This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32006L0058
Council Directive 2006/58/EC of 27 June 2006 amending Council Directive 2002/38/EC as regards the period of application of the value added tax arrangements applicable to radio and television broadcasting services and certain electronically supplied services
Richtlijn 2006/58/EG van de Raad van 27 juni 2006 tot wijziging van Richtlijn 2002/38/EG wat betreft de toepassingsduur van de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde voor bepaalde diensten die langs elektronische weg worden verricht alsook radio- en televisieomroepdiensten
Richtlijn 2006/58/EG van de Raad van 27 juni 2006 tot wijziging van Richtlijn 2002/38/EG wat betreft de toepassingsduur van de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde voor bepaalde diensten die langs elektronische weg worden verricht alsook radio- en televisieomroepdiensten
PB L 174 van 28.6.2006, p. 5–6
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 294M van 25.10.2006, p. 272–273
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; opgeheven door 32006L0112
28.6.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 174/5 |
RICHTLIJN 2006/58/EG VAN DE RAAD
van 27 juni 2006
tot wijziging van Richtlijn 2002/38/EG wat betreft de toepassingsduur van de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde voor bepaalde diensten die langs elektronische weg worden verricht alsook radio- en televisieomroepdiensten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2002/38/EG van de Raad van 7 mei 2002 tot wijziging, voor een gedeelte tijdelijk, van Richtlijn 77/388/EEG met betrekking tot de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde die van toepassing is op bepaalde diensten die langs elektronische weg worden verricht alsook op radio- en televisieomroepdiensten (1), en met name op artikel 5,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De evaluatie als bedoeld in artikel 5 van Richtlijn 2002/38/EG is uitgevoerd. |
(2) |
Uit deze evaluatie blijkt dat de bepalingen van artikel 1 van Richtlijn 2002/38/EG naar tevredenheid hebben gefunctioneerd en hun doel hebben bereikt. |
(3) |
De Commissie heeft op 29 december 2003 een voorstel voor een richtlijn ingediend met betrekking tot de plaats van diensten bij handelingen tussen belastingplichtigen, dat werd gewijzigd bij haar voorstel van 22 juli 2005 teneinde ook verrichtingen door belastingplichtigen voor niet-belastingplichtige afnemers te bestrijken. Krachtens het gewijzigde voorstel worden alle omroepdiensten en diensten die langs elektronische weg worden verricht, op de plaats van verbruik belast. |
(4) |
De Commissie heeft op 4 november 2004 een voorstel voor een richtlijn ingediend met het oog op de vereenvoudiging van de BTW-verplichtingen, dat voorziet in een meer algemene elektronische regeling dan die van Richtlijn 2002/38/EG, teneinde het nakomen van fiscale verplichtingen in verband met grensoverschrijdende diensten te vergemakkelijken. |
(5) |
Ofschoon aanzienlijke vorderingen zijn gemaakt met het oog op de aanneming, op basis van voornoemde wetgevingsvoorstellen, van de nodige ruimere maatregelen ter vervanging van de maatregelen van artikel 1 van Richtlijn 2002/38/EG, is het niet mogelijk gebleken eerstgenoemde maatregelen aan te nemen vóór het verstrijken van laatstgenoemde maatregelen op 30 juni 2006. |
(6) |
Met het oog op de aanneming van die ruimere maatregelen op korte of middellange termijn, en in het licht van de resultaten van de hierboven genoemde evaluatie, is het voor de goede werking van de interne markt en een verdere opheffing van mededingingsverstoringen, dienstig dat de bepalingen van artikel 1 van Richtlijn 2002/38/EG die van toepassing zijn op bepaalde diensten die langs elektronische weg worden verricht alsook op radio- en televisieomroepdiensten, van toepassing blijven tot 31 december 2006. |
(7) |
Artikel 5 van Richtlijn 2002/38/EG bepaalt dat de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie de geldigheid van de bepalingen kan verlengen indien dit om praktische redenen noodzakelijk wordt geacht. |
(8) |
Richtlijn 2002/38/EG dient derhalve in die zin te worden aangepast. |
(9) |
Gezien het dringend karakter van deze kwestie en om te voorkomen dat een juridische leemte ontstaat, moet een uitzondering worden gemaakt op de periode van zes weken als bedoeld in punt I.3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen gehechte Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 4 van Richtlijn 2002/38/EG wordt vervangen door:
„Artikel 4
Artikel 1 is van toepassing tot en met 31 december 2006.”.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om met werking vanaf 1 juli 2006 aan deze richtlijn te voldoen. De lidstaten delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Luxemburg, 27 juni 2006.
Voor de Raad
De voorzitter
J. PRÖLL
(1) PB L 128 van 15.5.2002, blz. 41.