Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0879

    Verordening (EG) nr. 879/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot verlening van een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding (Saccharomyces cerevisiae) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 162 van 30.4.2004, p. 65–67 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 03/05/2004

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/879/oj

    30.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 162/65


    VERORDENING (EG) Nr. 879/2004 VAN DE COMMISSIE

    van 29 april 2004

    tot verlening van een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding (Saccharomyces cerevisiae)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2002 (2), en met name op artikel 3 en artikel 9.E, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Volgens Richtlijn 70/524/EEG mag geen enkel toevoegingsmiddel in het verkeer worden gebracht zonder dat daartoe een communautaire vergunning is afgegeven.

    (2)

    Voor de in deel II van bijlage C bij Richtlijn 70/524/EEG bedoelde toevoegingsmiddelen, waartoe micro-organismen behoren, kan een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een al toegelaten toevoegingsmiddel in diervoeding worden afgegeven als aan de voorwaarden van die richtlijn is voldaan en als op grond van de beschikbare resultaten redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het toevoegingsmiddel bij gebruik in de diervoeding een van de in artikel 2, onder a), van die richtlijn bedoelde gevolgen heeft. Een dergelijke voorlopige vergunning kan voor een periode van maximaal vier jaar worden verleend voor de in deel II van bijlage C bij die richtlijn bedoelde toevoegingsmiddelen.

    (3)

    Het gebruik van het preparaat van het micro-organisme Saccharomyces cerevisiae MUCL 39885 is voor de eerste keer voorlopig toegestaan voor biggen en mestrunderen bij Verordening (EG) nr. 1411/1999 van de Commissie (3).

    (4)

    Er zijn nieuwe gegevens ingediend ter staving van een aanvraag om uitbreiding van de vergunning voor dit toevoegingsmiddel tot melkkoeien.

    (5)

    Uit de beoordeling van de voor de nieuwe toepassing van dit toevoegingsmiddel ingediende vergunningsaanvraag blijkt dat aan de in Richtlijn 70/524/EEG vastgestelde voorwaarden voor een voorlopige vergunning is voldaan.

    (6)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (Wetenschappelijk Panel voor toevoegingsmiddelen en producten of stoffen die in diervoeding worden gebruikt) heeft op 27 januari 2004 een gunstig advies afgegeven over de veiligheid van het gebruik van het toevoegingsmiddel voor de diercategorie melkkoeien onder de in de bijlage bij deze verordening vermelde gebruiksvoorwaarden.

    (7)

    Het gebruik van dit toevoegingsmiddel voor melkkoeien moet daarom voorlopig worden toegestaan voor een periode van vier jaar.

    (8)

    Uit de beoordeling van de aanvraag blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan het in de bijlage opgenomen toevoegingsmiddel te beschermen. Die bescherming dient te worden gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (4).

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het tot de groep „Micro-organismen” behorende preparaat dat in de bijlage wordt vermeld, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een voorlopige vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 april 2004.

    Voor de Commissie

    David BYRNE

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1.

    (2)  PB L 265 van 3.10.2002, blz. 1.

    (3)  PB L 164 van 30.6.1999, blz. 56.

    (4)  PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.


    BIJLAGE

    Nr.

    (of EG-nr.)

    Toevoegingsmiddel

    Chemische formule, beschrijving

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimum

    Maximum

    Andere bepalingen

    Einde van de vergunningperiode

    CFU/kg volledig diervoeder

    Micro-organismen

    14

    Saccharomyces cerevisiae

    MUCL 39 885

    Bereiding van Saccharomyces cerevisiae met ten minste:

    – poeder en ronde of ovale korrels:

    1 × 109 CFU/g toevoegingsmiddel

    Melkkoeien

    1,23 × 109

    2,33 × 109

    In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets vermelden.

    De hoeveelheid Saccharomyces cerevisiae in het dagrantsoen mag per 100 kg lichaamsgewicht tot 600 kg niet groter zijn dan 8,4 × 109 CFU. Voor elke volgende 100 kg lichaamsgewicht wordt dit met 0,9 x 109 CFU verhoogd.

    3.5.2007


    Top