Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010L0021

    Richtlijn 2010/21/EU van de Commissie van 12 maart 2010 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de specifieke bepalingen voor clothianidin, thiamethoxam, fipronil en imidacloprid (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 65 van 13.3.2010, p. 27–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/06/2011; stilzwijgende opheffing door 32009R1107

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2010/21/oj

    13.3.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 65/27


    RICHTLIJN 2010/21/EU VAN DE COMMISSIE

    van 12 maart 2010

    tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de specifieke bepalingen voor clothianidin, thiamethoxam, fipronil en imidacloprid

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1, tweede alinea, tweede streepje,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De werkzame stoffen clothianidin, thiamethoxam, fipronil en imidacloprid zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG bij respectievelijk de Richtlijnen 2006/41/EG (2), 2007/6/EG (3), 2007/52/EG (4) en 2008/116/EG (5) van de Commissie.

    (2)

    Het incidentele vrijkomen van die werkzame stoffen, dat onlangs door verscheidene lidstaten is gemeld, heeft geleid tot grote verliezen van honingbijenkoloniën. Als gevolg daarvan hebben de betrokken lidstaten voorzorgsmaatregelen genomen om het in de handel brengen van gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten, tijdelijk op te schorten.

    (3)

    Clothianidin, thiamethoxam en imidacloprid mogen uitsluitend worden toegelaten voor gebruik als insecticide, inclusief gebruik als zaadbehandelingsmiddel. Fipronil mag echter alleen worden toegelaten voor toepassingen als insecticide voor gebruik als zaadbehandelingsmiddel. De door de lidstaten gemelde voorvallen betreffen het ongepast gebruik van die werkzame stoffen voor zaadbehandeling.

    (4)

    Om toekomstige voorvallen te vermijden moeten aanvullende maatregelen, waaronder passende risicobeperkende maatregelen, voor clothianidin, thiamethoxam, fipronil en imidacloprid worden vastgesteld.

    (5)

    Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (6)

    De in deze richtlijn vervatte maatregel is in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    De lidstaten dienen uiterlijk op 31 oktober 2010 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

    Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 november 2010.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    Artikel 3

    De lidstaten moeten overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, indien nodig, bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die clothianidin, thiamethoxam, fipronil en imidacloprid als werkzame stof bevatten, uiterlijk op 31 oktober 2010 wijzigen of intrekken.

    Artikel 4

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 12 maart 2010.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2)  PB L 187 van 8.7.2006, blz. 24.

    (3)  PB L 43 van 15.2.2007, blz. 13.

    (4)  PB L 214 van 17.8.2007, blz. 3.

    (5)  PB L 337 van 16.12.2008, blz. 86.


    BIJLAGE

    Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In rij 123 met betrekking tot clothianidin wordt in de kolom „Specifieke bepalingen” deel A vervangen door:

    „DEEL A

    Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

    Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel:

    mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

    moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

    De lidstaten zorgen ervoor dat:

    op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met clothianidin is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

    de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten;

    monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan clothianidin in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.”.

    2)

    In rij 142 met betrekking tot thiamethoxam wordt in de kolom „Specifieke bepalingen” deel A vervangen door:

    „DEEL A

    Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

    Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel:

    mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

    moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

    De lidstaten zorgen ervoor dat:

    op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met thiametoxam is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

    de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten;

    monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan thiametoxam in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.”.

    3)

    In rij 163 met betrekking tot fipronil wordt in de kolom „Specifieke bepalingen” deel A vervangen door:

    „DEEL A

    Alleen toepassingen als insecticide voor gebruik als zaadbehandelingsmiddel mogen worden toegelaten.

    Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen:

    mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

    moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

    De lidstaten zorgen ervoor dat:

    op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met fipronil is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

    monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan fipronil in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.”.

    4)

    In rij 163 met betrekking tot fipronil wordt in de kolom „Specifieke bepalingen”, deel B, de volgende zin geschrapt:

    „—

    het gebruik van geschikte apparatuur waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening tot een minimum wordt beperkt.”.

    5)

    In rij 222 met betrekking tot imidacloprid wordt in de kolom „Specifieke bepalingen” deel A vervangen door:

    „DEEL A

    Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

    Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen en vogels, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel:

    mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

    moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens te toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

    De lidstaten zorgen ervoor dat:

    op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met imidacloprid is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

    de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten;

    monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan imidacloprid in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.”.

    6)

    In rij 222 met betrekking tot imidacloprid wordt in de kolom „Specifieke bepalingen”, deel B, de volgende zin geschrapt:

    „—

    de bescherming van honingbijen, met name bij spuittoepassingen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.”.


    Top