Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1898

Verordening (EG) nr. 1898/2006 van de Commissie van 14 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

PB L 369 van 23.12.2006, p. 1–19 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 322M van 2.12.2008, p. 364–382 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 21/06/2014; opgeheven door 32014R0664

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1898/oj

23.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 369/1


VERORDENING (EG) Nr. 1898/2006 VAN DE COMMISSIE

van 14 december 2006

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 16 en artikel 17, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 510/2006 zijn de algemene voorschriften inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen vastgesteld en is Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (2) ingetrokken.

(2)

Duidelijkheidshalve moeten Verordening (EEG) nr. 2037/93 van de Commissie van 27 juli 1993 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (3) en Verordening (EG) nr. 383/2004 van de Commissie van 1 maart 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad ten aanzien van de samenvatting van de belangrijkste gegevens uit de productdossiers (4) worden ingetrokken en door een nieuwe verordening worden vervangen.

(3)

De voorwaarden waaronder één natuurlijke of rechtspersoon een registratieaanvraag kan indienen, moeten worden vastgesteld. Specifieke aandacht dient te worden besteed aan de afbakening van het gebied, waarbij rekening moet worden gehouden met het traditionele productiegebied en de kenmerken van het product. Elke producent die in het afgebakende geografische gebied is gevestigd, moet de geregistreerde naam kunnen gebruiken zolang aan de voorwaarden in het productdossier wordt voldaan.

(4)

Alleen een naam die in de handel of in de omgangstaal in gebruik is of historisch is gebruikt om het specifieke landbouwproduct of levensmiddel te benoemen, mag worden geregistreerd. Specifieke voorschriften met betrekking tot de taalversies van een naam, namen die verscheidene onderscheiden producten betreffen en namen die volledig of gedeeltelijk homoniem zijn met namen van planten- of dierenrassen, dienen te worden vastgesteld.

(5)

Het geografische gebied moet uit het oogpunt van het verband worden afgebakend op een gedetailleerde en precieze wijze zodat de producenten of de bevoegde autoriteiten en de controleorganen ondubbelzinnig kunnen weten of de betrokken handelingen binnen het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.

(6)

Een lijst dient te worden vastgesteld van grondstoffen voor producten met oorsprongsbenaming die overeenkomstig artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006 afkomstig mogen zijn uit een geografisch gebied dat groter is dan of verschilt van het verwerkingsgebied. Op grond van artikel 2, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 zijn tot nu toe alleen levende dieren, vlees en melk in de lijst opgenomen. Ter wille van de continuïteit worden geen wijzigingen van die lijst voorgesteld.

(7)

In het productdossier moeten de maatregelen zijn vermeld die worden genomen om het bewijs van de oorsprong te leveren, welke maatregelen het mogelijk moeten maken de weg te volgen van het product, de grondstoffen, de diervoeders en de andere materialen die afkomstig moeten zijn uit het afgebakende geografische gebied.

(8)

Wanneer het verpakken van een landbouwproduct of een levensmiddel of een met de presentatie verband houdende handeling zoals het in plakken snijden of het raspen worden beperkt tot een afgebakend geografisch gebied, betekent dit een beperking van het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten. In het licht van de jurisprudentie van het Hof van Justitie mogen dergelijke beperkingen alleen worden opgelegd als zij noodzakelijk en proportioneel zijn en de faam van de geografische aanduiding of de oorsprongsbenaming hoog kunnen houden. Dergelijke beperkingen moeten worden gemotiveerd.

(9)

Met het oog op een coherente toepassing van Verordening (EG) nr. 510/2006 dienen procedures en modellen voor registratieaanvragen, bezwaarschriften, wijzigingsaanvragen en aanvragen tot annulering te worden vastgesteld.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor beschermde geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Bij de onderhavige verordening worden uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 510/2006 vastgesteld.

Artikel 2

Specifieke bepalingen betreffende groeperingen

Eén enkele natuurlijke of rechtspersoon kan als een groepering in de zin van artikel 5, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 510/2006 worden behandeld, mits wordt aangetoond dat aan de beide volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

de betrokken persoon is de enige producent in het afgebakende geografische gebied die een aanvraag wil indienen;

b)

het afgebakende geografische gebied bezit kenmerken die aanmerkelijk verschillen van die van de aangrenzende gebieden, of de kenmerken van het product verschillen van die van wat in de aangrenzende gebieden wordt geproduceerd.

Artikel 3

Specifieke bepalingen betreffende namen

1.   Alleen een naam die hetzij in de handel, hetzij in de omgangstaal gebruikt wordt om het specifieke landbouwproduct of levensmiddel te benoemen, mag worden geregistreerd.

De naam van een landbouwproduct of levensmiddel mag alleen in die talen worden geregistreerd die worden of historisch werden gebruikt om dat product in het afgebakende geografische gebied te beschrijven.

2.   Een naam wordt geregistreerd in zijn oorspronkelijke schrift. Indien het oorspronkelijke schrift niet uit Latijnse karakters bestaat, wordt ook een transcriptie in Latijnse karakters geregistreerd samen met de naam in zijn oorspronkelijke schrift.

3.   Namen die volledig homoniem zijn met namen van planten- of dierenrassen voor vergelijkbare producten, kunnen niet worden geregistreerd indien vóór het einde van de bezwaarprocedure van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 wordt aangetoond dat sprake is van een zodanige commerciële productie van het ras buiten het afgebakende gebied vóór de aanvraagdatum, dat de consumenten het gevaar lopen de producten die de geregistreerde naam dragen, te verwarren met het betrokken ras.

Namen die gedeeltelijk homoniem zijn met namen van planten- of dierenrassen, kunnen worden geregistreerd, zelfs als ook buiten het gebied sprake is van een belangrijke commerciële productie van het ras, mits de consumenten niet het gevaar lopen de producten met de geregistreerde naam en het betrokken ras met elkaar te verwarren.

4.   Wanneer een aanvraag tot registratie van een naam of tot goedkeuring van een wijziging een beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 510/2006 bevat waarin verscheidene onderscheiden producten van hetzelfde type worden beschreven, moeten de in verband met de registratie gestelde eisen worden vermeld voor elk onderscheiden product.

Voor de toepassing van dit lid wordt onder „onderscheiden producten” verstaan producten waartussen onderscheid wordt gemaakt wanneer deze in de handel worden gebracht.

Artikel 4

Afbakening van het geografische gebied

Het geografische gebied wordt afgebakend uit het oogpunt van het in artikel 4, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde verband.

Het geografische gebied moet worden afgebakend op een gedetailleerde en precieze wijze die geen aanleiding tot dubbelzinnigheid geeft.

Artikel 5

Specifieke bepalingen betreffende grondstoffen en diervoeders

1.   Alleen levende dieren, vlees en melk kunnen worden beschouwd als grondstoffen waarvoor het bepaalde in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006 geldt.

2.   Elke beperking ten aanzien van de oorsprong van grondstoffen voor een product met geografische aanduiding moet worden gemotiveerd in het licht van het in artikel 4, lid 2, onder f), punt ii), van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde verband.

3.   Voor een met een oorsprongsbenaming benoemd product van dierlijke oorsprong moeten in het productdossier gedetailleerde voorschriften betreffende de oorsprong en de kwaliteit van de diervoeders worden opgenomen. De diervoeders moeten zoveel mogelijk afkomstig zijn uit het afgebakende geografische gebied.

Artikel 6

Bewijs van de oorsprong

1.   In het productdossier wordt bepaald over welke procedures de marktdeelnemers moeten beschikken opdat voor het product, de grondstoffen, de diervoeders en de andere materialen die volgens het productdossier uit het afgebakende geografische gebied afkomstig moeten zijn, de gegevens ten bewijze van de oorsprong zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 510/2006 worden verstrekt.

2.   De in lid 1 bedoelde marktdeelnemers dienen te kunnen aangeven:

a)

de leverancier, de hoeveelheid en de oorsprong van alle ontvangen partijen grondstof en/of producten;

b)

de ontvanger, de hoeveelheid en de bestemming van de geleverde producten;

c)

de samenhang tussen elke partij inputs zoals bedoeld onder a) en elke partij outputs zoals bedoeld onder b).

Artikel 7

Verband

1.   De gegevens ten bewijze van de verbanden zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder f), van Verordening (EG) nr. 510/2006 leggen uit hoe de kenmerken van het afgebakende geografische gebied van invloed zijn op het eindproduct.

2.   Ten aanzien van een oorsprongsbenaming moeten in het productdossier de volgende gegevens worden opgenomen:

a)

bijzonderheden over het geografische gebied, waaronder factoren van natuurlijke en menselijke aard, die relevant zijn voor het venband;

b)

bijzonderheden over de hoofdzakelijk of uitsluitend aan het geografische milieu te danken kwaliteit of kenmerken van het landbouwproduct of levensmiddel;

c)

een beschrijving van de causale interactie tussen de onder a) bedoelde bijzonderheden en de onder b) bedoelde bijzonderheden.

3.   Ten aanzien van een geografische aanduiding moeten in het productdossier de volgende gegevens worden opgenomen:

a)

bijzonderheden over het geografische gebied, die relevant zijn voor hetverband;

b)

bijzonderheden over de aan de geografische oorsprong toe te schrijven specifieke kwaliteit, faam of andere kenmerken van het landbouwproduct of het levensmiddel;

c)

een beschrijving van de causale interactie tussen de onder a) bedoelde bijzonderheden en de onder b) bedoelde bijzonderheden.

4.   In het geval van een geografische aanduiding wordt in het productdossier vermeld of dit dossier is gebaseerd op een bepaalde hoedanigheid, de faam of andere kenmerken die kan of kunnen worden toegeschreven aan de geografische oorsprong van het product.

Artikel 8

Verpakking in het afgebakende geografische gebied

Indien de aanvragende groepering in het productdossier bepaalt dat de in artikel 4, lid 2, onder e), van Verordening (EG) nr. 510/2006 genoemde verpakking van het landbouwproduct of levensmiddel moet plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied, moeten de beperkingen van het vrije verkeer van goederen en het vrij verrichten van diensten die specifiek zijn voor het product, worden gemotiveerd.

Artikel 9

Specifieke bepalingen betreffende de etikettering

De lidstaat kan bepalen dat de naam van de autoriteit of het orgaan zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, onder g), van Verordening (EG) nr. 510/2006 moet zijn vermeld op het etiket van het binnen zijn grondgebied geproduceerde landbouwproduct of levensmiddel met beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding.

Artikel 10

Het aanvragen van een registratie

1.   Een registratieaanvraag omvat de overeenkomstig artikel 5, lid 7 of 9, van Verordening (EG) nr. 510/2006 vereiste documenten, naargelang van het geval, en een elektronisch exemplaar van het productdossier en het enige document, wanneer die documenten op grond van de genoemde leden vereist zijn.

Ook moeten gegevens inzake de rechtsvorm, de omvang en de samenstelling van de aanvragende groepering worden ingediend.

2.   De datum van indiening van een aanvraag bij de Commissie is de datum waarop de aanvraag is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie in Brussel.

Artikel 11

Enig document

1.   Het enige document wordt opgesteld overeenkomstig het formulier in bijlage I bij de onderhavige verordening voor elke aanvraag voor een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding in de zin van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 510/2006 en voor elk verzoek tot goedkeuring van een wijziging in de zin van artikel 9, lid 2, van die verordening.

2.   De productcategorie van het landbouwproduct of levensmiddel wordt vermeld overeenkomstig de indeling in bijlage II bij de onderhavige verordening.

3.   De beschrijving van het product in het enige document moet specifieke technische gegevens bevatten die op het gebied van de betrokken productcategorie gewoonlijk worden gebruikt om het product te beschrijven, in voorkomend geval met inbegrip van organoleptische gegevens.

Artikel 12

Grensoverschrijdende aanvragen

Wanneer verscheidene groeperingen een gezamenlijke aanvraag indienen voor een naam die een grensoverschrijdend geografisch gebied aanduidt, of voor een traditionele naam die is verbonden aan een grensoverschrijdend geografisch gebied, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

i)

zijn daarbij alleen lidstaten betrokken, dan wordt de in artikel 5, lid 5, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde nationale bezwaarprocedure in alle betrokken lidstaten toegepast; de aanvraag, met inbegrip van de in artikel 5, lid 7, onder c), van die verordening bedoelde verklaring van alle betrokken lidstaten, wordt door om het even welke van die lidstaten ingediend mede namens de andere lidstaten;

ii)

zijn daarbij alleen derde landen betrokken, dan moet voor al die landen zijn voldaan aan de in artikel 5, lid 9, van Verordening (EG) nr. 510/2006 vastgestelde voorwaarden; de aanvraag, met inbegrip van het in dat lid 9 bedoelde bewijs van de bescherming in elk van de betrokken derde landen, wordt door om het even welke van de betrokken aanvragende groeperingen mede namens de andere groeperingen bij de Commissie ingediend, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van haar land;

iii)

zijn daarbij ten minste één lidstaat en ten minste één derde land betrokken, dan wordt de in artikel 5, lid 5, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde nationale bezwaarprocedure in alle betrokken lidstaten toegepast en moet voor alle betrokken derde landen zijn voldaan aan de bij artikel 5, lid 9, van die verordening vastgestelde voorwaarden; de aanvraag, met inbegrip van de in artikel 5, lid 7, onder c), van die verordening bedoelde verklaring van alle betrokken lidstaten en van het in artikel 5, lid 9, van die verordening bedoelde bewijs van de bescherming in elk van de betrokken derde landen, wordt bij de Commissie ingediend door om het even welke van de betrokken lidstaten of door om het even welke van de betrokken aanvragende groeperingen in derde landen, hetzij rechtstreeks, hetzij via de autoriteiten van het betrokken derde land.

Artikel 13

Bezwaren

1.   Een bezwaarschrift in de zin van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 kan worden opgesteld overeenkomstig het formulier in bijlage III bij de onderhavige verordening.

2.   Bij de vaststelling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006 ziet de Commissie erop toe dat daarin redenen en gronden zijn opgenomen.

3.   De in artikel 7, lid 5, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde termijn van zes maanden begint op de datum van verzending van het verzoek van de Commissie aan de belanghebbende partijen om onderling tot een akkoord te komen.

4.   Wanneer de in artikel 7, lid 5, tweede alinea, eerste zin, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde procedure is beëindigd, deelt de lidstaat waaruit de aanvraag afkomstig is, of de aanvrager uit een derde land de resultaten van elk overleg binnen één maand aan de Commissie mee en kan die lidstaat of aanvrager daartoe het formulier in bijlage IV bij de onderhavige verordening gebruiken.

Artikel 14

Vermeldingen en symbolen

1.   De in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde communautaire symbolen worden weergegeven overeenkomstig het bepaalde in bijlage V bij de onderhavige verordening. De vermeldingen „beschermde oorsprongsbenaming” en „beschermde geografische aanduiding” binnen de symbolen mogen worden vervangen door de daarmee overeenkomende vermeldingen in een andere officiële taal van de Gemeenschap zoals vastgesteld in bijlage V bij de onderhavige verordening.

2.   Wanneer de communautaire symbolen of de in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde vermeldingen voorkomen op het etiket van een product, gaan zij vergezeld van de geregistreerde naam.

Artikel 15

Register

1.   De Commissie houdt het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen”, hierna „het register” genoemd, bij in haar zetel te Brussel.

2.   Bij de inwerkingtreding van een rechtsinstrument tot registratie van een naam legt de Commissie de volgende gegevens vast in het register:

a)

de geregistreerde naam van het product overeenkomstig het bepaalde in artikel 3, lid 2, van de onderhavige verordening;

b)

het gegeven dat de naam is beschermd als een geografische aanduiding dan wel als een oorsprongsbenaming;

c)

de categorie van het product zoals bedoeld in bijlage II bij de onderhavige verordening;

d)

de vermelding van het land van oorsprong;

e)

de verwijzing naar het instrument tot registratie van de naam.

3.   Voor de namen die op grond van artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 510/2006 automatisch worden geregistreerd, legt de Commissie de in lid 2 van het onderhavige artikel bedoelde gegevens uiterlijk op 31 december 2007 in het register vast.

Artikel 16

Wijzigingen van het productdossier

1.   Een aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen van het productdossier wordt opgesteld overeenkomstig het formulier in bijlage VI bij de onderhavige verordening.

2.   In het geval van een aanvraag tot goedkeuring van wijzigingen van het productdossier zoals bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006:

a)

omvat de overeenkomstig artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 vereiste informatie de naar behoren ingevulde aanvraag zoals bedoeld in lid 1 van het onderhavige artikel en de in artikel 5, lid 7, onder c), van die verordening bedoelde verklaring;

b)

omvat de overeenkomstig artikel 5, lid 9, van Verordening (EG) nr. 510/2006 vereiste informatie de naar behoren ingevulde aanvraag zoals bedoeld in lid 1 van het onderhavige artikel en het voorgestelde bijgewerkte productdossier;

c)

omvat de overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bekend te maken informatie het naar behoren ingevulde, overeenkomstig bijlage VI bij de onderhavige verordening opgestelde document.

3.   In het geval van in lid 3 of 4 van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde wijzigingen die de Commissie heeft goedgekeurd, maakt de Commissie het gewijzigde productdossier bekend.

4.   Om als minimaal te worden aangemerkt kan een wijziging geen wijziging zijn die:

a)

betrekking heeft op de wezenlijke kenmerken van het product;

b)

het verband verandert;

c)

een verandering inhoudt van de naam van het product of van welk deel van die naam dan ook;

d)

van invloed is op het afgebakende geografische gebied;

e)

een uitbreiding betekent van beperkingen op de handel in het product of de grondstoffen ervan.

5.   Wanneer de Commissie besluit in te stemmen met een wijziging van het productdossier die onder meer of uitsluitend een verandering behelst van de gegevens die zijn vastgelegd in het in artikel 15 van de onderhavige verordening bedoelde register, schrapt zij de oorspronkelijke gegevens uit het register en legt zij de nieuwe gegevens in het register vast, een en ander met ingang van de inwerkingtreding van dat besluit.

6.   De op grond van het onderhavige artikel aan de Commissie te verstrekken informatie wordt zowel op papier als in elektronische vorm ingediend. De datum van indiening van een wijzigingsaanvraag bij de Commissie is de datum waarop die aanvraag is ingeschreven in het correspondentieregister van de Commissie in Brussel.

Artikel 17

Annulering

1.   De Commissie kan zich op het standpunt stellen dat de inachtneming van de voorwaarden van het productdossier voor een onder een beschermde naam vallend landbouwproduct of levensmiddel niet langer mogelijk is of niet kan worden gewaarborgd, met name indien de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 510/2006 vastgestelde voorwaarden niet zijn vervuld en die situatie waarschijnlijk zal blijven bestaan.

2.   Een verzoek tot annulering van een registratie op grond van artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 wordt opgesteld overeenkomstig bijlage VII bij de onderhavige verordening.

De overeenkomstig artikel 5, leden 7 en 9, van Verordening (EG) nr. 510/2006 vereiste gegevens omvatten het naar behoren ingevulde verzoek tot annulering zoals bedoeld in de eerste alinea van het onderhavige lid.

Artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 510/2006 is niet van toepassing.

Het verzoek tot annulering wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 510/2006.

De overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bekend te maken informatie omvat het naar behoren ingevulde, overeenkomstig bijlage VII bij de onderhavige verordening opgestelde document.

Bezwaarschriften zijn slechts ontvankelijk in de zin van artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006 indien zij aantonen dat een belanghebbende persoon verder commercieel afhankelijk is van de geregistreerde naam.

3.   Wanneer een annulering van kracht wordt, schrapt de Commissie de naam uit het in artikel 15 van de onderhavige verordening bedoelde register.

4.   De op grond van het onderhavige artikel aan de Commissie te verstrekken informatie wordt zowel op papier als in elektronische vorm ingediend.

Artikel 18

Overgangsbepalingen

1.   Indien het enige document overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 wordt vervangen door de samenvatting van het productdossier, wordt die samenvatting opgesteld overeenkomstig het model in bijlage VIII bij de onderhavige verordening.

2.   Voor namen die vóór de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 510/2006 zijn geregistreerd, maakt de Commissie op verzoek van een lidstaat een door die lidstaat ingediend en overeenkomstig het model in bijlage I bij de onderhavige verordening opgesteld enig document bekend. De bekendmaking gaat vergezeld van de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier.

3.   De bepalingen van de onderhavige verordening zijn onder voorbehoud van het volgende van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding:

a)

het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 8 geldt slechts voor procedures tot registratie en tot goedkeuring van wijzigingen in het geval dat de bekendmaking overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 of overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 niet vóór de inwerkingtreding van de onderhavige verordening heeft plaatsgevonden;

b)

het bepaalde in de artikelen 10, 11 en 12, artikel 16, leden 1, 2, 3 en 6, en artikel 17, lid 2, geldt slechts voor aanvragen tot registratie en tot goedkeuring van wijzigingen en verzoeken tot annulering die na 30 maart 2006 zijn ontvangen;

c)

het bepaalde in artikel 13, leden 1, 2 en 3, geldt slechts voor bezwaarprocedures waarvoor de in artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 510/2006 bedoelde termijn van zes maanden op de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening nog niet is ingegaan. Het bepaalde in artikel 13, lid 4, geldt slechts voor bezwaarprocedures waarvoor die termijn van zes maanden op de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening nog niet is verstreken;

d)

het bepaalde in artikel 14, lid 2, wordt uiterlijk op 1 januari 2008 van toepassing, behalve voor producten die vóór die datum in de handel zijn gebracht.

Artikel 19

Intrekking

De Verordeningen (EEG) nr. 2037/93 en (EG) nr. 383/2004 worden ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 20

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bepaalde in artikel 18, lid 3, onder b), is evenwel van toepassing met ingang van 31 maart 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 december 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.

(2)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1.

(3)  PB L 185 van 28.7.1993, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2168/2004 (PB L 371 van 18.12.2004, blz. 12).

(4)  PB L 64 van 2.3.2004, blz. 16.


BIJLAGE I

Image

Image


BIJLAGE II

INDELING VAN DE PRODUCTEN VOOR DE TOEPASSING VAN VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

1.   IN BIJLAGE I BIJ HET VERDRAG GENOEMDE LANDBOUWPRODUCTEN VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE

Categorie 1.1. Vers vlees (en verse slachtafvallen)

Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

Categorie 1.3. Kaas

Categorie 1.4. Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter, enz.)

Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz.)

Categorie 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

Categorie 1.7. Verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren en producten op basis van verse vis en schaal-, schelp- en weekdieren

Categorie 1.8. Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen, enz.)

2.   IN BIJLAGE I BIJ DE VERORDENING GENOEMDE LEVENSMIDDELEN

Categorie 2.1. Bier

Categorie 2.2. Natuurlijk mineraalwater en bronwater (geschrapt) (1)

Categorie 2.3. Dranken op basis van plantenextracten

Categorie 2.4. Brood, gebak, suikerwerk, biscuits en andere bakkerswaren

Categorie 2.5. Natuurlijke gommen en harsen

Categorie 2.6. Mosterdpasta

Categorie 2.7. Deegwaren

3.   IN BIJLAGE II BIJ DE VERORDENING GENOEMDE LANDBOUWPRODUCTEN

Categorie 3.1. Hooi

Categorie 3.2. Etherische oliën

Categorie 3.3. Kurk

Categorie 3.4. Cochenille (grondstof van dierlijke oorsprong)

Categorie 3.5. Bloemen en sierplanten

Categorie 3.6. Wol

Categorie 3.7. Wilgentenen

Categorie 3.8. Gezwingeld vlas


(1)  Alleen nog te gebruiken voor registraties en aanvragen die dateren van vóór 31 maart 2006.


BIJLAGE III

Image

Image


BIJLAGE IV

Image


BIJLAGE V

WEERGAVE VAN DE COMMUNAUTAIRE SYMBOLEN EN DE VERMELDINGEN

1.   COMMUNAUTAIRE SYMBOLEN IN KLEUR OF ZWART-WIT

Wanneer voor de symbolen kleuren worden gebruikt, kunnen rechtstreeks de juiste kleuren (Pantone) worden aangebracht of kan vierkleurendruk worden toegepast. De referentiekleuren zijn hierna aangegeven.

Image

Image

Image

2.   COMMUNAUTAIRE SYMBOLEN IN NEGATIEFDRUK

Als de achtergrondkleur van de verpakking of het etiket donker is, kunnen de symbolen in negatiefdruk worden weergegeven met gebruikmaking van de achtergrondkleur van de verpakking of het etiket.

Image

3.   CONTRAST MET ACHTERGRONDKLEUREN

Als een symbool in kleur wordt gebruikt tegen een gekleurde achtergrond die het symbool moeilijk zichtbaar maakt, moet aan de buitenzijde rond het symbool een begrenzende cirkel worden aangebracht om het contrast met de achtergrondkleuren te verbeteren:

Image

4.   LETTERTYPE

Voor de tekst moeten kapitalen van Times Roman worden gebruikt.

5.   VERKLEINING

De diameter van de communautaire symbolen mag niet kleiner zijn dan 15 mm.

6.   „PROTECTED DESIGNATION OF ORIGIN” EN DE AFKORTING ERVAN IN DE TALEN VAN DE EG

EG-taal

Vermelding

Afkorting

ES

denominación de origen protegida

DOP

CS

chráněné označení původu

CHOP

DA

beskyttet oprindelsesbetegnelse

BOB

DE

geschützte Ursprungsbezeichnung

g.U.

ET

kaitstud päritolunimetus

KPN

EL

προστατευόμενη oνομασία προέλευσης

ΠΟΠ

EN

protected designation of origin

PDO

FR

appellation d’origine protégée

AOP

IT

denominazione d’origine protetta

DOP

LV

aizsargāts cilmes vietas nosaukums

ACVN

LT

saugoma kilmės vietos nuoroda

SKVN

HU

oltalom alatt álló eredetmegjelölés

OEM

MT

denominazzjoni protetta ta’ oriġini

DPO

NL

beschermde oorsprongsbenaming

BOB

PL

chroniona nazwa pochodzenia

CHNP

PT

denominação de origem protegida

DOP

SK

chránené označenie pôvodu

CHOP

SL

zaščitena označba porekla

ZOP

FI

suojattu alkuperänimitys

SAN

SV

skyddad ursprungsbeteckning

SUB

7.   „PROTECTED GEOGRAPHICAL INDICATION” EN DE AFKORTING ERVAN IN DE TALEN VAN DE EG

EG-taal

Vermelding

Afkorting

ES

indicación geográfica protegida

IGP

CS

chráněné zeměpisné označení

CHZO

DA

beskyttet geografisk betegnelse

BGB

DE

geschützte geografische Angabe

g.g.A.

ET

kaitstud geograafiline tähis

KGT

EL

προστατευόμενη γεωγραφική ένδειξη

ΠΓΕ

EN

protected geographical indication

PGI

FR

indication géographique protégée

IGP

IT

indicazione geografica protetta

IGP

LV

aizsargāta ģeogrāfiskās izcelsmes norāde

AĢIN

LT

saugoma geografinė nuoroda

SGN

HU

oltalom alatt álló földrajzi jelzés

OFJ

MT

indikazzjoni ġeografika protetta

IĠP

NL

beschermde geografische aanduiding

BGA

PL

chronione oznaczenie geograficzne

CHOG

PT

indicação geográfica protegida

IGP

SK

chránené zemepisné označenie

CHZO

SL

zaščitena geografska označba

ZGO

FI

suojattu maantieteellinen merkintä

SMM

SV

skyddad geografisk beteckning

SGB


BIJLAGE VI

Image


BIJLAGE VII

Image


BIJLAGE VIII

Image

Image


Top