Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R2019

    Verordening (EG) nr. 2019/2006 van de Commissie van 21 december 2006 houdende wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 327/98 en (EG) nr. 955/2005 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor de invoer van rijst

    PB L 384 van 29.12.2006, p. 48–53 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 312M van 22.11.2008, p. 259–264 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/06/2012; stilzwijgende opheffing door 32012R0480

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/2019/oj

    29.12.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 384/48


    VERORDENING (EG) Nr. 2019/2006 VAN DE COMMISSIE

    van 21 december 2006

    houdende wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 327/98 en (EG) nr. 955/2005 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor de invoer van rijst

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT (1), en met name op artikel 1,

    Gelet op Besluit 96/317/EG van de Raad van 13 mei 1996 betreffende de aanvaarding van de resultaten van het overleg met Thailand in het kader van artikel XXIII van de GATT (2), en met name op artikel 3,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (3), en met name op artikel 10, lid 2, en artikel 13, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (4) is van toepassing op de invoercertificaten voor de tariefcontingentperioden die vanaf 1 januari 2007 beginnen.

    (2)

    Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de aanvragen, de hoedanigheid van de aanvrager en de afgifte van de certificaten vastgesteld. Bij die verordening is de geldigheidsduur van de certificaten beperkt tot de laatste dag van de tariefcontingentperiode en zij geldt onverminderd de bij de sectoriële verordeningen vastgestelde aanvullende voorwaarden of afwijkingen.

    (3)

    Verordeningen (EG) nr. 2058/96 van de Commissie van 28 oktober 1996 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van een tariefcontingent voor breukrijst van GN-code 1006 40 00, voor de productie van voor voeding bestemde bereidingen van GN-code 1901 10 (5), (EG) nr. 327/98 van de Commissie van 10 februari 1998 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst (6) en (EG) nr. 955/2005 van de Commissie van 23 juni 2005 houdende opening van een contingent voor de invoer in de Gemeenschap van rijst van oorsprong uit Egypte (7), bevatten bepalingen die afwijken van de gemeenschappelijke regels van Verordening (EG) nr. 1301/2006 of die deze herhalen. Daarom moeten bovengenoemde verordeningen worden aangepast teneinde de uiteenlopende of overbodige regels te schrappen, de volgnummers van elk contingent en subcontingent te vermelden en de toepasselijke specifieke voorschriften opnieuw vast te stellen, met name die inzake de opstelling van de certificaataanvragen en de afgifte en de geldigheidsduur ervan en de mededeling van de informatie aan de Commissie.

    (4)

    Ter wille van harmonisatie en vereenvoudiging van bovengenoemde verordeningen, dienen de bepalingen te worden geschrapt waarin reeds is voorzien door de horizontale en sectoriële uitvoeringsverordeningen, namelijk naast Verordening (EG) nr. 1301/2006, Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (8) en Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (9), en dienen de bepalingen die niet meer van toepassing zijn te worden geschrapt.

    (5)

    Ter wille van de vereenvoudiging dient te worden bepaald dat hoeveelheden van minder dan 20 ton die zijn toegewezen na toepassing van een toewijzingscoëfficiënt, op homogene wijze worden beheerd in de Verordeningen (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 327/98 en (EG) nr. 955/2005.

    (6)

    Ter wille van een beter beheer van de tariefcontingenten die zijn geopend krachtens Verordeningen (EG) nr. 2058/96 en (EG) nr. 955/2005, is het noodzakelijk om de marktdeelnemers blijvend toe te staan meer dan een certificaataanvraag per contingentperiode in te dienen en dus af te wijken van artikel 6, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1301/2006. Bovendien dient te worden bepaald, teneinde de controle van die twee contingenten te verbeteren en het beheer ervan te harmoniseren en te vereenvoudigen, dat het indienen van de aanvragen voor invoercertificaten wekelijks gebeurt.

    (7)

    Aangezien het douanerecht dat van toepassing is op invoer van breukrijst is vastgelegd in artikel 11 quinquies van Verordening (EG) nr. 1785/2003, dient niet meer te worden verwezen naar de gecombineerde nomenclatuur en dient derhalve Verordening (EG) nr. 2058/96 gewijzigd te worden.

    (8)

    Voor de contingenten die zijn geopend bij Verordening (EG) nr. 327/98 en die worden beheerd op grond van uitvoercertificaten, dient aan de marktdeelnemers die over meer dan een uitvoercertificaat beschikken, toegestaan te worden om meer dan een aanvraag voor een invoercertificaat in te dienen per contingentdeelperiode en dus af te wijken van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, teneinde controles te waarborgen die zijn aangepast aan die invoer. Het in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 327/98 bepaalde bedrag van de zekerheid voor de invoercertificaten voor gedopte rijst dient eveneens te worden afgestemd op het bedrag van de zekerheid waarin is voorzien door artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2003.

    (9)

    Betreffende Verordening (EG) nr. 955/2005 dienen de verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 1785/2003 te worden gepreciseerd en dient te worden vermeld dat de geldigheidsduur van het invoercertificaat wordt berekend vanaf de datum van feitelijke afgifte van het certificaat.

    (10)

    Deze maatregelen dienen te worden toegepast vanaf 1 januari 2007, datum waarop de maatregelen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van toepassing zijn.

    (11)

    De periode voor indiening van de eerste aanvragen als bedoeld in de Verordeningen (EG) nr. 2058/96 en (EG) nr. 955/2005 vangt in 2007 echter aan op een feestdag. Het is daarom dienstig te bepalen dat de eerste aanvragen door de marktdeelnemers pas op de eerste werkdag van het jaar 2007 mogen worden ingediend en dat die eerste periode voor indiening van aanvragen uiterlijk op maandag 8 januari 2007 afloopt. Bovendien zij aangestipt dat de aanvragen voor invoercertificaten voor die eerste periode uiterlijk op maandag 8 januari 2007 aan de Commissie dienen te worden gezonden.

    (12)

    De Verordeningen (EG) nr. 2058/96, (EG) nr. 327/98 en (EG) nr. 955/2005 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (13)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 2058/96 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Aan artikel 1 worden de volgende tweede en derde alinea toegevoegd:

    „Het contingent draagt het volgnummer 09.4079.

    Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening is het bepaalde in de Verordeningen (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (10), (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie (11) en (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (12) van toepassing.

    (10)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1."

    (11)  PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12."

    (12)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”"

    2)

    Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    aan lid 1 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

    „De aanvragen voor een invoercertificaat worden elke week uiterlijk op maandag om 13.00 uur Brusselse tijd bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend. Voor het jaar 2007 gaat de periode voor indiening van de eerste aanvragen echter pas op de eerste werkdag van het jaar 2007 in en loopt zij uiterlijk op 8 januari 2007 af en de eerste maandag waarop aanvragen voor invoercertificaten kunnen worden overgezonden aan de Commissie, overeenkomstig artikel 4, onder a, is maandag 8 januari 2007.”

    b)

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.   In afwijking van artikel 6, lid 1 van (EG) nr. 1301/2006 kan de aanvrager meer dan een certificaataanvraag per contingentperiode indienen. De aanvrager kan echter slechts een certificaataanvraag per week indienen.”

    3)

    Artikel 3 wordt vervangen door:

    „Artikel 3

    1.   Indien de in een week aangevraagde hoeveelheden ertoe leiden dat de beschikbare hoeveelheid van het contingent wordt overschreden, stelt de Commissie uiterlijk op de vierde werkdag volgende op de laatste dag waarop in die week aanvragen konden worden ingediend, een toewijzingscoëfficiënt vast voor de hoeveelheden die in die week zijn aangevraagd, wijst zij de in de volgende weken ingediende aanvragen af en onderbreekt zij de afgifte van invoercertificaten tot het einde van het lopende jaar.

    Indien de in de eerste alinea bedoelde toewijzingscoëfficiënt leidt tot een of meerdere hoeveelheden die minder dan 20 ton per aanvraag bedragen, worden van het totaal van deze hoeveelheden partijen van telkens 20 ton door de lidstaat bij loting aan de gegadigde marktdeelnemers toegewezen. De resterende hoeveelheid wordt gelijkelijk verdeeld tussen de partijen van 20 ton. Indien het echter niet mogelijk is met de som van de hoeveelheden van minder dan 20 ton een partij van 20 ton te vormen, wordt de resterende hoeveelheid door de lidstaat gelijkelijk verdeeld tussen de marktdeelnemers wier certificaat 20 ton of meer bedraagt.

    Indien door de toepassing van de tweede alinea de hoeveelheid waarvoor het certificaat moet worden afgegeven, kleiner is dan 20 ton, kan de certificaataanvraag door de marktdeelnemer worden ingetrokken binnen twee werkdagen na de datum van inwerkingtreding van de verordening waarin de toewijzingscoëfficiënt is vastgesteld.

    2.   Het invoercertificaat wordt afgegeven op de achtste werkdag volgende op de uiterste datum van mededeling van de aanvragen voor invoercertificaten aan de Commissie als bedoeld in artikel 4, onder a.”

    4)

    Artikel 4 wordt vervangen door:

    „Artikel 4

    De lidstaten verstrekken de Commissie langs elektronische weg de volgende gegevens:

    a)

    de laatste dag waarop de certificaataanvragen kunnen worden ingediend, uiterlijk om 18 uur Brusselse tijd: de gegevens betreffende de aanvragen voor invoercertificaten, bedoeld in artikel 11, lid 1, onder a, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers en naar land van oorsprong van de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd.

    b)

    uiterlijk de tweede werkdag volgende op de afgifte van de invoercertificaten: de gegevens betreffende de afgegeven certificaten, als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder b, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers en naar land van oorsprong van de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.

    c)

    uiterlijk op de laatste dag van elke maand: de totale hoeveelheden goederen die in het vrije verkeer zijn gebracht in het kader van dat contingent in de loop van de op twee na laatste maand, opgesplitst naar GN-code met acht cijfers en naar land van oorsprong. Indien er geen goederen in het vrije verkeer zijn gebracht in de bepaalde periode, wordt een mededeling verzonden waarin wordt gemeld dat geen aanvragen zijn ingediend.”

    5)

    In artikel 5, lid 1, onder b, wordt „in de gecombineerde nomenclatuur vastgestelde” vervangen door „in artikel 11quinquies van Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad (13) vastgestelde

    6)

    Artikel 6, lid 2, wordt geschrapt.

    Artikel 2

    Verordening (EG) nr. 327/1998 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In artikel 1, lid 1:

    a)

    wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Deze algemene tariefcontingenten voor invoer zijn verdeeld in tariefcontingenten voor invoer per land van oorsprong en verdeeld in verschillende deelperiodes overeenkomstig bijlage IX.”

    b)

    wordt de volgende derde alinea toegevoegd:

    „Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening is het bepaalde in de Verordeningen (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (14), (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie (15) en (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (16) van toepassing.

    (14)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1."

    (15)  PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12."

    (16)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”"

    2)

    Artikel 2 wordt vervangen door:

    „Artikel 2

    Voor de hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaat is afgegeven voor de in artikel 1, lid 1, onder a, b en e bedoelde contingenten, voor de deelperiode september, kan een aanvraag worden ingediend voor een invoercertificaat voor de deelperiode oktober, voor alle landen van oorsprong waarin is voorzien door het algemeen tariefcontingent voor invoer.”

    3)

    In artikel 3 wordt de derde alinea vervangen door:

    „De uitvoercertificaten die worden afgegeven voor de in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingenten zijn slechts geldig voor de betrokken contingentperiode.”

    4)

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 1 wordt vervangen door:

    „1.   De aanvragen voor een certificaat worden ingediend in de loop van de tien eerste werkdagen van de eerste maand van elke deelperiode.”

    b)

    in lid 2 wordt het tweede streepje geschrapt.

    c)

    aan lid 3 wordt de volgende zin toegevoegd:

    „Het certificaat is slechts geldig voor producten van oorsprong uit het in vak 8 vermelde land.”

    d)

    lid 5 wordt vervangen door:

    „5.   In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 kunnen voor de tariefcontingenten waarop de in artikel 3, eerste alinea, van de onderhavige verordening bedoelde invoercertificaataanvragen betrekking hebben de aanvragers per invoercontingentdeelperiode voor eenzelfde contingentvolgnummer verschillende aanvragen indienen.”

    5)

    Artikel 5 wordt vervangen door:

    „Artikel 5

    De in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt wordt door de Commissie vastgesteld binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de laatste dag van de in artikel 8, onder a, van onderhavige verordening bedoelde mededelingstermijn. De Commissie stelt op hetzelfde moment de voor de volgende deelperiode en, in voorkomend geval, voor de aanvullende deelperiode van de maand oktober beschikbare hoeveelheden vast.

    Indien de in de eerste alinea bedoelde toewijzingscoëfficiënt leidt tot een of meerdere hoeveelheden die minder dan 20 ton per aanvraag bedragen, worden van het totaal van deze hoeveelheden partijen van telkens 20 ton door de lidstaat bij loting aan de gegadigde marktdeelnemers toegewezen. De resterende hoeveelheid wordt gelijkelijk verdeeld tussen de partijen van 20 ton. Indien het niet mogelijk is om met de som van de hoeveelheden van minder dan 20 ton een partij van 20 ton te vormen, wordt de resterende hoeveelheid door de lidstaat gelijkelijk verdeeld tussen de marktdeelnemers wier certificaat 20 ton of meer bedraagt.

    Indien door de toepassing van de tweede alinea, de hoeveelheid waarvoor het certificaat moet worden afgegeven, kleiner is dan 20 ton, kan de certificaataanvraag door de marktdeelnemer worden ingetrokken binnen twee werkdagen na de datum van inwerkingtreding van de verordening waarin de toekenningscoëfficiënt is vastgesteld.”

    6)

    Artikel 6 wordt vervangen door:

    „Artikel 6

    Binnen drie werkdagen, te rekenen vanaf de bekendmaking van de in artikel 5 bedoelde beslissing van de Commissie houdende vaststelling van de beschikbare hoeveelheden, worden de invoercertificaten afgegeven voor de uit de toepassing van artikel 5 voortvloeiende hoeveelheden.”

    7)

    Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 3 wordt geschrapt.

    b)

    in lid 4 wordt de tweede alinea geschrapt.

    8)

    Artikel 8 wordt vervangen door:

    „Artikel 8

    De lidstaten verstrekken de Commissie langs elektronische weg de volgende gegevens:

    a)

    uiterlijk de tweede werkdag volgende op de laatste dag waarop de certificaataanvragen kunnen worden ingediend, om 18 uur Brusselse tijd: de gegevens betreffende de aanvragen voor invoercertificaten, bedoeld in artikel 11, lid 1, onder a, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers en naar land van oorsprong van de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd, onder vermelding van het nummer van het invoercertificaat alsmede het nummer van het uitvoercertificaat wanneer dit vereist is.

    b)

    uiterlijk de tweede werkdag volgende op de afgifte van de invoercertificaten: de gegevens betreffende de afgegeven certificaten, als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder b, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers en naar land van oorsprong van de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, onder vermelding van het nummer van het invoercertificaat alsmede de hoeveelheden waarvoor de certificaataanvragen zijn ingetrokken conform artikel 5, derde alinea.

    c)

    uiterlijk op de laatste dag van elke maand: de totale hoeveelheden goederen die in het vrije verkeer zijn gebracht in het kader van dat contingent in de loop van de op twee na laatste maand, opgesplitst naar GN-code met acht cijfers en naar land van oorsprong, onder vermelding van nadere bijzonderheden over de verpakking indien deze een gewicht heeft kleiner dan of gelijk aan 5 kg. Indien er geen goederen in het vrije verkeer zijn gebracht in de bepaalde periode, wordt een mededeling verzonden waarin wordt gemeld dat geen aanvragen zijn ingediend.”

    9)

    Artikel 10 wordt geschrapt.

    10)

    Bijlage III wordt geschrapt.

    11)

    In bijlage IX wordt „tranche(s)” vervangen door „deelperiode(s)”.

    12)

    Bijlage X wordt geschrapt.

    Artikel 3

    Verordening (EG) nr. 955/2005 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in de eerste alinea wordt „overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1785/2003” vervangen door „overeenkomstig de artikelen 11, 11 bis, 11 quater en 11 quinquies van Verordening (EG) nr. 1785/2003”.

    b)

    de tweede alinea wordt geschrapt.

    c)

    de volgende vierde alinea wordt toegevoegd:

    „Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening is het bepaalde in de Verordeningen (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie, (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie en (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (17) van toepassing

    (17)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.”"

    2)

    Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 2 wordt geschrapt.

    b)

    lid 3 wordt vervangen door:

    „3.   In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 kan de aanvrager meer dan een certificaataanvraag per contingentperiode indienen. De aanvrager kan echter slechts één certificaataanvraag per week per GN-code van acht cijfers indienen.”

    3)

    Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 2 wordt geschrapt.

    b)

    in lid 3 wordt „overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1785/2003” vervangen door „overeenkomstig de artikelen 11, 11 bis, 11 quater en 11 quinquies van Verordening (EG) nr. 1785/2003”.

    4)

    Artikel 4 wordt vervangen door:

    „Artikel 4

    1.   De aanvragen voor een invoercertificaat worden bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend uiterlijk elke maandag om 13.00 uur Brusselse tijd.

    Voor het jaar 2007 gaat de periode voor indiening van de eerste aanvragen echter pas op de eerste werkdag van het jaar 2007 in en loopt zij uiterlijk op 8 januari 2007 af en de eerste maandag waarop aanvragen voor invoercertificaten kunnen worden overgezonden aan de Commissie, overeenkomstig artikel 5, onder a, is maandag 8 januari 2007.

    2.   Het invoercertificaat wordt afgegeven op de achtste werkdag volgende op de laatste dag waarop aanvragen konden worden ingediend, zolang de in artikel 1 vastgestelde hoeveelheid niet wordt bereikt.

    In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1342/2003 is het invoercertificaat slechts geldig tot het einde van de maand volgende op de maand waarin het daadwerkelijk is afgegeven.

    3.   Indien de in een week aangevraagde hoeveelheden ertoe leiden dat de in het kader van het in artikel 1 vastgestelde contingent beschikbare hoeveelheid wordt overschreden, stelt de Commissie uiterlijk op de vierde werkdag volgende op de laatste dag waarop in die week aanvragen konden worden ingediend, een toewijzingscoëfficiënt vast voor de in die week aangevraagde hoeveelheden, wijst zij de in de volgende weken ingediende aanvragen af en onderbreekt zij de afgifte van invoercertificaten tot het einde van het lopende jaar.

    4.   Indien de in lid 3 bedoelde toewijzingscoëfficiënt leidt tot een of meerdere hoeveelheden die minder dan 20 ton per aanvraag bedragen, worden van het totaal van deze hoeveelheden partijen van telkens 20 ton door de lidstaat bij loting aan de gegadigde marktdeelnemers toegewezen. De resterende hoeveelheid wordt gelijkelijk verdeeld tussen de partijen van 20 ton. Indien het niet mogelijk is om met de som van de hoeveelheden van minder dan 20 ton een partij van 20 ton te vormen, wordt de resterende hoeveelheid door de lidstaat gelijkelijk verdeeld tussen de marktdeelnemers wier certificaat 20 ton of meer bedraagt.

    Indien door de toepassing van de eerste alinea de hoeveelheid waarvoor het certificaat moet worden afgegeven kleiner is dan 20 ton, kan de certificaataanvraag door de marktdeelnemer worden ingetrokken binnen twee werkdagen na de datum van inwerkingtreding van de verordening waarin de toekenningscoëfficiënt is vastgesteld.”

    5)

    Artikel 5 wordt vervangen door:

    „Artikel 5

    De lidstaten verstrekken de Commissie langs elektronische weg de volgende gegevens:

    a)

    de laatste dag waarop de certificaataanvragen kunnen worden ingediend, uiterlijk om 18 uur Brusselse tijd: de gegevens betreffende de aanvragen voor invoercertificaten, bedoeld in artikel 11, lid 1, onder a, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers van de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd.

    b)

    uiterlijk de tweede werkdag volgende op de afgifte van de invoercertificaten: de gegevens betreffende de afgegeven certificaten, als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder b, van Verordening (EG) nr. 1301/2006, met een opsplitsing naar GN-code met acht cijfers van de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.

    c)

    uiterlijk op de laatste dag van elke maand: de totale hoeveelheden goederen die in het vrije verkeer zijn gebracht in het kader van dat contingent in de loop van de op twee na laatste maand, opgesplitst naar GN-code met acht cijfers. Indien er geen goederen in het vrije verkeer zijn gebracht in de bepaalde periode, wordt een mededeling verzonden waarin wordt gemeld dat geen aanvragen zijn ingediend.”

    6)

    Artikel 6 wordt geschrapt.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2007.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 21 december 2006.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

    (2)  PB L 122 van 22.5.1996, blz. 15.

    (3)  PB L 270 van 21.10 2003, blz. 96. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

    (4)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

    (5)  PB L 276 van 29.10.1996, blz. 7. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1950/2005 (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 18).

    (6)  PB L 37 van 11.2.1998, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 965/2006 (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 12).

    (7)  PB L 276 van 29.10.1996, blz. 7. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1950/2005 (PB L 312 van 29.10.2005, blz. 18).

    (8)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 410/2006 (PB L 71 van 10.3.2006, blz. 7).

    (9)  PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 945/2006 (PB L 173 van 27.6.2006, blz. 12).


    Top