Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0314

    Verordening (EG) nr. 314/2009 van de Commissie van 16 april 2009 tot vaststelling van een tijdelijke buitengewone maatregel ter ondersteuning van de varkensvlees- en rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk in de vorm van een verwijderingsregeling

    PB L 98 van 17.4.2009, p. 26–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/03/2014

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/314/oj

    17.4.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 98/26


    VERORDENING (EG) Nr. 314/2009 VAN DE COMMISSIE

    van 16 april 2009

    tot vaststelling van een tijdelijke buitengewone maatregel ter ondersteuning van de varkensvlees- en rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk in de vorm van een verwijderingsregeling

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 191, juncto artikel 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Na de recente constatering van hoge gehalten aan dioxine en polychloorbifenylen (pcb’s) in varkensvlees van oorsprong uit Ierland is de situatie van de varkensvleesmarkt in Ierland en Noord-Ierland bijzonder kritiek geworden. De bevoegde autoriteiten hebben diverse maatregelen genomen om de situatie aan te pakken.

    (2)

    Aan varkens- en rundveebedrijven in Ierland is besmet diervoeder geleverd. Het besmette voeder maakt een zeer groot deel van het varkensvoer uit, wat tot hoge dioxinegehalten in vlees van varkens van de getroffen bedrijven heeft geleid. Aangezien het moeilijk is het varkensvlees terug te traceren tot op de bedrijven, en gezien de hoge dioxinegehalten die in het betrokken varkensvlees zijn aangetroffen, hebben de Ierse autoriteiten besloten als voorzorgsmaatregel alle varkensvlees en varkensvleesproducten uit de markt te nemen.

    (3)

    Gezien de uitzonderlijke omstandigheden en de praktische moeilijkheden waarmee de varkensvleesmarkt in Ierland en Noord-Ierland wordt geconfronteerd, heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 1278/2008 van 17 december 2008 tot vaststelling van noodmaatregelen ter ondersteuning van de varkensvleesmarkt in Ierland in de vorm van steun voor de particuliere opslag (2) en Verordening (EG) nr. 1329/2008 van 22 december 2008 tot vaststelling van noodmaatregelen ter ondersteuning van de varkensvleesmarkt in een deel van het Verenigd Koninkrijk in de vorm van steun voor de particuliere opslag (3) vastgesteld.

    (4)

    De Europese Raad van 11 en 12 december 2008 heeft de Commissie verzocht landbouwers en slachthuizen in Ierland te ondersteunen via gecofinancierde maatregelen om de betrokken dieren en producten uit de markt te nemen.

    (5)

    Verordening (EG) nr. 94/2009 van de Commissie van 30 januari 2009 tot vaststelling van een tijdelijke buitengewone maatregel ter ondersteuning van de varkens- en rundvleesmarkt in Ierland in de vorm van een verwijderingsregeling (4) voorziet dan ook in een regeling voor de verwijdering van bepaalde varkens en runderen van bedrijven waar besmet diervoeder is gebruikt, en van varkensvleesproducten die zijn geblokkeerd in of onder de verantwoordelijkheid van slachthuizen in Ierland.

    (6)

    Voorts heeft de Commissie op 23 december 2008 besloten geen bezwaar te maken tegen een staatssteunregeling betreffende bijzondere maatregelen met betrekking tot varkensvleesproducten in verband met een dioxinebesmetting in Ierland (5) (hierna „steunmaatregel N 643/08” genoemd). Deze regeling voorziet, onder bepaalde voorwaarden, in een vergoeding voor varkensvlees dat uit andere lidstaten wordt teruggeroepen.

    (7)

    Een aanzienlijk deel van de in Noord-Ierland geslachte varkens is van oorsprong uit Ierland. De voederbesmetting in Ierland heeft derhalve ook consequenties voor de varkensvleesmarkt in Noord-Ierland. Op grond van steunmaatregel N 643/08 evenwel komt enkel vlees van in Ierland geslachte varkens in aanmerking voor de vergoeding en valt vlees van in Noord-Ierland geslachte varkens buiten de regeling.

    (8)

    Ook de rundvleessector in Noord-Ierland is getroffen door de voederbesmetting in Ierland. Volgens de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk staat het vast dat besmet diervoeder ook is geleverd aan bepaalde veehouderijbedrijven in Noord-Ierland. Bijgevolg blijven er nog runderen geblokkeerd op landbouwbedrijven in Noord-Ierland waar steekproeven bij andere runderen hoge gehalten aan dioxine en polychloorbifenylen (pcb’s) aan het licht hebben gebracht. Bovendien is een bepaalde hoeveelheid rundvlees, verkregen van dieren die ten laatste op 6 december 2008 in Noord-Ierland zijn geslacht en opgeslagen in het Verenigd Koninkrijk, van oorsprong uit beslagen waar steekproeven bij andere runderen hoge gehalten aan dioxine en polychloorbifenylen (pcb’s) aan het licht hebben gebracht.

    (9)

    De voederbesmetting en de toepassing van controles op grond waarvan de betrokken runderen uit de voedselketen worden geweerd om het risico voor de volksgezondheid zo klein mogelijk te houden, hebben voor sommige bedrijven in Noord-Ierland geleid tot een situatie waarbij het voortbestaan van die bedrijven ernstig in gevaar komt. Voorts zijn er nog steeds welzijnsproblemen aangezien de betrokken runderen veel te zwaar zijn geworden. Bovendien krijgen sommige van de betrokken veehouders het financieel zeer moeilijk om de voederkosten te blijven dragen.

    (10)

    Daarom heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie verzocht verdere noodmaatregelen ter ondersteuning van de varkensvlees- en rundvleesmarkt in Noord-Ierland vast te stellen.

    (11)

    Deel II, hoofdstuk II, sectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voorziet in buitengewone steunmaatregelen. Met name in artikel 44 is bepaald dat de Commissie in het geval van dierziekten buitengewone marktondersteunende maatregelen kan nemen en in artikel 45 is bepaald dat de Commissie, voor de sectoren pluimvee en eieren, buitengewone marktondersteunende maatregelen kan nemen om rekening te houden met ernstige marktverstoringen die rechtstreeks toe te schrijven zijn aan een verlies van vertrouwen bij de consument als gevolg van risico’s voor de volksgezondheid of voor de gezondheid van dieren. Om de praktische problemen op te lossen die voortvloeien uit de huidige situatie van de varkensvlees- en rundvleesmarkt in Noord-Ierland, is het aangewezen om een tijdelijke buitengewone maatregel ter ondersteuning van die markt te nemen, vergelijkbaar met de maatregel in sectie I van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en de bij Verordening (EG) nr. 94/2009 voor Ierland vastgestelde maatregelen.

    (12)

    Deze buitengewone marktondersteunende maatregel zou de vorm moeten aannemen van een regeling voor de verwijdering van bepaalde runderen die worden geblokkeerd op bedrijven in Noord-Ierland waar steekproeven bij andere runderen hoge gehalten aan dioxine en polychloorbifenylen (pcb’s) aan het licht hebben gebracht. Voorts is het aangewezen een regeling in te stellen voor de verwijdering van rundvlees- en varkensvleesproducten die in het Verenigd Koninkrijk in slachthuizen of onder de verantwoordelijkheid en de controle van slachthuizen zijn geblokkeerd en waarvan het onzeker is in hoeverre zij afkomstig zijn van runderen of varkens van bedrijven waar besmet voeder is gebruikt.

    (13)

    De buitengewone marktondersteunende maatregel moet derhalve afgestemd zijn op de toenemende risico’s voor de gezondheid en het welzijn van de dieren en tegelijkertijd voorkomen dat producten van dieren die zwaar kunnen zijn besmet, in de voedsel- of de voederketen terechtkomen. Bovendien moet met de maatregel worden vermeden dat de rundvlees- en varkensvleesmarkt in Noord-Ierland ernstig wordt benadeeld ten opzichte van die in Ierland als gevolg van de bestaande voorwaarden om in aanmerking te komen voor de verwijderingsregeling in het kader van Verordening (EG) nr. 94/2009 en die in het kader van steunmaatregel N 643/08.

    (14)

    De buitengewone marktondersteunende maatregel moet deels door de Gemeenschap worden gefinancierd. De bijdrage van de Gemeenschap in de vergoeding moet worden uitgedrukt als een maximaal gemiddeld bedrag per dier of per ton rundvlees of varkensvlees voor een beperkte hoeveelheid van de betrokken producten, terwijl de bevoegde autoriteiten ertoe moeten worden verplicht de vergoedingsprijs, en dus het bedrag van de cofinanciering, binnen bepaalde limieten vast te stellen op basis van de marktwaarde van de dieren en producten waarvoor de vergoeding wordt betaald.

    (15)

    De bevoegde autoriteiten moeten alle controles verrichten en alle toezichtsmaatregelen nemen die voor de correcte toepassing van de in deze verordening vastgestelde buitengewone maatregel nodig zijn, en de Commissie daarover informeren.

    (16)

    Aangezien de bevoegde autoriteiten, met het oog op het dierenwelzijn, de volksgezondheid en de voorziening van de markt reeds vanaf 14 februari 2009, de datum waarop het Verenigd Koninkrijk zijn verzoek heeft ingediend, moesten beginnen met het verwijderen van de betrokken dieren en producten, moet worden bepaald dat deze verordening vanaf die datum van toepassing is.

    (17)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Toepassingsgebied

    1.   Bij deze verordening wordt een buitengewone marktondersteunende maatregel voor het Verenigd Koninkrijk ingesteld in de vorm van een regeling voor de verwijdering van:

    a)

    runderen die sedert 6 december 2008 verblijven op landbouwbedrijven in Noord-Ierland waar steekproeven bij andere runderen hoge gehalten aan dioxine en polychloorbifenylen (pcb’s) aan het licht hebben gebracht;

    b)

    vers, gekoeld of bevroren rundvlees dat afkomstig is van dieren die uiterlijk op 6 december 2008 in Noord-Ierland zijn geslacht, dat in het Noord-Ierland is opgeslagen en dat van oorsprong is uit beslagen waar steekproeven bij andere runderen hoge gehalten aan dioxine en polychloorbifenylen (pcb’s) aan het licht hebben gebracht;

    c)

    vers, gekoeld of bevroren varkensvlees dat afkomstig is van dieren van oorsprong uit Ierland die uiterlijk op 6 december 2008 in Noord-Ierland zijn geslacht. Het varkensvlees is opgeslagen in het Verenigd Koninkrijk:

    i)

    in een slachthuis, of

    ii)

    buiten een slachthuis, voor zover dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid en de controle van een slachthuis en dat slachthuis dit ten genoegen van de bevoegde autoriteiten aantoont.

    Artikel 2

    Verwijdering van dieren en vlees

    1.   De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd om voor de verwijdering van de in artikel 1 genoemde dieren en het daarin genoemde vlees een vergoeding te betalen die tot doel heeft te bewerkstelligen dat het slachten en de volledige vernietiging van deze dieren en de volledige vernietiging van de desbetreffende bijproducten en van dit vlees plaatsvinden in overeenstemming met de van toepassing zijnde veterinaire voorschriften.

    De levende dieren worden vernietigd door ze eerst aan een slachthuis te leveren, waarna de karkassen, na telling en weging, naar een destructiebedrijf worden gebracht, waar alle materiaal wordt gedestrueerd.

    Als de dieren niet voor vervoer naar een slachthuis geschikt zijn, mogen zij op het landbouwbedrijf worden gedood.

    Het vlees wordt vernietigd door het, na weging, naar een destructiebedrijf te brengen, waar alle materiaal wordt gedestrueerd.

    Deze verrichtingen worden uitgevoerd onder permanent toezicht van de bevoegde autoriteiten die daartoe gestandaardiseerde checklists gebruiken, inclusief weeg- en telbladen.

    2.   De vergoeding die de bevoegde autoriteiten moeten betalen voor de verwijdering van de in artikel 1, onder a), bedoelde dieren en de in artikel 1, onder b) en c), bedoelde producten, mag niet hoger zijn dan de marktwaarde die de betrokken dieren en producten hadden net voordat Ierland ertoe besloot alle varkensvlees en varkensvleesproducten bij wijze van voorzorgsmaatregel uit de markt te nemen.

    Om overcompensatie te vermijden, wordt bij het bepalen van de vergoeding die de bevoegde autoriteiten betalen, rekening gehouden met elke andere vorm van vergoeding waarop de leveranciers van de dieren of de slachthuizen eventueel recht hebben.

    3.   De vergoeding voor de in het kader van deze verordening verwijderde producten wordt door de bevoegde autoriteiten betaald nadat het destructiebedrijf deze producten in ontvangst heeft genomen en nadat de in artikel 4, lid 1, onder c), vastgestelde controles zijn verricht. De vergoeding die de bevoegde autoriteiten op grond van deze verordening betalen, komt in aanmerking voor communautaire cofinanciering nadat aan de hand van alle vereiste controles van de documenten en alle vereiste fysieke controles is geconstateerd dat de betrokken producten volledig zijn vernietigd.

    Artikel 5, lid 1, derde alinea, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie (6) is van overeenkomstige toepassing.

    Voor communautaire cofinanciering komen alleen de gedeclareerde uitgaven in aanmerking die tot en met juli 2009 zijn gedaan.

    Artikel 3

    Financiering

    1.   Voor alle volledig vernietigde dieren en al het volledig vernietigde vlees cofinanciert de Gemeenschap de op grond van artikel 2, lid 1, gedane uitgaven ten belope van 50 %. Die cofinanciering mag niet hoger zijn dan de volgende maximale gemiddelde bedragen:

    a)

    468,62 EUR per dier voor ten hoogste 5 196 runderen;

    b)

    3 150,00 EUR per ton rundvlees voor ten hoogste 40 ton rundvlees;

    c)

    1 133,50 EUR per ton varkensvlees voor ten hoogste 1 034 ton varkensvlees.

    2.   De bevoegde autoriteiten bepalen het bedrag van de cofinanciering per vergoed dier en vleesproduct op basis van de in artikel 2, lid 2, bedoelde marktwaarde en met inachtneming van de in lid 1 van het onderhavige artikel vastgestelde maximale gemiddelde bedragen.

    3.   Uiterlijk op 31 augustus 2009 stelt het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis van de totale uitgaven voor de vergoedingen, met vermelding van het aantal en de categorieën runderen en van de hoeveelheid en de soorten rundvlees en varkensvlees die in het kader van deze verordening zijn verwijderd.

    4.   Als vast komt te staan dat de begunstigde van de op grond van artikel 2, lid 3, betaalde vergoeding, ook een schadeloosstelling in het kader van een verzekeringspolis of een door een derde partij betaalde schadeloosstelling heeft ontvangen, vordert het Verenigd Koninkrijk de vergoeding terug en crediteert het het Europees Landbouwgarantiefonds voor 50 % van die vergoeding om zo de overeenkomstige uitgave te doen dalen. Als de krachtens artikel 2, lid 3, betaalde vergoeding groter was dan de elders ontvangen schadeloosstelling, vordert het Verenigd Koninkrijk een bedrag terug dat even groot is als die schadeloosstelling.

    Artikel 4

    Controles en mededelingen

    1.   Het Verenigd Koninkrijk neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze verordening correct wordt toegepast, en met name:

    a)

    zorgt het, via passende controles ter plaatse, het gebruik van passende denaturerende stoffen en het verzegelen van de vervoermiddelen, ervoor dat geen van de op grond van artikel 2 vergoede producten in de voedsel- of voederketen terechtkomen;

    b)

    verricht het minstens eenmaal per kalendermaand administratieve en boekhoudkundige controles bij elk deelnemend destructiebedrijf om zich ervan te vergewissen dat elk karkas en al het rundvlees en varkensvlees dat sinds het begin van de regeling of sinds de vorige dergelijke controle is geleverd, is gedestrueerd;

    c)

    verricht het, voor in artikel 1, onder c), ii), bedoeld vers, gekoeld of bevroren varkensvlees dat op andere plaatsen dan in slachthuizen is opgeslagen, een inventariscontrole ter plaatse om de hoeveelheid rund- en varkensvlees te bepalen die afkomstig is van uiterlijk op 6 december 2008 geslachte dieren, en ziet het erop toe dat dat rund- en varkensvlees veilig is, gemakkelijk kan worden geïdentificeerd en fysiek wordt gescheiden van de andere voorraden en dat bij uitslagverrichtingen de nodige identificatie- en weegcontroles worden verricht;

    d)

    voorziet het in controles ter plaatse en de opstelling van gedetailleerde verslagen daarover, waarin met name het volgende wordt vermeld:

    i)

    de leeftijdsklasse, de indeling en het totale aantal dieren dat uit het landbouwbedrijf is afgevoerd, de datum en het tijdstip van het vervoer ervan naar het slachthuis en de datum en het tijdstip van de aankomst ervan in het slachthuis;

    ii)

    het aantal karkassen dat onder verzegeling uit het slachthuis is afgevoerd en het aantal dat in het destructiebedrijf in ontvangst is genomen, het nummer van het vervoerbewijs voor dieren en het nummer van het zegel;

    iii)

    als de dieren op grond van artikel 2, lid 1, derde alinea, zijn gedood op het landbouwbedrijf, het aantal op het landbouwbedrijf gedode dieren, het aantal karkassen dat onder verzegeling uit dat bedrijf is afgevoerd en het aantal dat in het destructiebedrijf in ontvangst is genomen, het nummer van het vervoerbewijs voor dieren en het nummer van het zegel;

    iv)

    voor elk rundvlees- en varkensvleesproduct, de datum waarop het dier waarvan het product afkomstig is, is geslacht en een weegprotocol voor dat product; en wat betreft vers, gekoeld of bevroren rund- en varkensvlees dat is opgeslagen op een andere plaats dan in een slachthuis, de ligging van die opslagplaats en de maatregelen die zijn genomen om de veiligheid van het product te garanderen tijdens de opslag en bij de uitslag;

    v)

    de hoeveelheden en de indeling van de rundvlees- en varkensvleesproducten die onder verzegeling uit het inzamelpunt zijn afgevoerd en in het destructiebedrijf in ontvangst zijn genomen, het nummer van het vervoerbewijs en het nummer van het zegel;

    vi)

    de kenmerken, registers en documenten die zijn geverifieerd tijdens de krachtens het bepaalde onder b) vereiste controle, en een op zijn minst dagelijks overzicht van de hoeveelheden karkassen, rundvlees en varkensvlees die het destructiebedrijf binnenkomen, de overeenkomstige datums van destructie en de gedestrueerde hoeveelheden.

    2.   Het Verenigd Koninkrijk stuurt de Commissie het volgende toe:

    a)

    zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze verordening, een beschrijving van de door deze lidstaat toegepaste controle- en verslagleggingsregelingen voor alle betrokken verrichtingen;

    b)

    uiterlijk op 30 april 2009, een gedetailleerd verslag over de op grond van lid 1 verrichte controles.

    Artikel 5

    Interventiemaatregel

    De krachtens deze verordening genomen maatregelen worden beschouwd als interventiemaatregelen ter regulering van de landbouwmarkten in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (7).

    Artikel 6

    Inwerkingtreding en toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 14 februari 2009.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 16 april 2009.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

    (2)  PB L 339 van 18.12.2008, blz. 78.

    (3)  PB L 345 van 23.12.2008, blz. 56.

    (4)  PB L 29 van 31.1.2009, blz. 41.

    (5)  PB C 36 van 13.2.2009, blz. 2.

    (6)  PB L 171 van 23.6.2006, blz. 1.

    (7)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.


    Top