Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0993

Verordening (EG) nr. 993/2004 van de Raad van 17 mei 2004 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 658/2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland en van Verordening (EG) nr. 132/2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten en tot definitieve inning van de voorlopige antidumpingrechten op ammoniumnitraat uit Polen en Oekraïne en tot beëindiging van de antidumpingprocedure ten aanzien van Litouwen

PB L 182 van 19.5.2004, pp. 28–33 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 142M van 30.5.2006, pp. 29–34 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/07/2007

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/993/oj

19.5.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 182/28


VERORDENING (EG) Nr. 993/2004 VAN DE RAAD

van 17 mei 2004

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 658/2002 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland en van Verordening (EG) nr. 132/2001 tot instelling van definitieve antidumpingrechten en tot definitieve inning van de voorlopige antidumpingrechten op ammoniumnitraat uit Polen en Oekraïne en tot beëindiging van de antidumpingprocedure ten aanzien van Litouwen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), („de basisverordening”), en met name op artikel 8, artikel 11, lid 3, artikel 21 en artikel 22, onder c),

Gezien het voorstel dat door de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité is ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

1.   Geldende maatregelen

(1)

In aansluiting op een herzieningsprocedure naar aanleiding van het vervallen van maatregelen en een tussentijdse herziening heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 658/2002 (2) een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van ammoniumnitraat („het betrokken product”) uit Rusland. Bij Verordening (EG) nr. 132/2001 (3) heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van ammoniumnitraat uit Oekraïne.

(2)

De maatregelen voorzien in een specifiek recht van 47,07 EUR/ton in het geval van Rusland en 33,25 EUR/ton in het geval van Oekraïne.

2.   Onderzoek

(3)

Op 20 maart 2004 kondigde de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4) aan dat zij overeenkomstig artikel 11, lid 3, en artikel 22, onder c), van de basisverordening een procedure voor de gedeeltelijke tussentijdse herziening van de geldende maatregelen („de maatregelen”) inleidde.

(4)

De herziening werd ingeleid op initiatief van de Commissie, die wilde onderzoeken of het dienstig was, naar aanleiding van de uitbreiding van de Europese Unie op 1 mei 2004 („de uitbreiding”) en rekening houdende met het belang van de Gemeenschap, de maatregelen aan te passen om een plotse en overdreven negatieve impact op alle belanghebbenden, waaronder de verwerkende bedrijven, distributiebedrijven en consumenten, te vermijden.

3.   Bij het onderzoek betrokken partijen

(5)

De Commissie heeft alle haar bekende belanghebbende partijen, waaronder de bedrijfstak van de Gemeenschap, de organisaties van producenten en verwerkende bedrijven in de Gemeenschap, de producenten/exporteurs in de betrokken landen, de importeurs en organisaties van importeurs, de bevoegde autoriteiten van de betrokken landen alsmede de belanghebbenden in de tien nieuwe lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden („EU10”), in kennis gesteld van de inleiding van de procedure en zij heeft hen de mogelijkheid gegeven hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, informatie te verstrekken en bewijsmateriaal toe te zenden binnen de in het bericht van inleiding genoemde termijn. Alle belanghebbenden die aantoonden dat er redenen waren om te worden gehoord en een daartoe strekkend verzoek indienden, werden gehoord.

(6)

In dit verband hebben de volgende belanghebbende partijen hun standpunt uiteengezet:

a)

Organisatie van EG-producenten:

 

European Fertilizers Manufacturers Association (EFMA).

b)

Producenten/exporteurs:

 

Nak Azot uit Moskou, Rusland

 

OAO Kirovo – Chepetsky Chimkombinat uit Kirovo – Chepetsk, Rusland

 

Cherkasy Azot uit Cherkasy, Oekraïne

 

JSC Acron uit Vellky Novgorod, Rusland.

B.   BETROKKEN PRODUCT

(7)

De procedure heeft betrekking op hetzelfde product als de oorspronkelijke procedure, namelijk ammoniumnitraat („het betrokken product”), een vaste meststof op basis van stikstof die vaak in de landbouw wordt gebruikt. De meststof wordt vervaardigd van ammoniak en salpeterzuur en heeft in de vorm van prills of granules een stikstofgehalte van meer dan 28 gewichtsprocenten.

(8)

Het betrokken product wordt momenteel ingedeeld onder de GN-codes 3102 30 90 (ammoniumnitraat ander dan in waterige oplossing) en 3102 40 90 (mengsels van ammoniumnitraat en calciumcarbonaat of andere niet-vruchtbaarmakende anorganische stoffen met een stikstofgehalte van meer dan 28 gewichtsprocenten).

C.   RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

1.   Verklaringen van belanghebbende partijen in exportlanden

(9)

Drie Russische en één Oekraïense producent/exporteur en de Russische en Oekraïense autoriteiten verklaarden dat, als gevolg van de hoge antidumpingrechten en de uitbreiding van de maatregelen tot de EU10, hun traditionele handelsstromen naar de EU10 ernstig zouden worden verstoord.

(10)

Zij stelden met name dat de plotse sterke prijsstijgingen als gevolg van de antidumpingrechten in de vorm van een specifiek bedrag het product onbetaalbaar duur maakten voor de eindverbruikers in de EU10.

2.   Opmerkingen van de bedrijfstak van de Gemeenschap

(11)

De EG-producenten deelden mee dat, ondanks het feit dat de gemiddelde prijzen in de EU10 aanzienlijk lager waren dan die in de Europese Unie in haar samenstelling voor 1 mei 2004 („EU15”), zij zich niet zouden verzetten tegen voorstellen voor tussentijdse maatregelen in een overgangsperiode, voorzover deze geen negatieve invloed hebben op hun situatie.

3.   Opmerkingen van de lidstaten

(12)

De Spaanse autoriteiten hebben hun bezorgdheid geuit, maar zich, net zoals de overige lidstaten, niet verzet tegen de door de Commissie voorgestelde overgangsmaatregelen.

(13)

Er werd betoogd dat verschillende EU10-lidstaten maatregelen hadden ingesteld ten aanzien van het betrokken product en dat deze maatregelen een beschermingsniveau in de EU10 garandeerden waaraan met de uitbreiding een einde kwam. Deze maatregelen behelsden:

a)

in Polen: vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van ammoniumnitraat uit Rusland, ingesteld in juni 2002, en vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van ammoniumnitraat uit Oekraïne, ingesteld in december 2002;

b)

in Hongarije: vrijwaringsmaatregelen met een aanvullend recht van 11 600 HUF/ton ten aanzien van de invoer van ammoniumnitraat uit Rusland en Oekraïne, ingesteld in juli 2003;

c)

in Tsjechië: vrijwaringsmaatregelen met een aanvullend recht van 16 % ten aanzien van de invoer van ammoniumnitraat uit Oekraïne, ingesteld in februari 2003, en vrijwaringsmaatregelen met een aanvullend recht van 35 % ten aanzien van het betrokken product uit Rusland.

(14)

Desondanks waren de autoriteiten van de EU10 van mening dat er na de uitbreiding een bijzondere overgangsregeling voor de invoer van het betrokken product uit Oekraïne en Rusland zou moeten gelden. Er werd in dit verband betoogd dat het betrokken product van groot belang is voor de afnemers in de landbouwsector in de EU10, omdat het niet gemakkelijk door een ander product kan worden vervangen.

(15)

Voorts werd aangevoerd dat moest worden voorkomen dat de landbouwers in de EU10 met plotse en scherpe prijsstijgingen van ammoniumnitraat zouden worden geconfronteerd, omdat dit het voor hen extra moeilijk zou maken om zich aan de nieuwe concurrentie met de landbouwproducenten in de EU15 aan te passen. Het belang van deze kwestie werd verder benadrukt door de aanzienlijke waarde van de uitvoer naar de EU10 uit Oekraïne en Rusland (circa 59 miljoen EUR per jaar) in vergelijking met de uitvoer naar de EU15 uit deze landen (circa 39 miljoen EUR per jaar).

(16)

Er werd dan ook betoogd dat de levering van het betrokken product aan de EU10 zonder plotse en scherpe prijsstijgingen van groot belang is voor de genoemde eindverbruikers in de EU10.

(17)

Dienovereenkomstig pleitten deze autoriteiten voor een bijzondere behandeling, wat de antidumpingmaatregelen betreft, van de invoer van het betrokken product in de EU10 uit Oekraïne en Rusland.

4.   Beoordeling

(18)

Op basis van de beschikbare gegevens en informatie werd een analyse verricht, waaruit bleek dat er inderdaad een uitgesproken verschil bestaat tussen de geldende prijzen voor het betrokken product in de EU10 en de EU15 (in de EU10 bedroeg bv. in de periode 2000-2003 de gemiddelde prijs uit Rusland 70 EUR/ton en uit Oekraïne 84 EUR/ton, terwijl deze in de EU15 in diezelfde periode voor het betrokken product uit Rusland 100 EUR/ton en uit Oekraïne 108 EUR/ton bedroeg).

(19)

Uit de analyse bleek ook dat de invoer in de EU10 uit Rusland en Oekraïne in de periode 2000-2003 omvangrijk was (gemiddeld circa 817 000 ton).

5.   Conclusie

(20)

Al deze verschillende aspecten en belangen werden in aanmerking genomen en als geheel onderzocht. Dit leidde tot de slotsom dat de belangen van de importeurs en de verwerkende bedrijven in de EU10 aanzienlijk zouden worden geschaad als de bestaande maatregelen onmiddellijk, zonder tijdelijke aanpassing, zouden worden toegepast.

(21)

Anderzijds hebben de EG-producenten zelf bevestigd dat een tijdelijke aanpassing van de maatregelen geen overdreven negatieve impact op hun belangen zou hebben, aangezien zij momenteel niet volledig aan de vraag in de EU10 kunnen voldoen.

(22)

Onder zulke omstandigheden kan redelijkerwijs worden geconcludeerd dat het, in het licht van de specifieke situatie die door de uitbreiding ontstaat, niet in het belang van de Gemeenschap is de bestaande maatregelen zonder tijdelijke aanpassing toe te passen. Een dergelijke aanpassing met betrekking tot de invoer van het betrokken product in de EU10 mag evenwel het gewenste niveau van handelsbescherming niet noemenswaardig ondergraven.

(23)

Er werden verschillende mogelijkheden onderzocht hoe de bedrijfstak van de Gemeenschap het best tegen schadeveroorzakende dumping kan worden beschermd, terwijl tegelijkertijd ook het belang van de Gemeenschap in aanmerking wordt genomen door de economische schok van de antidumpingrechten voor de traditionele afnemers in de EU10 te verzachten gedurende de periode van economische aanpassing na de uitbreiding.

(24)

Gelet op de beschermende maatregelen die sommige EU10-lidstaten voor de uitbreiding hadden ingesteld, werd geconcludeerd dat dit het best kon worden verwezenlijkt door 50 % van de traditionele exportvolumes, d.w.z. de exportvolumes waarop de door de EU10 voor de uitbreiding ingestelde beschermende maatregelen niet van toepassing zijn, uit Oekraïne en Rusland naar de EU10 gedurende een overgangsperiode zonder heffing van antidumpingrechten toe te laten, op voorwaarde dat in plaats daarvan de exportprijzen naar deze lidstaten zodanig worden verhoogd dat zij de schade in aanzienlijke mate helpen teniet te doen. Ten aanzien van alle overige uitvoer naar de EU10 bovenop deze traditionele exportvolumes gelden de antidumpingrechten, net zoals voor de uitvoer naar de EU15.

6.   Verbintenissen

(25)

Er werd onderzocht welke de meest adequate manier is om deze traditionele exportstromen naar de EU10 niet te onderbreken en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat de schade ook in aanzienlijke mate wordt tenietgedaan, en de conclusie luidde dat die erin bestond van de medewerkende partijen vrijwillige verbintenissen met minimuminvoerprijzen en kwantitatieve maxima te aanvaarden. Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van de basisverordening heeft de Commissie derhalve de betrokken producenten/exporteurs verbintenissen voorgesteld.

(26)

In dit verband zij erop gewezen dat bij de vaststelling van de voorwaarden van de verbintenissen rekening is gehouden met de bijzondere omstandigheden van de uitbreiding in overeenstemming met artikel 22, onder c), van de basisverordening. Het betreft hier een bijzondere maatregel in die zin dat deze verbintenissen voorzien in een tijdelijk aanpassing van bestaande maatregelen aan de realiteit van een uitgebreide Gemeenschap van 25 lidstaten.

(27)

Er zij tevens op gewezen dat de verbintenissen niet volledig gelijkstaan aan een antidumpingrecht, omdat de vastgestelde minimuminvoerprijzen lager liggen dan wat normaal het geval zou zijn. Een andere handelwijze zou, zoals hierboven werd uiteengezet, het betrokken product onbetaalbaar duur maken voor de eindgebruikers in de EU10 en derhalve niet in het belang van de Gemeenschap zijn. De producenten/exporteurs hebben zich er niettemin toe verbonden hun prijzen te verhogen tot een niveau dat de schade in aanzienlijke mate helpt teniet te doen.

(28)

Voor de producenten/exporteurs in Oekraïne en Rusland werden importvolumes („maxima”) vastgesteld op basis van 50 % van hun traditionele exportvolume naar de EU10 in 2001 en 2002. Er zij evenwel op gewezen dat abnormale stijgingen in de exportvolumes naar de EU10 die in de laatste maanden van 2003 en de eerste maanden van 2004 werden vastgesteld, van de traditionele volumes die voor de vaststelling van de maxima zijn gebruikt, werden afgetrokken.

(29)

De betrokken producenten/exporteurs moeten, wanneer zij het betrokken product in het kader van een verbintenis in de EU10 verkopen, bereid zijn om globaal genomen niet af te wijken van hun traditionele verkooppatronen ten aanzien van individuele afnemers in de EU10. De producenten/exporteurs moeten er zich derhalve van bewust zijn dat een aanbod voor een verbintenis slechts als werkbaar, en dus aanvaardbaar, kan worden aangemerkt als zij voor de verkoop waarop de verbintenis betrekking heeft, globaal genomen deze traditionele patronen in de handel met hun afnemers in de EU10 handhaven.

(30)

De producenten/exporteurs moeten er zich eveneens van bewust zijn dat indien wordt vastgesteld dat deze verkooppatronen sterk wijzigen of het toezicht op hun verbintenis om welke reden dan ook moeilijk of onmogelijk wordt, de Commissie, overeenkomstig de voorwaarden van de verbintenis, de aanvaarding van de verbintenis van de onderneming mag intrekken, wat tot gevolg heeft dat definitieve antidumpingrechten worden geheven op het niveau zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 658/2002 en Verordening (EG) nr. 132/2001, of dat zij het maximum mag aanpassen dan wel anderszins corrigerend mag optreden.

(31)

Dienovereenkomstig mag de Commissie ieder aanbod voor een verbintenis dat aan de bovenvermelde voorwaarden voldoet, bij verordening van de Commissie aanvaarden.

D.   WIJZIGING VAN VERORDENING (EG) Nr. 658/2002 EN VERORDENING (EG) Nr. 132/2001

(32)

Gelet op het bovenstaande moet, voor het geval dat de Commissie bij verordening verbintenissen aanvaardt, worden voorzien in de mogelijkheid dat de invoer in de Gemeenschap die overeenkomstig de voorwaarden van zulke verbintenissen plaatsvindt, wordt vrijgesteld van het bij Verordening (EG) nr. 658/2002 en Verordening (EG) nr. 132/2001 ingestelde antidumpingrecht, door deze verordeningen te wijzigen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In Verordening (EG) nr. 658/2002 wordt het volgende artikel ingevoegd:

„Artikel 1 bis

1.   De voor het vrije verkeer aangegeven goederen worden vrijgesteld van de bij artikel 1 ingestelde antidumpingrechten, mits zij zijn vervaardigd door een onderneming waarvan de Commissie een verbintenis heeft aanvaard en waarvan de naam is opgenomen in de desbetreffende verordening van de Commissie, zoals die telkenmale wordt gewijzigd, en zijn ingevoerd in overeenstemming met de bepalingen van diezelfde verordening van de Commissie.

2.   De in lid 1 genoemde invoer wordt vrijgesteld van het antidumpingrecht op voorwaarde dat:

a)

de aangegeven en bij de douane aangebrachte goederen nauwkeurig overeenstemmen met het in artikel 1 omschreven product,

b)

bij de aangifte voor het vrije verkeer de douaneautoriteiten van de lidstaten een handelsfactuur wordt overgelegd die ten minste de in de bijlage vermelde gegevens bevat, en

c)

de aangegeven en bij de douane aangebrachte goederen nauwkeurig overeenstemmen met de beschrijving op de handelsfactuur.”

Artikel 2

In Verordening (EG) nr. 132/2001 wordt het volgende artikel ingevoegd:

„Artikel 1 bis

1.   De voor het vrije verkeer aangegeven goederen worden vrijgesteld van de bij artikel 1 ingestelde antidumpingrechten, mits zij zijn vervaardigd door een onderneming waarvan de Commissie een verbintenis heeft aanvaard en waarvan de naam is opgenomen in de desbetreffende verordening van de Commissie, zoals die telkenmale wordt gewijzigd, en zijn ingevoerd in overeenstemming met de bepalingen van diezelfde verordening van de Commissie.

2.   De in lid 1 genoemde invoer wordt vrijgesteld van het antidumpingrecht op voorwaarde dat:

a)

de aangegeven en bij de douane aangebrachte goederen nauwkeurig overeenstemmen met het in artikel 1 omschreven product,

b)

bij de aangifte voor het vrije verkeer de douaneautoriteiten van de lidstaten een handelsfactuur wordt overgelegd die ten minste de in de bijlage vermelde gegevens bevat, en

c)

de aangegeven en bij de douane aangebrachte goederen nauwkeurig overeenstemmen met de beschrijving op de handelsfactuur.”

Artikel 3

De tekst in de bijlage bij deze verordening wordt toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 658/2001 en aan Verordening (EG) nr. 132/2001.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 mei 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. COWEN


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 102 van 18.4.2002, blz. 1.

(3)  PB L 23 van 25.1.2001, blz. 1.

(4)  PB C 70 van 20.3.2004, blz. 15.


BIJLAGE

BIJLAGE

Gegevens die moeten worden vermeld op de handelsfactuur bij de invoer van ammoniumnitraat waarop de verbintenis van toepassing is.

1.

Het opschrift „HANDELSFACTUUR — GOEDEREN DIE ONDER EEN VERBINTENIS VALLEN”

2.

De naam van de in artikel 1 van Verordening [INSERT NUMBER] van de Commissie vermelde onderneming die de handelsfactuur heeft afgegeven.

3.

Het nummer van de handelsfactuur.

4.

De datum van afgifte van de handelsfactuur.

5.

De aanvullende Taric-code waaronder de op de factuur vermelde goederen aan de grens van de Gemeenschap zullen worden ingeklaard.

6.

Een nauwkeurige omschrijving van de goederen, met inbegrip van:

het codenummer van het product (Product Code Number of PCN) dat werd gebruikt voor het onderzoek en de verbintenis (bv. PCN 1, PCN 2 enz.),

een duidelijke omschrijving van de goederen die onder het betrokken PCN vallen (bv. PCN 1: ammoniumnitraat zonder bijkomende elementen — standaardproduct, PCN 2: ammoniumnitraat met bijkomende elementen in bijzondere mengsels enz.),

de productcode van de onderneming (Company Product Code of CPC) (indien van toepassing),

de GN-code;

de hoeveelheid (in ton).

7.

De verkoopvoorwaarden, met inbegrip van:

de prijs per ton,

de betalingsvoorwaarden,

de leveringsvoorwaarden,

het totale bedrag aan kortingen en rabatten.

8.

De naam van de onderneming die als importeur in de Gemeenschap optreedt en die de rechtstreekse ontvanger is van de handelsfactuur.

9.

De naam van de werknemer van de onderneming die de factuur heeft opgesteld alsmede de hiernavolgende ondertekende verklaring:

„Ondergetekende bevestigt dat de verkoop voor rechtstreekse uitvoer naar de Europese Gemeenschap van de goederen waarop deze factuur betrekking heeft, plaatsvindt in het kader en op de voorwaarden van de verbintenis die werd aangeboden door […] (naam van de onderneming) en door de Europese Commissie bij Verordening [INSERT NUMBER] werd aanvaard. Hij verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is.”


Top