This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007R0287
Commission Regulation (EC) No 287/2007 of 16 March 2007 amending Annex II to Council Regulation (EEC) No 2377/90 laying down a Community procedure for the establishment of maximum residue limits of veterinary medicinal products in foodstuffs of animal origin, as regards Ginseng, standardised extracts and preparations thereof (Text with EEA relevance )
Verordening (EG) nr. 287/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat betreft ginseng alsmede gestandaardiseerde extracten en bereidingen daarvan (Voor de EER relevante tekst )
Verordening (EG) nr. 287/2007 van de Commissie van 16 maart 2007 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat betreft ginseng alsmede gestandaardiseerde extracten en bereidingen daarvan (Voor de EER relevante tekst )
PB L 78 van 17.3.2007, p. 13–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 327M van 5.12.2008, p. 906–908
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 05/07/2009; stilzwijgende opheffing door 32009R0470
17.3.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 78/13 |
VERORDENING (EG) Nr. 287/2007 VAN DE COMMISSIE
van 16 maart 2007
tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, wat betreft ginseng alsmede gestandaardiseerde extracten en bereidingen daarvan
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), en met name op artikel 3,
Gezien de adviezen van het Europees Geneesmiddelenbureau, die zijn opgesteld door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Alle farmacologisch werkzame stoffen die in de Gemeenschap worden gebruikt in geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die bestemd zijn voor voedselproducerende dieren, moeten worden beoordeeld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2377/90. |
(2) |
Ginseng is in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 opgenomen in de categorie „Stoffen die in homeopathische diergeneesmiddelen worden gebruikt”, voor alle voedselproducerende soorten, uitsluitend voor gebruik in homeopathische diergeneesmiddelen vervaardigd in overeenstemming met de homeopathische farmacopee, in concentraties overeenkomend met de moedertinctuur en verdunningen hiervan. Naar aanleiding van het onderzoek van een aanvraag wordt het passend geacht een nieuwe vermelding voor ginseng alsmede gestandaardiseerde extracten en bereidingen daarvan op te nemen in de categorie „Plantaardige substanties” van bijlage II, voor alle voedselproducerende soorten. |
(3) |
Verordening (EEG) nr. 2377/90 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Voordat deze verordening van toepassing wordt, moeten de lidstaten voldoende tijd krijgen om de in verband met deze verordening noodzakelijke aanpassingen aan te brengen in de vergunningen voor het in de handel brengen van de betrokken geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, die zijn verleend overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2). |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 16 mei 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 maart 2007.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vicevoorzitter
(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1831/2006 van de Commissie (PB L 354 van 14.12.2006, blz. 5).
(2) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/28/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 58).
BIJLAGE
De volgende substantie wordt opgenomen in bijlage II bij Verordening (EEG) nr. 2377/90:
6. Plantaardige substanties
Farmacologisch werkzame substantie(s) |
Diersoorten |
„Ginseng, gestandaardiseerde extracten en bereidingen hiervan |
Alle voedselproducerende soorten”. |