Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0917

    Verordening (EG) nr. 917/2004 van de Commissie van 29 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad betreffende maatregelen op het gebied van de bijenteelt

    PB L 163 van 30.4.2004, p. 83–87 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 08/08/2015; opgeheven door 32015R1366

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/917/oj

    30.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 163/83


    VERORDENING (EG) Nr. 917/2004 VAN DE COMMISSIE

    van 29 april 2004

    houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad betreffende maatregelen op het gebied van de bijenteelt

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen op het gebied van de bijenteelt (1), en met name op artikel 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 797/2004, die in de plaats komt van Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad (2), zijn maatregelen vastgesteld om de productie en de afzet van de producten van de bijenteelt te verbeteren. In het belang van de duidelijkheid verdient het aanbeveling Verordening (EG) nr. 2300/97 van de Commissie van 20 november 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1221/97 van de Raad houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing (3) in te trekken en te vervangen door een nieuwe verordening.

    (2)

    In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 797/2004 is bepaald dat de lidstaten nationale bijenteeltprogramma's kunnen opstellen. Vastgesteld moet worden welke essentiële elementen deze programma's moeten bevatten en binnen welke termijn zij bij de Commissie moeten worden ingediend.

    (3)

    De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de bijenteeltprogramma's moet worden beperkt, rekening houdend met het aandeel van elke lidstaat in het communautaire bijenbestand.

    (4)

    De lidstaten moeten de toepassing van deze verordening controleren. De controlemaatregelen dienen aan de Commissie te worden meegedeeld.

    (5)

    Bij de tenuitvoerlegging van de bijenteeltprogramma's dient de samenhang tussen de maatregelen van die programma's en de in het kader van de verschillende communautaire beleidsgebieden getroffen maatregelen te worden gegarandeerd. Met name overcompensatie ten gevolge van een combinatie van verschillende soorten steun, en tegenstrijdigheden bij het definiëren van de maatregelen moeten worden voorkomen.

    (6)

    Met het oog op een zekere flexibiliteit bij de uitvoering van de programma's is met betrekking tot de voor elke maatregel meegedeelde uitgaven een afwijking van een bepaald percentage toegestaan, op voorwaarde dat het totale maximumbedrag van de geraamde uitgaven niet wordt overschreden. Indien bij de uitvoering van het programma een beroep wordt gedaan op deze vorm van flexibiliteit, mag de financiële bijdrage van de Gemeenschap niet meer bedragen dan 50 % van de werkelijk door de betrokken lidstaat gedane uitgaven.

    (7)

    Met het oog op een grotere flexibiliteit bij de uitvoering van de programma's moet de mogelijkheid worden gelaten om de maatregelen van een programma tijdens de uitvoering van het programma aan te passen, mits de aangepaste maatregelen in overeenstemming zijn met de in Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde maatregelen.

    (8)

    Er moeten regels worden vastgesteld voor de bepaling van de landbouwomrekeningskoers die op de financiering van de bijenteeltprogramma's moet worden toegepast.

    (9)

    Met het oog op een coherente uitvoering en aanpassing van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde studie naar de structuur van de bijenteeltsector, moeten regels over de inhoud van een dergelijke studie worden vastgesteld.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde nationale programma's (hierna „bijenteeltprogramma's” genoemd) bevatten met name:

    a)

    een beschrijving van de toestand van de sector, die zo moet zijn opgesteld dat de structuurgegevens van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde studie regelmatig kunnen worden bijgewerkt

    b)

    de doelstellingen van het bijenteeltprogramma;

    c)

    een nauwkeurige beschrijving van de maatregelen, met in voorkomend geval de kosten per eenheid;

    d)

    de geraamde kosten en het in begrotingsjaren opgesplitste financieringsplan op nationaal en regionaal niveau;

    e)

    een verwijzing naar de van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen;

    f)

    een lijst van de representatieve beroepsorganisaties en coöperaties in de bijenteeltsector die met de bevoegde autoriteit van de lidstaat meewerken aan de opstelling van de bijenteeltprogramma's;

    g)

    de uitvoeringsbepalingen betreffende de controle op en de beoordeling van het bijenteeltprogramma.

    Artikel 2

    1.   De lidstaten delen hun bijenteeltprogramma aan de Commissie mee vóór 15 april van het eerste jaar van de driejarige programmaperiode.

    Voor 2004 delen de lidstaten hun bijenteeltprogramma evenwel uiterlijk op 15 mei 2004 mee.

    2.   De jaarperioden van de bijenteeltprogramma's gaan in op 16 oktober van elk jaar en verstrijken op 15 oktober van het volgende jaar.

    3.   De maatregelen die in de bijenteeltprogramma's voor elk jaar van de driejarige periode zijn gepland, moeten volledig zijn uitgevoerd vóór 31 augustus van het volgende jaar. De desbetreffende betalingen moeten tijdens de jaarperiode zijn verricht.

    Artikel 3

    De bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van de bijenteeltprogramma's is voor elke lidstaat beperkt tot het bedrag dat overeenstemt met zijn in bijlage I vermelde aandeel in het communautaire bijenbestand.

    Wanneer één of meer lidstaten geen bijenteeltprogramma meedelen vóór de in artikel 2, lid 1, bedoelde datum of het in de eerste alinea van het onderhavige artikel bedoelde bedrag niet volledig gebruiken, mogen de bedragen van de andere lidstaten worden verhoogd naar evenredigheid van hun aandeel.

    Artikel 4

    De lidstaten doen de Commissie samen met de bijenteeltprogramma's een beschrijving van de controles daarop toekomen.

    De controles zijn erop gericht na te gaan of aan de voorwaarden voor de toekenning van de steun uit hoofde van de bijenteeltprogramma's is voldaan. Er moeten zowel administratieve controles als controles ter plaatse worden verricht.

    De betaalorganen dienen voldoende bewijzen van deze controles te bewaren.

    Artikel 5

    1.   De lidstaten delen de Commissie vóór de in artikel 2, lid 1, vermelde datum de lijst van maatregelen op het gebied van de bijenteelt mee, die in de nationale operationele programma's in het kader van de in Verordening (EG) nr. 1260/1999 (4) van de Raad omschreven doelstellingen 1 en 2 zijn opgenomen.

    2.   Een maatregel kan niet tegelijkertijd in aanmerking komen voor betalingen op grond van zowel Verordening (EG) nr. 797/2004 als een andere communautaire steunregeling, met name Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad (5).

    Artikel 6

    Van de voor elke maatregel bestemde uitgaven mag met ten hoogste 20 % naar boven of naar beneden worden afgeweken, op voorwaarde dat het totale maximumbedrag van de jaarlijkse geraamde uitgaven niet wordt overschreden en dat de bijdrage van de Gemeenschap in de financiering van de bijenteeltprogramma's niet meer dan 50 % van de door de betrokken lidstaat gedane uitgaven bedraagt.

    Artikel 7

    De maatregelen van de bijenteeltprogramma's mogen tijdens de jaarperiode worden aangepast, op voorwaarde dat zij in overeenstemming blijven met het bepaalde in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 797/2004 en overeenkomstig artikel 5 van die verordening worden goedgekeurd.

    Artikel 8

    Op het in artikel 3 bedoelde bedrag wordt de landbouwomrekeningskoers toegepast die geldt op 1 mei van het jaar waarin het bijenteeltprogramma wordt meegedeeld.

    Artikel 9

    De in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 797/2004 bedoelde studie heeft betrekking op de in bijlage II bij de onderhavige verordening vermelde onderwerpen.

    Artikel 10

    Verordening (EG) nr. 2300/97 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de in bijlage III opgenomen concordantietabel.

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 april 2004.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 125 van 28.4.2004, blz. 1.

    (2)  PB L 173 van 1.7.1997, blz. 1.

    (3)  PB L 319 van 21.11.1997, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1387/2003 (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 22).

    (4)  PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.

    (5)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.


    BIJLAGE I

    Lidstaat

    Bijenbestand

    Aantal bijenkasten

    België

    100 000

    Denemarken

    155 000

    Duitsland

    893 000

    Griekenland

    1 380 000

    Spanje

    2 397 840

    Frankrijk

    1 150 000

    Ierland

    20 000

    Italië

    1 100 000

    Luxemburg

    10 213

    Nederland

    80 000

    Oostenrijk

    336 139

    Portugal

    590 000

    Finland

    47 000

    Zweden

    145 000

    Verenigd Koninkrijk

    274 000

    Totaal

    8 678 192


    BIJLAGE II

    Studie naar de structuur van de bijenteeltsector, als bedoeld in artikel 9

    1.   Bestandsopname

    Aantal beroepsmatig gehouden bijenkasten:

    Totaal aantal bijenkasten:

    Aantal beroepsbijenhouders (a):

    Totaal aantal bijenhouders:

    2.   Structuur van de afzet

    Productie (b): Rechtstreekse verkoop aan de consument

    Rechtstreekse verkoop aan de detailhandel

    Verkoop aan verpakkingscentra/groothandel

    Verkoop aan de industrie

    Invoer: Verkoop aan de groothandel/verpakkingscentra/industrie

    Uitvoer:

    3.   Prijzen

    4.   Productie- en verpakkingskosten

    Vaste kosten:

    Variabele kosten:

    Indien mogelijk gedetailleerde uitsplitsing, met name in:

    kosten van de bestrijding van de varroamijtziekte

    kosten van wintervoeding

    kosten van verpakkingen (recipiënten)

    kosten van transhumance

    5.   Kwaliteit van de honing

    Specificiteit: Verordening (EG) nr. 2082/92 van de Raad (1)

    Beschermde oorsprongsbenaming (BOB): Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (2)

    Beschermde geografische aanduiding (BGA): Verordening (EEG) nr. 2081/92

    Noten:

    (a)

    Beroepsbijenhouder = bijenhouder met meer dan 150 bijenkasten.

    (b)

    In voorkomend geval soort honing en omvang van het bedrijf vermelden.


    (1)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 9.

    (2)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1.


    BIJLAGE III

    Correspondentietabel

    Verordening (EG) nr. 2300/97

    Onderhavige verordening

    Artikel

    Artikel 1

    Artikel 2, lid 1

    Artikel 2, lid 1

     

    Artikel 2, lid 2

    Artikel 2, lid 2

    Artikel 2, lid 3

    Artikel 3

    Artikel 3

    Artikel 4, lid 1

    Artikel 4, eerste en tweede alinea

    Artikel 4, lid 2

    Artikel 5, lid 1

    Artikel 4, lid 3

    Artikel 5, lid 2

    Artikel 4 bis

    Artikel 6

     

    Artikel 7

    Artikel 5

    Artikel 8

    Artikel 6

    Artikel 9

     

    Artikel 10

    Artikel 7

    Artikel 11

    Bijlage I

    Bijlage I

    Bijlage II

    Bijlage II

    Bijlage III


    Top