Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0320

    Verordening (EG) nr. 320/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot beëindiging van de procedure voor de herziening van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, uit Brazilië, Tsjechië, Japan, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Thailand

    PB L 47 van 21.2.2003, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/320/oj

    32003R0320

    Verordening (EG) nr. 320/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot beëindiging van de procedure voor de herziening van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, uit Brazilië, Tsjechië, Japan, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Thailand

    Publicatieblad Nr. L 047 van 21/02/2003 blz. 0001 - 0002


    Verordening (EG) nr. 320/2003 van de Raad

    van 18 februari 2003

    tot beëindiging van de procedure voor de herziening van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaalde hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, uit Brazilië, Tsjechië, Japan, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Thailand

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), en met name op de artikelen 8 en 9 en artikel 11, lid 3,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1515/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen(2), en met name op artikel 2,

    Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. PROCEDURE

    (1) Op 26 maart 2001 heeft de Commissie een verzoek ontvangen van Moravske Zelezarny AS, een Tsjechische producent/exporteur van smeedbare fittings, van schroefdraad voorzien, tot wijziging van het definitieve antidumpingrecht dat voor hem was vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1784/2000 van de Raad(3).

    (2) Deze producent/exporteur vroeg om de opening van een herzieningsonderzoek omdat het voor hem geldende antidumpingrecht vastgesteld was met gebruikmaking van methoden die niet in overeenstemming zijn met de conclusies van het verslag van het Orgaan van Beroep en van het panelverslag, zoals gewijzigd door het verslag van het Orgaan van Beroep, in de zaak "Europese Gemeenschappen - Antidumpingmaatregelen ten aanzien van katoenachtig beddenlinnen uit India"(4) ("de WTO-verslagen") en met name de juridische interpretatie in deze verslagen van artikel 2, lid 2, onder 2 ii), en lid 4, onder 2), van de Antidumpingovereenkomst van de WTO, zoals goedgekeurd door het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

    (3) De Commissie heeft daarom, door middel van een bericht dat op 5 december 2001 in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen is verschenen (hierna "bericht van inleiding" genoemd)(5), op de mogelijkheid gewezen van een herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing waren op bepaalde hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, uit Brazilië, Tsjechië, Japan, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Thailand.

    (4) De herzieningsprocedure was beperkt tot een onderzoek naar dumping door die producenten/exporteurs in de betrokken landen waarvoor antidumpingrechten waren vastgesteld met gebruikmaking van een methode die in de WTO-verslagen was bekritiseerd, mits die producenten/exporteurs binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn de Commissie een volledig beantwoorde vragenlijst zouden doen toekomen. De herzieningsprocedure was ingeleid op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1515/2001.

    (5) De Commissie heeft de haar bekende belanghebbende producenten/exporteurs en de overheid van de betrokken exportlanden van de inleiding van de procedure in kennis gesteld. De belanghebbenden konden binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn schriftelijk opmerkingen maken en vragen te worden gehoord.

    (6) De Commissie heeft vragenlijsten toegezonden aan alle haar bekende belanghebbenden en aan alle andere ondernemingen die zich binnen de in het bericht van inleiding vermelde termijn bij haar hadden bekendgemaakt. Slechts van één producent/exporteur in Thailand heeft zij een antwoord ontvangen. De Tsjechische producent die oorspronkelijk om de herziening had gevraagd, heeft de vragenlijst niet beantwoord.

    (7) Vervolgens heeft de Thaise producent/exporteur zijn verzoek om een herziening ingetrokken. Omdat geen andere exporteur naar aanleiding van het bericht van inleiding de vragenlijst heeft beantwoord moet deze procedure dus worden beëindigd.

    B. CONCLUSIES

    (8) Gezien het bovenstaande wordt geconcludeerd dat de herzieningsprocedure moet worden beëindigd en dat de antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 1784/2000 werden vastgesteld, ten aanzien van het betrokken product uit Brazilië, Tsjechië, Japan, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Thailand van kracht moeten blijven, zonder dat de hoogte van het recht voor de producenten/exporteurs in die landen moet worden gewijzigd. Ook de verbintenissen die werden aanvaard moeten van kracht blijven,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De herzieningsprocedure betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op bepaalde hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van smeedbaar gietijzer, met schroefdraad, ingedeeld onder GN-code ex 7307 19 10 (Taric-code 7307 19 10 10 ), van oorsprong uit Brazilië, Tsjechië, Japan, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Thailand wordt beëindigd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 18 februari 2003.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    N. Christodoulakis

    (1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1).

    (2) PB L 201 van 26.7.2001, blz. 10.

    (3) PB L 208 van 18.8.2000, blz. 8.

    (4) WT/DS 141/AB/R, 1.3.2001.

    (5) PB C 342 van 5.12.2001, blz. 5.

    Top