EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0810

Verordening (EG) nr. 810/2003 van de Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties (Voor de EER relevante tekst)

PB L 117 van 13.5.2003, p. 12–13 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2008: This act has been changed. Current consolidated version: 04/03/2007

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/810/oj

32003R0810

Verordening (EG) nr. 810/2003 van de Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 117 van 13/05/2003 blz. 0012 - 0013


Verordening (EG) nr. 810/2003 van de Commissie

van 12 mei 2003

inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten(1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 808/2003 van de Commissie(2), en met name op artikel 32, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 1774/2002 voorziet in een volledige herziening van de communautaire voorschriften betreffende niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, waarbij onder meer een aantal strikte eisen is ingevoerd. Voorts bepaalt die verordening dat er passende overgangsmaatregelen kunnen worden vastgesteld.

(2) In verband met de strikte aard van de bedoelde eisen moet worden voorzien in overgangsmaatregelen voor de lidstaten om het bedrijfsleven voldoende tijd te geven zich aan te passen. Bovendien moeten alternatieve wijzen van verzameling, vervoer, opslag, hantering, verwerking en gebruik van dierlijke bijproducten alsmede verwijderingsmethoden voor die bijproducten verder worden ontwikkeld.

(3) Daarom moet als tijdelijke maatregel een afwijking worden toegestaan zodat de lidstaten exploitanten kunnen toestaan om de nationale voorschriften voor de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties, te blijven toepassen.

(4) Om risico's voor de volksgezondheid en de gezondheid van dieren te voorkomen moeten in de lidstaten voor de duur van de overgangsmaatregelen passende controlesystemen gehandhaafd blijven.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Afwijking betreffende de verwerking van categorie 3-materiaal en mest in biogasinstallaties

1. Krachtens artikel 32, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1774/2002 mogen de lidstaten in afwijking van hoofdstuk II, onder A, C en D, van bijlage VI bij die verordening uiterlijk tot en met 31 december 2004 overeenkomstig de nationale voorschriften individuele erkenningen blijven verlenen aan exploitanten van bedrijfsruimten en voorzieningen met het oog op de toepassing van de nationale voorschriften voor de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal of categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties, mits de nationale voorschriften:

a) een algehele vermindering van ziekteverwekkers waarborgen;

b) alleen worden toegepast in bedrijfsruimten en voorzieningen die die voorschriften op 1 november 2002 toepasten, en

c) in overeenstemming zijn met de eisen van hoofdstuk II, onder B, van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1774/2002.

2. De biogasinstallatie moet uitgerust zijn met:

a) apparatuur om de temperatuur als functie van de tijd te meten,

b) registreertoestellen die deze meetresultaten permanent registreren,

c) een adequaat veiligheidssysteem om te voorkomen dat de bijproducten onvoldoende worden verhit, en

d) adequate voorzieningen voor de reiniging en ontsmetting van voertuigen en recipiënten bij het verlaten van de biogasinstallatie.

3. Elke biogasinstallatie moet beschikken over een eigen laboratorium of gebruikmaken van een extern laboratorium. Het laboratorium moet zo uitgerust zijn dat het de noodzakelijke analyses kan uitvoeren en moet door de bevoegde autoriteit erkend zijn.

Artikel 2

Controlemaatregelen

De bevoegde autoriteit neemt de nodige maatregelen om te controleren of de erkende exploitanten van bedrijfsruimten en voorzieningen de voorwaarden van artikel 1 naleven.

Artikel 3

Intrekking van erkenningen en verwijdering van materiaal dat niet in overeenstemming is met deze verordening

1. Individuele erkenningen van de bevoegde autoriteit voor de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal of categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties, worden ten aanzien van elke exploitant, bedrijfsruimte of voorziening onmiddellijk en permanent ingetrokken indien niet langer aan de in deze verordening vastgelegde voorwaarden wordt voldaan.

2. De bevoegde autoriteit trekt krachtens artikel 1 verleende erkenningen uiterlijk op 31 december 2004 in.

De bevoegde autoriteit verleent slechts definitieve erkenning krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 indien zij zich er aan de hand van haar inspecties van heeft vergewist dat de in artikel 1 bedoelde bedrijfsruimten en voorzieningen aan alle eisen van die verordening voldoen.

3. Materiaal dat niet aan de eisen van deze verordening voldoet, wordt overeenkomstig de instructies van de bevoegde autoriteit verwijderd.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 mei 2003 tot en met 31 december 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 mei 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 273 van 10.10.2002, blz. 1.

(2) Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.

Top