EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007R0847
Commission Regulation (EC) No 847/2007 of 18 July 2007 implementing Regulation (EC) No 808/2004 of the European Parliament and of the Council concerning Community statistics on the information society (Text with EEA relevance)
Verordening (EG) nr. 847/2007 van de Commissie van 18 juli 2007 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) nr. 847/2007 van de Commissie van 18 juli 2007 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij (Voor de EER relevante tekst)
PB L 187 van 19.7.2007, p. 5–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 187/5 |
VERORDENING (EG) Nr. 847/2007 VAN DE COMMISSIE
van 18 juli 2007
ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij (1), en met name op artikel 8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 808/2004 is een gemeenschappelijk kader vastgesteld voor de systematische productie van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij. |
(2) |
Krachtens artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 808/2004 zijn uitvoeringsmaatregelen nodig om te bepalen welke gegevens moeten worden verstrekt voor het opstellen van de in de artikelen 3 en 4 van die verordening genoemde statistieken en om de termijnen voor de indiening ervan vast te stellen. |
(3) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma, dat is opgericht bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad (2), |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De gegevens die moeten worden ingediend voor het opstellen van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden in de bijlagen I en II bij deze verordening gespecificeerd.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 juli 2007.
Voor de Commissie
Joaquín ALMUNIA
Lid van de Commissie
(1) PB L 143 van 30.4.2004, blz. 49. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.
BIJLAGE I
MODULE 1: HET BEDRIJFSLEVEN EN DE INFORMATIEMAATSCHAPPIJ
1. ONDERWERPEN EN KENMERKEN DAARVAN
a) De voor het referentiejaar 2008 te behandelen onderwerpen uit de lijst in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 808/2004 zijn:
— |
ICT-systemen en het gebruik ervan in bedrijven; |
— |
het gebruik van internet en andere elektronische netwerken door bedrijven; |
— |
e-handel en elektronisch zakendoen. |
b) De volgende bedrijfskenmerken moeten worden verzameld:
ICT-systemen en het gebruik ervan in bedrijven
|
Kenmerken die voor alle bedrijven moeten worden verzameld:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die computers gebruiken:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die een intern computernetwerk (bv. LAN) gebruiken:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die een intranet gebruiken:
|
Het gebruik van internet en andere elektronische netwerken door bedrijven
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die computers gebruiken:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die toegang hebben tot internet:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die in het vorige kalenderjaar via internet contact hadden met overheidsdiensten:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die een website hebben:
|
E-handel en elektronisch zakendoen
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die computers gebruiken:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die gebruikmaken van automatische gegevensuitwisseling:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die gebruikmaken van computers maar niet van automatische gegevensuitwisseling:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die met klanten of leveranciers informatie over het beheer van de toeleveringsketen uitwisselen:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die computers gebruiken en niet in sectie J van de NACE Rev. 1.1 zijn ingedeeld:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via computernetwerken orders ontvangen hebben en niet in sectie J van de NACE Rev. 1.1 zijn ingedeeld:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor bedrijven die via computernetwerken orders verzonden hebben en niet in sectie J van de NACE Rev. 1.1 zijn ingedeeld:
|
2. DEKKING
De in punt 1, onder b), van deze bijlage omschreven kenmerken moeten worden verzameld en verkregen voor de bedrijven die onder de volgende economische activiteiten vallen, aan de hierna genoemde bedrijfsgrootte beantwoorden en binnen het hierna genoemde geografische bereik vallen.
a) Economische activiteit: bedrijven ingedeeld in de volgende categorieën van de NACE Rev. 1.1:
NACE-categorie |
Omschrijving |
Sectie D |
„Industrie” |
Sectie F |
„Bouwnijverheid” |
Sectie G |
„Groothandel en kleinhandel; reparatie van auto's, motorrijwielen en consumentenartikelen” |
Groepen 55.1 en 55.2 |
„Hotels” en „Kampeerterreinen en overige accommodaties voor kortstondig verblijf” |
Sectie I |
„Vervoer, opslag en communicatie” |
Klasse 65.12 |
„Overige geldscheppende financiële instellingen” |
Klasse 65.22 |
„Overige kredietverstrekking” |
Klasse 66.01 |
„Levensverzekeringen” |
Klasse 66.03 |
„Schade-, ziekte- en ongevallenverzekeringen” |
Sectie K |
„Exploitatie van en handel in onroerend goed, verhuur en zakelijke dienstverlening” |
Groepen 92.1 en 92.2 |
„Activiteiten op het gebied van film en video” en „Radio en televisie” |
De bedrijven ingedeeld in de volgende categorieën van de NACE Rev. 1.1 worden facultatief opgenomen:
NACE-categorie |
Omschrijving |
Sectie E |
„Productie en distributie van elektriciteit, gas en water” |
Groepen 55.3, 55.4 en 55.5 |
„Restaurants”, „Drankgelegenheden” en „Kantines en catering” |
Groepen 92.3 tot en met 92.7 |
„Cultuur, sport en recreatie”, met uitzondering van „Activiteiten op het gebied van film en video” en „Radio en televisie” |
Afdeling 93 |
„Overige diensten” |
Klassen 67.12, 67.13 en 67.2 |
„Ondersteunende activiteiten in verband met financiële intermediairs”, met uitzondering van „Beheer van financiële beurzen” |
b) Bedrijfsgrootte: bedrijven met tien of meer werknemers; bedrijven met minder dan tien werknemers worden facultatief opgenomen.
c) Geografisch bereik: bedrijven gevestigd op het grondgebied van de lidstaat.
3. REFERENTIEPERIODEN
De referentieperiode is het jaar 2007 voor de kenmerken die betrekking hebben op het vorige kalenderjaar. De referentieperiode is januari 2008 voor de overige kenmerken.
4. ONDERVERDELINGEN
De in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde onderwerpen en kenmerken daarvan worden afzonderlijk verstrekt voor de volgende onderverdelingen:
a) Onderverdeling naar economische activiteit: overeenkomstig de volgende aggregaten van de NACE Rev. 1.1 (de kenmerken voor afdeling 22 zijn facultatief):
NACE-aggregatie
|
DA + DB + DC + DD + DE |
|
DF + DG + DH |
|
DI + DJ |
|
DK + DL + DM + DN |
|
40 + 41 (facultatief) |
|
45 |
|
50 |
|
51 |
|
52 |
|
55.1 + 55.2 |
|
55.3 + 55.4 + 55.5 (facultatief) |
|
60 + 61 + 62 + 63 |
|
64 |
|
65.12 + 65.22 |
|
66.01 + 66.03 |
|
72 |
|
70 + 71 + 73 + 74 |
|
92.1 + 92.2 |
|
92.3 tot en met 92.7 (facultatief) |
|
93 (facultatief) |
|
22 (facultatief) |
|
67.12 + 67.13 + 67.2 (facultatief) |
b) Onderverdeling naar grootteklasse: de gegevens worden onderverdeeld naar de volgende grootteklassen van het aantal werknemers:
Grootteklasse
|
Minder dan 10 werknemers (facultatief) |
|
Minder dan 5 werknemers (facultatief) |
|
5 tot 9 werknemers (facultatief) |
|
10 of meer werknemers |
|
10 tot 49 werknemers |
|
50 tot 249 werknemers |
|
250 of meer werknemers |
c) Geografische onderverdeling: de gegevens worden onderverdeeld naar de volgende regionale groepen:
Regionale groep
|
Convergentieregio’s (met inbegrip van afbouwregio’s) |
|
Regio’s die onder de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid vallen (met inbegrip van opbouwregio’s) |
5. FREQUENTIE
De gegevens worden eenmaal verstrekt voor het jaar 2008.
6. TERMIJNEN
a) De geaggregeerde gegevens, waar nodig gemarkeerd als vertrouwelijk of onbetrouwbaar, zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 5 oktober 2008 aan Eurostat toegezonden. Tegen die datum moet de dataset voltooid, gevalideerd en goedgekeurd zijn. Voor het tabellarische, machinaal leesbare transmissieformaat moeten de instructies van Eurostat worden gevolgd.
b) De metagegevens, zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 31 mei 2008 aan Eurostat toegezonden. Voor de metagegevens wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.
c) Het verslag over de kwaliteit, zoals bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 808/2004, wordt uiterlijk op 5 november 2008 aan Eurostat toegezonden. Voor het verslag over de kwaliteit wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.
BIJLAGE II
MODULE 2: PARTICULIEREN, HUISHOUDENS EN DE INFORMATIEMAATSCHAPPIJ
1. ONDERWERPEN EN KENMERKEN DAARVAN
a) De voor het referentiejaar 2008 te behandelen onderwerpen uit de lijst in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 808/2004 zijn:
— |
toegang tot en gebruik van ICT-systemen door particulieren en/of in huishoudens; |
— |
gebruik van internet voor verschillende doeleinden door particulieren en/of in huishoudens; |
— |
(facultatief) ICT-vaardigheid; |
— |
belemmeringen voor het gebruik van ICT’s en internet. |
b) De volgende kenmerken moeten worden verzameld:
Toegang tot en gebruik van ICT-systemen door particulieren en/of in huishoudens
|
Kenmerken die voor alle huishoudens moeten worden verzameld:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor huishoudens die thuis toegang tot internet hebben:
|
|
Kenmerken die voor alle particulieren moeten worden verzameld:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden een computer hebben gebruikt:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die een mobiele telefoon hebben gebruikt:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die een mobiele telefoon met postpaidabonnement hebben gebruikt:
|
Gebruik van internet voor verschillende doeleinden door particulieren en/of in huishoudens
|
Kenmerken die voor alle particulieren moeten worden verzameld:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die internet reeds hebben gebruikt:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die in de laatste drie maanden internet hebben gebruikt:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden internet voor privédoeleinden hebben gebruikt om onlinenieuws, -kranten en -tijdschriften te lezen of te downloaden:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden internet voor privédoeleinden hebben gebruikt om te telefoneren en/of (met een webcam) videogesprekken te voeren:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden internet voor privédoeleinden hebben gebruikt om muziek te downloaden en/of te beluisteren, en/of om speelfilms, korte films of videobestanden te downloaden en/of te bekijken, en/of om „peer-to-peer file sharing” te gebruiken om films, muziek en videobestanden uit te wisselen, en/of om podcastdiensten te gebruiken om automatisch audio- of videobestanden op bepaalde interessegebieden te ontvangen:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste drie maanden niet hebben betaald voor audiovisuele online-inhoud:
|
|
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die de laatste twaalf maanden internet hebben gebruikt voor internethandel voor privégebruik:
|
ICT-vaardigheid
Kenmerken die moeten worden verzameld voor particulieren die ooit een computer hebben gebruikt:
— |
(facultatief) recentste cursus van ten minste drie uur over enig aspect van computergebruik (in de laatste drie maanden; drie maanden tot een jaar geleden; één tot drie jaar geleden; meer dan drie jaar geleden; nooit een cursus gevolgd). |
Belemmeringen voor het gebruik van ICT's en internet
Kenmerken die moeten worden verzameld voor huishoudens die thuis geen toegang tot internet hebben:
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: heb elders toegang tot internet; |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: wil internet niet (vanwege schadelijke inhoud, enz.); |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: heb internet niet nodig (omdat het niet nuttig is, niet interessant, enz.); |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: apparatuurkosten te hoog; |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: toegangskosten te hoog (telefoon, enz.); |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: ontoereikende vaardigheden; |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: bezorgdheid over privacy of veiligheid; |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: lichamelijke invaliditeit; |
— |
reden waarom thuis geen toegang tot internet voorhanden is: geen van de bovenstaande, maar nog andere. |
2. DEKKING
a) De te vertegenwoordigen statistische eenheden voor de in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde kenmerken die betrekking hebben op huishoudens, zijn huishoudens waarvan ten minste één lid tot de leeftijdsgroep 16-74 behoort.
b) De te vertegenwoordigen statistische eenheden voor de in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde kenmerken die betrekking hebben op particulieren, zijn particulieren in de leeftijdsgroep 16-74.
c) Het geografische bereik omvat de huishoudens en/of particulieren die op het grondgebied van de lidstaat wonen.
3. REFERENTIEPERIODE
De belangrijkste referentieperiode voor de te verzamelen statistieken is het eerste kwartaal van 2008.
4. ONDERVERDELINGEN
a) Voor de in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde onderwerpen en kenmerken daarvan die betrekking hebben op huishoudens, worden de volgende achtergrondkenmerken verzameld:
— |
regio van verblijf (volgens NUTS1); |
— |
(facultatief) regio van verblijf volgens NUTS2; |
— |
geografische locatie: wonend in convergentieregio’s (met inbegrip van afbouwregio’s); wonend in regio’s die onder de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid vallen (met inbegrip van opbouwregio’s); |
— |
urbanisatiegraad: wonend in dichtbevolkte gebieden; wonend in gebieden met middelhoge bevolkingsdichtheid; wonend in dunbevolkte gebieden; |
— |
type huishouden: aantal personen in het huishouden (afzonderlijk te verzamelen: aantal kinderen onder 16); |
— |
nettomaandinkomen van het huishouden (te verzamelen als waarde of door middel van kwartielen). |
b) Voor de in punt 1, onder b), van deze bijlage vermelde onderwerpen en kenmerken daarvan die betrekking hebben op particulieren, worden de volgende achtergrondkenmerken verzameld:
— |
regio van verblijf (volgens NUTS1); |
— |
(facultatief) regio van verblijf volgens NUTS2; |
— |
geografische locatie: wonend in convergentieregio’s (met inbegrip van afbouwregio’s); wonend in regio’s die onder de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid vallen (met inbegrip van opbouwregio’s); |
— |
urbanisatiegraad: wonend in dichtbevolkte gebieden; wonend in gebieden met middelhoge bevolkingsdichtheid; wonend in dunbevolkte gebieden; |
— |
geslacht: mannelijk; vrouwelijk; |
— |
leeftijd (te verzamelen als waarde of door middel van leeftijdsgroepen): onder 16 (facultatief); 16 tot 24; 25 tot 34; 35 tot 44; 45 tot 54; 55 tot 64; 65 tot 74; boven 74 (facultatief); |
— |
hoogste voltooide onderwijsniveau overeenkomstig de International Standard Classification of Educational Levels (ISCED 97): laag (ISCED 0, 1 of 2); middelhoog (ISCED 3 of 4); hoog (ISCED 5 of 6); |
— |
werkstatus: werknemer of zelfstandige, inclusief meewerkende gezinsleden; werkloos; student die geen deel uitmaakt van de arbeidskrachten; andere, geen deel uitmakend van de arbeidskrachten; |
— |
beroep overeenkomstig de International Standard Classification of Occupations (ISCO-88/ISCO-08): handarbeider, hoofdarbeider; ICT-werker, niet-ICT-werker. |
5. FREQUENTIE
— |
De gegevens worden eenmaal verstrekt voor het jaar 2008. |
6. TERMIJNEN VOOR DE INDIENING VAN DE RESULTATEN
a) De geaggregeerde gegevens, waar nodig gemarkeerd als vertrouwelijk of onbetrouwbaar, zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 5 oktober 2008 aan Eurostat toegezonden. Tegen die datum moet de dataset voltooid, gevalideerd en goedgekeurd zijn. Voor het tabellarische, machinaal leesbare transmissieformaat moeten de instructies van Eurostat worden gevolgd.
b) De metagegevens, zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 808/2004, worden vóór 31 mei 2008 aan Eurostat toegezonden. Voor de metagegevens wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.
c) Het verslag over de kwaliteit, zoals bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 808/2004, wordt uiterlijk op 5 november 2008 aan Eurostat toegezonden. Voor het verslag over de kwaliteit wordt gebruikgemaakt van het door Eurostat verstrekte verslagmodel.