Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0050

    2008/50/EG: Besluit van de Commissie van 13 december 2007 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Verdrag van Aarhus wat betreft verzoeken tot interne toetsing van administratieve handelingen

    PB L 13 van 16.1.2008, p. 24–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/04/2023; opgeheven door 32023D0748

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/50(1)/oj

    16.1.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 13/24


    BESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 13 december 2007

    tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Verdrag van Aarhus wat betreft verzoeken tot interne toetsing van administratieve handelingen

    (2008/50/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (1), en met name op artikel 11, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 1367/2006 bevat bepalingen voor de toepassing van het Verdrag van Aarhus op de communautaire instellingen en organen.

    (2)

    Voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen van titel IV van die verordening inzake de interne herziening van administratieve handelingen of nalatigheden moeten uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld ten aanzien van de inhoud en de wijze van indiening van de verzoeken.

    (3)

    Artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1367/2006 bevat criteria voor het gerechtigd zijn op communautair niveau van niet-gouvernementele organisaties om een verzoek tot interne herziening overeenkomstig artikel 10 van die verordening in te dienen. Voor de transparante en consequente toepassing van die criteria moeten uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld ten aanzien van het met de verzoeken over te leggen bewijsmateriaal, de berekening van de termijnen voor de reactie op de verzoeken en samenwerking tussen communautaire instellingen en organen.

    (4)

    Ten behoeve van een consequente toepassing van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1367/2006, moet deze beschikking met ingang van 28 juni 2007 van toepassing zijn,

    BESLUIT:

    HOOFDSTUK I

    Artikel 1

    Inhoud van een verzoek tot interne herziening

    Een niet-gouvernementele organisatie die overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1367/2006 een verzoek tot interne herziening van een administratieve handeling of nalatigheid indient:

    1.

    specificeert de administratieve handeling of vermeende administratieve nalatigheid waarvan een herziening wordt aangevraagd en de bepalingen van het milieurecht waaraan volgens haar niet in is voldaan;

    2.

    noemt de redenen van het verzoek;

    3.

    verschaft relevante informatie en documentatie om deze redenen te staven;

    4.

    geeft de naam en contactgegevens van een persoon die gemachtigd is om de niet-gouvernementele organisatie tegenover derden te vertegenwoordigen ten behoeve van de indiening van het verzoek tot interne herziening in de desbetreffende zaak;

    5.

    verschaft bewijsmateriaal van haar gerechtigd zijn om het verzoek overeenkomstig artikel 3 in te dienen.

    Artikel 2

    Indiening van verzoeken

    Verzoeken tot interne herziening van een administratieve handeling of nalatigheid worden per post, fax of e-mail aan de perso(o)n(en) of dienst(en) gestuurd die door de communautaire instellingen of organen voor dat doel zijn aangewezen.

    De contactgegevens van die perso(o)n(en) of dienst(en) worden met alle passende middelen aan het publiek bekendgemaakt.

    HOOFDSTUK II

    Artikel 3

    Criteria voor het gerechtigd zijn van niet-gouvernementele organisaties om een verzoek tot interne herziening in te dienen

    1.   Een niet-gouvernementele organisatie die overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1367/2006 een verzoek tot interne herziening van een administratieve handeling of nalatigheid indient, moet bewijsmateriaal overleggen om te staven dat het voldoet aan de criteria van artikel 11, lid 1, van die richtlijn, in de vorm van de in de bijlage bij dit besluit vermelde documenten.

    Indien bepaalde documenten niet kunnen worden overgelegd om redenen die niet te wijten zijn aan de niet-gouvernementele organisatie, kan ander gelijkwaardig bewijsmateriaal worden overgelegd.

    2.   Indien niet duidelijk uit een van de in de punten 1, 2 of 4 van de bijlage bedoelde documenten blijkt dat de zaak waarop het verzoek tot interne herziening betrekking heeft onder de doelstellingen en activiteiten van de niet-gouvernementele organisatie valt, dient deze organisatie ander documentatiemateriaal in om te bewijzen dat aan dit criterium is voldaan.

    3.   Indien niet duidelijk uit een van de in de punten 1, 2 of 3 van de bijlage bedoelde documenten blijkt dat de niet-gouvernementele organisatie onafhankelijk is en geen winstoogmerk heeft, legt de niet-gouvernementele organisatie een verklaring in die zin voor, ondertekend door een daartoe gemachtigd persoon van binnen de organisatie.

    Artikel 4

    Beoordeling van het gerechtigd zijn van niet-gouvernementele organisaties om een verzoek tot interne herziening in te dienen

    1.   De betreffende communautaire instellingen of organen vergewissen zich ervan dat de niet-gouvernementele organisatie voldoet aan de in artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1367/2006 bedoelde criteria door de overeenkomstig de artikelen 1 en 3 van dit besluit overgelegde informatie te beoordelen.

    2.   Indien de betreffende communautaire instellingen of organen op basis van die informatie niet volledig kunnen beoordelen of de niet-gouvernementele organisatie aan de criteria van artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) n. 1367/2006 voldoet, verzoeken zij om aanvullende documentatie of informatie die door de organisatie moet worden overgelegd binnen een redelijke door de betreffende communautaire instellingen of organen te specificeren termijn. Gedurende die periode worden de in artikel 10 van de verordening vastgestelde termijnen opgeschort.

    3.   In voorkomend geval kunnen de betreffende communautaire instellingen of organen de nationale autoriteiten van het land waarin de niet-gouvernementele organisatie geregistreerd staat of zijn oorsprong heeft, raadplegen om de door die organisatie overgelegde informatie te controleren en te beoordelen.

    Artikel 5

    Administratieve samenwerking

    De communautaire instellingen en organen werken samen om een transparante en consequente toepassing van dit besluit te waarborgen.

    Zij delen elkaar mee welke niet-gouvernementele organisaties gerechtigd zijn om een verzoek tot interne herziening in te dienen.

    Artikel 6

    Toepassingsdatum

    Dit besluit is van toepassing met ingang van 28 juni 2007.

    Gedaan te Brussel, 13 december 2007.

    Voor de Commissie

    Stavros DIMAS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13.


    BIJLAGE

    Lijst van de overeenkomstig artikel 3, lid 1, over te leggen documenten

    1.

    Statuut of huishoudelijk reglement van de niet-gouvernementele organisatie, of een ander document dat volgens de nationale praktijken dezelfde rol vervult met betrekking tot landen waarin bij de nationale wet niet is voorzien in statuten of huishoudelijke reglementen voor niet-gouvernementele organisaties.

    2.

    Jaarverslagen van de niet-gouvernementele organisatie over de laatste twee jaar.

    3.

    Voor niet-gouvernementele organisatie gevestigd in landen waarin de vervulling van dergelijke procedures voorwaarde is voor het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid, een kopie van de officiële inschrijving bij de nationale autoriteiten (openbaar register, officiële publicatie of een ander relevant document).

    4.

    In voorkomend geval, bewijsmateriaal van het feit dat de niet-gouvernementele organisatie eerder door een instelling of een orgaan van de Gemeenschap is gerechtigd om een verzoek tot interne herziening in te dienen.


    Top