Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R1810

    Verordening (EG) nr. 1810/2005 van de Commissie van 4 november 2005 ter verlening van een nieuwe vergunning voor tien jaar voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding, een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding en een voorlopige vergunning voor nieuwe toepassingen van bepaalde al toegelaten toevoegingsmiddelen in de diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 291 van 5.11.2005, p. 5–11 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 321M van 21.11.2006, p. 112–118 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 06/07/2023

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1810/oj

    5.11.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 291/5


    VERORDENING (EG) Nr. 1810/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 4 november 2005

    ter verlening van een nieuwe vergunning voor tien jaar voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding, een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding en een voorlopige vergunning voor nieuwe toepassingen van bepaalde al toegelaten toevoegingsmiddelen in de diervoeding

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), en met name op artikel 3, artikel 9, artikel 9.D, lid 1, en artikel 9.E, lid 1,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (2), en met name op artikel 25,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet in de toelating van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

    (2)

    Artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 bevat overgangsmaatregelen voor vergunningaanvragen betreffende toevoegingsmiddelen die vóór de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1831/2003 overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn ingediend.

    (3)

    De aanvragen voor de in de bijlagen bij deze verordening genoemde toevoegingsmiddelen zijn vóór de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingediend.

    (4)

    De eerste opmerkingen betreffende deze aanvragen zijn krachtens artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/524/EEG vóór de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 1831/2003 aan de Commissie toegezonden. Die aanvragen moeten dus nog overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 70/524/EEG worden behandeld.

    (5)

    Voor het gebruik van de groeibevorderende stof „Formi LHS (kaliumdiformiaat)” is bij Verordening (EG) nr. 1334/2001 van de Commissie (3) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor biggen en mestvarkens. De persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van „Formi LHS (kaliumdiformiaat)” heeft een aanvraag ingediend voor een definitieve vergunning voor tien jaar. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3 A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Voor het gebruik van dit preparaat, zoals omschreven in bijlage I, moet derhalve een vergunning voor tien jaar worden verleend.

    (6)

    Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel „clinoptiloliet van sedimentaire oorsprong”, behorende tot de groep „Bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen”, is bij Verordening (EG) nr. 1887/2000 van de Commissie (4) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor varkens en mestkippen en -kalkoenen en voor runderen en zalm. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag van een vergunning zonder tijdsbeperking voor dat toevoegingsmiddel. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3 A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dat toevoegingsmiddel, zoals omschreven in bijlage II, moet daarom zonder tijdsbeperking worden toegestaan.

    (7)

    Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel „natriumferrocyanide”, behorende tot de groep „Bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen”, is bij Verordening (EG) nr. 256/2002 van de Commissie (5) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor alle diersoorten of -categorieën. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag van een vergunning zonder tijdsbeperking voor dat toevoegingsmiddel. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3 A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dat toevoegingsmiddel, zoals omschreven in bijlage II, moet daarom zonder tijdsbeperking worden toegestaan.

    (8)

    Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel „kaliumferrocyanide”, behorende tot de groep „Bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen”, is bij Verordening (EG) nr. 256/2002 voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor alle diersoorten of -categorieën. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag van een vergunning zonder tijdsbeperking voor dat toevoegingsmiddel. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3 A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dat toevoegingsmiddel, zoals omschreven in bijlage II, moet daarom zonder tijdsbeperking worden toegestaan.

    (9)

    Voor het gebruik van het enzympreparaat endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (CNCM MA 6-10 W), is bij Verordening (EG) nr. 418/2001 van de Commissie (6) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor legkippen. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvraag van een vergunning zonder tijdsbeperking voor dit enzympreparaat. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 3 A van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dat enzympreparaat, zoals omschreven in bijlage III, moet daarom voor onbeperkte duur worden toegestaan

    (10)

    Voor het gebruik van het preparaat van micro-organismen Enterococcus faecium (NCIMB 11181) is bij Verordening (EG) nr. 1333/2004 van de Commissie (7) een vergunning zonder tijdsbeperking verleend voor kalveren en biggen. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvraag om uitbreiding van de vergunning voor het gebruik van dit preparaat van micro-organismen tot mestkippen. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft op 13 april 2005 een positief advies uitgebracht betreffende de veiligheid van het gebruik van dat toevoegingsmiddel voor de diercategorie mestkippen onder de in bijlage IV bij deze verordening vermelde gebruiksvoorwaarden. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 9 E, lid 1, van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dat preparaat van micro-organismen, zoals omschreven in bijlage IV, moet daarom voorlopig voor vier jaar worden toegestaan.

    (11)

    Voor het gebruik van het preparaat van micro-organismen Enterococcus faecium (CECT 4515) is bij Verordening (EG) nr. 654/2000 van de Commissie (8) voor het eerst een voorlopige vergunning verleend voor kalveren en biggen. Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvraag om uitbreiding van de vergunning voor het gebruik van dit preparaat van micro-organismen tot mestkippen. De EFSA heeft op 13 april 2005 een positief advies uitgebracht betreffende de veiligheid van het gebruik van dat toevoegingsmiddel voor de diercategorie mestkippen onder de in bijlage IV bij deze verordening vermelde gebruiksvoorwaarden. Uit de beoordeling blijkt dat aan de voorwaarden van artikel 9 E, lid 1, van Richtlijn 70/524/EEG voor een dergelijke vergunning wordt voldaan. Het gebruik van dat preparaat van micro-organismen, zoals omschreven in bijlage IV, moet daarom voorlopig voor vier jaar worden toegestaan.

    (12)

    Uit de beoordeling van deze aanvragen blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om werknemers tegen blootstelling aan de in de bijlagen opgenomen toevoegingsmiddelen te beschermen. Die bescherming moet worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (9).

    (13)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het in bijlage I omschreven, tot de groep „Groeibevorderende stoffen” behorende preparaat wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor tien jaar voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Voor de in bijlage II omschreven, tot de groep „Bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen” behorende toevoegingsmiddelen wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

    Artikel 3

    Voor het in bijlage III omschreven, tot de groep „Enzymen” behorende preparaat wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning zonder tijdsbeperking voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

    Artikel 4

    Voor de in bijlage IV omschreven, tot de groep „Micro-organismen” behorende preparaten wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een voorlopige vergunning voor vier jaar voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

    Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 4 november 2005.

    Voor de Commissie

    Markos KYPRIANOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1800/2004 van de Commissie (PB L 317 van 16.10.2004, blz. 37).

    (2)  PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 8).

    (3)  PB L 180 van 3.7.2001, blz. 18. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 676/2003 (PB L 97 van 15.4.2003, blz. 29).

    (4)  PB L 227 van 7.9.2000, blz. 13.

    (5)  PB L 41 van 13.2.2002, blz. 6.

    (6)  PB L 62 van 2.3.2001, blz. 3.

    (7)  PB L 247 van 21.7.2004, blz. 11.

    (8)  PB L 79 van 30.3.2000, blz. 26. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2200/2001 (PB L 299 van 15.11.2001, blz. 1).

    (9)  PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


    BIJLAGE I

    Registratienummer van het toevoegingsmiddel

    Naam en registratienummer van de persoon die verantwoordelijk is voor het in het verkeer brengen van het toevoegingsmiddel

    Toevoegingsmiddel

    (handelsnaam)

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving

    Diersoort of -categorie

    Maximum- leeftijd

    Minimum

    Maximum

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    mg werkzame stof/kg volledig diervoeder

    Groeibevorderende stoffen

    E 800

    BASF Aktiengesellschaft

    Kaliumdiformiaat (Formi LHS)

    Samenstelling toevoegingsmiddel:

     

    kaliumdiformiaat, vast min. 98 %

     

    silicaat: max. 1,5 %,

     

    water: max. 0,5 %

    Werkzame stof:

     

    kaliumdiformiaat, vast

     

    KH(COOH)2

     

    CAS nr. 20642-05-1

    Biggen (gespeend)

    6 000

    18 000

    Voor gebruik bij gespeende biggen tot ongeveer 35 kg

    25.11.2015

    Mestvarkens

    6 000

    12 000

    25.11.2015


    BIJLAGE II

    Nr.

    (of EG- nr).

    Toevoegingsmiddel

    Chemische formule en beschrijving

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimum

    Maximum

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    mg/kg volledig diervoeder

    Bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen

    E 568

    Clinoptiloliet van sedimentaire oorsprong

    Gehydrateerd calciumaluminosilicaat van sedimentaire oorsprong dat ten minste 80 % clinoptiloliet en ten hoogste 20 % kleimineralen, en geen vezels of kwarts bevat

    Mestvarkens

    20 000

    Alle diervoeders

    Onbeperkt

    Mestkippen

    20 000

    Alle diervoeders

    Onbeperkt

    Mestkalkoenen

    20 000

    Alle diervoeders

    Onbeperkt

    Runderen

    20 000

    Alle diervoeders

    Onbeperkt

    Zalm

    20 000

    Alle diervoeders

    Onbeperkt

    E 535

    Natriumferrocyanide

    Na4[Fe(CN)6]. 10H2O

    Alle diersoorten of -categorieën

    Maximum: 80 mg/kg NaCl (berekend als ferrocyanide-ion)

    Onbeperkt

    E 536

    Kaliumferrocyanide

    K4[Fe(CN)6]. 3H2O

    Alle diersoorten of -categorieën

    Maximum: 80 mg/kg NaCl (berekend als ferrocyanide-ion)

    Onbeperkt


    BIJLAGE III

    EG-nr.

    Toevoegingsmiddel

    Chemische formule en beschrijving

    Diersoort of -categorie

    Maximum-leeftijd

    Minimum

    Maximum

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    Aantal activiteitseenheden/kg volledig diervoeder

    Enzymen

    E 1613

    Endo-1,4-bèta-xylanase EC 3.2.1.8

    Bereiding van endo-1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (CNCM MA 6-10 W), met een minimale activiteit van:

     

    poeder: 70 000 IFP (1)/g

     

    vloeibaar: 7 000 IFP/ml

    Legkippen

    840 IFP

    1.

    In de gebruiksaanwijzing van het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de maximale opslagduur en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

    2.

    Aanbevolen dosis per kg volledig diervoeder: 840 IFP.

    3.

    Voor gebruik in mengvoeders die rijk zijn aan niet-zetmeelpolysachariden (vooral arabinoxylanen), bv. voeders die meer dan 40 % tarwe bevatten.

    Onbeperkt


    (1)  1 IFP is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 4,8 en een temperatuur van 50 °C 1 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit haverxylaan.


    BIJLAGE IV

    EG-nr. of Nr.

    Toevoegingsmiddel

    Chemische formule en beschrijving

    Diersoort of -categorie

    Maximum-leeftijd

    Minimum

    Maximum

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    CFU/kg volledig diervoeder

    Micro-organismen

    15

    Enterococcus faecium

    NCIMB 11181

    Bereiding van Enterococcus faecium met ten minste

     

    poeder:

    4 × 1011 CFU/g toevoegingsmiddel

     

    gecoat:

    5 × 1010 CFU/g toevoegingsmiddel

    Mestkippen

    2,5 × 108

    15 × 109

    In de gebruiksaanwijzing van het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de maximale opslagduur en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

    25.11.2009

    18

    Enterococcus faecium

    CECT 4515

    Mengsel van Enterococcus faecium met ten minste:

    1 × 109 CFU/g toevoegingsmiddelen

    Mestkippen

    1 × 109

    1 × 109

    In de gebruiksaanwijzing van het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de maximale opslagduur en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

    25.11.2009


    Top