Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0228

    2007/228/EG: Beschikking van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten in Roemenië, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1527) (Voor de EER relevante tekst )

    PB L 98 van 13.4.2007, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB L 219M van 24.8.2007, p. 481–482 (MT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2007

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/228/oj

    13.4.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 98/27


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 11 april 2007

    tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten in Roemenië, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 1527)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2007/228/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië, en met name op artikel 42,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (1) bepaalt dat alle dieren op een bedrijf die na 9 juli 2005 zijn geboren of, wat Bulgarije en Roemenië betreft, dieren die na de toetredingsdatum zijn geboren, worden geïdentificeerd binnen een termijn van maximaal zes maanden, die ingaat bij de geboorte van het dier, en in elk geval voordat het dier het geboortebedrijf verlaat.

    (2)

    Overeenkomstig die verordening moeten de dieren worden geïdentificeerd door middel van een oormerk en door middel van een tweede identificatiemiddel dat door de bevoegde autoriteit is erkend en aan bepaalde technische kenmerken beantwoordt.

    (3)

    Bij brief van 22 januari 2007 heeft Roemenië verzocht om overgangsmaatregelen voor een periode van één jaar voor de identificatie van schapen en geiten in die lidstaat, waarin de dieren slechts door middel van één oormerk zullen worden geïdentificeerd.

    (4)

    Roemenië heeft de nodige garanties gegeven dat dieren die in het intracommunautaire handelsverkeer worden gebracht of bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen, zullen worden geïdentificeerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004.

    (5)

    Om Roemenië in staat te stellen zijn identificatieregeling nog gedurende één jaar te gebruiken en ook om ervoor te zorgen dat voor het intracommunautaire handelsverkeer en voor de uitvoer bestemde dieren door middel van twee identificatiemiddelen worden geïdentificeerd, moeten dergelijke dieren overeenkomstig de communautaire voorschriften worden geïdentificeerd, met dien verstande dat de identificatiemiddelen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 21/2004, mogen worden aangebracht op het bedrijf waaruit de dieren worden verzonden.

    (6)

    Om de overgang van de bestaande regeling in Roemenië naar de regeling uit hoofde van Verordening (EG) nr. 21/2004 te vergemakkelijken, moeten overgangsmaatregelen voor de identificatie van schapen en geiten in die lidstaat worden vastgesteld.

    (7)

    Het is nodig dat deze beschikking met ingang van 1 januari 2007 van toepassing wordt om te zorgen voor de nodige continuïteit bij de toepassing van de bestaande identificatieregeling voor verplaatsingen van dieren op het grondgebied van de lidstaten.

    (8)

    De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Identificatie van de dieren in Roemenië

    In bedrijven in Roemenië gehouden geiten en schapen, hierna „de dieren” genoemd, worden vóór de datum waarop het dier het geboortebedrijf verlaat of binnen een periode van zes maanden na de geboortedatum, als deze datum eerder valt, geïdentificeerd door middel van ten minste één oormerk waarop een individuele code voor elk dier is aangebracht overeenkomstig de nationale voorschriften.

    Artikel 2

    Identificatie van dieren, bestemd voor het intracommunautaire handelsverkeer of voor uitvoer naar derde landen

    Alle voor het intracommunautaire handelsverkeer of voor uitvoer naar derde landen bestemde dieren worden, indien toepasselijk, naast het aanbrengen van het oormerk overeenkomstig artikel 1 van deze beschikking, geïdentificeerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 21/2004.

    In afwijking van artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 21/2004 mogen de daarin bedoelde identificatiemiddelen worden aangebracht in het bedrijf van oorsprong, als omschreven in artikel 2, onder b), punt 8, van Richtlijn 91/68/EEG van de Raad (2).

    Artikel 3

    Verplaatsingsdocument

    Het in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 21/2004 bedoelde verplaatsingsdocument dat elk dier vergezelt dat op het nationale grondgebied van het ene bedrijf naar het andere wordt verplaatst, bevat de individuele code voor elk dier, als bedoeld in artikel 1 van deze beschikking.

    Artikel 4

    Toepassing

    Deze beschikking is van toepassing van 1 januari tot en met 31 december 2007.

    Artikel 5

    Adressaten

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 11 april 2007.

    Voor de Commissie

    Markos KYPRIANOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

    (2)  PB L 46 van 19.2.1991, blz. 19. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 352).


    Top