Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0044

    Verordening (EG) nr. 44/2003 van de Commissie van 10 januari 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2584/2000 tot instelling van een meldingssysteem voor de mededeling van gegevens betreffende bepaalde leveringen van met bestemming Russische Federatie over de weg vervoerd rund- en varkensvlees

    PB L 7 van 11.1.2003, p. 58–59 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/12/2008; opgeheven door 32008R1180

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/44/oj

    32003R0044

    Verordening (EG) nr. 44/2003 van de Commissie van 10 januari 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2584/2000 tot instelling van een meldingssysteem voor de mededeling van gegevens betreffende bepaalde leveringen van met bestemming Russische Federatie over de weg vervoerd rund- en varkensvlees

    Publicatieblad Nr. L 007 van 11/01/2003 blz. 0058 - 0059


    Verordening (EG) nr. 44/2003 van de Commissie

    van 10 januari 2003

    houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2584/2000 tot instelling van een meldingssysteem voor de mededeling van gegevens betreffende bepaalde leveringen van met bestemming Russische Federatie over de weg vervoerd rund- en varkensvlees

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2345/2001 van de Commissie(2), en met name op artikel 33, lid 12, en artikel 41, alsmede op de overeenkomstige bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor landbouwproducten,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In artikel 2 van Protocol nr. 2 betreffende wederzijdse administratieve bijstand voor de correcte toepassing van de douanewetgeving dat is gehecht aan de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Russische Federatie, anderzijds(3), is bepaald dat de partijen elkaar bijstand moeten verlenen met het oog op de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen van deze wetgeving betreft. Voor de tenuitvoerlegging van deze administratieve bijstand hebben de Commissie, vertegenwoordigd door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (hierna "OLAF" genoemd), en de Russische autoriteiten een overeenkomst gesloten over de instelling van een meldingssysteem betreffende het verkeer van goederen tussen de Gemeenschap en de Russische Federatie.

    (2) In het kader van deze administratieve bijstand is bij Verordening (EG) nr. 2584/2000 van de Commissie(4) meer in het bijzonder ten aanzien van het vervoer over de weg van producten van de sectoren rundvlees en varkensvlees met als bestemming de Russische Federatie vastgesteld, enerzijds, welke gegevens de marktdeelnemers aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten meedelen en, anderzijds, volgens welk meldingssysteem deze gegevens moeten worden uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, OLAF en de Russische autoriteiten.

    (3) Met deze gegevens en het meldingssysteem moet de uitvoer van de betrokken producten naar de Russische Federatie gevolgd kunnen worden en moeten eventuele gevallen waarin de restitutie ten onrechte is uitgekeerd en teruggevorderd moet worden, kunnen worden gesignaleerd.

    (4) Aangezien het bij Verordening (EG) nr. 2584/2000 ingestelde meldingssysteem voor de mededeling van gegevens succesvol is, moet dit systeem ook van toepassing worden op de uitvoer van de betrokken producten met behulp van welk vervoermiddel dan ook, moet de exporteur de middelen krijgen de gebruikte vervoersmogelijkheden beter te specificeren en moeten de uit het systeem verkregen gegevens rechtskracht krijgen.

    (5) In artikel 16, lid 4, van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1253/2002(6), is vastgesteld dat de Commissie in bepaalde bijzondere gevallen kan bepalen dat het bewijs van de invoer kan worden geleverd door overlegging van een bijzonder document of anderszins. Bijgevolg zou de door de Russische autoriteiten verstrekte informatie voor de in deze verordening vastgestelde uitvoer moeten worden beschouwd als een nieuw bewijsmiddel naast de bestaande bewijsmiddelen.

    (6) Verordening (EG) nr. 2584/2000 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de betrokken comités van beheer,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 2584/2000 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In de titel worden de woorden "over de weg" geschrapt.

    2. In artikel 1, lid 1, worden de woorden "met vrachtwagens" geschrapt.

    3. Artikel 2 wordt vervangen door:

    "Artikel 2

    Exporteurs die in aanmerking willen komen voor de bepalingen van artikel 4, lid 2, delen binnen tien werkdagen na de datum waarop de producten in Rusland worden uitgeladen, de door de uitvoerende lidstaat aangewezen centraliserende instantie voor elke uitvoeraangifte de volgende gegevens mee:

    a) het nummer van de uitvoeraangifte, het douanekantoor bij uitvoer en de datum van vervulling van de douaneformaliteiten bij uitvoer;

    b) de omschrijving van de producten, waarbij de achtcijferige productcodes uit de gecombineerde nomenclatuur moeten worden aangegeven;

    c) de nettohoeveelheid in kg;

    d) het nummer van het carnet TIR of het referentienummer van het Russische document voor intern douanevervoer DKD of het nummer van de aangifte ten verbruike in Rusland TD1/IM40;

    e) het nummer van de container, indien van toepassing;

    f) het identificatienummer en/of de naam van het vervoermiddel bij het binnenkomen van de levering in Rusland;

    g) het nummer van de vergunning van het onder douanetoezicht staande entrepot in Rusland waar het product is afgeleverd;

    h) de datum van aflevering van het product bij het onder douanetoezicht staande entrepot in Rusland.".

    4. Artikel 4, lid 2, wordt vervangen door:

    "2. Wanneer het in artikel 3, lid 3, bedoelde antwoord van de Russische autoriteiten positief is, wordt dit beschouwd als bewijs dat de douaneformaliteiten bij invoer zijn vervuld overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 800/1999.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing op leveringen waarvoor de uitvoeraangiften zijn aanvaard op of na 1 juni 2003.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 10 januari 2003.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

    (2) PB L 315 van 1.12.2001, blz. 29.

    (3) PB L 327 van 28.11.1997, blz. 48.

    (4) PB L 298 van 25.11.2000, blz. 16.

    (5) PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.

    (6) PB L 183 van 12.7.2002, blz. 12.

    Top