This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007R0275
Commission Regulation (EC) No 275/2007 of 15 March 2007 amending Regulation (EC) No 1825/2000 laying down detailed rules for the application of Regulation (EC) No 1760/2000 of the European Parliament and of the Council as regards the labelling of beef and beef products
Verordening (EG) nr. 275/2007 van de Commissie van 15 maart 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1825/2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten
Verordening (EG) nr. 275/2007 van de Commissie van 15 maart 2007 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1825/2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten
PB L 76 van 16.3.2007, p. 12–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
PB L 327M van 5.12.2008, p. 899–905
(MT)
In force
16.3.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 76/12 |
VERORDENING (EG) Nr. 275/2007 VAN DE COMMISSIE
van 15 maart 2007
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1825/2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (1), en met name op artikel 14, vierde alinea, en artikel 19, onder a) en b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Wat de definitie van groepen zoals bedoeld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 en het probleem van de homogeniteit daarvan betreft, is sprake van uiteenlopende interpretaties. Derhalve dient in Verordening (EG) nr. 1825/2000 van de Commissie (2) te worden gepreciseerd hoe die groepen moeten worden gevormd. |
(2) |
Met betrekking tot het probleem van de etikettering van gehakt rundvlees in het geval dat dit vlees met vlees van andere soorten is vermengd, zijn talrijke vragen gerezen. In titel I van het eerste deel van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (3) zijn nauwkeurige regels opgenomen voor de indeling van producten die uit dergelijke mengsels bestaan. In dit verband maakt een verwijzing naar die nomenclatuur door middel van de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 genoemde GN-codes het mogelijk om voor de nodige verduidelijking te zorgen. |
(3) |
Als gevolg van de vereiste homogeniteit van de in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bedoelde groepen ondervinden de marktdeelnemers die uitgesneden vlees of afsnijdsels produceren, problemen bij de vorming van homogene groepen die groot genoeg zijn om aan de vraag van hun klanten te kunnen voldoen. Deze problemen zijn nog groter wanneer aanzienlijke hoeveelheden worden gevraagd. De ervaring wijst uit dat als gevolg van deze problemen en van de belangrijke extra handelingen waartoe deze aanleiding geven, vele fouten worden gemaakt en dat de traceerbaarheid voor dit type van productie vaak in gevaar komt. |
(4) |
Deze marktdeelnemers hebben de neiging om waar mogelijk in toenemende mate voor enkele zeer zeldzame grote leveranciers te kiezen om te ontkomen aan de extra last die het gevolg is van het beheer van verscheidene groepen met uiteenlopende kenmerken. Op den duur kan dit een gevaar betekenen voor het in bedrijf houden van sommige kleine en middelgrote slachthuizen en uitsnijderijen, die daardoor kunnen worden uitgesloten van bepaalde handelscircuits. |
(5) |
In feite zijn de problemen die worden ondervonden door de marktdeelnemers die uitgesneden vlees of afsnijdsels produceren, van dezelfde aard als die welke worden ondervonden door de marktdeelnemers die gehakt vlees produceren. De vaststelling voor afsnijdsels van soortgelijke maatregelen als die welke gelden voor gehakt vlees, zou het mogelijk maken om de door de betrokken marktdeelnemers ondervonden problemen op te lossen. Wat uitgesneden vlees betreft, wijst de ervaring uit dat de invoering van de mogelijkheid om groepen te vormen met vlees van in drie slachthuizen geslachte dieren en van in drie uitsnijderijen uitgesneden karkassen, met dien verstande dat ervoor moet worden gezorgd dat de traceerbaarheid is gegarandeerd, voldoende zou zijn om het overgrote deel van de ondervonden problemen op te lossen. |
(6) |
De ervaring wijst ook uit dat de marktdeelnemers in de verkooppunten waar niet-voorverpakt uitgesneden vlees wordt verkocht aan de eindverbruiker, vaak problemen ondervinden om de in Verordening (EG) nr. 1760/2000 opgenomen etiketteringsbepalingen toe te passen. Doorgaans wordt daar vlees uitgesneden en verkocht op verzoek van de klant, wat elke vorming vooraf van groepen dieren in de zin van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bemoeilijkt, zo niet onmogelijk maakt. Ook het onmiddellijk actualiseren van de verplichte etiketteringsgegevens bij de permanente aanvulling van de verkooptoonbanken blijkt er zeer moeilijk. Ook voor dergelijk vlees moeten dus vereenvoudigde etiketteringsbepalingen worden vastgesteld. De vaststelling voor dergelijk vlees van soortgelijke bepalingen als die welke gelden voor gehakt vlees, zou het mogelijk maken om het merendeel van de door de betrokken marktdeelnemers ondervonden problemen op te lossen. |
(7) |
Tegelijk moet ervoor worden gezorgd dat in de verkooppunten waar aan de eindverbruiker wordt verkocht, de gegevens over de inrichtingen waar de dieren zijn geslacht en de karkassen zijn uitgesneden, op elk moment beschikbaar blijven voor het niet-voorverpakte uitgesneden vlees dat elke dag met het oog op verkoop wordt uitgestald, zodat die gegevens de verbruiker mondeling kunnen worden meegedeeld wanneer deze daarom verzoekt. Een traceerbaarheid die op zijn minst gelijkwaardig is aan die welke voor gehakt vlees is voorgeschreven, zou zo in stand kunnen worden gehouden. |
(8) |
Overigens dient onder handhaving van de eisen inzake traceerbaarheid en inzake registratie van de gegevens over het vlees dat met het oog op verkoop wordt uitgestald in de verkooppunten waar wordt verkocht aan de eindverbruiker, de mogelijkheid te worden geboden om dat vlees op verschillende dagen uit te snijden. |
(9) |
Verordening (EG) nr. 1825/2000 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1825/2000 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd na artikel 1: „Artikel 1 bis Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
|
2) |
Artikel 4 wordt vervangen door: „Artikel 4 Omvang en samenstelling van een groep 1. De omvang van een groep zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1760/2000 wordt bepaald:
De omvang van de groep mag in geen geval groter zijn dan de productie van één dag. 2. Bij de vorming van de in lid 1 bedoelde partijen zien de marktdeelnemers (handelaren) erop toe dat:
3. In afwijking van de in lid 2, onder b), opgenomen regels dat alle betrokken karkassen van een en hetzelfde slachthuis afkomstig moeten zijn en in een en dezelfde uitsnijderij moeten zijn uitgesneden, mogen de marktdeelnemers (handelaren) bij de productie van uitgesneden vlees partijen vormen met vlees dat afkomstig is van dieren die in ten hoogste drie verschillende slachthuizen zijn geslacht, en van karkassen die in ten hoogste drie verschillende uitsnijderijen zijn uitgesneden. 4. In afwijking van lid 2, onder b), hoeven de marktdeelnemers (handelaren) bij de productie van afsnijdsels slechts de regel na te leven dat bij de vorming van partijen alle betrokken dieren in een en hetzelfde land moeten zijn geslacht.”. |
3) |
In artikel 5 wordt lid 1 geschrapt. |
4) |
De volgende artikelen worden ingevoegd na artikel 5: „Artikel 5 bis Afsnijdsels 1. In afwijking van artikel 13, lid 2, onder b) en c), en lid 5, onder a), punten i) en ii), van Verordening (EG) nr. 1760/2000 moeten de marktdeelnemers (handelaren) en de organisaties de volgende gegevens vermelden op het etiket van afsnijdsels:
2. In afwijking van lid 1, onder a) en c), geldt dat, indien alle dieren van de groep in een en hetzelfde land zijn geboren, gehouden en geslacht, de marktdeelnemers (handelaren) de vermelding „Oorsprong”, gevolgd door de naam van de lidstaat of het derde land waar de betrokken dieren zijn geboren, gehouden en geslacht, mogen gebruiken. Artikel 5 ter Voorverpakt uitgesneden vlees In afwijking van artikel 13, lid 2, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1760/2000 moet een marktdeelnemer (handelaar) of een organisatie die gebruikmaakt van de bij artikel 4, lid 3, van de onderhavige verordening geboden mogelijkheid, op het etiket van het voorverpakte uitgesneden vlees de volgende gegevens vermelden ter aanvulling van de in artikel 13, lid 5, onder a), van Verordening (EG) nr. 1760/2000 bedoelde gegevens:
Artikel 5 quater Niet-voorverpakt uitgesneden vlees 1. Bij de uitstalling met het oog op verkoop van niet-voorverpakt uitgesneden vlees in een verkooppunt waar aan de eindverbruiker wordt verkocht, zien de marktdeelnemers (handelaren) en de organisaties er in geval van toepassing van de bij artikel 4, lid 3, vastgestelde afwijking op toe dat de samenstelling van de partijen met dat lid in overeenstemming is voor al het niet-voorverpakte uitgesneden vlees dat tegelijk met het oog op verkoop wordt uitgestald. 2. In afwijking van artikel 13, lid 2, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 1760/2000 geldt dat in een verkooppunt waar aan de eindverbruiker wordt verkocht, de marktdeelnemers (handelaren) en de organisaties het niet-voorverpakte uitgesneden vlees dat er met het oog op verkoop wordt uitgestald, moeten etiketteren door vermelding van de naam van de landen waar de dieren waarvan het vlees afkomstig is, respectievelijk zijn geboren, gehouden en geslacht, gevolgd door de naam van de landen waar de karkassen zijn uitgesneden. Vlees dat afkomstig is van dieren die in verschillende landen zijn geboren en/of gehouden en/of geslacht, wordt bij de uitstalling met het oog op verkoop duidelijk van elkaar gescheiden. De in het verkooppunt aangebrachte informatie bevindt zich in de nabijheid van dat vlees op een zodanige wijze dat de eindverbruiker gemakkelijk onderscheid kan maken tussen het vlees met verschillende oorsprong. Voor het niet-voorverpakte uitgesneden vlees dat met het oog op verkoop samen wordt uitgestald, registreert de marktdeelnemer (handelaar) elke dag onder verwijzing naar de datum van die dag de erkenningsnummers van de slachthuizen waar de dieren zijn geslacht, en van de uitsnijderijen waar de karkassen zijn uitgesneden. Hij deelt deze gegevens mee aan de verbruiker die hem daarom verzoekt. 3. Voor uitgesneden rundvlees dat in niet-voorverpakte staat wordt uitgestald met het oog op verkoop aan de eindverbruiker, mag, voor zover is voldaan aan de bij het onderhavige artikel, lid 2, vastgestelde voorwaarden, de omvang van de groep in afwijking van artikel 4, lid 1, tweede alinea, groter zijn dan de productie van één dag.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2007.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 216 van 26.8.2000, blz. 8.
(3) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 129/2007 (PB L 56 van 23.2.2007, blz. 1).