This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005R0202
Council Regulation (EC, Euratom) No 202/2005 of 18 January 2005 amending Regulation No 422/67/EEC, No 5/67/Euratom determining the emoluments of the President and Members of the Commission and of the President, Judges, Advocates-General and Registrar of the Court of Justice and of the President, Members and Registrar of the Court of First Instance
Verordening (EG, Euratom) nr. 202/2005 van de Raad van 18 januari 2005 tot wijziging van Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg
Verordening (EG, Euratom) nr. 202/2005 van de Raad van 18 januari 2005 tot wijziging van Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg
PB L 33 van 5.2.2005, p. 1–2
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO, HR)
PB L 159M van 13.6.2006, p. 107–108
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 03/03/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0300
5.2.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 33/1 |
VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 202/2005 VAN DE RAAD
van 18 januari 2005
tot wijziging van Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie en de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 210,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 123,
Gelet op Besluit 2004/752/EG, Euratom van de Raad van 2 november 2004 tot instelling van een Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Besluit 2004/752/EG, Euratom heeft de Raad aan het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen een rechterlijke kamer toegevoegd die uitspraak doet over geschillen inzake het ambtenarenrecht van de Europese Unie, „Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie” genoemd. |
(2) |
Artikel 225 A, zesde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en artikel 140 B, zesde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie bepalen dat de bepalingen van deze Verdragen betreffende het Hof van Justitie van toepassing zijn op de rechterlijke kamers. |
(3) |
De salarissen, pensioenen en vergoedingen van de president, de leden en de griffier van dat Gerecht moeten worden vastgesteld. |
(4) |
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom (2) moet derhalve worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De titel wordt als volgt gelezen: |
2) |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 21 quater 1. Behoudens de leden 2 en 3 zijn de bepalingen van deze verordening met betrekking tot de president, de leden en de griffier van het Hof van Justitie alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg van toepassing op de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken. 2. Het maandelijkse basissalaris van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken is gelijk aan het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van de volgende percentages op het basissalaris van een ambtenaar van de Europese Gemeenschappen in rang 16, derde salaristrap (A*16, derde salaristrap, tot en met 30 april 2006):
3. De in artikel 4, lid 3, bedoelde maandelijkse representatietoelage bedraagt:
De president van het Gerecht voor ambtenarenzaken alsmede de presidenten van de kamers van drie rechters ontvangen bovendien voor de duur van hun mandaat een ambtsvergoeding van 500 EUR per maand.”. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 januari 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
J.-C. JUNCKER
(1) PB L 333 van 9.11.2004, blz. 7.
(2) PB 187 van 8.8.1967, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1292/2004 (PB L 243 van 15.7.2004, blz. 23).