Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R1847

    Verordening (EG) nr. 1847/2003 van de Commissie van 20 oktober 2003 tot verlening van een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een toevoegingsmiddel en van een permanente vergunning voor een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 269 van 21.10.2003, p. 3–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 29/03/2018

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1847/oj

    32003R1847

    Verordening (EG) nr. 1847/2003 van de Commissie van 20 oktober 2003 tot verlening van een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een toevoegingsmiddel en van een permanente vergunning voor een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 269 van 21/10/2003 blz. 0003 - 0005


    Verordening (EG) nr. 1847/2003 van de Commissie

    van 20 oktober 2003

    tot verlening van een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een toevoegingsmiddel en van een permanente vergunning voor een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/7/EG van de Commissie(2), en met name op de artikelen 3, 9.D, lid 1 en 9.E, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In Richtlijn 70/524/EEG is bepaald dat voor een nieuwe toepassing van een reeds toegelaten toevoegingsmiddel een communautaire vergunning vereist is.

    (2) Voor de in deel II bij bijlage C bij Richtlijn 70/524/EEG bedoelde toevoegingsmiddelen, waartoe enzymen behoren, kan een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een toevoegingsmiddel in diervoeding worden afgegeven als aan de voorwaarden van die richtlijn is voldaan en als op grond van de beschikbare resultaten redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het toevoegingsmiddel bij gebruik in diervoeding een van de in artikel 2, onder a) van de richtlijn genoemde gevolgen heeft. Een dergelijke voorlopige vergunning kan voor een periode van maximaal vier jaar worden verleend.

    (3) Voor het in bijlage I bij deze verordening genoemde enzym (hierna te noemen "het enzym") is voor het eerst een voorlopige vergunning voor mestkippen verleend bij Verordening (EG) nr. 1436/98 van de Commissie(3), na een positief advies van het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding, met name wat betreft de veiligheid van het product. De voorlopige vergunning voor dit toevoegingsmiddel is uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2200/2001 van de Commissie(4) tot 30 juni 2004 verlengd.

    (4) De producent heeft nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvraag om de vergunning voor de toepassing van het enzym uit te breiden met mestkalkoenen.

    (5) Uit de beoordeling van de ingediende vergunningsaanvraag voor de nieuwe toepassing van het enzym blijkt dat aan de bij Richtlijn 70/524/EEG vereiste voorwaarden voor een voorlopige vergunning is voldaan.

    (6) Op 27 maart 2003 heeft het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding een gunstig advies uitgebracht over de veiligheid van het enzym voor mestkalkoenen onder de in de verordening vermelde voorwaarden.

    (7) Volgens Richtlijn 70/524/EEG kan voor de toevoegingsmiddelen uit deel II van bijlage C bij de richtlijn een vergunning zonder tijdsbeperking worden verleend als zij aan de voorwaarden van artikel 3.A voldoen.

    (8) Voor het micro-organisme uit bijlage II bij deze verordening (hierna te noemen "het micro-organisme") is voor het eerst een voorlopige vergunning verleend bij Verordening (EG) nr. 1436/98, na een positief advies van het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding, met name wat betreft de veiligheid van het product. De voorlopige vergunning voor dit micro-organisme is uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2200/2001 tot 30 juni 2004 verlengd.

    (9) De producent heeft nieuwe gegevens ingediend ter staving van de aanvraag om een vergunning zonder tijdsbeperking voor het micro-organisme.

    (10) Uit de beoordeling van de ingediende vergunningaanvraag voor dit micro-organisme blijkt dat aan alle bij Richtlijn 70/524/EEG vereiste voorwaarden voor een vergunning zonder tijdsbeperking is voldaan.

    (11) Op 2 december 2002 heeft het Wetenschappelijk Comité voor de diervoeding een gunstig advies uitgebracht over de doeltreffendheid van het micro-organisme onder bepaalde in die verordening vermelde voorwaarden.

    (12) Dienovereenkomstig is het op zijn plaats om een vergunning voor een periode van vier jaar te geven voor de toepassing van het enzym bij mestkalkoenen en een vergunning voor de toepassing van het micro-organisme zonder tijdsbeperking bij biggen tot 35 kg.

    (13) Uit de beoordeling van beide aanvragen blijkt dat er bepaalde procedures nodig zijn om de werknemers tegen blootstelling aan het enzym en het micro-organisme te beschermen. Die bescherming is echter gewaarborgd door toepassing van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk(5).

    (14) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid.

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het tot de groep "Enzymen" behorende toevoegingsmiddel dat in bijlage I is vermeld, wordt onder de in die bijlage vastgelegde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Voor het tot de groep "Micro-organismen" behorende toevoegingsmiddel dat in bijlage II is vermeld, wordt onder de in die bijlage vastgelegde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel in de diervoeding verleend.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 20 oktober 2003.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1.

    (2) PB L 22 van 25.1.2003, blz. 28.

    (3) PB L 191 van 7.7.1998, blz. 15.

    (4) PB L 299 van 15.11.2001, blz. 1.

    (5) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.

    BIJLAGE I

    ">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    BIJLAGE II

    ">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    Top