Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005H0027

    2005/27/EG: Aanbeveling van de Commissie van 12 januari 2005 betreffende de inhoud van het begrip „beschikbaarheid van ongelode benzine en diesel met een maximaal zwavelgehalte op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis” in het kader van Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende benzine en dieselbrandstofVoor de EER relevante tekst

    PB L 15 van 19.1.2005, p. 26–29 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2005/27/oj

    19.1.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 15/26


    AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

    van 12 januari 2005

    betreffende de inhoud van het begrip „beschikbaarheid van ongelode benzine en diesel met een maximaal zwavelgehalte op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis” in het kader van Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende benzine en dieselbrandstof

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2005/27/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 211,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Krachtens artikel 3, lid 2, onder d), en artikel 4, lid 1, onder d), van Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (1) moeten de lidstaten ervoor zorgen dat ongelode benzine en dieselbrandstof met een bepaald maximaal zwavelgehalte op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis op hun grondgebied beschikbaar zijn.

    (2)

    In Richtlijn 98/70/EG wordt ook bepaald dat de Commissie in richtsnoeren moet aanbevelen wat in dat kader moet worden verstaan onder de beschikbaarheid van ongelode benzine met een zwavelgehalte van maximaal 10 mg/kg op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis.

    (3)

    Het lijkt raadzaam dergelijke richtsnoeren ook voor dieselbrandstof met een zwavelgehalte van maximaal 10 mg/kg op te stellen.

    (4)

    De Commissie heeft verschillende mogelijkheden geëvalueerd. Op basis van deze werkzaamheden heeft de Commissie na raadpleging van de lidstaten, deskundigen uit de betrokken industriële en commerciële sectoren en andere niet-gouvernementele organisaties deze richtsnoeren geformuleerd,

    BEVEELT AAN:

    In het kader van artikel 3, lid 2, onder d), en artikel 4, lid 1, onder d), van Richtlijn 98/70/EG en meer in het bijzonder ten aanzien van de beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis dienen de lidstaten de in de bijlage opgenomen beginselen toe te passen.

    Gedaan te Brussel, 12 januari 2005.

    Voor de Commissie

    Stavros DIMAS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).


    BIJLAGE

    Richtsnoeren voor wat in het kader van artikel 3, lid 2, onder d), en artikel 4, lid 1, onder d), van Richtlijn 98/70/EG moet worden verstaan onder beschikbaarheid op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis

    1.   VERKLARING VAN IN DEZE RICHTSNOEREN GEBRUIKTE TERMEN

    Zwavelvrije brandstoffen zijn ongelode benzine en dieselbrandstof met ten hoogste 10 mg/kg (ppm) zwavel.

    Tankstations zijn locaties, al dan niet onder de detailhandel vallend, waar brandstof voor de aandrijving van wegvoertuigen wordt getankt (definitie in EN 14274:2003).

    2.   FACTOREN DIE EEN ROL SPELEN

    Om de beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen te waarborgen hebben de lidstaten een zekere mate van flexibiliteit nodig om rekening te houden met de verschillen in de situatie qua binnenlandse markt en aanbodinfrastructuur. Met de volgende factoren moet rekening worden gehouden:

    1.   Lage bevolkingsdichtheid

    Grote gebieden met een lage bevolkingsdichtheid hebben meestal minder en kleinere tankstations (qua omzet of aantal pompen), terwijl grotere stations meestal in dichter bevolkte gebieden te vinden zijn. Er moet rekening worden gehouden met de grotere afstanden tussen de tankstations en het feit dat de bestaande infrastructuur mogelijkerwijs niet geschikt is voor brandstof met verschillende zwavelgehaltes.

    2.   Hoge bevolkingsdichtheid

    In gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid zullen de tankstations waarschijnlijk gemiddeld groter zijn (qua omzet en het aantal pompen) en ook talrijker, waardoor ze dichter bij elkaar liggen. In dit geval is het waarschijnlijker dat de infrastructuur geschikt is voor brandstof met verschillende zwavelgehaltes en kan de beschikbaarheid in tankstations wellicht ook geleidelijker worden ingevoerd.

    3.   Kleine eilandmarkten.

    Kleine eilandmarkten zullen waarschijnlijk met vergelijkbare aspecten worden geconfronteerd als gebieden met een lage bevolkingsdichtheid, terwijl er daarnaast nog sprake kan zijn van een kleinere aanbodmarkt (of slechts één leverancier) of een beperkt aantal grote terminals (of slechts één terminal).

    3.   ALGEMENE LEIDRAAD

    Krachtens artikel 8 van Richtlijn 98/70/EG zijn de lidstaten verplicht alle basisinformatie te verstrekken over de nationale verkoopcijfers van zwavelvrije ongelode benzine en diesel.

    In deze richtsnoeren worden vier evaluatiecriteria vermeld die de Commissie bijzonder nuttig acht bij de definitie van een in geografisch opzicht evenwichtige beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen in het kader van artikel 3, lid 2, onder d), en artikel 4, lid 1, onder d), van de richtlijn. Twee gedetailleerde primaire opties (A en B) geven duidelijkere en nauwkeurigere informatie over de geografische beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen. In de regel kan ervan worden uitgegaan dat de lidstaten optie A of optie B kunnen kiezen, maar niet beide opties tegelijk toepassen.

    Daarnaast zijn er twee minder gedetailleerde secundaire opties (C en D) die informatie geven over de beschikbaarheid in specifieke gebieden.

    Er dient te worden opgemerkt dat de voorgestelde opties wellicht niet langer zinvol zijn als een hoge beschikbaarheid, bijvoorbeeld ongeveer 60 % tot 80 % van alle stations, wordt gehaald. In dat geval zal een verdere evaluatie van het welslagen van het nationale beleid op gedetailleerde regionale schaal waarschijnlijk niet meer nodig zijn. Voor optie D liggen deze percentages, afhankelijk van de situatie, wellicht iets hoger.

    In elk geval lijken de verschillen tussen de situatie voor de introductie van zwavelvrije ongelode benzine en die voor de introductie van zwavelvrije diesel erop te wijzen dat deze apart dienen te worden geanalyseerd.

    De lidstaten kunnen kiezen welke methoden zij het geschiktst vinden om de beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen op hun grondgebied te verwezenlijken. Er wordt echter aanbevolen dat de lidstaten de hier gepresenteerde opties overwegen voordat ze een beslissing nemen over de geschiktste maatregelen ter ondersteuning van de verwezenlijking voor hun nationale situatie. In hoofdstuk 4 komen speciale gevallen aan de orde.

    3.1.   Optie A: Aandeel van tankstations waar zwavelvrije brandstof beschikbaar is per regio

    3.1.1.   Criterium

    Aantal en percentage van de binnenlandse tankstations voor benzine en diesel waar klassen/types zwavelvrije brandstof beschikbaar zijn (aan het eind van elk rapportagejaar), regionaal gespecificeerd aan de hand van niveau 3 van de NUTS (nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek) van Eurostat.

    Bij dit criterium worden de volgende eenheden gebruikt:

    a)

    het aantal tankstations;

    b)

    het percentage van het aantal tankstations waar zwavelvrije brandstof beschikbaar is.

    3.1.2.   Bruikbaarheid

    Het voordeel van dit criterium is dat het een duidelijke indicatie geeft van de geografische beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen op een niveau dat een redelijk gelijkmatige distributie over het nationale grondgebied waarborgt. Bovendien zijn de regionale gebieden van NUTS al gedefinieerd en worden ze ook in andere statistieken van de Gemeenschap gebruikt. Daarnaast biedt de beschikbaarheid van andere gegevens over NUTS-regio’s (zoals bevolking, landoppervlak, enz.) mogelijkheden om nuttige nadere analyses uit te voeren.

    3.2.   Optie B: Gemiddelde afstand tussen tankstations waar zwavelvrije brandstof beschikbaar is

    3.2.1.   Criterium

    De gemiddelde afstand tussen tankstations voor ongelode benzine of diesel waar zwavelvrije brandstof beschikbaar is. Dit omvat berekening van het nationale gemiddelde en de maximale en minimale afstand tussen tankstations waar zwavelvrije brandstof verkrijgbaar is (apart voor ongelode benzine en diesel). Het kan ook nuttig zijn dit te vergelijken met het nationale gemiddelde voor alle tankstations.

    3.2.2.   Bruikbaarheid

    Het voordeel van dit criterium is dat het inzicht geeft in de variatie in de afstand die eigenaren van motorvoertuigen welke zwavelvrije brandstof nodig hebben, moeten afleggen om binnen het nationale grondgebied brandstof voor hun motorvoertuig te tanken. Vergelijking met het nationale gemiddelde voor alle tankstations plaatst dit criterium in een beter perspectief ten opzichte van de specifieke binnenlandse situatie.

    3.3.   Optie C: Beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen bij grote tankstations

    3.3.1.   Criterium

    Het aantal en het percentage van het totale aantal grote tankstations binnen de landsgrenzen waar zwavelvrije ongelode benzine of diesel beschikbaar is. Grote tankstations moeten door de lidstaat afhankelijk van de nationale situatie worden gedefinieerd aan de hand van een ondergrens voor de brandstofomzet in miljoenen liter/jaar (wellicht zal ongeveer 5 % van alle tankstations hieronder vallen).

    3.3.2.   Bruikbaarheid

    Grote tankstations zijn te vinden in gebieden waar veel vraag is, zodat dit criterium een goede maat oplevert voor de beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen in dergelijke gebieden. Deze zullen waarschijnlijk vrij gelijkmatig over het nationale grondgebied verdeeld zijn en het criterium zou ook betrekkelijk gemakkelijk te gebruiken moeten zijn.

    3.4.   Optie D: Beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen bij tankstations aan auto(snel)wegen

    3.4.1.   Criterium

    Het aantal en het percentage van het totale aantal tankstations aan grote wegen of auto(snel)wegen binnen de landsgrenzen waar zwavelvrije ongelode benzine of diesel beschikbaar is. Grote wegen of auto(snel)wegen moeten waar nodig door de lidstaat worden gedefinieerd.

    3.4.2.   Bruikbaarheid

    Dit criterium is bijzonder nuttig voor transitoverkeer en het toerisme, aangezien het een maat oplevert voor de beschikbaarheid aan de grote hoofdverkeerswegen. Deze zullen waarschijnlijk ook betrekkelijk gelijkmatig en met een ruime geografische spreiding over het nationale grondgebied verdeeld zijn, hoewel ze vooral verbindingen tussen grote bevolkingscentra zullen verzorgen.

    4.   SPECIALE GEVALLEN

    In sommige gevallen kan het, vanwege de aard van de door een lidstaat genomen maatregelen of vanwege de bijzondere situatie waarmee deze wordt geconfronteerd, voor deze lidstaat onnodig zijn de primaire of secundaire optie volledig te gebruiken om de mate van geografische beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen afdoende te illustreren. Hier worden twee gevallen van dit type behandeld waarin een beperkte evaluatie van het welslagen van het nationale beleid voldoende kan zijn:

    1.

    Een zeer hoge mate van beschikbaarheid of overschakeling van de nationale markt op zwavelvrije ongelode benzine of diesel.

    2.

    Eén terminal/leverancier voor een lidstaat of een beperkte eilandmarkt.

    In deze gevallen volstaat het volgende beperkte analyseniveau.

    4.1.   Zeer hoge mate van beschikbaarheid/marktoverschakeling

    Wanneer de aard van de door de lidstaat genomen maatregelen in het hele land een zeer hoge beschikbaarheid/marktoverschakeling (bijvoorbeeld 60 % tot 80 % van de tankstations of de omzet) waarborgt, kan het mogelijkerwijs voldoende zijn alleen de basisinformatie over het totale aandeel in de omzet (volume) van zwavelvrije brandstoffen en de gegevens op nationaal niveau voor respectievelijk ongelode benzine en diesel te gebruiken.

    Deze hoge mate van beschikbaarheid/marktoverschakeling kan op verschillende manieren zijn verwezenlijkt. Voorbeelden hiervan kunnen zijn:

    a)

    afspraken met de industrie waarmee wordt gewaarborgd dat zwavelvrije brandstoffen op de meeste tankstations verkrijgbaar zijn;

    b)

    het gebruik van fiscale stimuleringsmaatregelen die leiden tot een gemakkelijker overschakeling van de markt op voornamelijk zwavelvrije brandstoffen;

    c)

    invoering van een verplichte overschakeling op/beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen bij tankstations.

    4.2.   Eén terminal/eilandmarkten

    Lidstaten met één terminal als leverancier of eilandmarkt-omstandigheden kunnen een snelle toename tot een grote of zelfs 100 % beschikbaarheid van zwavelvrije brandstoffen doormaken. Daardoor kan het, afhankelijk van de specifieke situatie, minder zinvol zijn om de opties A tot en met D in deze gebieden toe te passen.


    Top