EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003L0057

Richtlijn 2003/57/EG van de Commissie van 17 juni 2003 tot wijziging van Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

PB L 151 van 19.6.2003, p. 38–41 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2003/57/oj

32003L0057

Richtlijn 2003/57/EG van de Commissie van 17 juni 2003 tot wijziging van Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 151 van 19/06/2003 blz. 0038 - 0041


Richtlijn 2003/57/EG van de Commissie

van 17 juni 2003

tot wijziging van Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding(1), en met name op artikel 8, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Richtlijn 1999/29/EG van de Raad van 22 april 1999 inzake ongewenste stoffen en producten in diervoeding(2), gewijzigd bij Richtlijn 2001/102/EG(3), zijn maximumgehalten vastgesteld voor dioxinen in een aantal voedermiddelen en mengvoeders.

(2) Met ingang van 1 augustus 2003 komt Richtlijn 2002/32/EG in de plaats van Richtlijn 1999/29/EG, die op die datum wordt ingetrokken.

(3) Voor de bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid is het van het grootste belang dat de bij Richtlijn 1999/29/EG vastgestelde maximumgehalten voor dioxinen na 1 augustus 2003 van kracht blijven. Richtlijn 2002/32/EG moet dus worden gewijzigd om daarin de bij Richtlijn 1999/29/EG vastgestelde maximumgehalten voor dioxinen op te nemen.

(4) Om verwarring te vermijden dient te worden gepreciseerd dat onder "mineralen" worden verstaan de voedermiddelen zoals bedoeld in de bijlage bij Richtlijn 96/25/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verkeer en het gebruik van voedermiddelen(4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/46/EG van het Europees Parlement en de Raad(5).

(5) Omwille van de duidelijkheid moeten de voorschriften voor dioxinen in één tekst worden samengebracht. Daarom is het dienstig om Richtlijn 2002/32/EG te wijzigen door in een bijlage bij die richtlijn de voorschriften over te nemen van Verordening (EG) nr. 2439/1999 van de Commissie van 17 november 1999 inzake de voorwaarden voor het verlenen van een vergunning voor toevoegingsmiddelen van de groep "bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen" voor gebruik in diervoeding(6), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 739/2000(7), waarbij een voorlopig maximaal dioxinegehalte voor kaoliniethoudende klei en andere als bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen toegestane toevoegingsmiddelen is vastgesteld. Aangezien er in het bewakingsprogramma geen of onvoldoende gegevens zijn verstrekt over de aanwezigheid van dioxinen in calciumsulfaatdihydraat, vermiculiet, natroliet-fonoliet, synthetische calciumaluminaten en clinoptiloliet van sedimentaire oorsprong, waaruit blijkt dat de dioxineverontreiniging afwezig is of onder de bepaalbaarheidsgrens ligt, moet voor deze toevoegingsmiddelen ter bescherming van de gezondheid van dier en mens een maximumdioxinegehalte worden vastgesteld naast het maximale dioxinegehalte voor kaoliniethoudende klei. Verordening (EG) nr. 2439/1999 kan dan worden ingetrokken.

(6) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1. Met uitzondering van de bepalingen betreffende de producten onder c) en j), in de lijst van producten van de tabel in de bijlage bij deze richtlijn doen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 juli 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe vanaf 1 augustus 2003.

Ten aanzien van de producten onder c) en j) in de lijst van producten van de tabel in de bijlage bij deze richtlijn doen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 29 februari 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe vanaf 1 maart 2004.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Verordening (EG) nr. 2439/1999 inzake de voorwaarden voor het verlenen van een vergunning voor toevoegingsmiddelen van de groep "bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen" voor gebruik in diervoeding wordt met ingang van 1 maart 2004 ingetrokken.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 17 juni 2003.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10.

(2) PB L 115 van 4.5.1999, blz. 32.

(3) PB L 6 van 10.1.2002, blz. 45.

(4) PB L 125 van 23.5.1996, blz. 35.

(5) PB L 234 van 1.9.2001, blz. 55.

(6) PB L 297 van 18.11.1999, blz. 8.

(7) PB L 87 van 8.4.2000, blz. 14.

BIJLAGE

Bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG wordt als volgt gewijzigd:

a) in de tabel wordt punt 27 vervangen door:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

b) Aan het eind van bijlage I wordt voetnoot 5 geschrapt en vervangen door de volgende voetnoten:

"(5) Bovengrensconcentraties; bij de berekening van bovengrensconcentraties moet worden aangenomen dat de onder de bepaalbaarheidsgrens liggende waarden van de verschillende congeneren gelijk zijn aan de bepaalbaarheidsgrens.

(6) Deze maximumgehalten moeten uiterlijk op 31 december 2004 voor het eerst worden herzien aan de hand van nieuwe gegevens over de aanwezigheid van dioxinen en dioxineachtige PCB's, met name wat betreft de toepassing van de vast te stellen niveaus op dioxineachtige PCB's, en zullen uiterlijk 31 december 2006 opnieuw worden herzien met als doel de maximumgehalten fors te verlagen.

(7) Verse vis die direct wordt geleverd en zonder verdere verwerking voor de productie van voeders voor pelsdieren wordt gebruikt, is van het maximumgehalte vrijgesteld, en voor verse vis die voor rechtstreekse voeding van gezelschapsdieren, dierentuindieren en circusdieren wordt gebruikt, geldt een maximumgehalte van 4,0 ng WHO-PCDD/F-TEQ/kg product. De producten, verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van deze dieren (pelsdieren, gezelschapsdieren, dierentuindieren en circusdieren), mogen niet in de voedselketen komen en het vervoederen ervan aan landbouwhuisdieren die voor de productie van voedingsmiddelen gehouden, vetgemest of gefokt worden, is verboden.".

Top