Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R1635

    Verordening (EG) nr. 1635/2006 van de Commissie van 6 november 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

    PB L 306 van 7.11.2006, p. 3–9 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 327M van 5.12.2008, p. 755–764 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 08/08/2020; opgeheven door 32020R1158

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1635/oj

    7.11.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 306/3


    VERORDENING (EG) Nr. 1635/2006 VAN DE COMMISSIE

    van 6 november 2006

    houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad van 22 maart 1990 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (1), en met name op artikel 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 1661/1999 van de Commissie van 27 juli 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (2) is meermaals gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking te worden overgegaan, zoals bepaald in het lopende programma voor vereenvoudiging dat als bijlage is gevoegd bij de mededeling van de Commissie inzake een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving (3).

    (2)

    Een groot aantal derde landen heeft als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl op 26 april 1986 te maken gehad met neerslag van radioactief cesium. In partijen uit een aantal derde landen ingevoerde paddenstoelen van bepaalde soorten is herhaaldelijk een overschrijding van de maximumniveaus van radioactieve besmetting geconstateerd.

    (3)

    In bepaalde delen van het grondgebied van sommige lidstaten is sprake geweest van een vergelijkbare neerslag.

    (4)

    Bossen en beboste percelen zijn over het algemeen de natuurlijke habitat van wilde paddenstoelen en dergelijke ecosystemen hebben de neiging radioactief cesium in een cyclische uitwisseling tussen bodem en vegetatie vast te houden.

    (5)

    Als gevolg daarvan is de aanhoudende besmetting van wilde paddenstoelen met radioactief cesium in de periode na het ongeluk in Tsjernobyl nauwelijks afgenomen en is zij in het geval van bepaalde soorten mogelijk juist toegenomen.

    (6)

    De Commissie heeft in 1986 een beoordeling uitgevoerd van de mogelijke risico’s van met radioactief cesium besmette levensmiddelen voor de menselijke gezondheid en deze nadien bijgewerkt. Die beoordeling van mogelijke risico’s is op dit ogenblik nog steeds geldig, rekening houdend met de halveringstijd van de betrokken stof, en bovendien stemt het maximumniveau grotendeels overeen met het door de Commissie van de Codex Alimentarius aanbevolen niveau.

    (7)

    De lidstaten moeten overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 737/90 producten van oorsprong uit derde landen aan een controle onderwerpen.

    (8)

    Bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (4) is een systeem voor snelle waarschuwingen betreffende informatie over een direct of indirect risico voor de gezondheid van de mens, verband houdend met een levensmiddel of diervoeder, ingesteld. Dat systeem dient naar analogie te worden toegepast op de kennisgeving van gevallen van niet-inachtneming van de bepalingen inzake de maximumniveaus uit hoofde van deze verordening.

    (9)

    De maatregelen in situ op het grondgebied van de lidstaten vloeien voort uit de wettelijke verplichtingen van die staten uit hoofde van de artikelen 35 en 36 van het Euratom-Verdrag, de reeds genoemde communautaire maatregelen en nationale maatregelen en controles die, bij elkaar genomen, qua gelijkwaardigheid van het resultaat, gelijk zijn aan die welke in deze verordening worden vastgesteld. De Commissie neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de lidstaten in dit opzicht daadwerkelijk aan hun wettelijke verplichtingen voldoen. Met name heeft de Commissie op 14 april 2003 Aanbeveling 2003/274/EG inzake de bescherming en voorlichting van de bevolking ten aanzien van blootstelling door de aanhoudende besmetting met radioactief cesium van bepaalde uit het wild afkomstige levensmiddelen ten gevolge van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (5) gedaan.

    (10)

    Ook al moeten de bepalingen inzake de bemonstering en analyse van diverse landbouwproducten in de toekomst nader onder de loep worden genomen, de bepalingen met betrekking tot paddenstoelen dienen onverwijld te worden aangescherpt.

    (11)

    Om doeltreffender controles mogelijk te maken, is het bijgevolg noodzakelijk een beperkt aantal douanekantoren aan te wijzen waar bepaalde producten voor het vrije verkeer in de Gemeenschap kunnen worden aangegeven.

    (12)

    De lijsten van douanekantoren en derde landen kunnen zo nodig worden herzien, onder meer rekening houdend met de toekomstige inachtneming van de maximumniveaus en andere informatie aan de hand waarvan de Commissie kan beoordelen of een derde land op de lijst moet worden gehandhaafd.

    (13)

    Om dezelfde reden is het dienstig dat voor elke partij van dergelijke producten een uitvoercertificaat zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 737/90, wordt overgelegd.

    (14)

    Het moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten worden toegestaan om naar eigen goeddunken kosten in rekening te brengen voor de bemonstering en analyse en voor de vernietiging of terugzending van het product, mits in geval van vernietiging of terugzending van het product het evenredigheidsbeginsel in acht wordt genomen en mits in ieder geval de in rekening gebrachte kosten de werkelijk gemaakte kosten niet te boven gaan.

    (15)

    De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met de internationale verplichtingen van de Gemeenschap, met name die welke voortvloeien uit de overeenkomsten tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie, rekening houdend met het recht van de Gemeenschap om maatregelen vast te stellen en toe te passen die nodig zijn om het op het grondgebied van haar lidstaten gekozen niveau van gezondheidsbescherming te halen.

    (16)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 737/90 bedoelde Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De controle op het gehalte aan radioactief cesium zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 737/90, van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten, om na te gaan of de in die verordening vastgestelde maximumniveaus niet zijn overschreden, wordt uitgevoerd door de lidstaat waar de producten in het vrije verkeer worden gebracht, en uiterlijk op dat tijdstip.

    2.   De controle wordt uitgevoerd door middel van steekproeven, waarbij de volgende minimumnormen in acht worden genomen:

    a)

    onverminderd lid 3, onder b), wordt de intensiteit van de controle door de lidstaat bepaald op grond van met name de besmettingsgraad van het land van oorsprong, de kenmerken van de betrokken producten, de resultaten van eerdere controles en de in artikel 3 bedoelde uitvoercertificaten;

    b)

    onverminderd de aanvullende maatregelen zoals bedoeld in de artikelen 5 en 6 van Verordening (EEG) nr. 737/90, worden, wanneer wordt geconstateerd dat voor een product van oorsprong uit een derde land de maximumniveaus zijn overschreden, alle producten van dezelfde soort van oorsprong uit dat derde land aan verscherpte controles onderworpen.

    3.   De controle van specifieke producten wordt uitgevoerd met inachtneming van de volgende voorschriften:

    a)

    voor slachtdieren vindt de controle plaats onverminderd de in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (6) en Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (7) vastgestelde douanevoorschriften, en de diergezondheidseisen. De goederen worden pas voor het vrije verkeer vrijgegeven na overlegging van een certificaat dat is afgegeven door de voor de controle verantwoordelijke diensten en waarin wordt bevestigd dat het vlees aan een controle is onderworpen en dat daarbij geen overschrijding van de maximumniveaus is geconstateerd;

    b)

    voor de in bijlage I genoemde producten, van oorsprong uit de in bijlage II genoemde derde landen, wordt de documentcontrole uitgevoerd aan de hand van de in artikel 3 bedoelde, naar behoren ingevulde uitvoercertificaten bij iedere zending. Elke zending van meer dan 10 kg vers product of het equivalent daarvan wordt aan een stelselmatige bemonstering en analyse onderworpen, waarbij op passende wijze rekening wordt gehouden met de informatie in het uitvoercertificaat. Deze producten mogen slechts op een beperkt aantal douanekantoren voor het vrije verkeer in de lidstaat van bestemming worden aangegeven. Nadat de lidstaten hebben laten weten welke douanekantoren het betreft, wordt de lijst van douanekantoren in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

    4.   Indien voor een bepaald product wordt geconstateerd dat de maximumniveaus zijn overschreden, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat verlangen dat het ingevoerde product wordt vernietigd of naar het land van oorsprong wordt teruggezonden. In het laatste geval zal aan de douaneautoriteit die geweigerd heeft het product vrij te geven voor het vrije verkeer, een schriftelijk bewijs worden toegezonden dat het product het grondgebied van de Gemeenschap heeft verlaten.

    5.   Voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde producten mogen de bevoegde autoriteiten aan de importeur kosten in rekening brengen voor de bemonstering en analyse van de producten op hun conformiteit met Verordening (EEG) nr. 737/90. Voor zendingen die de maximumniveaus overschrijden, mogen de bevoegde autoriteiten de kosten in verband met de vernietiging van de zending of de terugzending ervan naar het land van oorsprong op de beoogde importeur verhalen.

    Artikel 2

    1.   Elke lidstaat past naar analogie artikel 50 van Verordening (EG) nr. 178/2002 toe om de Commissie onverwijld mededeling te doen van de gevallen van overschrijding van de in Verordening (EEG) nr. 737/90 vastgestelde maximumniveaus, met vermelding van het land van oorsprong, de omschrijving van de goederen en de graad van besmetting, het vervoermiddel, de identiteit van de exporteur en de ten aanzien van de betrokken goederen getroffen maatregelen.

    2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de instanties die met de uitvoering van de controles zijn belast.

    3.   De Commissie brengt de lidstaten via het bij Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde communautaire systeem voor snelle waarschuwingen onverwijld op de hoogte van de gevallen waarin de maximumniveaus zijn overschreden.

    Artikel 3

    1.   De lidstaten vergewissen zich ervan dat in de uitvoercertificaten die zijn afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de in bijlage II genoemde derde landen, is verklaard dat voor de producten waarop zij betrekking hebben, de maximumniveaus als bepaald in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 737/90 niet zijn overschreden. De uitvoercertificaten worden opgesteld op een formulier dat is gedrukt op wit papier en dat overeenstemt met het in bijlage III opgenomen model.

    2.   De Commissie deelt de lidstaten de ontvangen gegevens mee betreffende de instanties die in de derde landen in kwestie gemachtigd zijn uitvoercertificaten af te geven.

    Artikel 4

    Verordening (EG) nr. 1661/1999 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

    Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 6 november 2006.

    Voor de Commissie

    Andris PIEBALGS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 82 van 29.3.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

    (2)  PB L 197 van 29.7.1999, blz. 17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

    (3)  COM(2005) 535 def.

    (4)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 575/2006 van de Commissie (PB L 100 van 8.4.2006, blz. 3).

    (5)  PB L 99 van 17.4.2003, blz. 55.

    (6)  PB L 302 van 13.10.1992, blz. 1.

    (7)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.


    BIJLAGE I

    Lijst van producten waarvoor aan het bepaalde in artikel 1, lid 3, onder b), moet zijn voldaan

    GN-codes:

    ex 0709 59

    Paddenstoelen, vers of gekoeld, met uitzondering van gekweekte paddenstoelen

    ex 0710 80 69

    Paddenstoelen (ook indien gestoomd of in water gekookt), bevroren, met uitzondering van gekweekte paddenstoelen

    ex 0711 59 00

    Paddenstoelen, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van gekweekte paddenstoelen

    ex 0712 39 00

    Gedroogde paddenstoelen, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid, met uitzondering van gekweekte paddenstoelen

    ex 2001 90 50

    Paddenstoelen, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur, met uitzondering van gekweekte paddenstoelen

    ex 2003 90 00

    Paddenstoelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, met uitzondering van gekweekte paddenstoelen


    BIJLAGE II

    Lijst van de in artikel 3 bedoelde derde landen

     

    Albanië

     

    Belarus

     

    Bosnië en Herzegovina

     

    Bulgarije

     

    Kroatië

     

    Liechtenstein

     

    Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

     

    Moldavië

     

    Montenegro

     

    Noorwegen

     

    Roemenië

     

    Rusland

     

    Servië

     

    Zwitserland

     

    Turkÿe

     

    Oekraïne


    BIJLAGE III

    UITVOERCERTIFICAAT VOOR LANDBOUWPRODUCTEN (ÉÉN CERTIFICAAT PER SOORT)

    Dit certificaat moet in drievoud worden gedeponeerd bij de aangifte voor het vrije verkeer en moet door de douane worden bewaard

    Image

    Image


    Top