Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008E0652

Gemeenschappelijk Standpunt 2008/652/GBVB van de Raad van 7 augustus 2008 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

PB L 213 van 8.8.2008, p. 58–70 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 25/07/2010; stilzwijgende opheffing door 32010D0413

ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2008/652/oj

8.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/58


GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2008/652/GBVB VAN DE RAAD

van 7 augustus 2008

tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad van de Europese Unie heeft op 27 februari 2007 ter uitvoering van Resolutie 1737 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („UNSCR 1737 (2006)”) Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB (1) aangenomen.

(2)

De Raad heeft op 23 april 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/246/GBVB (2) ter uitvoering van Resolutie 1747 (2007) („UNSCR 1747 (2007)”) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aangenomen.

(3)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 3 maart 2008 Resolutie 1803 (2008) („UNSCR 1803 (2008)”) aangenomen, tot uitbreiding van de bij UNSCR 1737 (2006) en UNSCR 1747 (2007) opgelegde beperkende maatregelen, en houdende het verzoek aan alle staten om het nodige te doen met het oog op een effectieve toepassing van de maatregelen.

(4)

De Raad heeft op 23 juni 2008 Gemeenschappelijk Standpunt 2008/479/GBVB aangenomen, waarbij nog meer met name genoemde personen en entiteiten onder de toelatingsbeperkingen en het bevriezen van tegoeden werden gebracht.

(5)

In UNSCR 1803 (2008) worden de staten opgeroepen voortaan waakzaamheid te betrachten wanneer zij zich vastleggen op het verlenen van financiële overheidssteun voor de handel met Iran, om te voorkomen dat zij daarmee zouden bijdragen aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens.

(6)

Evenzo worden zij in UNSCR 1803 (2008) opgeroepen waakzaamheid te betrachten ten aanzien van de verrichtingen van de op hun grondgebied opererende financiële instellingen met elke in Iran gevestigde bank en haar buitenlandse bijkantoren en dochtermaatschappijen, om te voorkomen dat zou worden bijgedragen aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens. Met betrekking tot het betrachten van waakzaamheid wordt in enkele bepalingen van dit gemeenschappelijk standpunt verwezen naar Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (3).

(7)

In UNSCR 1803 (2008) uit de Veiligheidsraad zijn voldoening over de richtsnoeren die de Financiële-actiegroep (FATF) heeft uitgevaardigd om de staten te helpen hun financiële verplichtingen uit UNSCR 1737 (2006) na te komen.

(8)

Voorts worden de staten in UNSCR 1803 (2008) aangespoord om, in overeenstemming met hun justitiële autoriteiten en hun wetgeving en in de lijn van het internationaal recht, op hun luchthavens en in hun zeehavens luchtvaartuigen en schepen die eigendom zijn van, of beheerd worden door Iran Air Cargo en Islamic Republic of Iran Shipping Line, en die vracht bestemd voor of afkomstig uit Iran aan boord hebben, aan inspectie te onderwerpen, mits er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat het luchtvaartuig of het schip verboden goederen vervoert.

(9)

Bij UNSCR 1803 (2008) zijn de beperkende maatregelen uitgebreid tot andere personen en entiteiten die zich bezighouden met, rechtstreeks betrokken zijn bij, dan wel medewerking verlenen aan, proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, of die door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité zijn aangeduid als medeplichtig aan sanctieontduiking of aan overtreding van UNSCR 1737 (2006), 1747 (2007) of 1803 (2008) door de aangewezen personen en entiteiten.

(10)

Alle staten dienen maatregelen te treffen die beletten dat aan de regering van Iran, aan een andere persoon of entiteit in Iran, aan de aangewezen personen en entiteiten, of aan een persoon of entiteit die met behulp van of ten behoeve van de bedoelde personen en entiteiten optreedt, een schadeloosstelling wordt toegekend in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering wordt verhinderd door de maatregelen die bij UNSCR 1737 (2006), 1747 (2007) of 1803 (2008) zijn opgelegd, met inbegrip van de maatregelen die door de Europese Gemeenschappen of door een lidstaat worden getroffen in overeenstemming met, ter uitvoering van of in verband met de ter zake dienende beslissingen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(11)

Voorts is een uitbreiding wenselijk van het verbod op de levering, de verkoop en de overdracht aan Iran van door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité aangewezen artikelen, materieel, uitrusting, goederen en technologie, die kunnen bijdragen aan de activiteiten van Iran met betrekking tot de verrijking of opwerking van uranium of met betrekking tot zwaar water, aan de ontwikkeling van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens, of aan de uitoefening van activiteiten in verband met andere punten waarover de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat.

(12)

Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(13)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is een optreden van de Gemeenschap nodig,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

Artikel 1

Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1.

aan artikel 1, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

„d)

bepaalde andere artikelen, ander materieel en andere uitrusting, goederen en technologie, die kunnen bijdragen aan activiteiten met betrekking tot de verrijking of opwerking van uranium of met betrekking tot zwaar water, aan de ontwikkeling van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens, of aan de uitoefening van activiteiten in verband met andere punten waarover de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat. De Europese Gemeenschap neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke artikelen onder deze bepaling moeten vallen.”;

2.

artikel 3 bis wordt vervangen door:

„Artikel 3 bis

1.   De lidstaten gaan geen nieuwe verbintenissen aan voor subsidies, financiële bijstand en concessionele leningen aan de regering van Iran, ook niet via hun deelneming in internationale financiële instellingen, behalve voor humanitaire of ontwikkelingsdoeleinden.

2.   Teneinde financiële steunverlening voor proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of voor de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens te voorkomen, betrachten de lidstaten terughoudendheid wanneer zij zich vastleggen op het verlenen van financiële overheidssteun voor de handel met Iran — het verstrekken van exportkredieten, garanties en verzekeringen daaronder begrepen — aan onderdanen of entiteiten die bij deze handel zijn betrokken.”;

3.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 ter

1.   De lidstaten betrachten waakzaamheid ten aanzien van de verrichtingen van financiële instellingen binnen hun rechtsgebied met

a)

in Iran gevestigde banken, in het bijzonder de Bank Saderat,

b)

de in bijlage III genoemde bijkantoren en dochtermaatschappijen, binnen hun rechtsgebied, van in Iran gevestigde banken,

c)

de in bijlage IV genoemde bijkantoren en dochtermaatschappijen, buiten hun rechtsgebied, van in Iran gevestigde banken,

d)

financiële entiteiten zonder vestiging in Iran en buiten het rechtsgebied van de lidstaten, die evenwel onder zeggenschap van de in bijlage IV genoemde personen en entiteiten staan,

om te voorkomen dat wordt meegewerkt aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens.

2.   Te dien einde wordt van de financiële instellingen verlangd dat zij in hun verrichtingen met de in lid 1 bedoelde banken en financiële instellingen:

a)

voortdurende waakzaamheid op boekhoudkundig gebied betrachten, onder meer door middel van hun programma's voor klantenonderzoek en in het kader van hun verplichtingen betreffende witwassen van geld en terreurfinanciering;

b)

het invullen van alle informatievelden van de betalingsopdracht die op de bron en op de begunstigde van de transactie betrekking hebben verplicht stellen; en bij gebreke van die informatie de transactie weigeren;

c)

alle transactiedocumenten gedurende vijf jaar bewaren en op verzoek aan de nationale autoriteiten overleggen;

d)

elk vermoeden, of elke redelijke grond voor het vermoeden dat geld voor de financiering van proliferatie wordt gebruikt, terstond melden bij de financiële inlichtingeneenheid (FIE) of bij een andere instantie die door de betrokken lidstaat als hiervoor bevoegd werd aangewezen; de FIE of de andere bevoegde instantie heeft bijtijds, direct of indirect, toegang tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die zij nodig heeft om deze taak — de analyse van gemelde verdachte transacties daaronder begrepen — naar behoren te vervullen.

3.   De bijkantoren en dochtermaatschappijen van de Bank Saderat die zich binnen het rechtsgebied van een lidstaat bevinden, moeten elke geldoverdracht, binnen vijf werkdagen na deze te hebben verricht of ontvangen, aan de bevoegde instantie van die lidstaat melden.

Onverminderd elke regeling betreffende informatie-uitwisseling, deelt deze instantie, in voorkomend geval, de informatie onverwijld mee aan de bevoegde instanties van de andere lidstaten waar de wederpartijen bij de transactie zijn gevestigd.”;

4.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 quater

1.   De lidstaten organiseren inspecties met het oog op de nakoming van de bepalingen van UNSCR 1737 (2006), 1747 (2007) en 1803 (2008) en van de bepalingen van artikel 1 van dit gemeenschappelijk standpunt. Zij voeren tevens, in overeenstemming met hun justitiële autoriteiten en hun wetgeving en in de lijn van het internationaal recht, inzonderheid het zeerecht en internationale overeenkomsten betreffende de burgerluchtvaart, op hun luchthavens en in hun zeehavens inspecties uit op luchtvaartuigen en schepen welke eigendom zijn van, of beheerd worden door Iran Air Cargo en Islamic Republic of Iran Shipping Line — die vracht bestemd voor of afkomstig uit Iran aan boord hebben, mits er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat het luchtvaartuig of het schip verboden goederen vervoert.

2.   Van elke inspectie, in de zin van lid 1, van vracht op luchtvaartuigen of schepen die eigendom zijn van, of beheerd worden door Iran Air Cargo of door Islamic Republic of Iran Shipping Line, dient de betrokken lidstaat binnen vijf werkdagen een schriftelijk verslag in bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, waarin met name de redenen voor de inspectie, alsmede informatie betreffende het tijdstip, de plaats, de omstandigheden, de resultaten en andere belangrijke elementen zijn vervat.

3.   Met betrekking tot transportluchtvaartuigen en koopvaardijschepen die eigendom zijn van, of beheerd worden door Iran Air Cargo of door Islamic Republic of Iran Shipping Line moet van alle goederen die een lidstaat binnenkomen of verlaten, vóór de aankomst of het vertrek een additionele aangifte worden gedaan.”;

5.

in artikel 4, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

„b)

andere dan de in bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en organen, die zich bezighouden met, rechtstreeks betrokken zijn bij, dan wel medewerking verlenen aan, proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, met name doordat zij betrokken zijn bij de aanschaf van verboden artikelen, goederen, uitrusting, materieel en technologie, alsmede de in bijlage II genoemde personen die de aangewezen personen of entiteiten hebben geholpen om de bepalingen van UNSCR 1737 (2006), 1747 (2007) en 1803 (2008) of van dit gemeenschappelijk standpunt te omzeilen of te overtreden.”;

6.

artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Alle tegoeden en economische middelen die direct of indirect eigendom zijn, in het bezit zijn, of onder zeggenschap staan van:

a)

de personen en entiteiten die zijn aangewezen in de bijlage bij UNSCR 1737 (2006), alsmede de — in bijlage I genoemde — andere personen of entiteiten die de Veiligheidsraad of het Comité overeenkomstig punt 12 van UNSCR 1737 (2006) en punt 7 van UNSCR 1803 (2008) heeft aangewezen,

b)

andere dan de in bijlage I genoemde personen en entiteiten, die zich bezighouden met, rechtstreeks betrokken zijn bij, dan wel hun medewerking verlenen aan, proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, dan wel de personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of de entiteiten ten aanzien waarvan zij — ook op onrechtmatige wijze — de eigendom of de zeggenschap hebben, alsmede de in bijlage II genoemde personen die de aangewezen personen of entiteiten hebben geholpen om de bepalingen van UNSCR 1737 (2006), 1747 (2007) en 1803 (2008) of van dit gemeenschappelijk standpunt te omzeilen of te overtreden, worden bevroren.”;

7.

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 6 bis

Geen schadeloosstelling of soortgelijke vergoeding, bij voorbeeld op grond van schuldvergelijking of van een garantie, in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk wordt getroffen door maatregelen overeenkomstig UNSCR 1737 (2006), 1747 (2007) of 1803 (2008), met inbegrip van de maatregelen die door de Europese Gemeenschappen of door een lidstaat worden getroffen in overeenstemming met, ter uitvoering van of in verband met de ter zake dienende beslissingen van de Veiligheidsraad, wordt toegekend aan de in de bijlagen I en II aangewezen personen en entiteiten, aan een andere persoon of entiteit in Iran, de regering van Iran daaronder begrepen, of aan een persoon of entiteit die met behulp van of ten behoeve van de bedoelde personen en entiteiten optreedt.”;

8.

in artikel 7 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De in de bijlagen II, III en IV vervatte lijsten worden door de Raad, handelend op voorstel van de lidstaten of van de Commissie, met eenparigheid van stemmen vastgesteld.”;

9.

de bijlagen I en II worden vervangen door de tekst in bijlage I, respectievelijk bijlage II bij het onderhavige gemeenschappelijk standpunt;

10.

de bijlagen III en IV bij dit gemeenschappelijk standpunt worden als bijlage III en IV toegevoegd aan Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB.

Artikel 2

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 3

Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 augustus 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

B. KOUCHNER


(1)  PB L 61 van 28.2.2007, blz. 49. Gemeenschappelijk standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2008/479/GBVB (PB L 163 van 24.6.2008, blz. 43).

(2)  Gemeenschappelijk Standpunt 2007/246/GBVB van de Raad tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 67).

(3)  PB L 309 van 25.11.2005, blz.15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/20/EG (PB L 76 van 19.3.2008, blz. 46).


BIJLAGE I

„BIJLAGE I

Lijst van de in artikel 4, lid 1, onder a), en in artikel 5, lid 1, onder a), bedoelde personen en entiteiten

A.   Natuurlijke Personen

1)

Fereidoun Abbasi-Davani. Datum van plaatsing op de lijst 24.3.2007. Overige informatie: hoofdwetenschapper van het ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten (MODAFL); heeft banden met het Instituut voor toegepaste wetenschappen; werkt nauw samen met Mohsen Fakhrizadeh-Mahabadi.

2)

Dawood Agha-Jani. Functie: hoofd van de PFEP (Natanz). Overige informatie: is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

3)

Ali Akbar Ahmadian. Rang: viceadmiraal. Functie: hoofd van de gezamenlijke staf van de Iraanse revolutionaire garde (IRGC). Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

4)

Amir Moayyed Alai. Overige informatie: is betrokken bij het beheer van de assemblage en de constructie van centrifuges. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

5)

Behman Asgarpour. Functie: operationeel directeur (Arak). Overige informatie: is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

6)

Mohammad Fedai Ashiani. Overige informatie: betrokken bij productie van ammoniumuranylcarbonaat en de leiding van het verrijkingscomplex te Natanz. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

7)

Abbas Rezaee Ashtiani. Overige informatie: hoge ambtenaar bij het Office of Exploration and Mining Affairs van het AEOI. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

8)

Bahmanyar Morteza Bahmanyar. Functie: hoofd departement financiën en begroting van de Aerospace Industries Organisation (AIO). Overige informatie: is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

9)

Haleh Bakhtiar. Overige informatie: is betrokken bij de productie van magnesium met een concentratie van 99,9 %. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

10)

Morteza Behzad. Overige informatie: is betrokken bij de fabricage van centrifugeonderdelen. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

11)

Ahmad Vahid Dastjerdi. Functie: hoofd van de Aerospace Industries Organisation (AIO). Overige informatie: is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

12)

Ahmad Derakhshandeh. Functie: voorzitter en directeur-generaal van de Sepah Bank. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

13)

Mohammad Eslami. Rang: doctor. Overige informatie: hoofd van het Defence Industries Training and Research Institute. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

14)

Reza-Gholi Esmaeli. Functie: hoofd departement handel en internationale aangelegenheden van de Aerospace Industries Organisation (AIO). Overige informatie: is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

15)

Mohsen Fakhrizadeh-Mahabadi. Overige informatie: hoofdwetenschapper van het MODAFL en voormalig hoofd van het Centrum voor natuurkundig onderzoek (PHRC). Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

16)

Mohammad Hejazi. Rang: brigadier-generaal. Functie: commandant van de Bassij-weermacht. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

17)

Mohsen Hojati. Functie: hoofd van de Fajr Industrial Group. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

18)

Seyyed Hussein Hosseini. Overige informatie: ambtenaar bij het AEOI, is betrokken bij het experimentele zwaarwaterreactorproject in Arak. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

19)

M. Javad Karimi Sabet. Overige informatie: hoofd van Novin Energy Company, die in Resolutie 1747 (2007) is aangewezen. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

20)

Mehrdada Akhlaghi Ketabachi. Functie: hoofd van de Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

21)

Ali Hajinia Leilabadi. Functie: algemeen directeur van de Mesbah Energy Company. Overige informatie: is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

22)

Naser Maleki. Functie: hoofd van de Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Overige informatie: Naser Maleki houdt voorts als functionaris van het MODAFL toezicht op de werkzaamheden in verband met het programma voor de ballistische raket Shahab-3; de Shahab-3 is de huidige ballistische raket voor de lange afstand van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

23)

Hamid-Reza Mohajerani. Overige informatie: is betrokken bij de productieleiding van de Uranium Conversion Facility (UCF) te Isfahan. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

24)

Jafar Mohammadi. Functie: technisch adviseur bij de AEOI (belast met het beheer van de productie van kleppen voor centrifuges). Overige informatie: is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst 23.12.2006.

25)

Ehsan Monajemi. Functie: leiding bouwproject, Natanz. Overige informatie: is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst 23.12.2006.

26)

Mohammad Reza Naqdi. Rang: brigadier-generaal. Overige informatie: voormalig adjunct-chef van de generale staf van de strijdkrachten, belast met logistiek en industrieel onderzoek/presidentieel hoofdbureau smokkelbestrijding; is betrokken bij pogingen om de sancties uit de UNSCR 1737 (2006) en 1747 (2007) te omzeilen. Datum van plaatsing op de lijst 3.3.2008.

27)

Houshang Nobari. Overige informatie: medebestuurder van het verrijkingscomplex te Natanz. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

28)

Mohammad Mehdi Nejad Nouri. Rang: luitenant-generaal. Functie: Rector van Malek Ashtar University of Defence Technology. Overige informatie: de vakgroep scheikunde van de Ashtar University of Defence Technology is verbonden met het ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten en heeft experimenten met beryllium verricht); is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst 23.12.2006.

29)

Mohammad Qannadi. Functie: AEOI: vicevoorzitter onderzoek en ontwikkeling. Overige informatie: is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst 23.12.2006.

30)

Amir Rahimi. Functie: hoofd van het Esfahan Nuclear Fuel Research and Production Center. Overige informatie: het centrum is onderdeel van de Nuclear Fuel Production and Procurement Company (van de AEOI), die op haar beurt betrokken is bij verrijkingsactiviteiten. Datum van plaatsing op de lijst 24.3.2007.

31)

Abbas Rashidi. Overige informatie: is betrokken bij verrijking in Natanz. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

32)

Morteza Rezaie. Rang: brigadier-generaal. Functie: adjunct-bevelhebber van de IGRC. Datum van plaatsing op de lijst 24.3.2007.

33)

Morteza Safari. Rang: schout-bij-nacht. Functie: bevelhebber van de marine van de IRGC. Datum van plaatsing op de lijst 24.3.2007.

34)

Yahya Rahim Safavi. Rang: generaal-majoor: bevelhebber, IRGC (Pasdaran). Overige informatie: is betrokken bij het nucleaire programma en het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst 23.12.2006.

35)

Seyed Jaber Safdari. Overige informatie: directeur van de verrijkingsinstallaties in Natanz. Datum van plaatsing op de lijst 24.3.2007.

36)

Hosein Salimi. Rang: generaal. Functie: bevelhebber van de luchtmacht, IRGC (Pasdaran). Overige informatie: is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst 23.12.2006.

(37)

Qasem Soleimani. Rang: brigadier-generaal. Functie: bevelhebber van de Qods-strijdkrachten. Datum van plaatsing op de lijst 24.3.2007.

38)

Ghasem Soleymani. Overige informatie: directeur uraniumwinning bij de Saghand Uranium Mine. Datum van plaatsing op de lijst 3.3.2008.

39)

Mohammad Reza Zahedi. Rang: brigadier-generaal. Functie: Functie: bevelhebber van de landmacht van de IRGC. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

40)

Generaal Zolqadr. Functie: onderminister van Binnenlandse Zaken, belast met veiligheid, officier van de IRGC. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

B.   Rechtspersonen, entiteiten en lichamen

1)

Abzar Boresh Kaveh Co. (alias BK Co.). Overige informatie: is betrokken bij de productie van centrifugecomponenten. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

2)

Ammunition and Metallurgy Industries Group (alias a) AMIG, b) Ammunition Industries Group). Overige informatie: a) AMIG controleert 7th of Tir; b) AMIG is eigendom van en wordt gecontroleerd door de Defence Industries Organisation (DIO). Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

3)

Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI) (Iraanse organisatie voor atoomenergie). Overige informatie: Betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

4)

Bank Sepah en Bank Sepah International. Overige informatie: Bank Sepah verleent steun aan de Aerospace Industries Organisation (AIO) en aan daarvan afhankelijke groepen, waaronder de Shahid Hemmat Industrial Group (SHIG) en de Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

5)

Barzagani Tejarat Tavanmad Saccal companies. Overige informatie: a) dochtermaatschappij van Saccal System companies; b) heeft gepoogd gevoelige artikelen te kopen voor een in Resolutie 1737 (2006) genoemde entiteit. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

6)

Cruise Missile Industry Group (alias Naval Defence Missile Industry Group). Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

7)

Defence Industries Organisation (DIO). Overige informatie: a) overkoepelende, door het ministerie van Defensie en Logistiek van de Strijdkrachten gecontroleerde entiteit, waarvan enkele ondergeschikten betrokken zijn geweest bij het vervaardigen van onderdelen voor het centrifugeprogramma, en bij het rakettenprogramma; b) is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

8)

Electro Sanam Company (alias a) E. S. Co., b) E. X. Co.). Overige informatie: dekmantelbedrijf voor de AIO, is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

9)

Esfahan Nuclear Fuel Research and Production Centre (NFRPC) en Esfahan Nuclear Technology Centre (ENTC). Overige informatie: het betreft onderdelen van de Nuclear Fuel Production and Procurement Company van de Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI). Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

10)

Ettehad Technical Group. Overige informatie: dekmantelbedrijf voor de AIO, is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

11)

Fajr Industrial Group. Overige informatie: a) voorheen Instrumentation Factory Plant; b) ondergeschikte entiteit van Aerospace Industries Organization (AIO); c) is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

12)

Farayand Technique. Overige informatie: a) is betrokken bij het nucleaire programma van Iran (centrifugeprogramma), b) wordt genoemd in IAEA-rapporten. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

13)

Industrial Factories of Precision (IFP) Machinery (alias Instrumentation Factories Plant). Overige informatie: door de AIO bij enkele overnamepogingen gebruikt. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

14)

Jabber Ibn Hayan. Overige informatie: laboratorium van de AEOI, is betrokken bij activiteiten i.v.m. de brandstofcyclus. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

15)

Joza Industrial Co. Overige informatie: dekmantelbedrijf voor de AIO, is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

16)

Kala-Electric (alias Kalaye Electric). Overige informatie: a) leverancier van de PFEP — Natanz; b) is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

17)

Karaj Nuclear Research Centre. Overige informatie: onderdeel van de onderzoeksdivisie van het AEOI. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

18)

Kavoshyar Company. Overige informatie: dochtermaatschappij van de AEOI. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

19)

Khorasan Metallurgy Industries. Overige informatie: a) dochtermaatschappij van de Ammunition Industries Group (AMIG), die ressorteert onder de DIO; b) is betrokken bij de productie van centrifugecomponenten. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

20)

Mesbah Energy Company. Overige informatie: a) leverancier van de A40-onderzoeksreactor — Arak, b) is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

21)

Niru Battery Manufacturing Company. Overige informatie: a) dochtermaatschappij van de DIO, b) vervaardigt generatoren voor het Iraanse leger, onder meer voor raketsystemen. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

22)

Novin Energy Company (alias Pars Novin). Overige informatie: werkt in het kader van de AEOI. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

23)

Parchin Chemical Industries. Overige informatie: afdeling van de DIO. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

24)

Pars Aviation Services Company. Overige informatie: zorgt voor het onderhoud van luchtvaartuigen. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

25)

Pars Trash Company. Overige informatie: a) is betrokken bij het nucleaire programma van Iran (centrifugeprogramma), b) wordt genoemd in IAEA-rapporten. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

26)

Pishgam (Pioneer) Energy Industries. Overige informatie: heeft meegewerkt aan de bouw van de Uranium Conversion Facility in Isfahan. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

27)

Qods Aeronautics Industries. Overige informatie: fabriceert onbemande luchtvaartuigen (UAV's), parachutes, paragliders, paramotoren, enz. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

28)

Sanam Industrial Group. Overige informatie: ondergeschikt aan de AIO. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

29)

Safety Equipment Procurement (SEP). Overige informatie: dekmantelbedrijf voor de AIO, betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 3.3.2008.

30)

7th of Tir. Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van DIO, waarvan alom wordt aangenomen dat het rechtstreeks betrokken is bij het nucleaire programma van Iran; b) is betrokken bij het nucleaire programma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

31)

Shahid Bagheri Industrial Group (SBIG). Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van de AIO, b) is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

32)

Shahid Hemmat Industrial Group (SHIG). Overige informatie: a) ondergeschikte entiteit van AIO; b) is betrokken bij het ballistische-rakettenprogramma van Iran. Datum van plaatsing op de lijst: 23.12.2006.

33)

Sho'a' Aviation. Overige informatie: Bouwt ultralichte luchtvaartuigen. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.

34)

TAMAS Company. Overige informatie: a) is betrokken bij verrijkingsactiviteiten; b) overkoepelend orgaan, waaronder vier dochtermaatschappijen ressorteren, incl. één voor uraniumwinning t/m -concentratie en één voor uraniumverwerking, verrijking en -afval. Datum van plaatsing op de lijst: 24.4.2007 (VN: 3.3.2008).

35)

Ya Mahdi Industries Group. Overige informatie: ondergeschikt aan de AIO. Datum van plaatsing op de lijst: 24.3.2007.”


BIJLAGE II

„BIJLAGE II

Lijst van de in artikel 4, lid 1, onder b), en in artikel 5, lid 1, onder b), bedoelde personen

A.   Natuurlijke personen

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum plaatsing op de lijst

1.

Reza AGHAZADEH

Geboren: 15.3.1949 Paspoortnr.: S4409483 geldig 26.4.2000-27.4.2010

Plaats van afgifte: Teheran, Nr. diplomatiek paspoort: D9001950, afgegeven op 22.1.2008, geldig t/m 21.1.2013, Geboren te Khoy

Directeur Atomic Energy Organisation of Iran (AEOI). AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

24.4.2007

2.

IRGC-Brigadegeneraal Javad DARVISH-VAND

 

Plaatsvervangend Minister van MODAFL voor Inspectie.

Verantwoordelijk voor alle MODAFL-faciliteiten en installaties

24.6.2008

3.

IRGC-Brigadegeneraal Seyyed Mahdi FARAHI

 

Directeur Defence Industries Organisation (DIO), die wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

24.6.2008

4.

Dr. Hoseyn (Hossein) FAQIHIAN

Adres van NFPC: AEOI-NFPD, P.O. Box: 11365-8486, Teheran, Iran

Plaatsvervangend Directeur-Generaal Nuclear Fuel Production and Procurement Company (NFPC), onderdeel van AEOI. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006). NFPC is betrokken bij verrijkings¬gerelateerde activiteiten die Iran op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad moet opschorten.

24.4.2007

5.

Ingenieur Mojtaba HAERI

 

Plaatsvervangend Minister van MODAFL voor industrie. Supervisie over AIO en DIO

24.6.2008

6.

IRGC-Brigadegeneraal Ali HOSEYNITASH

 

Directeur Algemene Afdeling van de Hoge Nationale Veiligheidsraad en betrokken bij beleidsontwikkeling inzake het nucleaire vraagstuk

24.6.2008

7.

Mohammad Ali JAFARI, IRGC

 

Bekleedt een commandopost in de IRGC

24.6.2008

8.

Mahmood JANNATIAN

 

Plaatsvervangend Directeur van de Atomic Energy Organisation of Iran

24.6.2008

9.

Said Esmail KHALILIPOUR

Geboren op 24.11.1945 te Langroud

Plaatsvervangend Directeur AEOI. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

24.4.2007

10.

Ali Reza KHANCHI

Adres van NRC: AEOI-NRC P.O. Box: 11365-8486 Teheran, Iran; Fax: (+9821) 8021412

Directeur Teheran Nuclear Research Center van AEOI. IAEA wil opheldering van Iran over plutoniumscheidingsexperimenten in TNRC, incl. over de aanwezigheid van deeltjes hoogverrijkt uranium in het milieu, aangetroffen in monsters genomen op de Karaj Waste Storage Facility, waar zich containers bevinden met verarmde uraniumdoelen die gebruikt zijn bij dergelijke experimenten. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

24.4.2007

11.

Ebrahim MAHMUDZADEH

 

Directeur Iran Electronic Industries

24.6.2008

12.

Brigadegeneraal Beik MOHAMMADLU

 

Plaatsvervangend Minister van MODAFL voor Bevoorrading en Logistiek

24.6.2008

13.

Anis NACCACHE

 

Bestuurder Barzagani Tejarat Tavanmad Saccal Companies; deze onderneming heeft getracht gevoelige goederen te verwerven ten gunste van entiteiten die in Resolutie 1737 worden vermeld

24.6.2008

14.

Brigadegeneraal Mohammad NADERI

 

Directeur Aerospace Industries Organisation (AIO), AIO is betrokken bij gevoelige programma's van Iran

24.6.2008

15.

IRGC-Brigadegeneraal Mostafa Mohammad NAJJAR

 

Minister van MODAFL, belast met alle militaire programma's, incl. programma's voor ballistische raketten.

24.6.2008

16.

Dr. Javad RAHIQI

Geboren op 21.4.1954 te Mashad

Directeur Nuclear Technology Centre van AEOI in Isfahan; dit superviseert de uraniumconversiefaciliteit van Isfahan. Iran moet alle verrijkingsgerelateerde activiteiten op last van Raad van Beheer IAEA en Veiligheidsraad opschorten, incl. uraniumconversiewerkzaamheden. AEOI superviseert Irans kernprogramma en wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

24.4.2007

17.

Viceadmiraal Mohammad SHAFI’I RUDSARI

 

Plaatsvervangend minister van MODAFL voor coördinatie

24.6.2008

18.

IRGC-Brigadegeneraal Ali SHAMSHIRI

 

Plaatsvervangend Minister van MODAFL voor contra-inlichtingen, belast met beveiliging MODAFL-personeel en -installaties

24.6.2008

19.

Abdollah SOLAT SANA

 

Directeur Uranium Conversion Facility (UCF) in Isfahan. Deze faciliteit produceert het uitgangsmateriaal (UF6) voor de verrijkingsfaciliteiten in Natanz. Op 27 augustus 2006 heeft Solat Sana van President Ahmadinejad een speciale onderscheiding voor zijn rol gekregen.

24.4.2007

20.

IRGC-Brigadegeneraal Ahmad VAHIDI

 

Plaatsvervangend Directeur MODAFL

24.6.2008


B.   Rechtspersonen, entiteiten en instanties

 

Naam

Informatie ter identificatie

Motivering

Datum plaatsing op de lijst

1.

Aerospace Industries Organisation, AIO

AIO, 28 Shian 5, Lavizan, Teheran

AIO superviseert Irans productie van raketten, incl. Shahid Hemmat Industrial Group, Shahid Bagheri Industrial Group en Fajr Industrial Group, alle drie vermeld in UNSCR 1737 (2006). De Directeur van AIO en twee andere hoge functionarissen worden ook vermeld in UNSCR 1737 (2006)

24.4.2007

2.

Armament Industries

Pasdaran Av., P.O. Box 19585/777, Teheran

Filiaal van DIO (Defence Industries Organisation).

24.4.2007

3.

Armed Forces Geographical Organisation

 

Verstrekt vermoedelijk geospatiale gegevens ten behoeve van het programma voor ballistische raketten

24.6.2008

4.

Bank Melli,

 

Verleent financiële ondersteuning (of tracht die te verlenen) aan ondernemingen die betrokken zijn bij, of goederen aankopen voor, Irans nucleaire programma's en raketprogramma's (AIO, SHIG, SBIG, AEOI, Novin Energy Company, Mesbah Energy Company, Kalaye Electric Company en DIO). Bank Melli vervult een faciliterende rol bij de gevoelige activiteiten van Iran. Zij heeft tal van aankopen van gevoelige materialen voor de Iraanse nucleaire en raketprogramma's gefaciliteerd. Zij heeft verscheidende financiële diensten verricht namens entiteiten die bij Irans nucleaire en raketindustrieën zijn betrokken, waaronder het openen van kredietbrieven en het aanhouden van rekeningen. Veel van bovengenoemde ondernemingen worden vermeld in de UNSC-Resoluties 1737 (2006) en 1747 (2007).

24.6.2008

Bank Melli Iran en alle dochterondernemingen en filialen, waaronder:

Ferdowsi Avenue, P.O. Box 11365-171, Teheran

a)

Melli Bank plc

London Wall, 11th floor, London EC2Y 5EA, Verenigd Koninkrijk

b)

Bank Melli Iran Zao

Nr. 9/1, Ulitsa Masjkova, Moskou, 130064, Rusland

5.

Defence Technology and Science Research Centre (DTSRC) — ook bekend als Educational Research Institute/Moassese Amozeh Va Tahgiaghati (ERI/MAVT Co.)

Pasdaran Av., P.O. Box 19585/777, Teheran

Belast met O&O Filiaal van DIO. DTSRC doet groot deel van aankopen voor DIO.

24.4.2007

6.

Iran Electronic Industries

P.O. Box 18575-365, Teheran, Iran

Dochteronderneming, volledig in eigendom van MODAFL (en bijgevolg zusterorganisatie van AIO, AvIO en DIO). Vervaardigt elektronische componenten voor Iraanse wapensystemen.

24.6.2008

7.

IRGC-luchtmacht

 

Beheert Irans waaier van raketten voor de korte- en de middellange afstand. Directeur van de IRGC-luchtmacht, wordt vermeld in UNSCR 1737 (2006).

24.6.2008

8.

Khatem-ol Anbiya

Organisatie van de bouwsector

Nummer 221, North Falamak-Zarafshan Intersection, 4th Phase, Shahkrak-E-Ghods, Teheran 14678, Iran

Bedrijvengroep van de IRGC. Gebruikt middelen van de IRGC in de bouwsector; treedt op als belangrijkste aannemer in grote projecten, waaronder tunnelbouw; steunt vermoedelijk het Iraanse programma voor ballistische raketten en het nucleaire programma.

24.6.2008

9.

Malek Ashtar University

 

Verbonden aan het ministerie van Defensie, heeft in 2003, in nauwe samenwerking met de AIO, een opleiding betreffende raketten opgezet.

24.6.2008

10.

Marine Industries

Pasdaran Av., PO Box 19585/777, Teheran

Filiaal van DIO.

24.4.2007

11.

Mechanic Industries Group

 

Heeft deelgenomen aan de productie van onderdelen voor het ballistisch programma.

24.6.2008

12.

Ministry of Defence and Armed Forces Logistics (MODAFL)

West side of Dabestan Street, Abbas Abad District, Teheran

Verantwoordelijk voor defensieonderzoek en de ontwikkelings- en productieprogramma's in Iran, waaronder ondersteuning van raket- en nucleaire programma's.

24.6.2008

13.

Ministry of Defence Logistics Export (MODLEX)

P. O. Box 16315-189, Teheran, Iran

Uitvoerafdeling van MODAFL, en het agentschap dat gebruikt wordt voor de uitvoer van afgewerkte wapens bij interstatelijke transacties. Krachtens VN-resolutie 1747 (2007) mag MODLEX geen handel drijven.

24.6.2008

14.

3M Mizan Machinery Manufacturing

 

Dekmantelbedrijf van AIO, dat deelneemt aan aankopen op ballistisch gebied.

24.6.2008

15.

Nuclear Fuel Production and Procurement Company (NFPC)

AEOI-NFPD, P.O. Box: 11365-8486, Teheran/Iran

Nuclear Fuel Production Division (NFPD) van AEOI doet onderzoek en ontwikkeling i.v.m. de nucleaire brandstofcyclus, incl. uraniumexploratie, winning, fijnmalen, conversie en kernafvalbeheer. NFPC is opvolger van NFPD, dochtervennootschap onder AEOI die leiding heeft bij onderzoek en ontwikkeling i.v.m. nucleaire brandstofcyclus, waaronder conversie en verrijking.

24.4.2007

16.

Parchin Chemical Industries

 

Heeft voor het ballistisch programma van Iran werkzaamheden verricht op het gebied van voortstuwingstechnieken.

24.6.2008

17.

Special Industries Group

Pasdaran Av., PO Box 19585/777, Teheran

Filiaal van DIO.

24.4.2007

18.

State Purchasing Organisation (SPO)

 

SPO lijkt invoer van afgewerkte wapens te faciliteren. Lijkt filiaal te zijn van MODAFL

24.6.2008”


BIJLAGE III

„BIJLAGE III

Bijkantoren en dochtermaatschappijen, buiten het rechtsgebied van de EU, van de in artikel 3 ter, lid 1, bedoelde, in Iran gevestigde banken”


BIJLAGE IV

„BIJLAGE IV

Bijkantoren en dochtermaatschappijen, buiten het rechtsgebied van de lidstaten, van in Iran gevestigde banken, alsmede financiële entiteiten zonder vestiging in Iran en buiten het rechtsgebied van de lidstaten, die evenwel onder zeggenschap van de in artikel 3 ter, lid 1, onder c) en d), bedoelde personen en entiteiten met vestiging in Iran staan”


Top