Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0998

    Verordening (EU) nr. 998/2010 van de Commissie van 5 november 2010 tot verlening van een vergunning voor Enterococcus faecium DSM 7134 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen (vergunninghouder Lactosan GmbH & Co KG) Voor de EER relevante tekst

    PB L 290 van 6.11.2010, p. 22–23 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/09/2021; opgeheven door 32021R1424

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/998/oj

    6.11.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 290/22


    VERORDENING (EU) Nr. 998/2010 VAN DE COMMISSIE

    van 5 november 2010

    tot verlening van een vergunning voor Enterococcus faecium DSM 7134 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen (vergunninghouder Lactosan GmbH & Co KG)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor het in de bijlage bij deze verordening opgenomen preparaat ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten zijn bij de aanvraag verstrekt.

    (3)

    De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor Enterococcus faecium DSM 7134 als toevoegingsmiddel voor diervoeding in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” voor mestkippen.

    (4)

    Voor het gebruik van Enterococcus faecium DSM 7134 is een vergunning verleend voor gespeende biggen en varkens bij Verordening (EG) nr. 538/2007 van de Commissie (2), voor zeugen bij Verordening (EG) nr. 1521/2007 van de Commissie (3), alsook een voorlopige vergunning voor vier jaar voor mestkippen bij Verordening (EG) nr. 521/2005 van de Commissie (4).

    (5)

    Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvraag voor de verlening van een vergunning voor het preparaat voor mestkippen. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 27 mei 2010 (5) geconcludeerd dat Enterococcus faecium DSM 7134, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden, geen ongunstige effecten voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid en het milieu heeft en dat het bij voedering aan de doelsoorten doeltreffend kan zijn door de verbetering van de zoötechnische parameters. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde communautaire referentielaboratorium was ingediend.

    (6)

    Uit de beoordeling van Enterococcus faecium DSM 7134 blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

    (7)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „darmflorastabilisatoren” wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 5 november 2010.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)  PB L 128 van 16.5.2007, blz. 16.

    (3)  PB L 335 van 20.12.2007, blz. 24.

    (4)  PB L 84 van 2.4.2005, blz. 3.

    (5)  EFSA Journal (2010); 8(6):1636.


    BIJLAGE

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Naam van de vergunninghouder

    Toevoegingsmiddel

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Andere vermeldingen

    Einde van de vergunningsperiode

    CFU/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Categorie zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren.

    4b1841

    Lactosan

    GmbH & Co KG

    Enterococcus faecium

    DSM 7134

     

    Samenstelling toevoegingsmiddel:

    Bereiding van Enterococcus faecium DSM 7134 met ten minste:

     

    poeder: 1 × 1010 CFU/g toevoegingsmiddel

     

    korrels (microcapsules): 1 × 1010 CFU/g toevoegingsmiddel

     

    Karakterisering van de werkzame stof:

    Enterococcus faecium DSM 7134

     

    Analysemethode  (1):

     

    Telling: spreidplaatmethode onder gebruikmaking van galesculine-azide-agar

     

    Identificatie: pulsed-field gelelectroforese (PFGE).

    Mestkippen

    5 × 108

    1.

    In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

    2.

    Het gebruik is toegestaan in diervoeding die de volgende toegelaten coccidiostatica bevat: diclazuril, halofuginone-hydrobromide, robenidinehydro-chloride, decoquinaat, lasalocide A natrium, maduramicine-ammonium of monensin-natrium.

    26 november 2020


    (1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het communautaire referentielaboratorium: www.irmm.jrc.be/crl-feed-additives


    Top