EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0516

2003/516/EG: Besluit van de Raad van 6 juni 2003 inzake de ondertekening van de overeenkomsten tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika betreffende uitlevering en wederzijdse rechtshulp in strafzaken

PB L 181 van 19.7.2003, p. 25–26 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/516/oj

Related international agreement
Related international agreement

32003D0516

2003/516/EG: Besluit van de Raad van 6 juni 2003 inzake de ondertekening van de overeenkomsten tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika betreffende uitlevering en wederzijdse rechtshulp in strafzaken

Publicatieblad Nr. L 181 van 19/07/2003 blz. 0025 - 0026


Besluit van de Raad

van 6 juni 2003

inzake de ondertekening van de overeenkomsten tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika betreffende uitlevering en wederzijdse rechtshulp in strafzaken

(2003/516/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op de artikelen 24 en 38,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De lidstaten van de Europese Unie werken in strafzaken samen met de Verenigde Staten van Amerika op grond van bilaterale overeenkomsten, verdragen, nationale wetgevingen en regelingen.

(2) De Europese Unie is vastbesloten deze samenwerking te verbeteren om met name transnationale vormen van criminaliteit en terrorisme doeltreffender te kunnen bestrijden.

(3) De Raad heeft op 26 april 2002 besloten het voorzitterschap, bijgestaan door de Commissie, te machtigen om onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika te openen, en het voorzitterschap heeft onderhandeld over twee overeenkomsten betreffende internationale samenwerking in strafzaken, het ene over rechtshulp en het andere over uitlevering, met de Verenigde Staten van Amerika.

(4) De overeenkomsten moeten namens de Europese Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van latere sluiting. Op het tijdstip van ondertekening zal de Europese Unie de volgende verklaring afleggen:

"De Europese Unie verklaart dat zij werkt aan de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, hetgeen gevolgen kan hebben voor de overeenkomsten met de Verenigde Staten. Deze ontwikkelingen zullen door de Unie nauwlettend worden gevolgd, met name ten aanzien van artikel 10, lid 2, van de uitleveringsovereenkomst. De Unie zal overleg willen plegen met de Verenigde Staten teneinde oplossingen te vinden voor ontwikkelingen die de overeenkomsten beïnvloeden, indien nodig zelfs door middel van herziening van deze overeenkomsten. De Unie verklaart dat artikel 10 geen precedent vormt voor onderhandelingen met derde landen.".

(5) In artikel 3, lid 2, van de overeenkomsten is bepaald dat er tussen de Verenigde Staten en de lidstaten van de Unie schriftelijke instrumenten moeten worden uitgewisseld over de toepassing van bilaterale verdragen. Artikel 3, lid 3, van de overeenkomst betreffende rechtshulp stelt een soortgelijke verplichting voor lidstaten die geen bilateraal verdrag betreffende rechtshulp met de Verenigde Staten hebben. Voor het opstellen van dergelijke schriftelijke instrumenten dienen de lidstaten hun werkzaamheden te coördineren in de Raad,

BESLUIT:

Artikel 1

1. De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomsten namens de Europese Unie te ondertekenen, onder voorbehoud van latere sluiting.

2. De tekst van de overeenkomsten en de begeleidende toelichtende nota's, die een memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika bevatten, is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

1. De lidstaten nemen de vereiste maatregelen voor de opstelling van schriftelijke instrumenten, tussen hen en de Verenigde Staten van Amerika in de zin van artikel 3, lid 2, van de overeenkomst betreffende uitlevering en artikel 3, leden 2 en 3, van de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp.

2. De in lid 1 bedoelde werkzaamheden worden door de lidstaten in de Raad gecoördineerd.

Artikel 3

In geval van uitbreiding van het territoriale toepassingsgebied van de overeenkomsten in overeenstemming met artikel 20, lid 1, onder b), tweede streepje, van de overeenkomst betreffende uitlevering of artikel 16, lid 1, onder b), tweede streepje, van de overeenkomst betreffende wederzijdse rechtshulp, besluit de Raad namens de Europese Unie met eenparigheid van stemmen.

Artikel 4

Dit besluit en de bijlagen erbij worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 6 juni 2003.

Voor de Raad

De voorzitter

M. Chrisochoïdis

Top