Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0199

    Besluit 2005/199/GBVB van de Raad van 31 januari 2005 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië betreffende de deelneming van de Republiek Albanië aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (operatie Althea)

    PB L 65 van 11.3.2005, p. 34–34 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 159M van 13.6.2006, p. 187–187 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/199/oj

    Related international agreement

    11.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 65/34


    BESLUIT 2005/199/GBVB VAN DE RAAD

    van 31 januari 2005

    betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië betreffende de deelneming van de Republiek Albanië aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (operatie Althea)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 24,

    Gezien de aanbeveling van het voorzitterschap,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 12 juli 2004 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2004/570/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina vastgesteld (1).

    (2)

    In artikel 11, lid 3, van dat gemeenschappelijk optreden is bepaald dat gedetailleerde regelingen betreffende de deelneming van derde landen worden vastgesteld in een overeenkomst op grond van artikel 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

    (3)

    Hiertoe op 13 september 2004 door de Raad gemachtigd, heeft het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, onderhandeld over een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië betreffende de deelneming van de Republiek Albanië aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (operatie Althea).

    (4)

    De overeenkomst dient te worden goedgekeurd,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië betreffende de deelneming van de Republiek Albanië aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (operatie Althea) wordt namens de Europese Unie goedgekeurd.

    De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Europese Unie te binden.

    Artikel 3

    Dit besluit wordt van kracht op de dag van zijn aanneming.

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 31 januari 2005.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. ASSELBORN


    (1)  PB L 252 van 28.7.2004, blz. 10.


    OVEREENKOMST

    tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië betreffende de deelname van de Republiek Albanië aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (operatie Althea)

    DE EUROPESE UNIE (EU),

    enerzijds, en

    DE REPUBLIEK ALBANIË,

    anderzijds,

    hierna te noemen „de partijen”,

    REKENING HOUDEND MET:

    de vaststelling door de Raad van de Europese Unie van Gemeenschappelijk Optreden 2004/570/GBVB van 12 juli 2004 inzake de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (1),

    de uitnodiging aan de Republiek Albanië om deel te nemen aan de door de EU geleide operatie,

    de succesvolle voltooiing van de vorming van de troepenmacht en de aanbeveling door de operationeel commandant van de EU en het Militair Comité van de EU om in te stemmen met de deelname van strijdkrachten van de Republiek Albanië aan de door de EU geleide operatie,

    Besluit BiH/3/2004 van het Politiek en Veiligheidscomité van 29 september 2004 tot instelling van het Comité van contribuanten aan de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (2),

    Besluit BiH/5/2004 van het Politiek en Veiligheidscomité van 3 november 2004 tot wijziging van Besluit BiH/1/2004 betreffende de aanvaarding van bijdragen van derde staten aan de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina en Besluit BiH/3/2004 tot instelling van het Comité van contribuanten aan de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

    Artikel 1

    Deelname aan de operatie

    1.   De Republiek Albanië sluit zich aan bij Gemeenschappelijk Optreden 2004/570/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina, en bij ieder gemeenschappelijk optreden of besluit waarbij de Raad van de Europese Unie besluit de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU te verlengen overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst en eventuele vereiste uitvoeringsregelingen.

    2.   De deelname van de Republiek Albanië aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU doet geen afbreuk aan de autonome besluitvorming van de Europese Unie.

    3.   De Republiek Albanië draagt er zorg voor dat de strijdkrachten en het personeel die aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemen, hun taak uitoefenen overeenkomstig

    Gemeenschappelijk Optreden 2004/570/GBVB en eventuele latere wijzigingen daarvan;

    het operatieplan;

    de uitvoeringsmaatregelen.

    4.   De strijdkrachten en het personeel die door de Republiek Albanië voor de operatie gedetacheerd worden, laten zich bij de uitvoering van hun taken en in hun gedrag uitsluitend leiden door het belang van de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    5.   De Republiek Albanië informeert te gelegener tijd de operationeel commandant van de EU over elke wijziging in zijn deelname aan de operatie.

    Artikel 2

    Status van de strijdkrachten

    1.   De status van de strijdkrachten en het personeel die door de Republiek Albanië worden uitgezonden naar de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU, wordt geregeld in de bepalingen betreffende de status van de strijdkrachten, indien beschikbaar, die worden overeengekomen door de Europese Unie en het gastland.

    2.   De status van de strijdkrachten en het personeel die worden uitgezonden naar het hoofdkwartier of de commando-onderdelen buiten Bosnië en Herzegovina, wordt bepaald middels regelingen tussen het betrokken hoofdkwartier en de betrokken commando-onderdelen en de Republiek Albanië.

    3.   Onverminderd de in lid 1 bedoelde bepalingen betreffende de status van de strijdkrachten oefent de Republiek Albanië bevoegdheid uit ten aanzien van zijn strijdkrachten en personeel die aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemen.

    4.   De Republiek Albanië is verantwoordelijk voor de afhandeling van schadevorderingen van of aangaande leden van zijn strijdkrachten of personeel, met betrekking tot de deelname aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU. De Republiek Albanië stelt overeenkomstig zijn wet- en regelgeving in voorkomend geval een, inzonderheid juridische of disciplinaire, vordering in tegen leden van zijn strijdkrachten en personeel.

    5.   De Republiek Albanië legt bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring af inzake het afzien van schadevorderingen tegen een aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemend land.

    6.   De Europese Unie draagt er zorg voor dat haar lidstaten bij de ondertekening van deze overeenkomst een verklaring afleggen inzake het afzien van schadevorderingen, wat betreft de deelname van de Republiek Albanië aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    Artikel 3

    Gerubriceerde informatie

    1.   De Republiek Albanië neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat gerubriceerde EU-informatie wordt beschermd overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad van de Europese Unie, vervat in Besluit 2001/264/EG van de Raad (3), en overeenkomstig verdere richtsnoeren van de bevoegde autoriteiten, waaronder de operationeel commandant van de EU.

    2.   Indien de EU en de Republiek Albanië een overeenkomst zijn aangegaan over beveiligingsvoorschriften voor de uitwisseling van gerubriceerde informatie, gelden de bepalingen daarvan ook voor de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU.

    Artikel 4

    Commandostructuur

    1.   Alle aan de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU deelnemende strijdkrachten en personeel blijven volledig onder bevel van hun nationale autoriteiten.

    2.   De nationale autoriteiten dragen het operationeel en tactisch bevel, dan wel het operationeel en tactisch toezicht over hun strijdkrachten en personeel over aan de operationeel commandant van de EU. De operationeel commandant van de EU heeft het recht zijn gezag te delegeren.

    3.   De Republiek Albanië heeft bij de dagelijkse aansturing van de operatie dezelfde rechten en verplichtingen als de deelnemende lidstaten van de Europese Unie.

    4.   De operationeel commandant van de EU kan te allen tijde — na overleg met de Republiek Albanië — om de terugtrekking van de bijdrage van de Republiek Albanië verzoeken.

    5.   Een hoge militaire vertegenwoordiger (HMV) wordt door de Republiek Albanië benoemd om zijn nationale contingent in de militaire crisisbeheersingsoperatie van de EU te vertegenwoordigen. De HMV overlegt met de commandant van de EU-strijdkrachten over alle aangelegenheden die van invloed zijn op de operatie en is verantwoordelijk voor de dagelijkse discipline van het contingent.

    Artikel 5

    Financiële aspecten

    1.   De Republiek Albanië draagt alle kosten in verband met zijn deelname aan de operatie, tenzij de kosten vallen onder de gemeenschappelijke financiering als omschreven in de in artikel 1, lid 1, bedoelde rechtsinstrumenten en in Besluit 2004/197/GBVB van de Raad van 23 februari 2004 tot instelling van een mechanisme voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (4).

    2.   In geval van overlijden, lichamelijk letsel, verlies of schade geleden door natuurlijke personen of rechtspersonen van het land/de landen waar de operatie plaatsvindt, betaalt de Republiek Albanië, wanneer zijn aansprakelijkheid is vastgesteld, schadevergoeding onder de voorwaarden, genoemd in de bepalingen betreffende de status van de strijdkrachten, indien beschikbaar, als bedoeld in artikel 2, lid 1.

    Artikel 6

    Regelingen voor de uitvoering van de overeenkomst

    De voor de uitvoering van deze overeenkomst noodzakelijke technische en administratieve regelingen worden getroffen door de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie/ hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Albanië.

    Artikel 7

    Niet-naleving

    Indien een van de partijen de in de voorgaande artikelen neergelegde verplichtingen niet nakomt, heeft de andere partij het recht om deze overeenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand.

    Artikel 8

    Geschillenbeslechting

    Geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst worden langs diplomatieke weg opgelost tussen de partijen.

    Artikel 9

    Inwerkingtreding

    1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de wederzijdse kennisgeving van de partijen dat de voor dit doel noodzakelijke interne procedures zijn afgerond.

    2.   Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

    3.   Deze overeenkomst blijft van kracht zolang de deelname van de Republiek Albanië aan de operatie duurt.

    Gedaan te Brussel, 7 maart 2005 in vier exemplaren in de Engelse taal.

    Voor de Europese Unie

    Image

    Voor de Republiek Albanië

    Image


    (1)  PB L 252 van 28.7.2004, blz. 10.

    (2)  PB L 325 van 28.10.2004, blz. 64. Besluit gewijzigd bij Besluit BiH/5/2004 (PB L 357 van 2.12.2004, blz. 39).

    (3)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit 2004/194/EG (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 48).

    (4)  PB L 63 van 28.2.2004, blz. 68.

    VERKLARINGEN

    bedoeld in artikel 2, leden 5 en 6

    Verklaring van de lidstaten van de EU

    „De lidstaten van de EU die Gemeenschappelijk Optreden 2004/570/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina uitvoeren, zullen, voorzover hun nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk afzien van schadevorderingen tegen de Republiek Albanië wegens lichamelijk letsel of dood van een lid van hun personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die hun eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de EU zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

    door personeel van de Republiek Albanië werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de EU, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag;

    voortvloeide uit het gebruik van middelen van de Republiek Albanië, mits die middelen gebruikt werden in het kader van de operatie, en behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het uit de Republiek Albanië afkomstige personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de EU dat die middelen gebruikte.”

    Verklaring van de Republiek Albanië

    „De Republiek Albanië, die Gemeenschappelijk Optreden 2004/570/GBVB inzake de militaire operatie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina uitvoert, zal, voorzover zijn nationale rechtsstelsel dit toelaat, zoveel mogelijk afzien van schadevorderingen tegen elk ander aan de EU-crisisbeheersingsoperatie deelnemend land wegens lichamelijk letsel of dood van een lid van zijn personeel, c.q. schade aan of verlies van middelen die zijn eigendom zijn en die door de crisisbeheersingsoperatie van de EU zijn gebruikt, wanneer het letsel, het overlijden, de schade of het verlies:

    door personeel werd veroorzaakt bij de uitvoering van zijn taken in het kader van de crisisbeheersingsoperatie van de EU, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag;

    voortvloeide uit het gebruik van middelen die eigendom zijn van aan de crisisbeheersingsoperaties van de EU deelnemende landen, op voorwaarde dat deze middelen ten behoeve van de operatie zijn gebruikt, behalve in gevallen van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag van het personeel van de crisisbeheersingsoperatie van de EU dat die middelen gebruikte.”


    Top