Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0332

    2003/332/EG: Beschikking van de Commissie van 8 mei 2003 tot wijziging van Beschikking 2003/126/EG voor wat betreft de financiële steun voor twee communautaire referentielaboratoria in het Verenigd Koninkrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1464)

    PB L 116 van 13.5.2003, p. 26–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/332/oj

    32003D0332

    2003/332/EG: Beschikking van de Commissie van 8 mei 2003 tot wijziging van Beschikking 2003/126/EG voor wat betreft de financiële steun voor twee communautaire referentielaboratoria in het Verenigd Koninkrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1464)

    Publicatieblad Nr. L 116 van 13/05/2003 blz. 0026 - 0027


    Beschikking van de Commissie

    van 8 mei 2003

    tot wijziging van Beschikking 2003/126/EG voor wat betreft de financiële steun voor twee communautaire referentielaboratoria in het Verenigd Koninkrijk

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 1464)

    (Slechts de teksten in de Duitse, Engelse, Franse, Nederlandse en Spaanse taal zijn authentiek)

    (2003/332/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/572/EG(2), en met name op artikel 28, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Beschikking 2003/126/EG van de Commissie tot vaststelling van de financiële steun van de Gemeenschap voor de werking van bepaalde communautaire referentielaboratoria in de sector veterinaire aspecten van de volksgezondheid (biologische risico's) voor het jaar 2003(3) wordt aan deze laboratoria financiële steun verleend voor de uitvoering van bepaalde functies en taken.

    (2) Het laboratorium van het "Center for Environment, Fisheries and Aquaculture Science" (CEFAS) in Weymouth, Verenigd Koninkrijk, dat bij Beschikking 1999/313/EG van de Raad(4) is aangewezen als communautair referentielaboratorium voor de controle op bacteriële en virale besmettingen bij tweekleppige weekdieren, is verzocht zijn jaarlijks werkprogramma uit te breiden met een project ter ondersteuning van de ontwikkeling van het voedselveiligheidsbeleid van de Gemeenschap en van wetgeving op het gebied van bacteriële en virale besmettingen bij tweekleppige weekdieren, waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan de evaluatie van de risico's in verband met zoönoses die reden zijn tot grote bezorgdheid voor de volksgezondheid.

    (3) Het CEFAS heeft dit project in februari 2003 ingediend. Het doel ervan is enkele aspecten te onderzoeken van de microbiologische accumulatie in tweekleppige schelpdieren in relatie tot de menselijke gezondheid, in het bijzonder op het gebied van de besmetting van schelpdieren met het norovirus (NV) en het hepatitis A-virus (HAV), de detectie van NV's in schelpdieren en de detectie van totale vibrio's en pathogene stammen in tweekleppige schelpdieren.

    (4) Gezien de zoönotische betekenis van bacteriële en virale besmettingen bij tweekleppige weekdieren, dient voor een periode van maximaal één jaar financiële steun te worden verleend ter dekking van bepaalde door het CEFAS voor de uitvoering van het project gemaakte kosten. Derhalve dient de financiële steun van de Gemeenschap te worden verhoogd om de kosten van het gewijzigde jaarlijks werkprogramma van het CEFAS te dekken.

    (5) Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 260/2003 van de Commissie(6), voorziet in een procedure voor de vaststelling van de status van een land ten aanzien van boviene spongiforme encefalopathie (BSE). De verordening voorziet ook in een programma van toezicht op BSE voor de Gemeenschap.

    (6) Voorts is bij Verordening (EG) nr. 999/2001 The Veterinary Laboratories Agency in Weybridge, Verenigd Koninkrijk, aangewezen als communautair referentielaboratorium (CRL) voor overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's). Dit heeft onder andere tot taak gegevens te verzamelen en te verwerken over de uitkomsten van de in de Gemeenschap uitgevoerde tests en op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen inzake bewaking, epidemiologie en preventie van TSE's op wereldvlak.

    (7) De Commissie heeft het CRL voor TSE's gevraagd zijn jaarlijks werkprogramma uit te breiden met een analyse van de resultaten van het communautair programma van toezicht op BSE en de ontwikkeling, aan de hand daarvan, van een epidemiologische geldige geïntegreerde methode voor de eerste en verdere beoordeling van de BSE-status van een land. Bij de uitvoering van deze taak houdt het CRL voor TSE's rekening met de door de Wetenschappelijke Stuurgroep (WS) ontwikkelde methode voor de beoordeling van het geografische BSE-risico en de aanbevelingen van het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (IOE) inzake BSE-risicocategorieën en bewakings- en toezichtsystemen. Hiertoe heeft het CRL voor TSE's aan zijn jaarlijks werkprogramma een project toegevoegd, dat op 20 februari 2003 werd ingediend. Derhalve dient de financiële steun van de Gemeenschap te worden verhoogd om de kosten van het gewijzigde jaarlijks werkprogramma van het CRL voor TSE's te dekken.

    (8) De voorschriften van Verordening (EG) nr. 324/2003 van de Commissie van 20 februari 2003 tot vaststelling van de subsidiecriteria voor de uitgaven van de communautaire referentielaboratoria die financiële steun ontvangen overeenkomstig artikel 28 van Beschikking 90/424/EEG en van de procedures voor de indiening van uitgaven en het uitvoeren van audits(7) zijn van toepassing met dien verstande dat er verschillende termijnen voor de betrokken projecten moeten worden vastgesteld.

    (9) Beschikking 2003/126/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (10) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Beschikking 2003/126/EG wordt gewijzigd als volgt:

    1. In artikel 5 komt lid 2 te luiden als volgt:

    "2. De financiële steun bedraagt ten hoogste 648775 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2003.

    Tot het in de eerste alinea genoemde maximum en behoudens de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 324/2003 van de Commissie vastgestelde termijnen, wordt een bedrag van 508755 EUR gereserveerd voor het project voor onderzoek naar enkele aspecten van de microbiologische accumulatie in tweekleppige schelpdieren in relatie tot de volksgezondheid, in het bijzonder op het gebied van de besmetting van schelpdieren met het norovirus (NV) en het hepatitis A-virus (HAV), de detectie van NV's in schelpdieren en de detectie van totale vibrio's en pathogene stammen in tweekleppige schelpdieren, en dit bedrag wordt rechtstreeks toegekend aan het communautair referentielaboratorium voor toezicht op de virale en bacteriële besmetting van tweekleppige weekdieren in Weymouth op voorwaarde dat:

    a) maandelijks tussentijdse voortgangsrapporten over het project worden ingediend;

    b) uiterlijk op 31 december 2003 een ontwerp-verslag wordt ingediend;

    c) voor 31 maart 2004 een eindverslag wordt ingediend, vergezeld van bewijsstukken met betrekking tot de gemaakte kosten.".

    2. In artikel 6 komt lid 2 te luiden als volgt:

    "2. De financiële steun bedraagt ten hoogste 530000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2003.

    Tot het in de eerste alinea genoemde maximum en behoudens de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 324/2003 van de Commissie vastgestelde termijnen, wordt een bedrag van 170000 EUR gereserveerd voor het project voor de opstelling van richtsnoeren ter beoordeling van de BSE-status van landen aan de hand van surveillancegegevens in combinatie met de beoordeling van het blootstellingsrisico, en dit bedrag wordt toegekend aan het communautair referentielaboratorium voor TSE's op voorwaarde dat:

    a) maandelijks tussentijdse voortgangsrapporten over het project worden ingediend;

    b) uiterlijk op 30 september 2003 een eindverslag wordt ingediend;

    c) voor 31 december 2003 een samenvattend eindverslag wordt ingediend met de software voor de uitvoering van de evaluaties, vergezeld van bewijsstukken met betrekking tot de gemaakte kosten.".

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

    Gedaan te Brussel, 8 mei 2003.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

    (2) PB L 203 van 28.7.2001, blz. 16.

    (3) PB L 50 van 25.2.2003, blz. 25.

    (4) PB L 120 van 8.5.1999, blz. 40.

    (5) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1.

    (6) PB L 37 van 13.2.2003, blz. 7.

    (7) PB L 47 van 21.2.2003, blz. 14.

    Top