Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1293

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1293/2004 van de Raad van 30 april 2004 houdende wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer

    PB L 243 van 15.7.2004, p. 26–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 03/03/2016; stilzwijgende opheffing door 32016R0300

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1293/oj

    15.7.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 243/26


    VERORDENING (EG, Euratom) Nr. 1293/2004 VAN DE RAAD

    van 30 april 2004

    houdende wijziging van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 247, lid 8,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 160 B, lid 8,

    Gezien de op 2 april 2004 door de Commissie ingediende ontwerp-verordening,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Raad moet de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer vaststellen.

    (2)

    Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004 (1) is Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (2) tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, gewijzigd.

    (3)

    Aangezien bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 (3) een aantal bepalingen van het bovengenoemde Statuut van overeenkomstige toepassing is verklaard op de leden van de Rekenkamer, moet die verordening in overeenkomstige zin worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Aan artikel 1 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

    „Bij de toepassing van deze verordening zijn de voor het huwelijk geldende bepalingen eveneens van toepassing voor andere samenlevingsvormen dan het huwelijk, mits is voldaan aan de voorwaarden vermeld in artikel 1, lid 2, onder c), van bijlage VII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen. De ongehuwde partner van een lid of een voormalig lid wordt echter op gelijke voet behandeld als een echtgenoot krachtens het ziektekostenverzekeringsstelsel, indien wordt voldaan aan de eerste drie voorwaarden van de punten i), ii) en iii) van artikel 1, lid 2, onder c).”.

    2)

    In artikel 2:

    wordt „rang A 1, laatste salaristrap” vervangen door „rang 16, derde salaristrap”,

    wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Vanaf 1 mei 2004 tot en met 30 april 2006 wordt „rang 16, derde salaristrap” in de eerste alinea echter gelezen als „rang A*16, derde salaristrap.”.”.

    3)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 5 bis

    Artikel 17 van bijlage VII van het statuut is van overeenkomstige toepassing op de leden van de Rekenkamer.”.

    4)

    In artikel 7, onder c), wordt „voor ambtenaren in de rang A 1” geschrapt.

    5)

    Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    in de eerste alinea wordt „4,50 %” vervangen door „4,275 %”,

    de volgende tweede alinea wordt toegevoegd:

    „In afwijking van de eerste alinea bedraagt voor de leden van de Rekenkamer die vóór 1 mei 2004 in functie zijn, en tot het einde van hun functies in de Rekenkamer, het pensioen voor elk geheel ambtsjaar 4,50 % van het laatstgenoten basissalaris.”.

    6)

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    De derde alinea wordt vervangen door:

    „Voormalige leden van de Rekenkamer komen echter in aanmerking voor de regelingen waarin artikel 72 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen voorziet, op voorwaarde dat zij geen winstgevende beroepswerkzaamheden verrichten en dat zij niet onder een nationaal ziektekostenverzekeringsstelsel kunnen vallen.”;

    b)

    in de vierde en de vijfde alinea wordt „60” vervangen door „63”;

    c)

    in de vijfde alinea, eerste zin, wordt „op grond waarvan zij door een andere openbare ziektekostenverzekering kunnen worden gedekt” geschrapt;

    7)

    Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    Lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

    in de eerste alinea wordt „De weduwe en de ten laste komende kinderen van een lid” vervangen door „De overlevende echtgenoot en de ten laste komende kinderen op het ogenblik van overlijden van een lid”;

    in de tweede alinea, eerste streepje, wordt „de weduwe” vervangen door „de overlevende echtgenoot”;

    in de tweede alinea, tweede streepje, worden na „vaderloze” de woorden „of moederloze” ingevoegd;

    in de derde alinea, eerste streepje, wordt „de weduwe” vervangen door „de overlevende echtgenoot”;

    b)

    in lid 5 wordt „de vrouw” vervangen door „de persoon”;

    c)

    in lid 6 wordt „de weduwe” vervangen door „de overlevende echtgenoot”, en het woord „zij” door „hij”;

    d)

    in lid 7 wordt „een weduwe” vervangen door „de overlevende echtgenoot”;

    e)

    in lid 8 wordt „De weduwe” vervangen door „De overlevende echtgenoot”.

    8)

    Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    In lid 1 wordt „in de valuta van het land waarin de Rekenkamer voorlopig is gevestigd” vervangen door „in euro”;

    b)

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.   Op de krachtens de artikelen 8, 9, 11 en 16 verschuldigde bedragen wordt geen aanpassingscoëfficiënt toegepast.

    Deze bedragen worden uitbetaald in euro aan de betrokkenen die binnen de Europese Unie verblijven, via een bank in het land waarin zij hun verblijfplaats hebben.

    Aan de betrokkenen die buiten de Europese Unie verblijven, wordt het pensioen in euro betaald, via een bank in het land waarin zij hun verblijfplaats hebben. Bij wijze van uitzondering kan het pensioen in euro worden betaald via een bank in het land van vestiging van de zetel van de instelling, dan wel in een andere valuta in het land van verblijf, waarbij de omrekening geschiedt op basis van de meest recente wisselkoersen die voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen worden gebruikt.”.

    9)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 21 bis

    1.   De artikelen 14, 15, 16, 17 en 19 van bijlage XIII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van de Rekenkamer.

    2.   De artikelen 20, 24 en 25 van bijlage XIII van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen zijn van overeenkomstige toepassing op degenen aan wie de krachtens de artikelen 8, 9, 11 en 16 verschuldigde bedragen worden toegekend.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 april 2004.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    B. COWEN


    (1)  PB L 124 van 27.4.2004, blz. 1.

    (2)  PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 723/2004.

    (3)  PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 840/95 (PB L 85 van 19.4.1995, blz. 10).


    Top