EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0631

Verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 ter harmonisatie van de rechten en vereenvoudiging van de procedures (Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)

PB L 100 van 6.4.2004, p. 1–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/631/oj

32004R0631

Verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 ter harmonisatie van de rechten en vereenvoudiging van de procedures (Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 100 van 06/04/2004 blz. 0001 - 0005


Verordening (EG) nr. 631/2004 van het Europees Parlement en de Raad

van 31 maart 2004

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 ter harmonisatie van de rechten en vereenvoudiging van de procedures

(Voor de EER en Zwitserland relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 42 en 308,

Gezien de conclusies van de Europese Raad van Barcelona op 15 en 16 maart 2002 met betrekking tot een Europese ziekteverzekeringskaart,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Barcelona op 15 en 16 maart 2002 zou een Europese ziekteverzekeringskaart de formulieren die momenteel nodig zijn voor medische behandeling in een andere lidstaat, vervangen. De Commissie zou daartoe vóór de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad in 2003 een voorstel indienen. Dat bewijs zou de procedures vereenvoudigen.

(2) Om dit doel en zelfs meer te bereiken door de voordelen van de Europese ziekteverzekeringskaart voor de verzekerden en de organen zo groot mogelijk te maken, moeten enkele wijzigingen in Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen(3) worden aangebracht.

(3) Verordening (EEG) nr. 1408/71 bevat thans uiteenlopende rechten op toegang tot verstrekkingen tijdens een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan de bevoegde staat of de staat van woonplaats, afhankelijk van de categorie waartoe de verzekerden behoren, en maakt onderscheid tussen onmiddellijk noodzakelijke zorg en noodzakelijke zorg. Om de verzekerden beter te beschermen moet het recht van alle verzekerden op toegang tot verstrekkingen tijdens een tijdelijk verblijf in een andere lidstaat dan waar de betrokkenen verzekerd of woonachtig zijn, worden geharmoniseerd. Onder deze omstandigheden hebben alle verzekerden recht op de verstrekkingen die medisch gezien noodzakelijk worden tijdens hun verblijf op het grondgebied van een andere lidstaat, waarbij rekening gehouden wordt met de aard van de verstrekkingen en de verwachte duur van het verblijf.

(4) Het is van essentieel belang dat alle maatregelen genomen worden om de correcte uitvoering van artikel 22, lid 1, onder a), i), in alle lidstaten, in het bijzonder met betrekking tot de zorgverleners, te waarborgen.

(5) Bij bepaalde vormen van permanente behandeling die een specifieke infrastructuur vereisen, zoals bijvoorbeeld dialyse, is het van essentieel belang voor de patiënt dat hij die behandeling tijdens zijn verblijf in een andere lidstaat kan krijgen. Hiertoe stelt de Administratieve Commissie een lijst van verstrekkingen op waarover van tevoren tussen de verzekerde en de instelling die deze behandeling geeft, een afspraak wordt gemaakt om te garanderen dat hij die zorg krijgt en de verzekerde in staat te stellen om tijdelijk in een andere lidstaat te verblijven.

(6) Toegang tot verstrekkingen wordt in beginsel in een andere lidstaat verleend op vertoon van het vereiste formulier, zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen(4). Sommige lidstaten eisen bovendien, zo niet in de praktijk dan toch op papier, dat bij binnenkomst op hun grondgebied aanvullende formaliteiten worden vervuld. Deze eisen, in het bijzonder de verplichting om stelselmatig van tevoren aan het orgaan van de verblijfplaats een verklaring over te leggen die recht geeft op verstrekkingen, worden inmiddels als onnodig belastend en hinderlijk voor het vrije verkeer van de betreffende personen beschouwd.

(7) De lidstaten waarborgen dat passende informatie inzake veranderingen in de rechten en verplichtingen ingevolge deze verordening wordt verstrekt.

(8) Voor een doeltreffende en evenwichtige toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 is een loyale samenwerking tussen de organen en de personen die onder die verordening vallen, van essentieel belang. Deze samenwerking vereist zowel van de organen als van de verzekerden alle informatie over iedere wijziging in hun situatie die tot veranderingen in de rechten op prestaties kan leiden, bijvoorbeeld staking of verandering van de activiteit in loondienst of als zelfstandige door de verzekerde, overbrenging van woon- of verblijfplaats van de werknemer of zelfstandige of van een lid van zijn gezin, verandering van de gezinssituatie of wijzigingen van de regelgeving.

(9) Omdat in sommige gevallen zoveel haken en ogen aan de mobiliteit van personen zitten, dient er een mechanisme te komen dat de organen in staat stelt zelf afzonderlijke gevallen te regelen waarin een uiteenlopende uitleg van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en de toepassingsverordening de rechten van de betrokkene in gevaar brengt. Als geen oplossing wordt gevonden om alle rechten van de betrokkene te eerbiedigen, moet de mogelijkheid worden gecreëerd om de Administratieve Commissie in te schakelen.

(10) Om Verordening (EEG) nr. 1408/71 aan de ontwikkeling van de informatieverwerkingstechnieken aan te passen waarvan de Europese ziekteverzekeringskaart een essentieel onderdeel is omdat zij op den duur in alle lidstaten een elektronisch leesbare gegevensdrager moet worden, dient de redactie van bepaalde artikelen van Verordening (EEG) nr. 574/72 zo te worden aangepast dat onder het woord "document" wordt verstaan "iedere inhoud, ongeacht de drager ervan op papier, in elektronische vorm, als geluids-, beeld- of audiovisuele opname",

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1408/71 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a) in lid 1 wordt letter a) vervangen door:

"a) wiens toestand verstrekkingen vereist welke tijdens een verblijf op het grondgebied van een andere lidstaat medisch noodzakelijk worden, met inachtneming van de aard van de prestaties en de verwachte duur van het verblijf:";

b) het volgende lid wordt ingevoegd:

"1 bis. De Administratieve Commissie stelt een lijst vast van verstrekkingen waarvoor, opdat zij tijdens een verblijf in een andere lidstaat kunnen worden verleend, om praktische redenen een voorafgaande overeenkomst vereist is tussen de betrokkene en de zorgverlenende instelling.";

3. in lid 3 wordt de eerste alinea vervangen door de volgende tekst:"De leden 1, 1 bis en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van een werknemer of een zelfstandige.".

2. Artikel 22 bis wordt als volgt gelezen:

"Artikel 22 bis

Bepaalde categorie personen - Bijzondere regels

Niettegenstaande artikel 2 is artikel 22, lid 1, onder a) en c), en lid 1 bis, eveneens van toepassing op personen die onderdaan zijn van een der lidstaten en die verzekerd zijn ingevolge de wettelijke regeling van een lidstaat, alsmede op de met hen samenwonende gezinsleden.".

3. Artikel 22 ter wordt geschrapt.

4. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

"1. Een werkloze werknemer of zelfstandige op wie artikel 69, lid 1, of artikel 71, lid 1, onder b) ii), tweede zin, van toepassing is en die, eventueel met inachtneming van artikel 18, voldoet aan de door de wettelijke regeling van de bevoegde staat gestelde voorwaarden voor het recht op verstrekkingen en uitkeringen, heeft gedurende het in artikel 69, lid 1, onder c), genoemde tijdvak recht op:

a) verstrekkingen die voor deze persoon medisch gezien noodzakelijk worden tijdens zijn verblijf op het grondgebied van de lidstaat waar hij werk zoekt, met inachtneming van de aard van de verstrekkingen en de duur van het verblijf. Deze verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de lidstaat op het grondgebied waarvan hij werk zoekt, in overeenstemming met de bepalingen van de wettelijke regeling die dit laatste orgaan toepast alsof hij daarbij was aangesloten;

b) uitkeringen welke hem door het bevoegde orgaan volgens de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling worden verleend. Na overeenstemming tussen het bevoegde orgaan en het orgaan van de lidstaat op het grondgebied waarvan de werkloze werk zoekt, kunnen de uitkeringen door dit laatstbedoeld orgaan voor rekening van het eerstbedoelde worden verleend volgens de wettelijke regeling van de bevoegde staat. De in artikel 69, lid 1, bedoelde werkloosheidsuitkeringen worden niet verleend gedurende het tijdvak waarover uitkeringen worden ontvangen.";

b) het volgende lid wordt ingevoegd:

"1 bis. Artikel 22, lid 1 bis, is van overeenkomstige toepassing.".

5. Artikel 31 wordt vervangen door:

"Artikel 31

Verblijf van de rechthebbende en/of van zijn gezinsleden in een andere lidstaat dan die waarin zij hun woonplaats hebben

1. De rechthebbende op een pensioen of rente, verschuldigd krachtens de wettelijke regeling van een lidstaat, of op pensioenen of renten, verschuldigd krachtens de wettelijke regelingen van twee of meer lidstaten, die recht heeft op prestaties krachtens de wettelijke regeling van één dezer lidstaten, alsmede zijn gezinsleden hebben bij verblijf op het grondgebied van een andere lidstaat dan die op het grondgebied waarvan zij wonen, recht op:

a) verstrekkingen die medisch gezien tijdens een verblijf op het grondgebied van een andere lidstaat dan de staat waar zij wonen, noodzakelijk worden, met inachtneming van de aard van de prestaties en de duur van het verblijf. Deze verstrekkingen worden verleend door het orgaan van de lidstaat van verblijf volgens de wettelijke regeling welke door dit orgaan wordt toegepast, voor rekening van het orgaan van de woonplaats van de rechthebbende of zijn gezinsleden;

b) uitkeringen welke in voorkomend geval worden verleend door het overeenkomstig artikel 27 of artikel 28, lid 2, bepaalde bevoegde orgaan volgens de wettelijke regeling welke door dit orgaan wordt toegepast. Deze uitkeringen kunnen evenwel in overleg tussen het bevoegde orgaan en het orgaan van de verblijfplaats door dit laatste orgaan voor rekening van het eerste worden verleend volgens de wettelijke regeling van de bevoegde staat.

2. Artikel 22, lid 1 bis, is van overeenkomstige toepassing.".

6. Artikel 34 bis wordt als volgt gelezen:

"Artikel 34 bis

Bijzondere bepalingen voor studenten en hun gezinsleden

De artikelen 18 en 19, artikel 22, lid 1, onder a) en c), lid 1 bis, lid 2, tweede alinea, en lid 3, de artikelen 23 en 24 en de secties 6 en 7 zijn, voorzover vereist, van overeenkomstige toepassing op studenten en hun gezinsleden.".

7. Artikel 34 ter wordt geschrapt.

8. Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 84 bis

Betrekkingen tussen de organen en de onder deze verordening vallende personen

1. De organen en de personen die onder deze verordening vallen, zijn gehouden tot wederzijdse informatieverstrekking en samenwerking teneinde de goede toepassing van deze verordening te verzekeren.

Overeenkomstig het beginsel van behoorlijk bestuur, beantwoorden de organen elke vraag binnen een redelijke termijn en verstrekken zij aan de betrokkenen in dit verband alle informatie die nodig is voor de uitoefening van de uit hoofde van deze verordening toegekende rechten.

De betrokkenen stellen de organen van de bevoegde staat en van de staat waar de betrokkenen wonen, zo spoedig mogelijk in kennis van iedere wijziging in hun persoonlijke of gezinssituatie, die hun recht op prestaties uit hoofde van deze verordening beïnvloedt.

2. Indien niet wordt voldaan aan de informatieplicht, zoals bedoeld in lid 1, derde alinea, kunnen overeenkomstig het nationale recht evenredige maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen moeten gelijkwaardig zijn aan de sancties die in soortgelijke onder de nationale rechtsorde vallende situaties van toepassing zijn en mogen de uitoefening van de door deze verordening aan de betrokkenen verleende rechten in de praktijk niet onmogelijk of buitengewoon moeilijk maken.

3. Als zich moeilijkheden voordoen bij de uitleg en de toepassing van deze verordening die de rechten van de hieronder vallende personen in gevaar kunnen brengen, neemt het orgaan van de bevoegde staat of van de staat waar de betrokkene woont, contact op met het orgaan/de organen van de betrokken lidsta(a)t(en). Als binnen een redelijke termijn geen oplossing wordt gevonden, kunnen de betrokken autoriteiten de Administratieve Commissie inschakelen.".

Artikel 2

Verordening (EEG) nr. 574/72 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2 wordt lid 1 vervangen door:

"1. De modellen van de documenten die voor de toepassing van de verordening en de toepassingsverordening nodig zijn, worden door de Administratieve Commissie vastgesteld.

Deze documenten kunnen door de organen worden uitgewisseld in de vorm van formulieren op papier of in een andere vorm of via telematicadiensten in de vorm van elektronische standaardformulieren overeenkomstig titel VI bis. Over het gebruik van telematicavoorzieningen bij de uitwisseling van gegevens wordt tussen de bevoegde autoriteiten of door de bevoegde autoriteiten daartoe aangewezen instanties van de verzendende en van de ontvangende lidstaat een overeenkomst gesloten.".

2. In artikel 17 worden de leden 6 en 7 geschrapt.

3. In artikel 19 bis wordt lid 2 vervangen door:

"2. Artikel 17, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.".

4. Artikel 20 wordt geschrapt.

5. Artikel 21 wordt vervangen door:

"Artikel 21

Verstrekkingen in geval van verblijf in een andere lidstaat dan de bevoegde staat

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 22, lid 1, onder a), i), van de verordening legt de werknemer of zelfstandige aan de zorgverlener een document van het bevoegde orgaan over waarin verklaard wordt dat de betrokkene recht heeft op verstrekkingen. Dit document is opgesteld in overeenstemming met artikel 2. Als de betrokkene bedoeld document niet kan overleggen, wendt hij zich tot het orgaan van de verblijfplaats dat vervolgens aan het bevoegde orgaan een gecertificeerde verklaring vraagt waaruit blijkt dat de betrokkene recht heeft op verstrekkingen.

Een door het bevoegde orgaan afgegeven document dat recht geeft op verstrekkingen overeenkomstig artikel 22, lid 1, onder a), i), van de verordening heeft, in ieder individueel geval, dezelfde gevolgen ten aanzien van de zorgverlener als nationale bewijsstukken inzake de rechten van de verzekerde personen die bij het orgaan van de verblijfplaats zijn ingeschreven.

2. Artikel 17, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.".

6. In artikel 22 wordt lid 2 vervangen door:

"2. Artikel 17, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.".

7. In artikel 23 wordt de tweede alinea vervangen door:"In de in artikel 22, lid 3, tweede alinea, van de verordening bedoelde gevallen worden evenwel het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden en de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling beschouwd als respectievelijk het bevoegde orgaan en de wettelijke regeling van de staat die voor de toepassing van artikel 17, lid 9, en de artikelen 21 en 22 van de toepassingsverordening bevoegd is.".

8. Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt vervangen door:

"1. Om voor verstrekkingen krachtens artikel 25, lid 1, onder a), en lid 1 bis, van de verordening in aanmerking te komen legt de werkloze of het gezinslid dat hem vergezelt, aan de zorgverlener een document van het bevoegde orgaan over waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen. Dit document is opgesteld in overeenstemming met artikel 2. Als de betrokkene dit document niet kan overleggen, wendt hij zich tot het orgaan van de verblijfplaats, dat vervolgens aan het bevoegde orgaan een gecertificeerde verklaring vraagt waaruit blijkt dat hij recht heeft op verstrekkingen.

Een door het bevoegde orgaan afgegeven document dat recht geeft op verstrekkingen overeenkomstig artikel 25, lid 1, onder a), van de verordening, heeft, in ieder individueel geval, dezelfde gevolgen ten aanzien van de zorgverlener als nationale bewijsstukken inzake de rechten van de verzekerde personen die aangesloten zijn bij het orgaan van de plaats waarheen de werkloze zich heeft begeven.";

b) het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

"1 bis. Om voor zichzelf en voor zijn gezinsleden in aanmerking te komen voor uitkeringen krachtens artikel 25, lid 1, onder b), van de verordening, legt de werkloze aan het orgaan van de plaats waarheen hij zich heeft begeven een gecertificeerde verklaring over die hij vóór zijn vertrek bij het bevoegde orgaan heeft gevraagd. Indien de werkloze geen gecertificeerde verklaring overlegt, verzoekt het orgaan van de plaats waarheen hij zich heeft begeven, het bevoegde orgaan hierom. Uit de gecertificeerde verklaring blijkt dat hij recht heeft op de bedoelde prestaties op de voorwaarden van artikel 69, lid 1, onder a), van de verordening, de duur van dit recht met inachtneming van artikel 69, lid 1, onder c), van de verordening, alsmede het bedrag dat in die periode in geval van arbeidsongeschiktheid of ziekenhuisopname in voorkomend geval via de ziekteverzekering, moet worden uitgekeerd.";

c) lid 3 wordt vervangen door:

"3. Artikel 17, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.".

9. Artikel 31 wordt vervangen door:

"Artikel 31

Verstrekkingen aan pensioen- en rentetrekkers en aan hun gezinsleden ingeval de verblijfplaats in een andere lidstaat ligt dan de staat waar zij hun woonplaats hebben

1. Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 31 van de verordening legt de pensioen- of rentetrekker aan de zorgverlener een gecertificeerd document over van het orgaan van de woonplaats dat recht geeft op verstrekkingen. Dit document is opgesteld in overeenstemming met artikel 2. Als de betrokkene dit document niet kan overleggen, wendt hij zich tot het orgaan van de verblijfplaats, dat vervolgens aan het orgaan van de woonplaats een verklaring vraagt waaruit blijkt dat de betrokkene recht heeft op verstrekkingen.

Een door het bevoegde orgaan afgegeven document dat recht geeft op verstrekkingen overeenkomstig artikel 31 van de verordening, heeft in ieder individueel geval dezelfde gevolgen ten aanzien van de zorgverlener als nationale bewijsstukken inzake de rechten van de bij het orgaan van de verblijfplaats aangesloten verzekerde personen.

2. Artikel 17, lid 9, van de toepassingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

3. De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing voor de toekenning van verstrekkingen aan de gezinsleden die vallen onder artikel 31 van de verordening. Als deze wonen op het grondgebied van een andere lidstaat dan die van de pensioen- of rentetrekker, wordt het in lid 1 bedoelde document afgegeven door het orgaan van hun woonplaats.".

10. In artikel 117 wordt lid 1 vervangen door:

"1. De Administratieve Commissie past de modellen van documenten en de route die deze moeten afleggen, en procedures voor de gegevensoverdracht, welke voor de toepassing van de verordening en de toepassingsverordening zijn vereist, aan de nieuwe technieken voor elektronische gegevensverwerking aan op basis van de studies en voorstellen die haar worden voorgelegd door de in artikel 117 quater van de toepassingsverordening bedoelde Technische Commissie.".

Artikel 3

De lidstaten waarborgen dat passende informatie inzake veranderingen in de rechten en verplichtingen ingevolge deze verordening wordt verstrekt.

Artikel 4

Voor het doel van de uitvoering van deze verordening waarborgen de organen in de staat van verblijf dat alle zorgverleners volledig bekend zijn met de criteria van artikel 22, lid 1, onder a), i), van Verordening (EEG) nr. 1408/71.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2004.

De directe toegang tot zorgverleners moet uiterlijk op 1 juli 2004 zijn gegarandeerd.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 31 maart 2004.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitter

D. Roche

(1) PB C 32 van 5.2.2004, blz. 78.

(2) Advies van het Europees Parlement van 4 december 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 4 maart 2004.

(3) PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2. Verordening gewijzigd en bijgewerkt bij Verordening (EG) nr. 118/97 (PB L 28 van 30.1.1997, blz. 1) en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1386/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 187 van 10.7.2001, blz. 1).

(4) PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1. Verordening gewijzigd en bijgewerkt bij Verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1851/2003 van de Commissie (PB L 271 van 22.10.2003, blz. 3).

Top