Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0110

    2010/110/GBVB: Besluit 2010/110/GBVB van de Raad van 22 februari 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan

    PB L 46 van 23.2.2010, p. 20–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/110(1)/oj

    23.2.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 46/20


    BESLUIT 2010/110/GBVB VAN DE RAAD

    van 22 februari 2010

    houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 19 april 2007 heeft de Raad Besluit 2007/238/GBVB (1) aangenomen, waarbij de heer Torben BRYLLE werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor Sudan.

    (2)

    Op 16 februari 2009 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2009/134/GBVB (2) vastgesteld, houdende wijziging en verlenging van het mandaat van de SVEU tot en met 28 februari 2010.

    (3)

    Het mandaat van de SVEU moet worden verlengd tot en met 31 augustus 2010. Het mandaat van de SVEU kan evenwel eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een aanbeveling van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden.

    (4)

    De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, uiteengezet in artikel 21 van het Verdrag, kan schaden,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

    Het mandaat van de heer Torben BRYLLE als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor Sudan wordt verlengd tot en met 31 augustus 2010. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een aanbeveling van de HV naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese Dienst voor extern optreden.

    Artikel 2

    Beleidsdoelstellingen

    Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie (EU) in Sudan, met name wat betreft de inspanningen, als deel van de internationale gemeenschap en ter ondersteuning van de Afrikaanse Unie (AU) en de Verenigde Naties (VN), om de Sudanese partijen, de AU en de VN te helpen tot een politieke regeling van het conflict in Darfur te komen, mede door de uitvoering van het vredesakkoord voor Darfur (DPA), om de uitvoering van het alomvattend vredesakkoord (CPA) te vergemakkelijken en om de Zuid-Zuiddialoog te bevorderen, alsook om de uitvoering van het vredesakkoord voor Oost-Sudan (ESPA) te vergemakkelijken, met passende aandacht voor de regionale uitlopers van deze kwesties en het beginsel eigen inbreng van Afrika.

    Artikel 3

    Mandaat

    1.   Ter verwezenlijking van deze beleidsdoelstellingen krijgt de SVEU het mandaat om:

    a)

    contacten te onderhouden met de AU, de Sudanese regering, de regering van Zuid-Sudan, de gewapende bewegingen in Darfur en andere partijen in Sudan, alsmede met het maatschappelijk middenveld in Darfur en met niet-gouvernementele organisaties, en nauw te blijven samenwerken met de VN en andere betrokken internationale actoren, met als doel de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken;

    b)

    de Unie te vertegenwoordigen in de interne dialoog in Darfur, op bijeenkomsten op hoog niveau van de gezamenlijke commissie en indien gewenst ook op andere bijeenkomsten over deze kwestie;

    c)

    de Unie waar mogelijk te vertegenwoordigen in de Commissies voor beoordeling en evaluatie van het CPA en het DPA;

    d)

    de ontwikkelingen met betrekking tot de uitvoering van het ESPA voor Oost-Sudan te volgen;

    e)

    te zorgen voor samenhang tussen de bijdrage van de Unie tot de crisisbeheersing in Darfur en de algemene politieke betrekkingen van de Unie met Sudan;

    f)

    met betrekking tot de mensenrechten, met name de rechten van kinderen en vrouwen, en de bestrijding van straffeloosheid in Sudan, de situatie op de voet te volgen en regelmatig contacten te onderhouden met de Sudanese autoriteiten, de AU en de VN, met name met het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten, de mensenrechtenwaarnemers die actief zijn in de regio en het openbaar ministerie bij het Internationaal Strafhof.

    2.   Ten behoeve van zijn mandaat zal de SVEU onder meer:

    a)

    zicht houden op alle activiteiten van de Unie;

    b)

    steun verlenen aan het politieke proces, en aan activiteiten betreffende de uitvoering van het CPA, het DPA en het ESPA, en

    c)

    toezicht houden op de naleving door de Sudanese partijen van de toepasselijke resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met name de Resoluties 1556 (2004), 1564 (2004), 1591 (2005), 1593 (2005), 1672 (2006), 1679 (2006), 1706 (2006), 1769 (2007) en 1778 (2007), en daarover verslag uitbrengen.

    Artikel 4

    Uitvoering van het mandaat

    1.   De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

    2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

    Artikel 5

    Financiering

    1.   Het financiële referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2010 tot en met 31 augustus 2010 bedraagt 1 410 000 EUR.

    2.   Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, komen van 1 maart 2010 in aanmerking voor financiering. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

    3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

    Artikel 6

    Vorming en samenstelling van het team

    1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie voortdurend op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

    2.   De lidstaten en de instellingen van de Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Unie bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Unie. Door de lidstaten bij het secretariaat-generaal van de Raad gedetacheerde deskundigen kunnen ook ter beschikking van de SVEU worden gesteld. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

    3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat of EU-instelling en voert zijn taken uit en handelt in het belang van de missie van de SVEU.

    4.   In Khartoem en in Juba worden kantoren van de SVEU aangehouden, bestaande uit een politiek adviseur en de nodige administratieve en logistieke medewerkers. Overeenkomstig het in artikel 3 omschreven mandaat van de SVEU kan voorts een bijkantoor in Darfur worden gevestigd indien de bestaande kantoren in Khartoem en Juba niet alle nodige steun aan het in Darfur ingezette personeel van de SVEU kunnen bieden.

    Artikel 7

    Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn medewerkers

    De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn medewerkers, worden met de ontvangende partij(en) naargelang het geval overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

    Artikel 8

    Beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens

    De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (3), met name wanneer zij gerubriceerde EU-gegevens behandelen.

    Artikel 9

    Toegang tot informatie en logistieke steun

    1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

    2.   De delegatie van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

    Artikel 10

    Veiligheid

    Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs uitvoerbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is:

    a)

    hij stelt op basis van de richtsnoeren van het secretariaat-generaal van de Raad een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, alsmede het beheer van veiligheidsincidenten en tevens een nood- en evacuatieplan van de missie behelst;

    b)

    hij zorgt ervoor dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering voor grote risico’s;

    c)

    hij zorgt ervoor dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het secretariaat-generaal van de Raad het missiegebied heeft ingedeeld;

    d)

    hij zorgt ervoor dat alle naar aanleiding van geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en hij brengt aan de HV, de Raad en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties, in het kader van zijn tussentijdse verslag en zijn verslag over de uitvoering van het mandaat.

    Artikel 11

    Rapportage

    1.   De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de groepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de HV of het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Buitenlandse Zaken.

    2.   De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan het PVC over de situatie in Darfur alsmede over de situatie in Sudan als geheel.

    Artikel 12

    Coördinatie

    1.   De SVEU bevordert de algehele politieke coördinatie van de Unie. Hij helpt ervoor te zorgen dat alle EU-instrumenten ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. Daartoe worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de Commissie, en in voorkomend geval met die van de andere SVEU’s die in de regio actief zijn. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie.

    2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het hoofd van de delegatie van de Unie en de missiehoofden van de lidstaten, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

    Artikel 13

    Evaluatie

    De uitvoering van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de HV, de Raad en de Commissie aan het einde van zijn mandaat een verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

    Artikel 14

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

    Het is van toepassing met ingang van 1 maart 2010.

    Artikel 15

    Bekendmaking

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 22 februari 2010.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    C. ASHTON


    (1)  PB L 103 van 20.4.2007, blz. 52.

    (2)  PB L 46 van 17.2.2009, blz. 57.

    (3)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.


    Top