EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R0127

Verordening (EG) nr. 127/2005 van de Commissie van 27 januari 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 20/2002 houdende bepalingen ter uitvoering van de bij de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 van de Raad vastgestelde specifieke voorzieningsregelingen voor de ultraperifere regio’s

PB L 25 van 28.1.2005, p. 12–15 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 02/06/2006; stilzwijgende opheffing door 32006R0793

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/127/oj

28.1.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 25/12


VERORDENING (EG) Nr. 127/2005 VAN DE COMMISSIE

van 27 januari 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 20/2002 houdende bepalingen ter uitvoering van de bij de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 van de Raad vastgestelde specifieke voorzieningsregelingen voor de ultraperifere regio’s

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen, houdende wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 525/77 en (EEG) nr. 3763/91 (Poseidom) (1), en met name op artikel 3, lid 6, artikel 22 en artikel 26, tweede alinea,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1600/92 (Poseima) (2), en met name op artikel 3, lid 6, eerste en tweede alinea, artikel 34 en artikel 38, tweede alinea,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1454/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/92 (Poseican) (3), en met name op artikel 3, lid 6, artikel 20 en artikel 26, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In verband met de aanneming van Verordening (EG) nr. 1690/2004 van de Raad van 24 september 2004 tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 ten aanzien van de voorwaarden voor wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast, is het noodzakelijk de wijze van toepassing van die nieuwe bepalingen van de Raad vast te stellen en Verordening (EG) nr. 20/2002 van de Commissie (4) dienovereenkomstig te wijzigen.

(2)

De uitvoeringsbepalingen betreffende de wederuitvoer en de herverzending van de onder de specifieke voorzieningsregeling vallende landbouwproducten moeten worden vereenvoudigd en al die bepalingen moeten worden gegroepeerd.

(3)

Bij de uitvoer van bepaalde landbouwproducten moet een uitvoercertificaat worden overgelegd. Met het oog op administratieve vereenvoudiging dient, wanneer bij de wederuitvoer van dergelijke producten geen uitvoerrestitutie wordt toegekend omdat de specifieke voorzieningsregeling ervoor is toegepast, vrijstelling van de overlegging van een uitvoercertificaat te gelden.

(4)

Bepaald dient te worden hoe het toegekende voordeel moet worden teruggevorderd en welke gevolgen er zijn voor de registratie in het geval dat een marktdeelnemer niet voldoet aan verbintenissen die in het kader van de specifieke voorzieningsregeling zijn aangegaan.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van alle betrokken Comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 20/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 9 worden de leden 3 en 4 vervangen door:

„3.   Een marktdeelnemer die voornemens is producten in ongewijzigde staat of verpakt overeenkomstig artikel 16 te herverzenden of opnieuw uit te voeren, moet bij de indiening van het in lid 2, eerste alinea, bedoelde registratieverzoek verklaren voornemens te zijn een dergelijke activiteit te ontplooien en in voorkomend geval de vestigingsplaats van de verpakkingsinstallaties aangeven.

4.   Een verwerker die voornemens is verwerkte producten overeenkomstig artikel 16 of 17 uit te voeren en/of te verzenden, moet bij de indiening van het in lid 2, eerste alinea, bedoelde registratieverzoek verklaren voornemens te zijn een dergelijke activiteit te ontplooien en de vestigingsplaats van de verwerkingsinstallaties aangeven.”.

2.

Hoofdstuk VI en de artikelen 16, 17 en 18 worden vervangen door:

„HOOFDSTUK VI

WEDERUITVOER EN HERVERZENDING

Artikel 16

Wederuitvoer of herverzending

1.   Voor de wederuitvoer en de herverzending van producten in ongewijzigde staat waarvoor de specifieke voorzieningsregeling is toegepast, van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling is toegepast en die zijn verpakt, of van verwerkte producten die producten bevatten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling is toegepast, gelden de volgende voorwaarden:

a)

voor uitgevoerde producten zoals bedoeld in het onderhavige lid moet in vak 44 van de aangifte ten uitvoer een van de volgende vermeldingen zijn aangebracht:

„op grond van artikel 3, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 uitgevoerde goederen”,

„op grond van artikel 3, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 uitgevoerde goederen”,

„op grond van artikel 3, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1454/2001 uitgevoerde goederen”;

b)

de hoeveelheden producten waarvoor vrijstelling van de invoerrechten is verleend en die opnieuw worden uitgevoerd, worden weer bijgeschreven in de geraamde voorzieningsbalans; voor de in dit punt bedoelde producten kan geen uitvoerrestitutie worden toegekend;

c)

de hoeveelheden producten waarvoor vrijstelling van de invoerrechten is verleend en die worden herverzonden, worden weer bijgeschreven in de geraamde voorzieningsbalans en uiterlijk bij de herverzending maakt de verzender het bedrag van de op de dag van invoer geldende invoerrechten erga omnes over; deze producten mogen niet worden herverzonden zolang de vorengenoemde overmaking niet heeft plaatsgevonden; wanneer het materieel niet mogelijk is de dag van invoer te bepalen, worden de producten geacht te zijn ingevoerd op de dag waarop de hoogste invoerrechten erga omnes gelden in de periode van zes maanden vóór de dag van de herverzending;

d)

de hoeveelheden producten waarvoor steun is betaald en die opnieuw worden uitgevoerd of worden herverzonden, worden weer bijgeschreven in de geraamde voorzieningsbalans en uiterlijk bij de wederuitvoer of de herverzending wordt de toegekende steun terugbetaald; deze producten mogen niet worden herverzonden, noch opnieuw worden uitgevoerd, zolang de vorengenoemde terugbetaling niet heeft plaatsgevonden; wanneer het materieel niet mogelijk is het bedrag van de toegekende steun te bepalen, wordt ervan uitgegaan dat voor de producten het hoogste steunbedrag is ontvangen dat de Gemeenschap voor deze producten heeft vastgesteld in de zes maanden vóór de indiening van de aanvraag tot wederuitvoer of herverzending; voor de in dit lid bedoelde producten kan een uitvoerrestitutie worden toegekend voorzover aan de voorwaarden voor die toekenning is voldaan.

2.   Bij wederuitvoer van de volgende producten hoeft geen uitvoercertificaat te worden overgelegd:

a)

de in lid 1, onder b), bedoelde producten;

b)

de in lid 1, onder d), bedoelde producten die niet voldoen aan de voorwaarden voor de toekenning van een uitvoerrestitutie.

3.   Indien de regelmatige voorziening van de ultraperifere regio’s in gevaar dreigt te worden gebracht door een aanzienlijke toeneming van de wederuitvoer van de in dit artikel bedoelde producten, kunnen de bevoegde autoriteiten een kwantitatieve beperking vaststellen die toereikend is om ervoor te zorgen dat de prioritaire behoeften in de betrokken sectoren worden gedekt. Deze kwantitatieve beperking wordt op niet-discriminerende wijze ten uitvoer gelegd.

Artikel 17

Traditionele wederuitvoer, wederuitvoer in het kader van de regionale handel en traditionele herverzending van verwerkte producten

1.   Een verwerker die overeenkomstig artikel 9, lid 4, het voornemen te kennen heeft gegeven verwerkte producten die grondstoffen bevatten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling is toegepast, in het kader van traditionele handelsstromen of van de regionale handel uit te voeren of in het kader van traditionele handelsstromen te verzenden, kan zulks doen binnen de jaarlijkse grenzen van de in de bijlagen I, III en V aangegeven hoeveelheden. De bevoegde autoriteiten geven de nodige vergunningen af om te garanderen dat de transacties de vastgestelde jaarlijkse hoeveelheden niet te boven gaan.

Voor uitvoer in het kader van de regionale handel moet de exporteur de in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (5) bedoelde documenten binnen de in artikel 49 van vorengenoemde verordening gestelde termijnen aan de bevoegde autoriteiten overleggen. Worden deze documenten niet binnen de gestelde termijnen overgelegd, dan vorderen de bevoegde autoriteiten het op grond van de specifieke voorzieningsregeling toegekende voordeel terug.

In de DOM, op de Azoren, op Madeira of op de Canarische Eilanden geleverde producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling is toegepast en die worden gebruikt voor de proviandering van schepen of luchtvaartuigen, worden geacht ter plaatse te zijn verbruikt.

2.   De bevoegde autoriteiten staan de uitvoer of de verzending van hoeveelheden andere verwerkte producten dan die welke in lid 1 worden bedoeld, slechts toe voorzover wordt verklaard dat die producten geen grondstoffen bevatten die met gebruikmaking van de specifieke voorzieningsregeling zijn ingevoerd of binnengebracht.

De bevoegde autoriteiten verrichten passende controles om na te gaan of de in de eerste alinea bedoelde verklaringen juist zijn, en vorderen in voorkomend geval het op grond van de specifieke voorzieningsregeling toegekende voordeel terug.

3.   De verwerkingen die, binnen de grenzen van de in de bijlagen I, III en V aangegeven hoeveelheden, aanleiding kunnen geven tot traditionele uitvoer, uitvoer in het kader van de regionale handel of traditionele verzending, moeten op overeenkomstige wijze voldoen aan de verwerkingsvoorwaarden die voor de regeling actieve veredeling en de regeling behandeling onder douanetoezicht zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (6) en Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (7), waarbij alle gebruikelijke behandelingen van die verwerkingen zijn uitgesloten.

4.   Bij wederuitvoer van de in dit artikel bedoelde producten hoeft geen uitvoercertificaat te worden overgelegd.

5.   Voor uitgevoerde producten zoals bedoeld in het onderhavige artikel moet in vak 44 van de aangifte ten uitvoer een van de volgende vermeldingen zijn aangebracht:

„op grond van artikel 3, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1452/2001 uitgevoerde goederen”.

„op grond van artikel 3, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1453/2001 uitgevoerde goederen”;

„op grond van artikel 3, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1454/2001 uitgevoerde goederen”.

Artikel 18

Suiker

Gedurende de in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad (8), genoemde periode valt de in artikel 13 van die verordening bedoelde C-suiker die overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2760/81 van de Commissie (9) wordt uitgevoerd en die op Madeira en de Canarische Eilanden in de vorm van witte suiker van GN-code 1701 en op de Azoren in de vorm van ruwe suiker van GN-code 1701 12 10 wordt binnengebracht voor verbruik aldaar, op de in de onderhavige verordening vastgestelde voorwaarden en binnen de grenzen van de in artikel 3 van de onderhavige verordening bedoelde geraamde voorzieningsbalansen onder de regeling inzake vrijstelling van de invoerrechten.”

3.

In artikel 22:

worden de punten d) en e) vervangen door:

„d)

de eventueel overeenkomstig artikel 16 opnieuw uitgevoerde of herverzonden hoeveelheden en de eenheids- en totaalbedragen van de ingevorderde steun;

e)

de hoeveelheden die eventueel overeenkomstig artikel 17 na verwerking zijn opnieuw zijn uitgevoerd of verzonden in het kader van de traditionele hoeveelheden;

worden de punten f) en g) geschrapt”.

4.

In artikel 26 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Behoudens overmacht of uitzonderlijke weersomstandigheden en onverminderd de sancties krachtens de nationale wetgeving geldt dat, wanneer een marktdeelnemer de overeenkomstig artikel 9 aangegane verbintenissen niet nakomt, de bevoegde autoriteiten:

a)

het toegekende voordeel terugvorderen van de titularis van het invoer-, vrijstellings- of steuncertificaat,

b)

de registratie voorlopig schorsen of deze intrekken, afhankelijk van de ernst van de niet-nagekomen verplichtingen.

Het onder a) bedoelde voordeel is gelijk aan het overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder c) of d), bepaalde bedrag aan invoerrechten dat door de vrijstelling niet is geheven, respectievelijk steunbedrag.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1690/2004 (PB L 305 van 1.10.2004, blz. 1).

(2)  PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1690/2004.

(3)  PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1690/2004.

(4)  PB L 8 van 11.1.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 489/2004 (PB L 79 van 17.3.2004, blz. 18).

(5)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

(6)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(7)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(8)  PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1.

(9)  PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14.


Top