This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005E0190
Council Joint Action 2005/190/CFSP of 7 March 2005 on the European Union Integrated Rule of Law Mission for Iraq, EUJUST LEX
Gemeenschappelijk Optreden 2005/190/GBVB van de Raad van 7 maart 2005 inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX
Gemeenschappelijk Optreden 2005/190/GBVB van de Raad van 7 maart 2005 inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX
PB L 62 van 9.3.2005, p. 37–41
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO)
PB L 159M van 13.6.2006, p. 174–178
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2009: This act has been changed. Current consolidated version: 23/06/2008
9.3.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 62/37 |
GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/190/GBVB VAN DE RAAD
van 7 maart 2005
inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 25, derde alinea, artikel 26 en artikel 28, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Europese Unie streeft naar een veilig, stabiel, verenigd, welvarend en democratisch Irak dat een positieve bijdrage zal leveren tot de stabiliteit van de regio. De EU steunt de bevolking en de interimregering van Irak in hun inspanningen voor de economische, sociale en politieke wederopbouw van hun land in het kader van de uitvoering van Resolutie 1546 van de VN-Veiligheidsraad van 8 juni 2004. |
(2) |
De Europese Raad heeft op 5 november 2004 zijn voldoening uitgesproken over de gezamenlijke onderzoeksmissie voor een mogelijke geïntegreerde missie voor Irak op het gebied van politie, rechtsstaat en civiel bestuur en het rapport van de missie besproken. De Europese Raad achtte het van belang dat het strafrechtsysteem wordt versterkt, waarbij de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden geëerbiedigd worden. De Europese Raad heeft er kennis van genomen dat de Irakese autoriteiten wensen dat de EU een actievere rol gaat spelen in Irak en dat de versterking van de strafrechtelijke sector tegemoet zal komen aan de behoeften en prioriteiten van Irak. |
(3) |
De Europese Raad was het erover eens dat de EU middels een geïntegreerde missie een nuttige bijdrage kan leveren aan de wederopbouw en aan de geboorte van een stabiel, veilig en democratisch Irak. Zo'n missie kan onder meer nauwere samenwerking tussen de verschillende actoren in het strafrechtsysteem bevorderen, het bestuurlijk vermogen van hoge en veelbelovende functionarissen bij de politie, de rechterlijke macht en het gevangeniswezen verbeteren, en leiden tot betere vaardigheden en procedures in het strafrechtelijk onderzoek, waarbij de rechtsstaat en de mensenrechten volledig worden geëerbiedigd. |
(4) |
Zoals overeengekomen door de Europese Raad, heeft de Raad bij Gemeenschappelijk Optreden 2004/909/GBVB (1) besloten een team deskundigen te sturen om de dialoog met de Irakese autoriteiten voort te zetten, de eerste plannen te maken voor een mogelijke geïntegreerde missie voor politie, rechtsstaat en civiel bestuur die na de verkiezingen van start zal gaan en met name de dringende veiligheidsbehoeften van die missie te evalueren. |
(5) |
De Raad heeft op 21 februari 2005 besloten om, onder voorbehoud van een officiële uitnodiging van de Irakese autoriteiten, een aanvang te maken met een geïntegreerde rechtsstaatmissie voor Irak die zo spoedig mogelijk operationeel moet worden. |
(6) |
Het succes van de missie zal afhangen van een doeltreffend strategisch en technisch partnerschap met de Irakezen tijdens de gehele operatie, in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid en in aanvulling op de maatregelen van de Verenigde Naties. |
(7) |
De EU zal haar dialoog met Irak en diens buren gebruiken om de niet-aflatende regionale inzet en steun voor meer veiligheid en voor het politieke proces en het wederopbouwproces in Irak, gebaseerd op inclusiviteit, democratische beginselen, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, alsmede steun voor veiligheid en samenwerking in de regio te stimuleren. |
(8) |
EUJUST LEX zal zijn mandaat uitvoeren in een situatie die bedreigend is voor de openbare orde, de beveiliging en de veiligheid van personen en de stabiliteit van Irak, en die de doelstellingen van het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als omschreven in artikel 11 van het Verdrag zou kunnen schaden. |
(9) |
Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van Nice van 7 tot en met 9 december 2000 moet in dit gemeenschappelijk optreden de rol van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV), worden bepaald overeenkomstig de artikelen 18 en 26 van het Verdrag. |
(10) |
Volgens artikel 14, lid 1, van het Verdrag moet voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden een financieel referentiebedrag worden aangegeven; de indicatie van uit de Gemeenschapsbegroting te financieren bedragen illustreert de bereidheid van de wetgevende autoriteit, en is onderworpen aan de beschikbaarheid van vastleggingskredieten tijdens het betrokken begrotingsjaar. EUJUST LEX zal tevens bijdragen in natura van de lidstaten ontvangen, |
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:
Artikel 1
Missie
1. De Europese Unie stelt hierbij een geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak in, EUJUST LEX; de missie bestaat uit een planningsfase die uiterlijk op 9 maart 2005 aanvangt en een operationele fase die uiterlijk op 1 juli 2005 aanvangt.
2. EUJUST LEX treedt op in overeenstemming met de doelstellingen en andere bepalingen vervat in de taakstelling in artikel 2.
Artikel 2
Taakstelling
1. EUJUST LEX moet tegemoetkomen aan de dringende behoeften van het Irakese strafrechtsysteem door opleidingen in leiding geven en strafrechtelijk onderzoek te verstrekken aan kaderfunctionarissen en middenkader. Deze opleiding heeft tot doel het vermogen van de verschillende actoren in het Irakese strafrechtsysteem te vergroten en de onderlinge coördinatie en samenwerking te verbeteren.
2. EUJUST LEX moet een nauwere samenwerking bevorderen tussen de verschillende actoren in het Irakese strafrechtsysteem, verbetert het bestuurlijk vermogen van hoge en veelbelovende functionarissen, vooral bij de politie, de rechterlijke macht en het gevangeniswezen, en leidt tot betere vaardigheden en procedures in het strafrechtelijk onderzoek, waarbij de rechtsstaat en de mensenrechten volledig worden geëerbiedigd.
3. De opleidingsactiviteiten vinden plaats in de EU of in de betrokken regio en EUJUST LEX beschikt over een verbindingsbureau te Bagdad.
Afhankelijk van de ontwikkeling van de veiligheidssituatie in Irak en de beschikbaarheid van een passende infrastructuur, zal de Raad onderzoeken of het mogelijk is om de opleiding in Irak te laten plaatsvinden, en indien noodzakelijk dit gemeenschappelijk optreden dienovereenkomstig wijzigen.
4. Tijdens de gehele missie wordt er een doeltreffend strategisch en technisch partnerschap met de Irakese ambtgenoten ontwikkeld, vooral met betrekking tot het opstellen van de opleidingsprogramma's tijdens de planningsfase. Er is tevens coördinatie vereist voor de selectie, het veiligheidsonderzoek, de evaluatie, de follow-up en de coördinatie van personeel dat de opleiding volgt, zodat de Irakezen dit spoedig kunnen overnemen. Tijdens de plannings- en de operationele fase is ook nauwe coördinatie vereist tussen EUJUST LEX en de lidstaten die de opleiding verstrekken. Dit betekent dat ook de diplomatieke missies van de betrokken lidstaten in Irak bij de zaak betrokken moeten worden en dat contact moet worden genomen met lidstaten die actuele ervaring hebben met het verstrekken van voor de missie relevante opleidingen.
5. EUJUST LEX zal veilig en onafhankelijk zijn en op zichzelf staan, maar zal een aanvulling vormen op en een meerwaarde geven aan de huidige internationale inspanningen, met name van de Verenigde Naties, en zo synergieën ontwikkelen met de huidige inspanningen van de Gemeenschap en de lidstaten. EUJUST LEX moet derhalve in contact treden met lidstaten die thans opleidingsprojecten hebben lopen.
Artikel 3
Structuur
EUJUST LEX heeft in beginsel de volgende structuur:
a) |
het hoofd van de missie; |
b) |
een coördinatiebureau in Brussel; |
c) |
een verbindingsbureau in Bagdad; |
d) |
opleidingsfaciliteiten en opleiders die door de lidstaten worden geleverd en door EUJUST LEX worden gecoördineerd. |
Deze elementen worden in het operationeel concept (CONOPS) en het operatieplan (OPLAN) uitgewerkt.
Artikel 4
Hoofd van de missie
1. Het hoofd van de missie draagt zorg voor het dagelijks beheer en de coördinatie van de activiteiten van EUJUST LEX en is verantwoordelijk voor personeels- en tuchtzaken.
2. Het hoofd van de missie wordt aangeworven op contractbasis bij de Commissie.
Artikel 5
Planningsfase
1. Tijdens de voorbereidende fase van de missie wordt een planningsteam opgericht, dat bestaat uit het hoofd van de missie, dat het planningsteam leidt, en het nodige personeel voor het uitvoeren van de taken die voortvloeien uit de vastgestelde behoeften van de missie.
2. Als prioriteit in het planningsproces zal een alomvattende risicobeoordeling worden verricht die eventueel kan worden bijgesteld.
3. Het planningsteam stelt een OPLAN op en ontwikkelt alle nodige technische instrumenten om de missie uit te voeren, met inbegrip van de gemeenschappelijk opleidingsprogramma's, daarbij rekening houdend met de lopende opleidingsprojecten van de lidstaten. In het CONOPS en het OPLAN wordt rekening gehouden met de alomvattende risicobeoordeling. Het OPLAN bevat de gemeenschappelijke EU-opleidingsprogramma's voor de cursussen, die door het planningsteam worden opgesteld in overleg met de Irakezen en de lidstaten, inclusief de lidstaten die een voor de missie relevante opleiding verstrekken. De Raad keurt het CONOPS en het OPLAN goed.
4. Het planningsteam werkt in nauwe coördinatie met relevante internationale actoren, met name de Verenigde Naties.
Artikel 6
Personeel
1. Het aantal en het competentieniveau van de personeelsleden van EUJUST LEX zijn in overeenstemming met de in artikel 2 bedoelde taakstelling en met de in artikel 3 bedoelde structuur.
2. Het personeel van EUJUST LEX wordt door de EU-lidstaten of EU-instellingen gedetacheerd. Elke lidstaat draagt de kosten in verband met het door hem gedetacheerd personeel van EUJUST LEX, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, vergoedingen met uitzondering van dagvergoedingen, en vervoerskosten, zoals omschreven in het financieel memorandum.
3. Internationaal personeel en lokaal personeel wordt naar gelang van de behoeften op contractbasis door EUJUST LEX aangeworven.
4. Alle personeelsleden blijven onder het gezag staan van de daartoe geëigende EU-lidstaat of EU-instelling en vervullen hun plichten en handelen in het belang van de missie. Zowel gedurende de missie als na afloop ervan nemen zij de grootste discretie in acht wat betreft alle feiten en informatie in verband met de missie. Het personeel neemt de beveiligingsbeginselen en minimumnormen als bedoeld in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (2) in acht.
Artikel 7
Status van het personeel
1. Waar nodig wordt over de status van het EUJUST LEX-personeel, in voorkomend geval inclusief de voorrechten, immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van EUJUST LEX, overeenstemming bereikt volgens de procedure van artikel 24 van het Verdrag. De SG/HV, die het voorzitterschap bijstaat, kan namens het voorzitterschap over een dergelijke overeenkomst onderhandelen.
2. De EU-lidstaat of EU-instelling die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De EU-lidstaat of EU-instelling stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerd personeelslid in.
Artikel 8
Commandostructuur
1. EUJUST LEX heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke commandostructuur.
2. Het Politiek- en veiligheidscomité („PVC”) zorgt voor politieke controle en strategische aansturing.
3. Het hoofd van de missie leidt EUJUST LEX en draagt zorg voor de coördinatie en het dagelijks beheer.
4. Het hoofd van de missie rapporteert aan de SG/HV.
5. De SG/HV verstrekt richtsnoeren aan het hoofd van de missie.
Artikel 9
Politieke controle en strategische aansturing
1. Het PVC belast zich onder de verantwoordelijkheid van de Raad met de politieke controle en de strategische aansturing van de missie. In dat verband machtigt de Raad het PVC de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om op voordracht van de SG/HV een hoofd van de missie te benoemen en het CONOPS, het OPLAN en de commandostructuur te wijzigen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de operatie blijven berusten bij de Raad, bijgestaan door de SG/HV.
2. Het PVC rapporteert op geregelde tijdstippen aan de Raad.
3. Het PVC ontvangt op geregelde tijdstippen verslagen van het hoofd van de missie over bijdragen aan en het verloop van de missie. Het PVC mag het hoofd van de missie, zo nodig, op zijn vergaderingen uitnodigen.
Artikel 10
Beveiliging
1. Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de veiligheid van EUJUST LEX en is, in overleg met de Dienst beveiliging van het secretariaat-generaal (SG) van de Raad, verantwoordelijk voor de naleving van de minimumbeveiligingsvereisten ten aanzien van de missie.
2. Voor de onderdelen van de missie die in de lidstaten zullen worden uitgevoerd, neemt de gastlidstaat alle nodige en passende maatregelen om de veiligheid van deelnemers en opleiders op zijn grondgebied te waarborgen.
3. Ten aanzien van het coördinatiebureau in Brussel worden de nodige en passende maatregelen getroffen door de Dienst beveiliging van het SG van de Raad, in samenwerking met de autoriteiten van het gastland.
4. Wordt de opleiding in een derde staat gegeven, dan verzoekt de EU, samen met de betrokken lidstaten, de autoriteiten van de derde staat een passende regeling te treffen met het oog op de veiligheid van deelnemers en opleiders op zijn grondgebied.
5. EUJUST LEX beschikt over een speciaal voor de missie bestemde beveiligingsbeambte die aan het hoofd van de missie rapporteert.
6. Het hoofd van de missie overlegt met het PVC over beveiligingskwesties die te maken hebben met de inzet van de missie, overeenkomstig de door de SG/HV verstrekte richtsnoeren.
7. Leden van EUJUST LEX volgen een verplichte, door de Dienst beveiliging van de Raad georganiseerde beveiligingsopleiding en worden medisch onderzocht voordat zij naar Irak reizen of aldaar worden ingezet.
8. De lidstaten spannen zich in om EUJUST LEX, en met name het verbindingsbureau, beveiligde huisvesting, lichaamspantsering en gedegen bescherming binnen Irak te verschaffen.
Artikel 11
Financiële regelingen
1. Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met de missie moet dekken bedraagt 10 000 000 EUR.
2. De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Unie, met als uitzondering dat eventuele prefinancieringen niet het eigendom van de Gemeenschap blijven. Indien een deel van de opleiding in derde staten wordt verstrekt, mogen onderdanen van derde staten ook inschrijven bij aanbestedingen. In dat geval mogen goederen en diensten die ten behoeve van EUJUST LEX worden verworven, ook afkomstig zijn uit derde staten.
3. Gelet op de specifieke veiligheidssituatie in Irak geschiedt het leveren van diensten in Bagdad in het kader van de bestaande overeenkomsten die het Verenigd Koninkrijk met de in de bijlage vermelde bedrijven gesloten heeft. De uitgaven hiervoor worden tot maximum 2 340 000 EUR met middelen van EUJUST LEX betaald. Het Verenigd Koninkrijk doet, in overleg met het hoofd van de missie, de Raad op gezette tijden een verslag met adequate informatie over deze uitgaven toekomen.
4. Het hoofd van de missie brengt over de in het kader van zijn contract ondernomen activiteiten volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat.
5. De financiële regelingen moeten voldoen aan de operationele vereisten van EUJUST LEX, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting.
6. De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden in werking treedt.
7. Uitrusting en voorraden voor het coördinatiebureau in Brussel worden gekocht en gehuurd namens de EU.
Artikel 12
Optreden van de Gemeenschap
1. De Raad neemt nota van het voornemen van de Commissie om haar optreden te richten op de verwezenlijking van de doelstellingen van dit gemeenschappelijk optreden in alle fasen van de voorgestelde operatie, ook met het oog op de uitwerking door de Commissie van eventuele acties ten vervolge op de operatie binnen het Europees veiligheids- en defensiebeleid in het kader van communautaire programma's.
2. De Raad merkt voorts op dat er coördinatieregelingen nodig zijn in Brussel en, in voorkomend geval, in Bagdad.
Artikel 13
Vrijgave van gerubriceerde gegevens
De SG/HV is gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van de missie en met inachtneming van de beveiligingsvoorschriften van de Raad, aan het gastland en eventueel aan de VN de beschikking te geven over gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE” die ten behoeve van de operatie zijn opgesteld. Te dien einde zullen plaatselijke regelingen worden vastgesteld.
Artikel 14
Inwerkingtreding
Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Het verstrijkt op 30 juni 2006.
Artikel 15
Bekendmaking
Dit gemeenschappelijk optreden wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
Gedaan te Brussel, 7 maart 2005.
Voor de Raad
De voorzitter
J. KRECKÉ
(1) Gemeenschappelijk Optreden 2004/909/GBVB van de Raad van 26 november 2004 tot oprichting van een deskundigenteam met het oog op een mogelijke geïntegreerde missie van de Europese Unie voor politie, rechtsstaat en civiel bestuur voor Irak (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 84).
(2) PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/194/EG (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 48).
BIJLAGE
Lijst van de in artikel 11, lid 3, bedoelde bedrijven
— |
(Limited Company) |
— |
(onderdeel van Exploration Logistics Group plc) |
— |
|
— |
|