelingen van deskundigen en rekening houdend met Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad van 27 juni 2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (4).

(4)

Het is passend het artikel betreffende de rechtsmacht van de Unie aan te passen aan recente formulering.

(5)

Verordening (EG) nr. 174/2005 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 174/2005 wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 4, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In afwijking van artikel 2 zijn de daarin bedoelde verbodsbepalingen niet van toepassing op:

a)

het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met wapens en daarmee verband houdend materiaal, indien die bijstand of diensten uitsluitend bestemd zijn ter ondersteuning van en voor gebruik door de United Nations Operation in Côte d'Ivoire (UNOCI) en de Franse strijdkrachten die UNOCI ondersteunen;

b)

het verlenen van technische bijstand in verband met niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, met inbegrip van uitrusting die bestemd is voor crisisbeheersingsoperaties van de EU, de VN, de Afrikaanse Unie en de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS), mits deze activiteiten ook op voorhand werden goedgekeurd door het Sanctiecomité;

c)

het verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, met inbegrip van uitrusting die bestemd is voor crisisbeheersingsoperaties van de EU, de VN, de Afrikaanse Unie en de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS);

d)

het verlenen van technische bijstand in verband met wapens en daarmee verband houdend materiaal, uitsluitend bestemd ter ondersteuning van en voor gebruik bij de herstructurering van de strijdkrachten en veiligheidstroepen, overeenkomstig lid 3, onder f), van de overeenkomst van Linas-Marcoussis, mits deze activiteiten ook op voorhand werden goedgekeurd door het Sanctiecomité;

e)

het verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met wapens en daarmee verband houdend materiaal, uitsluitend bestemd ter ondersteuning van en voor gebruik bij de herstructurering van de strijdkrachten en veiligheidstroepen, overeenkomstig lid 3, onder f), van de overeenkomst van Linas-Marcoussis;

f)

de verkoop of de tijdelijk naar Ivoorkust overgebrachte of uitgevoerde levering aan de strijdkrachten van een staat die overeenkomstig het internationale recht actie onderneemt uitsluitend en rechtstreeks gericht op de evacuatie van zijn onderdanen en onderdanen van andere staten voor wie die staat in Ivoorkust consulaire verantwoordelijkheid draagt, mits deze activiteiten ook op voorhand zijn gemeld bij het Sanctiecomité;

g)

het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met niet-dodelijke militaire uitrusting die alleen is bedoeld om de veiligheidstroepen van Ivoorkust in staat te stellen passend en proportioneel geweld te gebruiken voor de handhaving van de openbare orde.”;

2)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 4 bis

1.   In afwijking van artikel 3 kan de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur of dienstverlener is gevestigd, op door haar passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke uitrusting als bedoeld in bijlage I, of voor het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand met betrekking tot dergelijke niet-dodelijke uitrusting, na te hebben vastgesteld dat de niet-dodelijke uitrusting uitsluitend bestemd is om de veiligheidstroepen van Ivoorkust in staat te stellen passend en proportioneel geweld te gebruiken voor de handhaving van de openbare orde.

2.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

3.   Er worden geen vergunningen afgegeven voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.”;

3)

artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.”;

4)

bijlage I wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening;

5)

de titel van bijlage II wordt vervangen door:

Artikel 2

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 29 oktober 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 november 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

S. VANACKERE


(1)  PB L 285 van 30.10.2010, blz. 28.

(2)  PB L 29 van 2.2.2005, blz. 5.

(3)  PB L 368 van 15.12.2004, blz. 50.

(4)  PB L 200 van 30.7.2005, blz. 1.


BIJLAGE

„BIJLAGE I

Lijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, als bedoeld in artikel 3 en artikel 4 bis

1.

De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:

1.1

vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie (1) (EU-gemeenschappelijke militaire lijst);

1.2

munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

1.3

vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.

2.

Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU.

3.

De volgende voertuigen:

3.1

voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast ten behoeve van oproerbeheersing;

3.2

voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;

3.3

voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;

3.4

voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;

3.5

voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;

3.6

voor de in 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen ten behoeve van oproerbeheersing.

Opmerking 1:

Dit punt is niet van toepassing op voertuigen die speciaal zijn ontworpen ten behoeve van brandbestrijding.

Opmerking 2:

Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term „voertuigen” ook opleggers en aanhangwagens.

4.

De volgende explosieven en aanverwante uitrusting:

4.1

uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektronisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van: uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);

4.2

ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU vallen;

4.3

de volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie vallen, en aanverwante stoffen:

a.

amatol;

b.

nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %);

c.

nitroglycol;

d.

penta-erythritoltetranitraat (PETN);

e.

picrylchloride;

f.

2,4,6-trinitrotolueen (TNT).

5.

De volgende beschermende uitrusting die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU:

5.1

lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;

5.2

kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.

Opmerking:

Dit punt heeft geen betrekking op:

uitrusting speciaal ontworpen voor sportieve activiteiten;

uitrusting speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.

6.

Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.

7.

Niet door de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU bestreken nachtzicht- en thermischebeeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen.

8.

Scheermesprikkeldraad.

9.

Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.

10.

Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.

11.

Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.”


(1)  PB C 69 van 18.3.2010, blz. 19.


Top