This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32003R1461
Commission Regulation (EC) No 1461/2003 of 18 August 2003 laying down conditions for pilot projects for the electronic transmission of information on fishing activities and for remote sensing
Verordening (EG) nr. 1461/2003 van de Commissie van 18 augustus 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende proefprojecten op het gebied van het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten en teledetectie
Verordening (EG) nr. 1461/2003 van de Commissie van 18 augustus 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende proefprojecten op het gebied van het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten en teledetectie
PB L 208 van 19.8.2003, pp. 14–16
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
In force
Verordening (EG) nr. 1461/2003 van de Commissie van 18 augustus 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende proefprojecten op het gebied van het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten en teledetectie
Publicatieblad Nr. L 208 van 19/08/2003 blz. 0014 - 0016
Verordening (EG) nr. 1461/2003 van de Commissie van 18 augustus 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen betreffende proefprojecten op het gebied van het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten en teledetectie DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), en met name op artikel 22, lid 3, en artikel 23, lid 5, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2371/2002 dient de Raad in 2004 een besluit te nemen over de verplichting om informatie over visserijactiviteiten elektronisch door te geven, teneinde het beheer van de vangstmogelijkheden efficiënter te laten verlopen en om een systeem van teledetectie op te zetten waarmee vissersvaartuigen op zee kunnen worden gevolgd. (2) Om de te gebruiken technologie te beoordelen kunnen, in samenwerking met de Commissie, vóór 1 juni 2004 proefprojecten worden uitgevoerd op het gebied van respectievelijk het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten en teledetectie. (3) Om ervoor te zorgen dat de lidstaten die proefprojecten uitvoeren, dienen uitvoeringsbepalingen te worden vastgesteld. Deze bepalingen dienen wat betreft het elektronisch doorgeven van informatie in het bijzonder betrekking te hebben op de elektronisch te registreren en mee te delen gegevens en de functies van de aan boord van vissersvaartuigen te installeren systemen die de betrokken gegevens elektronisch registreren en meedelen. Wat betreft teledetectie dienen de bepalingen betrekking te hebben op de functies van het systeem en de bij proefprojecten bestreken gebieden. (4) De Commissie dient door de lidstaten op de hoogte te worden gehouden van de voortgang en de resultaten van de proefprojecten, in het bijzonder om de kosteneffectiviteit van de technologieën voor het verbeteren van de doeltreffendheid van de visserijcontrole te kunnen beoordelen. (5) De proefprojecten die de lidstaten uitvoeren, komen in aanmerking voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in Beschikking 2001/431/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende een financiële bijdrage van de Gemeenschap in bepaalde uitgaven van de lidstaten voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende controle-, inspectie- en toezichtregelingen(2). (6) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Werkingssfeer Bij deze verordening worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor proefprojecten op het gebied van het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten en teledetectie die de lidstaten uitvoeren overeenkomstig artikel 22, lid 1, onder c), en artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2371/2002. Artikel 2 Duur 1. De proefprojecten worden uitgevoerd vanaf uiterlijk 1 december 2003 en lopen ten minste tot en met 31 mei 2004. 2. Projecten met betrekking tot het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten en teledetectie die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening door de lidstaten zijn uitgevoerd, worden beschouwd als proefprojecten in het kader van deze verordening. HOOFDSTUK II HET ELEKTRONISCH DOORGEVEN VAN INFORMATIE OVER VISSERIJACTIVITEITEN Artikel 3 Selectie van vissersvaartuigen De lidstaten die proefprojecten uitvoeren op het gebied van het elektronisch doorgeven van informatie over visserijactiviteiten, selecteren een passend aantal vaartuigen, die bij voorkeur variëren in lengte. Artikel 4 Mededelingen aan de bevoegde autoriteit Onverminderd de in de communautaire wetgeving vastgelegde verplichtingen registreert de kapitein van communautaire vissersvaartuigen die aan het proefproject deelnemen, dagelijks gegevens over de visreizen en de visserijactiviteiten en deelt deze langs elektronische weg aan de bevoegde autoriteit van de vlaggenlidstaat mee; het betreft in het bijzonder: a) de van elke vissoort gevangen en aan boord gehouden hoeveelheden van meer dan 50 kg in equivalent levend gewicht; b) de datum van de vangsten en de vangstplaats; c) het gebruikte type vistuig en d) voor vissersvaartuigen van meer dan 18 meter lengte over alles die visserijactiviteiten uitvoeren in gebieden waar specifieke regels inzake de toegang tot wateren en bestanden gelden, de datum en het tijdstip van het uitzetten of heruitzetten van passief vistuig, alsook de datum en het tijdstip van het beëindigen van de visserijactiviteiten met het passief vistuig. Artikel 5 Vaartuigapparatuur De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat vaartuigen die hun vlag voeren en aan het proefproject deelnemen, uitgerust worden met systemen waarmee de informatie over hun visserijactiviteiten in het kader van de proefprojecten elektronisch kan worden geregistreerd en doorgegeven. Artikel 6 Doorgeven van de informatie 1. Uiterlijk een maand voor de operationele start van projecten verstrekken de lidstaten de Commissie de volgende gegevens: a) de volledige gegevens van de bevoegde autoriteit die is aangewezen om de follow-up van de proefprojecten uit te voeren; b) de lijst van deelnemende vaartuigen, met opgave voor elk vaartuig van minimaal het interne vlootregisternummer en de naam; c) een overzicht van de technische kenmerken van de geïnstalleerde apparatuur, en d) een beschrijving van de manier waarop de gegevens door de bevoegde autoriteit worden verzameld en verwerkt. 2. Alle wijzigingen van de lijst van deelnemende vaartuigen tijdens de uitvoering van projecten worden door de lidstaten ter kennis van de Commissie gebracht. 3. De Commissie deelt de lidstaten de gegevens mee die zij overeenkomstig de leden 1 en 2 heeft ontvangen. Artikel 7 Verwerking van de gegevens over visserijactiviteiten 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de informatie die elektronisch wordt doorgegeven door vaartuigen die hun vlag voeren en aan het project deelnemen, door de bevoegde autoriteiten wordt verwerkt. 2. Ongeacht het gebruikte systeem, slaan de autoriteiten de informatie op in computerleesbare vorm. De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de informatie opgeslagen blijft tot en met 31 december 2004. HOOFDSTUK III TELEDETECTIE Artikel 8 Vaartuigdetectiesystemen 1. De lidstaten die een vaartuigdetectiesysteem opzetten en testen dat is gebaseerd op teledetectietechnologie ("VDS"), maken gebruik van op afstand gemaakte beelden om vissersvaartuigen op zee te detecteren in de wateren onder hun soevereiniteit of jurisdictie en in andere gebieden waar vaartuigen die hun vlag voeren, activiteiten mogen uitoefenen. 2. Door middel van de proefprojecten wordt beoordeeld of het VDS in staat is om: a) met gebruikmaking van beeldmateriaal dat afkomstig is van satellieten of vliegtuigen, het aantal vissersvaartuigen en hun positie in een bepaald gebied te bepalen; b) de positie van vissersvaartuigen die door VDS zijn gedetecteerd, te toetsen aan de positiemeldingen van satellietvolgsystemen voor vaartuigen ("VMS"), en c) de mogelijke aanwezigheid van vissersvaartuigen waarvan geen positiemeldingen via VMS zijn ontvangen, te signaleren. Artikel 9 Te controleren gebieden op zee 1. De lidstaten beslissen welk gebied of gebieden op zee in het kader van proefprojecten wordt (worden) gecontroleerd. 2. Uiterlijk een maand voor de operationele start van projecten verstrekken de lidstaten aan de Commissie de projectgegevens, in het bijzonder de bevoegde autoriteit die is aangewezen om de follow-up van de proefprojecten uit te voeren, het aantal beelden en de gebieden waar de beelden zullen worden gemaakt. De lidstaten lichten de keuze van de gebieden toe. HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN Artikel 10 Samenwerking tussen lidstaten 1. De lidstaten kunnen gezamenlijke proefprojecten uitvoeren. 2. De Commissie ziet toe op de voortgang van de proefprojecten en vergemakkelijkt de samenwerking tussen de lidstaten. Artikel 11 Verslaglegging 1. Uiterlijk 30 april 2004 dient elke lidstaat bij de Commissie een evaluatieverslag in over de proefprojecten die hij heeft uitgevoerd, dat met name een technische beschrijving bevat van de systemen die ten behoeve van de proefprojecten zijn geïmplementeerd en van de manier waarop zij gekoppeld zijn met bestaande systemen voor toezicht, controle en bewaking. 2. Uiterlijk 31 juli 2004 dient elke lidstaat een eindverslag in dat met name gegevens bevat over de kosteneffectiviteit en het functioneren van de systemen, alsook opmerkingen over het gebruik van de betrokken technologieën. Artikel 12 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 18 augustus 2003. Voor de Commissie Franz Fischler Lid van de Commissie (1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59. (2) PB L 154 van 9.6.2001, blz. 22.