Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0943

    2009/943/EG: Besluit van de Raad van 30 november 2009 tot wijziging van Besluit 2006/326/EG met het oog op de vaststelling van een procedure voor de uitvoering van artikel 5, lid 2, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de betekening en de kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken

    PB L 331 van 16.12.2009, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/943/oj

    16.12.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 331/26


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 30 november 2009

    tot wijziging van Besluit 2006/326/EG met het oog op de vaststelling van een procedure voor de uitvoering van artikel 5, lid 2, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de betekening en de kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken

    (2009/943/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, onder c), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De toepassing van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken („de betekening en de kennisgeving van stukken”) (2), is tot Denemarken uitgebreid krachtens artikel 3, lid 2, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de betekening en de kennisgeving van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (3) (hierna „de Overeenkomst met Denemarken” genoemd), die is gesloten bij Besluit 2006/326/EG van de Raad (4).

    (2)

    In artikel 5, lid 2, van de Overeenkomst met Denemarken is bepaald dat Denemarken geen internationale overeenkomsten sluit die de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 1393/2007 kunnen beïnvloeden of wijzigen, tenzij dit gebeurt met de instemming van de Gemeenschap en er afdoende maatregelen zijn genomen met betrekking tot de wijze waarop deze overeenkomst zich verhoudt tot de betrokken internationale overeenkomst.

    (3)

    Noch in de Overeenkomst met Denemarken noch in Besluit 2006/326/EG wordt bepaald hoe de Gemeenschap moet instemmen met de sluiting door Denemarken van de betrokken internationale overeenkomst.

    (4)

    Er moet derhalve worden voorzien in een procedure voor de uitvoering van artikel 5, lid 2, van de Overeenkomst met Denemarken. Deze procedure moet ervoor zorgen dat besluiten betreffende de instemming van de Gemeenschap snel kunnen worden genomen.

    (5)

    Wanneer de Commissie van Denemarken verneemt dat het land voornemens is toe te treden tot een internationale overeenkomst, moet zij nagaan of die overeenkomst verenigbaar is met Verordening (EG) nr. 1393/2007, alsmede met communautaire wetgeving die van invloed is op die verordening, en alle eventueel noodzakelijke regelingen treffen. Aangezien wordt gestreefd naar een uniforme toepassing van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1393/2007 in alle lidstaten en in Denemarken, dient de Commissie erop toe te zien dat Denemarken niet toetreedt tot een bepaalde internationale overeenkomst indien hierdoor wijzigingen kunnen ontstaan in de voorwaarden waaronder de Gemeenschap zelf tot de betrokken overeenkomst zou toetreden of, in voorkomend geval, de lidstaten zou machtigen in het belang van de Gemeenschap tot deze overeenkomst toe te treden. Indien de Gemeenschap reeds partij is bij de betreffende overeenkomst of de Gemeenschap de lidstaten heeft gemachtigd om hierbij in het belang van de Gemeenschap partij te worden, moet de Commissie een beperktere beoordeling maken, namelijk nagaan of Denemarken voorstelt toe te treden tot de internationale overeenkomst onder dezelfde voorwaarden als de Gemeenschap of, in voorkomend geval, de lidstaten als gemachtigd door de Gemeenschap.

    (6)

    Met het oog op de vaststelling van een dergelijke procedure dient Besluit 2006/326/EG dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

    (7)

    Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland deel aan de aanneming en toepassing van dit besluit.

    (8)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van dit besluit, dat niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,

    BESLUIT:

    Enig artikel

    De volgende artikelen worden in Besluit 2006/326/EG ingevoegd:

    „Artikel 1 bis

    1.   Voor de toepassing van artikel 5, lid 2, van de overeenkomst gaat de Commissie, voordat zij een besluit betreffende de instemming van de Gemeenschap neemt, na of de door Denemarken voorgenomen internationale overeenkomst de overeenkomst niet haar werking ontneemt noch het correct functioneren van het daarbij ingestelde systeem aantast.

    2.   De Commissie neemt een gemotiveerd besluit binnen 90 dagen nadat zij door Denemarken in kennis is gesteld van het voornemen van Denemarken om de betrokken internationale overeenkomst te sluiten.

    Indien de betrokken internationale overeenkomst voldoet aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden, wordt in het besluit van de Commissie de instemming van de Gemeenschap verleend in de zin van artikel 5, lid 2, van de overeenkomst.

    Artikel 1 ter

    De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de internationale overeenkomsten die Denemarken overeenkomstig artikel 1 bis gemachtigd is te sluiten.”.

    Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    B. ASK


    (1)  Advies van 24 november 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  PB L 324 van 10.12.2007, blz. 79.

    (3)  PB L 300 van 17.11.2005, blz. 55.

    (4)  PB L 120 van 5.5.2006, blz. 23.


    Top