Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002D2367

Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (Voor de EER relevante tekst)

PB L 358 van 31.12.2002, p. 1–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2007: This act has been changed. Current consolidated version: 20/05/2004

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/2367/oj

32002D2367

Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 358 van 31/12/2002 blz. 0001 - 0027


Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 16 december 2002

betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek(4) moet een communautair statistisch programma worden opgesteld.

(2) Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad stelt de beginselen voor de productie van communautaire statistieken vast en is op deze beschikking van toepassing.

(3) De Economische en Monetaire Unie stelt hoge eisen wat de verstrekking van monetaire, betalingsbalans- en financiële statistieken voor de Gemeenschap betreft.

(4) De Gemeenschap moet ingevolge Verordening (EG) nr. 322/97 voor het vaststellen, toepassen, volgen en evalueren van haar beleid tijdig kunnen beschikken over van lidstaat tot lidstaat vergelijkbare, actuele, betrouwbare, relevante en zo efficiënt mogelijk geproduceerde statistische informatie.

(5) De beschikbaarheid van bijgewerkte en vergelijkbare statistieken van goede kwaliteit is vaak een noodzakelijke voorwaarde voor de uitvoering van het communautair beleid.

(6) Met het oog op de samenhang en vergelijkbaarheid van statistische informatie in de Gemeenschap moet een communautair statistisch vijfjarenprogramma worden opgesteld waarin de methoden, de voornaamste werkterreinen en de doelstellingen van de acties overeenkomstig de prioriteiten zijn vastgelegd.

(7) Met het oog hierop dienen de autoriteiten van de Gemeenschap te zorgen voor vergelijkbare statistieken van goede kwaliteit.

(8) Binnen een communautair statistisch systeem in ontwikkeling vereist de specifieke methode voor het opstellen van communautaire statistieken een bijzonder nauwe samenwerking, via het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(5) opgerichte Comité statistisch programma, ten aanzien van de aanpassing van het systeem, met name door de invoering van wettelijke instrumenten voor de opstelling van bovengenoemde communautaire statistieken, waarbij rekening moet worden gehouden met de belasting voor de respondent, ongeacht of deze een onderneming, een huishouden of een individuele persoon is.

(9) De productie van communautaire statistieken binnen het juridisch kader van het vijfjarenprogramma valt onder de verantwoordelijkheid van de nationale instanties op nationaal niveau en van de communautaire instantie (Eurostat) op communautair niveau.

(10) Om deze doelstelling te kunnen realiseren is een nauwe, gecoördineerde en samenhangende samenwerking tussen de communautaire instantie (Eurostat) en de nationale instanties nodig.

(11) De communautaire instantie (Eurostat) moet daartoe binnen een netwerk dat het Europees statistisch systeem (ESS) vormt op verschillende manieren zorg dragen voor de coördinatie van de nationale instanties, teneinde zeker te zijn van de tijdige verstrekking van statistieken ter ondersteuning van de behoeften van het beleid van de Europese Unie.

(12) De Commissie, die dient te beslissen over de doelstellingen en de maatregelen terzake, kan de gedetailleerde uitvoeringsmaatregelen voor afzonderlijke statistische acties toevertrouwen aan het Europees statistisch systeem.

(13) Daarnaast is de Commissie voor de uitvoering van dit programma, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 322/97, belast met bepaalde uitvoeringstaken die zijn vastgelegd in de regelgeving voor de afzonderlijke statistische acties.

(14) Er moet worden nagegaan of sommige van deze taken, die thans door de Commissie worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door een gespecialiseerd uitvoeringsorgaan kunnen worden verricht.

(15) Het is van belang om op bepaalde gebieden die tot meerdere communautaire beleidsterreinen behoren, gegevens uit te splitsen naar sekse.

(16) Deze beschikking stelt voor de gehele duur van het programma een financieel kader vast dat gedurende de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt moet zijn, in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(6).

(17) De richtsnoeren voor dit programma zijn overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 322/97 voorgelegd aan het Comité statistisch programma, het bij Besluit 91/116/EEG van de Raad(7) ingestelde Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied en het bij Besluit 91/115/EEG van de Raad(8) ingestelde Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vaststelling van het statistisch programma

Het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 ("het programma") wordt bij dezen vastgesteld. Het programma is opgenomen in de bijlagen.

Bijlage I omschrijft de methoden, de voornaamste terreinen en de doelstellingen van de tijdens die periode beoogde acties, en geeft tevens een samenvatting van de statistische behoeften vanuit het oogpunt van de beleidsbehoeften van de Europese Unie. Deze behoeften zijn uitgesplitst naar de titels van het EG-Verdrag.

Bijlage II geeft een samenvatting van de werkthema's van Eurostat.

Artikel 2

Doelstellingen en beleidsprioriteiten

Rekening houdend met de beschikbare middelen van de nationale autoriteiten en de Commissie, omvat het programma de voornaamste beleidsprioriteiten van de Gemeenschap op de volgende gebieden:

- de Economische en Monetaire Unie,

- de uitbreiding van de Europese Unie,

- de concurrentiepositie, duurzame ontwikkeling en de sociale agenda.

Het garandeert tevens dat de statistische ondersteuning van beslissingen op de huidige beleidsterreinen wordt voortgezet en dat wordt voldaan aan nieuwe behoeften die uit nieuwe communautaire beleidsinitiatieven voortvloeien. In het programma wordt ervan uitgegaan dat de prioriteiten op het gebied van de statistiek en de relevantie van de opgestelde statistieken permanent getoetst moeten worden, zodat de beschikbare middelen optimaal benut kunnen worden en de last voor de respondenten tot een minimum wordt beperkt.

Voorts zorgt de Commissie voor vergelijkbare statistieken van goede kwaliteit.

Artikel 3

Financiering

Het financiële kader voor de uitvoering van dit programma voor de periode 2003 tot en met 2007 wordt vastgesteld op 192500000 EUR.

150727000 EUR is voor de periode 2003-2006 41773000 EUR is voor 2007. Het bedrag van 41773000 EUR wordt geacht bevestigd te zijn als het strookt met de geldende financiële vooruitzichten voor de periode vanaf 2007.

De jaarlijkse kredieten zullen door de begrotingsautoriteit worden goedgekeurd binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

Artikel 4

Verslagen

In het derde jaar van de uitvoering van het programma stelt de Commissie een tussentijds verslag over de voortgang van het programma op en legt zij dit voor aan het Comité statistisch programma.

Aan het eind van de looptijd van het programma legt de Commissie na overleg met het Comité statistisch programma een passend evaluatieverslag over de uitvoering van het programma voor, waarin rekening wordt gehouden met de adviezen van onafhankelijke deskundigen. Dit verslag wordt uiterlijk eind 2008 voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze beschikking treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 6

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 december 2002.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

P. Cox

Voor de Raad

De voorzitster

M. Fischer Boel

(1) PB C 75 E van 26.3.2002, blz. 274.

(2) PB C 125 van 27.5.2002, blz. 17.

(3) Standpunt van het Europees Parlement van 25 april 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van 30 september 2002 (PB C 275 E van 12.11.2002, blz. 1) en beschikking van het Europees Parlement van 20 november 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(4) PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1.

(5) PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

(6) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(7) PB L 59 van 6.3.1991, blz. 21. Besluit gewijzigd bij Besluit 97/255/EG (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 32).

(8) PB L 59 van 6.3.1991, blz. 19. Besluit gewijzigd bij Besluit 96/174/EG (PB L 51 van 1.3.1996, blz. 48).

BIJLAGE I

VIJFJARENPROGRAMMA VOOR DE STATISTIEK: METHODEN

INLEIDING

1. De behoefte aan statistische informatie voor het EU-beleid

De instellingen en de burgers van de Europese Unie hebben behoefte aan een feitelijke basis om de behoefte aan en de voortgang van Europese beleidsinitiatieven te kunnen beoordelen. Statistische informatie van goede kwaliteit is van het grootste belang om aan deze behoefte te voldoen. Eurostat (het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen) heeft als voornaamste taak om ten behoeve van het bestaande en toekomstige EU-beleid relevante en actuele informatie over een grote verscheidenheid van sociale, economische en milieuonderwerpen te verzamelen en te verspreiden. In een eEuropa in ontwikkeling moet statistische informatie beschikbaar worden gesteld in de vorm waarin en op het moment waarop gebruiker de informatie nodig heeft. Daarom zal er tijdens de looptijd van dit programma naar moeten worden gestreefd dat de burgers toegang krijgen tot steeds meer basisinformatie over de ontwikkelingen op economisch, sociaal en milieugebied in de EU. Het ESS (Europees statistisch systeem) moet zijn structuren en strategieën verder ontwikkelen om te kunnen garanderen dat het systeem als geheel de kwaliteit en effectiviteit behoudt en verder ontwikkelt die nodig is om aan alle wensen van gebruikers tegemoet te komen.

Structuur van de bijlage

In deze bijlage wordt ingegaan op de beleidsfactoren die het werkprogramma bepalen, en wordt een samenvatting gegeven van de statistische vereisten op Europees niveau zoals die uit de beleidsbehoeften van de Europese Unie voortvloeien. Deze behoeften zijn ingedeeld overeenkomstig de titels van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Voor elk van deze beleidstitels zijn opgenomen:

- de voornaamste koers van de statistische werkzaamheden gedurende deze vijfjarenperiode voor elk van de beleidsgebieden en de specifieke maatregelen die worden gepland, met inbegrip van de voorziene besluiten,

- de statistische werkterreinen die het beleid van de titel ondersteunen overeenkomstig de in het activiteitsgestuurd beheerskader vermelde statistische werkthema's.

2. Uitvoeringsstrategieën

a) Doelstellingen

De doelstellingen die zijn neergelegd in het ondernemingsplan van Eurostat, vormen de basis voor de uitvoering van het werkprogramma, hetgeen zal gebeuren overeenkomstig het kosten-effectiviteitsbeginsel als vastgesteld in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 322/97 betreffende de communautaire statistiek. Deze doelstellingen zijn:

- Eurostat ten dienste van de Commissie,

- Eurostat ten dienste van andere Europese instellingen en de bredere gebruikersgemeenschap,

- leveren van bijdragen aan de instandhouding en de verdere ontwikkeling van het Europees statistisch systeem,

- verbetering van de motivatie en tevredenheid van het personeel,

- verbetering van de kwaliteit van zijn producten en diensten,

- hogere interne productiviteit.

b) Statistische productie

Samen met zijn partners in het ESS zal Eurostat productieprocessen invoeren die garanderen dat de Europese statistiek de kwaliteit krijgt die voor het beheer van het EU-beleid nodig is. Er zal in het bijzonder aandacht worden geschonken aan de statistieken voor de eisen van de eurozone.

Eurostat en de ESS-partners zullen de nationale statistische informatie en die van de EU permanent in het oog houden teneinde te garanderen dat deze voorziet in de werkelijke behoeften voor de beleidsdoeleinden van de EU en de lidstaten en dat de twee aspecten volledig zijn geïntegreerd.

c) Efficiëntie van de uitvoering

De Commissie zal haar werkmethoden kritisch blijven beoordelen teneinde te garanderen dat de middelen zo efficiënt mogelijk worden gebruikt. Bepaalde taken op het gebied van de statistiek kunnen in aanmerking komen om door een uitvoerend bureau te worden uitgevoerd en gevolgd. De oprichting van zo'n uitvoerend bureau moet worden voorafgegaan door een volledige analyse overeenkomstig de bepalingen van de Raad en de Commissie inzake dergelijke organen. De partners in het ESS zullen via het Comité statistisch programma worden geraadpleegd en volledig op de hoogte worden gehouden van dit proces.

d) Budgettaire uitvoering van het programma

De begrotingsmiddelen die in het kader van dit programma voor statistische informatie beschikbaar worden gesteld, worden onderworpen aan de jaarlijkse begrotingsprocedure, behoudens begrotingsmiddelen die uit hoofde van andere besluiten beschikbaar worden gesteld. De middelen zullen worden gebruikt:

- voor de productie van statistieken zoals omschreven in Verordening (EG) nr. 322/97, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van statistische informatiesystemen en de daarmee verbonden benodigde infrastructuur;

- voor subsidies aan partners in het ESS (Eurostat overweegt met dergelijke partners kaderovereenkomsten te sluiten);

- voor technische en administratieve bijstand, alsmede voor andere steunmaatregelen.

3. Prioriteiten

Bij het beheer van de prioriteiten voor de statistische werkzaamheden wordt uitgegaan van vier verschillende categorieën activiteiten.

a) Behoeften voor het communautair beleid

De statistische behoeften die uit de grote communautaire beleidsgebieden voortvloeien en die thans door de Commissie zijn vastgesteld, kunnen als volgt worden samengevat:

- Economische en Monetaire Unie: alle statistieken die nodig zijn voor fase III van de EMU en het stabiliteits- en groeipact;

- utbreiding van de EU: alle categorieën statistische indicatoren die van essentieel belang zijn voor de toetredingsonderhandelingen en voor de integratie van kandidaat-lidstaten in het ESS;

- concurrentievermogen, duurzame ontwikkeling en de sociale agenda: in het bijzonder statistieken over de arbeidsmarkt, milieu, diensten, levensomstandigheden, migratie en eEuropa;

- open coördinatie: het verstrekken van indicatoren en daarmee verband houdende statistieken, op basis van betere methoden en geharmoniseerde output, conform de door de Europese Raad geformuleerde opdracht.

b) Grote projecten

Deze hebben betrekking op de primaire werkterreinen die nodig zijn voor de goede werking van het systeem. Hierop is een formeel projectbeheer van toepassing:

- Infrastructurele werkzaamheden

Consolidatie van de werking van het ESS in een versterkt en uitgebreid Europa. Er zullen verschillende instrumenten voor de samenwerking tussen de nationale bureaus voor de statistiek en Eurostat worden ingevoerd. Deze zullen voornamelijk zijn gebaseerd op de uitwisseling van gegevens tussen de nationale statistische instanties, de specialisatie van lidstaten op enkele specifieke gebieden en flexibiliteit bij het starten van statistische enquêtes om te voldoen aan Europese en nationale behoeften.

Ontwikkeling van een systeem waarmee op veranderende beleidsbehoeften kan worden gereageerd, en tegelijkertijd bevordering van de dialoog tussen statistici en beleidsmakers om te garanderen dat flexibel kan worden gereageerd en dat de statistische producten relevant zijn.

De ontwikkeling van de technologische infrastructuur op het niveau van de Commissie en de lidstaten zal zijn gericht op een hogere productiviteit, vermindering van de belasting voor de respondenten en gemakkelijker toegang voor gebruikers tot statistische informatie.

De betrokkenheid van Eurostat bij de initiatieven e-Commissie en eEuropa, en de toegang van het ESS tot onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma's en het IDA-programma (uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten) garanderen samenwerking en synergie tussen de communautaire en de nationale inspanningen.

De nauwe samenwerking tussen statistici bij de overheid en op universiteiten zal resulteren in kwaliteit en een wetenschappelijke basis voor de communautaire statistieken.

- Specifieke projecten

Statistieken inzake de nieuwe economie, waaronder domeinen zoals de informatiemaatschappij en innovatie.

Statistieken inzake onderzoek en ontwikkeling, met inbegrip van het benchmarken van het nationale OTO-beleid.

Kortetermijnstatistieken.

Indicatoren ter ondersteuning van beleid voor duurzame ontwikkeling.

Indicatoren voor sociale uitsluiting en armoede.

c) Statistische ondersteuning van het bestaand beleid

Dit betreft de voortzetting van statistische activiteiten die bestaand communautair beleidsterrein zoals het landbouw-, en regionaal beleid en de buitenlandse handel, ondersteunen.

d) Overige gebieden

Hieronder valt de verzameling van statistische gegevens op gebieden die hierboven niet zijn genoemd, maar die wel noodzakelijk zijn voor het beleid.

Voor de activiteiten die binnen dit prioriteitenkader vallen, zullen de precieze aard en omvang van de verzamelde gegevens doorgaans door Eurostat en de lidstaten worden vastgesteld in het kader van het Comité statistisch programma en het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek. Dit gebeurt in overeenstemming met de bepalingen van de Verordening van de Raad betreffende de communautaire statistiek en de overeengekomen beginselen voor dergelijke besluiten over het beheer van de werkzaamheden.

4. Subsidiariteit

De rechtsgrond hiervoor wordt geleverd door:

1. Besluit 89/382/EEG, Euratom tot oprichting van het Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen,

2. Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad,

3. Besluit 97/281/EG van de Commissie van 21 april 1997 inzake de rol van Eurostat bij de productie van communautaire statistieken(1).

Eurostat is verantwoordelijk voor het verstrekken van communautaire statistieken ten behoeve van het EU-beleid. Eurostat kan deze taak alleen uitvoeren in samenwerking met de statistische diensten van de lidstaten. Het baseert zijn activiteiten daarom altijd op het subsidiariteitsbeginsel. Daarbij is een groot aantal partners betrokken, maar voornamelijk de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten van de Europese Unie.

5. Het evenwicht tussen behoeften en middelen

Het ESS moet er nauwlettend op toezien dat er een goed evenwicht is tussen de behoefte aan informatie voor het communautair beleid en de middelen die zowel op EU-, nationaal als regionaal niveau voor de gegevensverstrekking zijn vereist. De beschikbaarstelling van passende middelen in nationaal verband is bijzonder belangrijk voor het verzamelen van de ten behoeve van het EU-beleid vereiste statistische informatie. Er moet echter ook voldoende flexibiliteit zijn om de nationale autoriteiten in staat te stellen op de meest kostenefficiënte wijze in de communautaire behoefte aan statistische informatie te voorzien.

Om een strategie te kunnen uitstippelen op basis van een evenwichtige prioriteitstelling moet in het kader van het jaarlijkse programmeringsproces doorlopend bekeken worden of de bestaande communautaire statistieken nog wel nodig zijn, en er moet worden nagegaan welke statistieken kunnen worden beperkt dan wel beëindigd. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de belangrijkste gebruikers van de statistieken; de samenwerking is een belangrijke overweging voor het opzetten van nieuwe initiatieven met betrekking tot statistieken.

In deze bijlage worden alle statistische behoeften die uit het communautair beleid voortvloeien, op een rij gezet. Vervolgens wordt in het kader van het algemeen middelenbeheer voor de verschillende componenten van de statistische werkzaamheden aangegeven in welke mate zij volgens het hierboven beschreven kader prioritair zijn.

VIJFJARENPROGRAMMA VOOR DE STATISTIEK: DOELSTELLINGEN EN ACTIES

UITBREIDING VAN DE EUROPESE UNIE

Implicaties voor de statistiek

Naar verwachting zullen de toetredingsonderhandelingen voor een aantal kandidaat-lidstaten tijdens de looptijd van dit programma voor 2003-2007 uitmonden in een toetredingsverdrag. Voor de voortzetting en mogelijke afronding van deze onderhandelingen moet de Commissie kunnen beschikken over een volledige set betrouwbare statistieken die methodologisch vergelijkbaar zijn met die van de landen van de Europese Unie. De Unie staat daarmee voor twee enigszins verschillende uitdagingen:

- integratie van de eventuele nieuwe leden in alle communautaire mechanismen, met inbegrip van bijvoorbeeld de begrotingen van de eigen middelen en de structuurfondsen en alle andere programma's e.d.;

- voortzetting van de voorbereidingen voor de overblijvende kandidaat-lidstaten en hulp aan die landen om te komen tot volledige naleving van de huidige communautaire wetgeving.

In beide gevallen mogen de hoge eisen die aan de productie van statistieken door de kandidaten worden gesteld, en die moeten worden geverifieerd en meegedeeld via Eurostat, niet worden onderschat. Het moge duidelijk zijn dat elementaire economische statistieken, waaronder die inzake de sectorale en regionale verdeling van het BBP, de bevolking en de werkgelegenheid, onmisbaar zijn. Andere belangrijke terreinen betreffende de meting van de implementatie van de gemeenschappelijke markt, d.w.z. de activiteiten met een grensoverschrijdend effect zoals de goederen- en dienstenhandel, de vrijheid van vestiging, de betalingsbalans, kapitaalstromen, de mobiliteit van individuele personen (migrerende werknemers, migratie, asielzoekers enz.), de industriële productie en structuur met het oog op de capaciteit enzovoort. Over het algemeen dient de productie van statistieken als ondersteuning van het EU-beleid waarop ze betrekking hebben, met inbegrip van verzoeken van de Monetaire Unie. Daarnaast is er behoefte aan statistieken in sectoren die van belang zijn voor de toetredingsonderhandelingen, ter ondersteuning van de voornaamste EU-beleidsterreinen, zoals landbouw, vervoer, regionaal beleid en milieu.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zullen de werkzaamheden voornamelijk gericht zijn op:

- consolidering van de verzameling van geharmoniseerde gegevens voor de onderhandelingen en voor interne EU-doeleinden;

- voortzetting van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten en de nieuwe leden bij de verbetering van hun statistische systemen, zodat deze voldoen aan de communautaire eisen, met inbegrip van tijdige informatie over alle nieuwe communautaire wetgeving.

TITEL I

Vrij verkeer van goederen

Implicaties voor de statistiek

De inwerkingtreding van de gemeenschappelijke markt in 1993 heeft geleid tot de invoering van een systeem voor de statistische meting van de handel in goederen tussen de lidstaten (Intrastat), een vermindering van de belasting van informatieverstrekkers en dus een passender antwoord op de behoeften van de Economische en Monetaire Unie. De vermindering van de belasting was tot nu toe echter beperkt gezien de wens van de nationale autoriteiten en talrijke beroepsorganisaties een systeem van gedetailleerde statistieken inzake de intracommunautaire handel te handhaven dat vergelijkbaar is met dat van de extracommunautaire handelsstatistiek.

In overeenstemming met het strategische plan dat in 1999 door Eurostat en de lidstaten is goedgekeurd, zullen nieuwe aanpassingen van het systeem eerst worden onderzocht en getest voordat de wetgeving wordt gewijzigd. Het nieuwe systeem dient daarom gericht te zijn op het verstrekken van resultaten die voldoen aan de communautaire behoeften en aan strenge kwaliteitseisen inzake de dekking, betrouwbaarheid en beschikbaarheid. De inhoud van de resultaten moet zodanig worden geformuleerd, dat de huidige behoeften worden vereenvoudigd, zonder daarbij nimmer behoeften in verband met het Europese integratieproces uit het oog te verliezen. Er zal daarnaast actie worden ondernomen om de betrouwbaarheid van de statistiek van de in- en uitvoerprijzen te verbeteren, zodat het interne concurrentievermogen van de producten van de Unie efficiënter kan worden gemeten.

Parallel hieraan zullen de mogelijke gevolgen van de overgang naar een gemeenschappelijk BTW-systeem worden geanalyseerd door een evaluatie van de administratieve of statistische informatiebronnen die als referentie kunnen worden gebruikt, waarbij behoud van de koppeling met het BTW-systeem en het gebruik van het algemene ondernemingssregister prioriteit krijgt.

Samenvatting

Na afloop van het vijfjarenprogramma zal de Commissie de statistische meetsystemen voor de goederenhandel tussen de lidstaten en met derde landen hebben aangepast en verbeterd. Daarbij zal rekening zijn gehouden met de groei van de informatiebehoeften en het economische en administratieve klimaat.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL II

Landbouw

Implicaties voor de statistiek

Landbouw

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) slorpt bijna de helft van de communautaire begroting op. De Commissie heeft op het gebied van het GLB dan ook een belangrijke taak. Zij is, zoals gebruikelijk, belast met het uitstippelen, volgen, evalueren en aanpassen van het beleid. De Commissie heeft uitgebreide bevoegdheid op het gebied van het lopend beheer. Net als in het programma voor de periode 1998-2002 zal er ook in de periode 2003-2007 vooral naar worden gestreefd deze grote verzameling statistieken op te stellen en de noodzakelijke bijwerkingen uit te voeren. Er zal ook verder speciale aandacht worden geschonken aan de milieudimensie. Daartoe zullen statistieken worden ontwikkeld voor de analyse van het onderlinge verband tussen landbouw en milieu, bijvoorbeeld door verbetering van de statistieken inzake het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen, de organische landbouw en de maatregelen voor het behoud van de biodiversiteit en plattelandshabitats.

Het Technisch actieplan voor de verbetering van de landbouwstatistiek (Tapas) biedt een collectieve en transparante aanpak om het gebruik van de voor de productie van landbouwstatistieken beschikbare nationale en communautaire middelen geleidelijk te verbeteren. Er zal meer gebruik worden gemaakt van de geproduceerde statistieken (bv. opstelling van modellen, directe toegang door de lidstaten en de Europese instellingen).

Er zullen met het oog op de toekomst twee taken worden opgepakt. De landbouwstatistieken zullen zo worden gedefinieerd dat ze in de behoeften van het GLB over zeven tot tien jaar voorzien, waarbij rekening zal worden gehouden met eventuele wijzigingen als gevolg van hervormingen in verband met de "Agenda 2000". De werkzaamheden op het gebied van de landbouw- en milieugegevens zullen verder worden uitgebouwd. Met name zal verder worden gewerkt aan indicatoren voor de integratie van milieubeleid in het GLB en voor operationele landschapsindicatoren. Er zal tevens aandacht worden geschonken aan de groeiende behoefte aan informatie over de consumenten-/welzijnsaspecten van de landbouw en aan statistische ondersteuning voor het plattelandsontwikkelingsaspect van het GLB. De conclusies van het uitgebreide, onafhankelijke onderzoek van het huidige systeem zullen worden gebruikt om de communautaire landbouwstatistiek aan te passen, zodat deze kan voorzien in de nieuwe of veranderende behoeften. De tweede taak is het een regelmatige stroom van vergelijkbare gegevens, uit officiële bronnen, tot stand te brengen voor alle kandidaat-lidstaten.

Bosbouw

Op dit gebied moet speciale aandacht worden geschonken aan de voortzetting en de verbetering van de werkzaamheden met internationale organisaties, met name voor de ontwikkeling van betere statistieken in verband met bosbouw, inclusief specifieke criteria en indicatoren voor milieubeheer en duurzaam bosbeheer. Parallel hieraan moet ook informatie over het duurzaam beheer van industrieën in de houtsector worden ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van deze werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de gevolgen van de regelingen die in Bonn in het kader van de Overeenkomst van Kyoto zijn getroffen.

Visserij

Bij de toekomstige ontwikkelingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) zal vooral worden gestreefd naar integratie van de verschillende componenten - van biologische aspecten tot de visstanden - door middel van een betere controle van de activiteiten van vissersvaartuigen. Voor deze maatregelen zullen waarschijnlijk geen extra gegevens nodig zijn en er zal in de komende jaren vooral worden gestreefd naar versterking en verbetering van de gegevensstromen op grond van de huidige wetgeving (ten aanzien van volledigheid, actualiteit, consistentie, vergelijkbaarheid en toegankelijkheid).

De sociale en economische gevolgen van de beperking van de activiteiten van vissersvaartuigen en de inkrimping van de EU-vissersvloot leiden tot een grotere vraag naar gegevens over parameters om de sociale en economische situatie te beoordelen. Deze ontwikkelingen zullen in de nieuwe onderhandelingen over het GVB in 2002 waarschijnlijk een belangrijke plaats hebben. Eurostat zal deze onderhandelingen nauwlettend volgen teneinde ervoor te zorgen dat zijn programma voor de visserijstatistiek blijft voldoen aan de gegevensbehoeften van het GVB.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie streven naar:

- toepassing van Tapas voor de stapsgewijze verbetering van de bestaande landbouwstatistieken, voornamelijk wat de kwaliteit, vergelijkbaarheid, kosteneffectiviteit, vereenvoudiging en actualiteit betreft;

- planning van de ontwikkeling van landbouwstatistieken met het oog op de toekomstige behoeften van het GLB;

- opstelling van indicatoren voor een betere integratie van milieuoverwegingen in het GLB en informatie over de consumenten-/welzijnsaspecten van de landbouw;

- bijdragen aan de ontwikkeling van vergelijkbare gegevens in de kandidaat-lidstaten;

- consolidatie, verbetering en uitbreiding van de bosbouwstatistiek (indicatoren);

- consolidatie, verbetering en uitbreiding van de kwaliteit van de visserijstatistiek.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL III

Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal

Implicaties voor de statistiek

De betalingsbalansstatistieken van de EU bieden tamelijk gedetailleerde informatie over de dienstenhandel en de directe investeringen. Statistieken over de handel van buitenlandse kantoren zijn momenteel in ontwikkeling. Hoewel al deze statistieken voornamelijk worden ontwikkeld in antwoord op het Algemeen akkoord over de handel in diensten (GATS) en er daarom op zijn gericht informatie te geven over transacties met landen buiten de Gemeenschap, vinden de lidstaten het nog steeds essentieel een nationale betalingsbalansstatistiek op te stellen (waarin intracommunautaire stromen worden opgenomen), ook binnen de Economische en Monetaire Unie. Momenteel bestrijken de geproduceerde statistieken zowel de extracommunautaire als de intracommunautaire handel en voldoen ze dus aan de behoeften van de gemeenschappelijke markt. Bij deze informatie bestaat echter het gevaar van onzekerheid. De systemen voor het verzamelen van betalingsbalansgegevens worden bovendien momenteel geherstructureerd (zie titel VII). De behoeften van de Commissie op dit gebied moeten daarom opnieuw worden beoordeeld en geformuleerd.

Er zal een stelsel van globaliseringindicatoren worden ingevoerd. Voor de ontwikkeling van dit domein zullen nieuwe statistische instrumenten gebaseerd op de uitwisseling van gegevens tussen de nationale bureaus voor de statistiek en de informatieverzameling op Europees niveau als pijler worden gebruikt.

De identificatie van en het toezicht op buitenlandse filialen (FATS) maakt het mogelijk de europeanisering en internationalisatie van de productiesystemen te meten.

De statistiek zal zich aan de hand van satellietrekeningen steeds meer richten op de analyse van duurzaam toerisme en duurzame ontwikkeling.

Het besluit van de Raad inzake audiovisuele statistieken moet worden uitgevoerd. Eurostat zal du verdergaan met de consolidatie van de sinds 1999 ondernomen werkzaamheden om een communautaire infrastructuur voor statistische informatie met betrekking tot de productie van en de handel in audiovisuele en verante producten. Daarnaast zal er een wettelijke grondslag voor telecommunicatiestatistieken moeten worden ontwikkeld.

Geleidelijk zal op basis van bestaande of nieuwe enquêtes een flexibel en aanpasbaar systeem voor het verzamelen van informatie over indicatoren voor de informatiemaatschappij worden opgezet in overeenstemming met de prioriteiten die de Raad heeft vastgesteld.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie streven naar:

- de ontwikkeling van stabiele en flexibele indicatoren inzake globalisering;

- de ontwikkeling van stabiele en flexibele indicatoren inzake de informatiemaatschappij, met inbegrip van de audiovisuele diensten;

- vooruitgang op de ontwikkeling van satellietrekeningen op het gebied van het toerisme.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL IV

Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen die verband houden met het vrije verkeer van personen

Implicaties voor de statistiek

De communautaire bevoegdheden op het gebied van immigratie en asiel zijn vastgelegd in het Verdrag van Amsterdam van 1 mei 1999. Op verzoek van de Europese Raad heeft de Commissie in november 2000 twee mededelingen gepresenteerd teneinde in de Gemeenschap een debat te starten over de langetermijnaspecten van een gemeenschappelijk EU-beleid. Beide mededelingen gaan in dit verband ook in op de kwestie van de statistiek. De Mededeling over een communautair immigratiebeleid(2) benadrukt dat er meer informatie over de migratiestromen en -patronen naar en uit de EU nodig is. De Mededeling over asiel(3) stelt dat voor de vaststelling en uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielsysteem een grondige analyse nodig is van de omvang en oorsprong van de migratiestromen, en van de kenmerken van verzoeken om bescherming en de reactie daarop. De uitbreiding van de Unie en de ontwikkeling van samenwerking met de landen van het Middellandse-Zeegebied zullen de behoefte aan statistische informatie op deze gebieden alleen maar doen toenemen.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie:

- in samenwerking met de nationale autoriteiten een meer gestandaardiseerde nomenclatuur op het gebied van migratie en asiel ontwikkelen;

- het arsenaal en de kwaliteit van de statistieken op dit gebied vergroten om te voorzien in de eerste behoeften die de Commissie in haar mededelingen over dit onderwerp heeft aangegeven.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL V

Vervoer

Implicaties voor de statistiek

Ter ondersteuning van het gemeenschappelijk vervoerbeleid (artikelen 70-80) en de vervoerscomponent van de trans-Europese netwerken (TEN's) (artikelen 154-156) zijn communautaire vervoersstatistieken nodig.

Vervoer vormt tevens een belangrijk onderdeel van het communautaire regionale en milieubeleid (zie de titels XVII en XIX). Er zal in het bijzonder aandacht moeten worden besteed aan indicatoren van een duurzame ontwikkeling.

De communautaire statistieken dienen een uitgebreid informatiesysteem voor het vervoer te vormen, inclusief gegevens over goederen- en passagierstromen, infrastructuur, materieel, verkeersstromen, persoonlijke mobiliteit, veiligheid, energieverbruik en milieueffecten, alsmede gegevens over vervoerskosten en -prijzen en vervoersondernemingen. Een belangrijke doelstelling is de verschuiving van de nadruk naar andere vervoerswijzen; railvervoer en kort vervoer over zee in plaats van wegvervoer, zodat de huidige koppeling tussen economische groei en toenemend wegverkeer wordt verbroken. Er moeten, zowel voor passagiers als voor vracht, betere statistieken worden geleverd voor de wijze van vervoer, waarbij rekening wordt gehouden met alle vervoerswijzen en de actualiteit moet worden vergroot.

De openstelling van vervoersmarkten voor concurrentie vraagt om objectieve statistische gegevens om de ontwikkelingen in deze markten te volgen en de gevolgen van deze ontwikkelingen op de werkgelegenheid en werkomstandigheden bij vervoersondernemingen en op de economische levensvatbaarheid van deze bedrijven te kunnen beoordelen. Voorts zal hierdoor de vraag naar statistische indicatoren met betrekking tot de veiligheid en de kwaliteit van de dienstverlening toenemen. De marktontwikkeling maakt het noodzakelijk statistische gegevens over vrachtvervoer te verzamelen die minder gericht zijn op één vervoerswijze, maar informatie geven over de complete intermodale vervoersketen en over het goederenvervoer vanuit het marktperspectief.

Om de relatie tussen vervoer en milieu te kunnen volgen zullen de kwaliteit en de dekking op alle gebieden van de vervoersgegevens moeten verbeteren, en ook zullen er enkele specifieke behoeften aan aanvullende gegevens ontstaan, bijvoorbeeld over persoonlijke mobiliteit en vervoermaterieel. Er zal moeten worden gereageerd op de toenemende vraag, voor alle vervoerswijzen, naar verkeersgegevens in voertuigkilometers, omdat dergelijke gegevens erg belangrijk zijn voor het volgen van de verkeerscongestie en de emissie van uitlaatgassen.

Het blijvend hoge investeringsniveau in de Europese vervoersinfrastructuur, en in het bijzonder in de trans-Europese vervoersnetwerken (TEN's), zal leiden tot specifieke behoeften aan statistieken inzake de infrastructuur en inzake markttrends. Voor de TEN's en het communautaire regionale beleid zal vraag blijven bestaan naar meer ruimtelijk uitgesplitste gegevens over vervoersnetwerken en -stromen, die als een integraal deel van het totale informatiesysteem voor het vervoer moeten worden gezien.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie streven naar:

- uitbreiding van de dekking van de communautaire vervoersstatistieken tot alle vervoerswijzen en alle typen informatie;

- waar nodig, verdere aanpassing en voltooiing van de rechtsgrond voor vervoersstatistieken;

- bevordering van het verzamelen van aanvullende statistieken over intermodale vervoersketens en van de aanvullende gegevens die nodig zijn voor toezicht op de integratie van milieuoverwegingen in het vervoerbeleid (TERM).

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL VI

Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen

Er is geen direct statistisch programma nodig. De statistische informatie voor deze titel wordt voor zover nodig afgeleid uit de gegevens en indicatoren die voor andere titels in het programma worden opgesteld.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL VII

Economisch en monetair beleid

Implicaties voor de statistiek

Voor de totstandbrenging van de Economische en Monetaire Unie is een zeer nauwkeurige statistische controle vereist om de coördinatie van het macro-economische beleid en de monetaire beleidsfuncties van het Europees Stelsel van centrale banken te ondersteunen. Het stabiliteits- en groeipact stelt nieuwe statistische eisen. Ondertussen blijft het belangrijk de mate van economische convergentie van de lidstaten te meten.

Om statistieken met de nodige diepgang, vergelijkbaarheid, actualiteit en frequentie voor de coördinatie van het macro-economische beleid en ter ondersteuning van de monetaire beleidsfuncties van het Europees Stelsel van centrale banken te verschaffen, zullen de werkzaamheden op het gebied van conjunctuurindicatoren betreffende de vraag, de output, de arbeidsmarkt, prijzen en kosten worden voortgezet. Er zullen nieuwe methoden worden toegepast (bijvoorbeeld flash-schattingen, nowcasting enz.) om de dienstverlening aan conjunctuuranalisten te verbeteren. Deze werkzaamheden zullen een aanvulling vormen op de verdere ontwikkeling van monetaire en financiële indicatoren.

In het kader van het Actieplan voor de statistische eisen van de EMU is een permanente verbetering van de actualiteit en dekking van gegevens noodzakelijk. Voor de berekening van eurozone-aggregaten op zo kort mogelijke termijn moeten snel nationale kwartaalrekeningen worden opgesteld en flash-schattingen worden uitgevoerd. Voorts zal veel werk moeten worden verricht op het gebied van niet-financiële en financiële kwartaalrekeningen voor institutionele sectoren die volledig consistent zijn met de jaarrekeningen en met de gegevens over de conjunctuur van de overheidsfinanciën. Het verzoek om in de financiële rekeningen informatie over kruisverbanden tussen de sectoren op te nemen, kan een belangrijke bijdrage leveren aan de analyse van het monetair beleid. Deze informatie moet gedurende de looptijd van dit vijfjarenprogrammastapsgewijs worden verzameld.

Gedurende de looptijd van dit programma, 2003-2007, zal de uitbreiding van de EU van vijftien naar twintig of meer leden naar verwachting de belangrijkste gebeurtenis zijn. Deze gebeurtenis zal een aanzienlijke hoeveelheid werk met zich meebrengen op het gebied van de gegevensverstrekking door de nieuwe leden en de validatie daarvan door Eurostat. Om het beleid van de Commissie op het punt van de uitbreiding volledig te kunnen ondersteunen, zal bijstand aan de kandidaat-lidstaten worden nagestreefd en ontwikkeld, teneinde de beschikbaarheid, kwaliteit, actualiteit en vergelijkbaarheid van de gegevens te garanderen.

Voor alle lidstaten zal meer aandacht worden besteed aan de kwaliteit van de gegevens, zowel in constante als in lopende prijzen. Eén van de administratieve toepassingen, namelijk de eigen middelen op basis van bruto nationaal inkomen, maakt 60 % van de EU-begroting uit. Een groot deel van de taak zal bestaan uit voortzetting en aanvulling van de inspanningen die tot nu toe zijn geleverd om de statistieken inzake de convergentiecriteria te harmoniseren. Voor de handhaving van de prijsstabiliteit (artikel 105 van het Verdrag) en de verstrekking van informatie voor het monetair beleid van de ECB inzake de eurozone dient ingevolge Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen(4) de kwaliteit van de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP's) te worden gehandhaafd en verder te worden verbeterd. De GICP-methoden moeten worden aangevuld en geconsolideerd in het kader van de bovengenoemde GICP-verordening van de Raad.

Het toezicht op de begrotingssituatie en op de overheidsschuld (artikel 104 van het EG-Verdrag en het stabiliteits- en groeipact dat in Dublin is overeengekomen) zal worden gebaseerd op de rekeningen van de overheid die zijn opgesteld aan de hand van de ESR 1995-methoden die zijn goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996 inzake het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap(5). De harmonisatie en vergelijkbaarheid zullen in het oog worden gehouden, teneinde ervoor te zorgen dat voor de institutionele beleidsvormers uitstekende, vergelijkbare statistische instrumenten beschikbaar zijn en dat vertekeningen bij de beoordeling van de begrotingssituatie van elke lidstaat worden vermeden.

In verband met het toezicht op de economische situatie van de lidstaten overeenkomstig artikel 99 van het Verdrag neemt de behoefte toe het bestaande gegevensoverdrachtsprogramma voor nationale rekeningen volledig conform de verordening van de Raad over ESR 1995 te implementeren - vooral wat de actualiteit en dekking betreft - en dit programma stapsgewijs door middel van herziening en uitbreiding van de geldende wetgeving naar nieuwe gebieden uit te breiden.

De werkzaamheden op het gebied van de opstelling van de hoofdaggregaten van de rekeningen in koopkrachtpariteiten zullen worden voortgezet. De herziening van de methodiek voor de koopkrachtpariteiten met als doel de resultaten betrouwbaarder te maken voor vergelijkende analyses, waarmee in de loop van het vorige vijfjarig programma een aanvang is gemaakt, dient te worden afgesloten met de vaststelling van de verordening van de Raad betreffende koopkrachtpariteiten.

De totstandkoming van de Economische en Monetaire Unie heeft aanzienlijke gevolgen voor de betalingsbalansstatistieken. Van bijzonder belang zijn in dit verband de drempels voor verslaglegging, die, indien de wijzigingsplannen doorgaan, veel ontwikkelingswerk vergen om handhaving van de kwaliteit van deze gegevens te waarborgen. Veel lidstaten van de Europese Unie (vooral die landen waar rapportages van banken de belangrijkste informatiebron zijn voor de samenstellers van betalingsbalansstatistieken) zijn momenteel bezig hun systemen voor het verkrijgen van betalingsbalansgegevens aan de nieuwe omstandigheden aan te passen. De werkzaamheden zullen de komende jaren worden voortgezet teneinde te kunnen garanderen dat de lidstaten de EU-instellingen en de ECB relevante gegevens van goede kwaliteit blijven leveren, vooral betreffende de dienstenhandel, de buitenlandse directe investeringen en de handel met buitenlandse filialen. Ook het verzamelen (en de analyse) van gegevens uit de kandidaat-lidstaten zal prioriteit krijgen. Verscheidene diensten van de Commissie vragen om deze gegevens, vooral die welke zich bezighouden met economisch toezicht, handelspolitiek en buitenlandse betrekkingen.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie streven naar:

- de ontwikkeling en productie van statistieken in het kader van het EMU-actieplan voor de coördinatie van het macro-economisch en het monetair beleid, voor het stabiliteits- en groeipact en voor de voortgezette toetsing van de economische convergentie;

- intensivering van de uitvoering van de verordening (ESR 1995);

- herziening van het systeem voor de verzameling van betalingsbalansgegevens.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL VIII

Werkgelegenheid

Implicaties voor de statistiek

De richting van de arbeidskrachtenstatistiek van de EU zal door de volgende politieke processen worden bepaald: de uitbreiding van de EU, de Europese werkgelegenheidsstrategie, de Economische en Monetaire Unie en de benchmark-studie (met structurele indicatoren die elk jaar in het voorjaar aan de Europese Raad zullen worden aangeboden).

De arbeidskrachtenstatistiek wordt grotendeels geregeld door verordeningen van de EU. Daardoor zullen de kandidaat-lidstaten voor 2003 al grote stappen hebben gezet om aan de EU-eisen te voldoen. De uitdaging voor de periode 2003-2007 is het bereiken van volledige naleving, regelmatige gegevensoverdracht en het gelijke tred houden met nieuwe ontwikkelingen.

Door voor de werkloosheidscijfers nieuwe doelstellingen vast te stellen die in 2005 en 2010 moeten worden gehaald, heeft de Europese Raad meer aangedrongen op de noodzaak toezicht op de uitvoering van de Europese werkgelegenheidsstrategie en in het bijzonder de jaarlijkse uitvoering van de werkgelegenheidsrichtsnoeren. Dit toezicht betreft ook de doorlopende arbeidskrachtenenquête en de aanpassing van de lijst van variabelen van die enquête. Voor het toezicht zullen frequentere en completere statistieken nodig zijn om de genderkloof (met name de inkomenskloof voor alle economische activiteiten) en de kloof tussen vraag en aanbod van vaardigheden te meten. Daarvoor zijn structurele inkomstenstatistieken en studies betreffende het houden van een communautaire vacature-enquête nodig.

In een groot gebied als de EMU is de ontwikkeling van de loonkosten de belangrijkste potentiële inflatoire kracht, die daarom in het oog moet worden gehouden door middel van snelle conjunctuurstatistieken van hoge kwaliteit. De uitvoering van de verordening betreffende de loonkostenindex en de voortdurende verbetering van de conjunctuurstatistieken inzake de loonkosten zijn van het grootste belang, net als een betere meting van de arbeidsproductiviteit (waarvoor betere statistieken van het arbeidsvolume nodig zijn).

Samenvatting

- uitvoering van een doorlopende arbeidskrachtenenquête die voor alle lidstaten kwartaalresultaten oplevert;

- harmonisatie van een deel van de vragenlijsten;

- verzamelen en analyseren van de resultaten van de enquête naar de structuur van de verdiende lonen van 2002;

- uitvoering van de NACE M-N-O bestrijkende enquête betreffende de loonkosten van 2004;

- volledige uitvoering van de verordening van de Raad betreffende de loonkostenindex;

- uitvoering van de enquête naar de structuur van de lonen van 2006;

- opzetten van een doelsysteem voor Europese loonkostenstatistieken.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL IX

Gemeenschappelijke handelspolitiek

Implicaties voor de statistiek

Artikel 133 van het EG-Verdrag legt de verantwoordelijkheid voor het voeren van onderhandelingen over handelsakkoorden met derde landen bij de Europese Commissie. Deze verantwoordelijkheid betreft ook de akkoorden over de handel in diensten (GATS). Daarvoor zijn gegevens van goede kwaliteit essentieel.

In de komende jaren zullen de werkzaamheden worden voortgezet om te garanderen dat de gegevens over de grensoverschrijdende dienstenhandel (zowel geografisch uitgesplitst als wat de verschillende componenten betreft), buitenlandse directe investeringen en handel met buitenlandse filialen aan de kwaliteitsnormen blijven voldoen en de mate van detaillering en harmonisatie houden die de met de uitvoering van de handelspolitiek belaste diensten van de Commissie verlangen.

De Doha-ronde, die in november 2001 van start ging, maakt duurzame ontwikkeling en de gevolgen van het gemeenschappelijke handelsbeleid voor ontwikkelingslanden tot een centraal thema. De verzameling van mondiale gegevens moet worden gecoördineerd.

Ook het verzamelen en analyseren van gegevens van de kandidaat-lidstaten zal de komende jaren de hoogste prioriteit hebben. Verder zal worden gewerkt aan de coördinatie van de methodologische discussie tussen de lidstaten, hoewel er op dit gebied al een aanzienlijke mate van harmonisatie is bereikt. Communautaire betalingsbalansstatistieken zijn daarnaast onmisbaar om een algemene betalingsbalans voor de EU te krijgen.

De werkzaamheden op het gebied van de harmonisering van de statistische regels zullen worden voortgezet binnen een methodologisch kader dat meer in overeenstemming is met de internationale aanbevelingen die onlangs zijn aangenomen door de Verenigde Naties. De statistische informatie zal worden verbeterd door efficiënter gebruik te maken van de inhoud van douaneaangiften en er zal rekening worden gehouden met de behoeften die voortvloeien uit veranderingen in de Europese Unie en de internationale handel (uitbreiding, globalisering, liberalisering van de handel). Er zal tevens actie worden ondernomen om de betrouwbaarheid van de statistieken over invoer- en uitvoerprijzen te verbeteren, om zo de buitenlandse concurrentiepositie van de producten van de Unie beter te kunnen meten.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie streven naar:

- stapsgewijze integratie van de gegevens van de kandidaat-lidstaten;

- aanpassing en verbetering van de systemen voor het verzamelen en opstellen van gegevens;

- verbetering en verdere ontwikkeling van het methodologisch kader, waarbij rekening zal worden gehouden met de internationale aanbevelingen, de nieuwe informatiebehoeften en de ontwikkeling van de situatie op economisch en douanegebied;

- verruiming van het gebruik van bestaande gegevens en analyses over een wereldwijde duurzame ontwikkeling.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL X

Douanesamenwerking

Er is geen direct statistisch programma nodig. De statistische informatie voor deze titel wordt voor zover nodig afgeleid uit de gegevens en indicatoren die voor andere titels in het programma worden opgesteld.

TITEL XI

Sociale politiek, onderwijs, beroepsopleiding en jeugd

Implicaties voor de statistiek

Gedurende dit programma zal een coherente strategie worden ontwikkeld om de beschikbaarheid van een complete set indicatoren voor alle sociale terreinen te verzekeren. De werkzaamheden zullen zorgvuldig worden gecoördineerd met de in titel VIII genoemde maatregelen. De kwaliteit van de bestaande informatie zal worden verbeterd en er zullen nieuwe indicatoren worden ingevoerd voor gebieden die prioritair zijn verklaard, zoals sociale uitsluiting en levenslang leren. In het kader van het tijdens de Europese Raad van Stockholm geratificeerde "Verslag over de concrete doelstellingen voor de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels" zal een nauwe samenwerking tussen het DG EAC en Eurostat worden nagestreefd. Afgezien van de voortzetting van de statistische werkzaamheden ten aanzien van de voor 2002 vastgestelde drie prioriteiten (basisvaardigheden, informatie- en communicatietechnologie, wiskunde en technologie) zal de tenuitvoerlegging van andere doeleinden ook nieuw werk meebrengen. Er moeten indicatoren worden ontwikkeld waarvoor geen gegevens beschikbaar zijn, of alleen gegevens die niet aan de noodzakelijke kwaliteitscriteria voldoen, maar die wel van wezenlijk belang zijn om de doelstellingen te bereiken.

De reikwijdte van de sociale statistieken zal geografisch moeten worden uitgebreid tot alle kandidaat-lidstaten en tevens tot gebieden die buiten Europa liggen, zoals de MEDSTAT-landen. De benchmark voor deze ontwikkeling zijn de demografische gegevens; naarmate de resultaten van de volkstelling van 2001 worden verwerkt en gepubliceerd, zal dit proces worden opgenomen in het programma van regelmatige bijwerkingen en voorbereidingen voor de volgende ronde, waarbij een geharmoniseerde aanpak in het hele hierboven beschreven, uitgebreide geografische gebied zal worden bevorderd. Daarnaast zullen er ook bevolkingsprognoses voor het hele gebied op nationaal niveau nodig zijn.

Gedurende dit programma zal het verbeteren van het verzamelen en verwerken van gegevens over internationale mobiliteit in het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek een bijzonder belangrijke plaats innemen. In de eerste plaats worden de basisdefinities en de belangrijkste indicatoren geharmoniseerd.

Het thema "levenslang leren" zal gedurende deze hele periode een belangrijke plaats innemen, aangezien door de economische veranderingen de beroeps- en sociale vaardigheden voortdurend moeten worden bijgewerkt. Voor het economische, werkgelegenheids- en onderwijsbeleid zal een uitgebreid stelsel van "leerstatistieken" nodig zijn, waarbij speciale aandacht moet worden geschonken aan de overheids- en particuliere investeringen in het onderwijs. De huidige beschikbare informatie over onderwijs en opleiding zal moeten worden aangevuld met meer gegevens over volwassenenonderwijs.

De mededeling die de Commissie in 2002 zal doen over een nieuwe communautaire strategie op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk vraagt om de volledige uitvoering van de laatste fase van de Europese statistieken inzake arbeidsongevallen (ESAO) en de eerste fase van de Europese statistieken inzake beroepsziekten (EODS). Daarnaast zullen indicatoren voor de kwaliteit van het werk, werkgerelateerde gezondheidsproblemen en de sociaal-economische kosten van gezondheid en veiligheid op het werk verder worden ontwikkeld.

In het kader van artikel 13 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en de actie ter bestrijding van discriminatie zullen methoden worden uitgewerkt om regelmatig statistieken te verschaffen over de integratie van gehandicapten in de maatschappij.

Naar verwachting zullen belangrijke sociale veranderingen, waarvan de meeste nu al merkbaar zijn (bv. in de bevolkingspiramide, de structuur van de huishoudens, migratietrends, werkpatronen, onderwijssystemen), zich gedurende de looptijd van dit programma voorzetten en zal er naast de bovengenoemde instrumenten een nieuw type instrument nodig zijn. De EU-statistiek van inkomen en levensomstandigheden (EU-SILC) zal worden gebaseerd op een uitgebreide verzameling bronnen en op de ervaringen die in de jaren negentig van de twintigste eeuw zijn opgedaan met de uitvoering van de opeenvolgende rondes van het Panel van huishoudens van de Europese Gemeenschap. Zij zullen worden ingevoerd om uiteenlopende informatie over de levensomstandigheden van de Europese burgers te kunnen verstrekken in de looptijd van dit vijfjarenprogramma en daarna.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie:

- een coherente strategie ontwikkelen die de beschikbaarheid van een complete set indicatoren voor alle sociale gebieden garandeert;

- door middel van nieuw ontwikkelde indicatoren regelmatig informatie verstrekken over de levensomstandigheden van burgers;

- informatie verschaffen over zorg- en kinderopvangfaciliteiten.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XII

Cultuur

Implicaties voor de statistiek

Het communautaire optreden op cultureel gebied is gebaseerd op artikel 151 van het EG-Verdrag. Verbetering van de kennis en verspreiding van informatie over belangrijke culturele aspecten van Europeanen vormen een belangrijk element in de bevoegdheden van de Gemeenschap op dit gebied. Er is bovendien duidelijk bepaald dat de Gemeenschap bij de vaststelling en tenuitvoerlegging van haar beleid als geheel rekening dient te houden met culturele aspecten.

In het kader van het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 zal bij de culturele statistieken prioriteit worden gegeven aan de consolidatie van de testwerkzaamheden op het gebied van de werkgelegenheid in de cultuur, de deelname aan culturele activiteiten en de statistiek van de uitgaven voor cultuur. Tegelijkertijd zal het statistisch programma in nauwe samenwerking met de lidstaten en bevoegde internationale organisaties methodologische werkzaamheden en de ontwikkeling van statistieken met betrekking tot het rendement van investeringen in de cultuur ondersteunen. Er zal speciaal aandacht worden geschonken aan de ontwikkeling van internationale methodieken voor de statistische meting en analyse van het mogelijke effect dat deelname aan culturele activiteiten kan hebben op sociale doelen, zoals verhoging van de onderwijsniveaus en werkgelegenheidscijfers, terugdringing van misdaad en ongelijkheden op gezondheidsgebied.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie:

- de bestaande statistische informatie over cultuur consolideren;

- methodieken ontwikkelen en implementeren om de effecten van cultuur op de maatschappij te meten.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XIII

Volksgezondheid

Implicaties voor de statistiek

Volgens artikel 152 van het EG-Verdrag behoort tot het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid onder meer het verstrekken van gezondheidsinformatie. Binnen het Europees statistisch systeem is ter ondersteuning van de communautaire actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid een statistisch kader voor de volksgezondheid vastgesteld, dat onder andere de gezondheidstoestand, gezondheidsdeterminanten en gezondheidszorgmiddelen betreft. De vaststelling van het nieuwe communautaire actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid(6), het statistische element van de gezondheidsinformatie zal in het kader van het communautair statistisch programma verder worden ontwikkeld, met inbegrip van het verzamelen van gegevens die, waar nodig, zullen worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, geografische locatie en, waar beschikbaar, inkomensniveau. Gedurende de periode 2003-2007 zullen de activiteiten betreffende de verdere ontwikkeling van de volksgezondheidsstatistieken worden voortgezet teneinde een antwoord te geven op de specifieke behoeften die voortvloeien uit het nieuwe actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid. Er zal aandacht moeten worden besteed aan de bijzondere behoefte aan indicatoren van een duurzame ontwikkeling.

De algemene nadruk zal liggen op versterking van de infrastructuur voor het basisstelsel van volksgezondheidsstatistieken (op het niveau van de lidstaten en op EU-niveau), op harmonisatie en verbetering van de vergelijkbaarheid van de bestaande gegevens in samenwerking met internationale organisaties met bevoegdheden op het gebied van de volksgezondheid (WHO and OESO).

Om consistentie en complementariteit te kunnen verzekeren zullen onder het onderhavige programma ook speciale activiteiten worden ondernomen om ervoor te zorgen dat basisbegrippen, definities en classificaties inzake gezondheidsstatistieken voor het hele gebied van de gezondheidsinformatie zullen worden gebruikt.

Conform de relevante overeenkomsten met de betrokken landen zal het waarnemingsgebied van de volksgezondheidsstatistieken stap voor stap worden uitgebreid tot alle kandidaat-lidstaten.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie:

- de set gezondheidsstatistieken verder ontwikkelen teneinde te voorzien in de specifieke behoeften die kunnen voortvloeien uit het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid;

- de infrastructuur voor het basisstelsel van volksgezondheidsstatistieken versterken.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XIV

Consumentenbescherming

Implicaties voor de statistiek

Consumentenbeleid heeft de afgelopen jaren binnen de EG-instellingen een veel prominentere plaats gekregen (artikel 153 van het EG-Verdrag).

De Commissie heeft een Actieplan voor het consumentenbeleid 1999-2001 opgesteld, dat zal worden gevolgd door activiteiten ten behoeve van de consumenten. Het huidige actieplan ondervindt net als zijn voorgangers hinder van de beperkte beschikbaarheid van de gegevens die nodig zijn om tot een geïnformeerd oordeel te komen. Thans wordt gewerkt aan het Actieplan voor het consumentenbeleid 2002-2005. Hierin zal de nadruk worden gelegd op een systematischer ontwikkeling op uitgebreidere schaal van een geschikte "kennisbasis" als onmisbaar instrument ter ondersteuning van de beleidsvorming.

De inspanningen van Eurostat op dit gebied zijn erop gericht statistische gegevens te verschaffen die over het algemeen voor het publiek van belang zijn, en die licht werpen op consumptie- en consumentenaangelegenheden op Europees, nationaal en regionaal niveau.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zal de Commissie:

- statistieken voor de consumentenbescherming in een gebruiksvriendelijker vorm beschikbaar stellen, met name in publicaties;

- methodologische steun op het gebied van ongevallen in en om de woning blijven verlenen;

- bij alle relevante statistische werkthema's aandacht besteden aan de consumentenbescherming;

- verzekeren dat bij het opstellen van nieuw statistisch beleid rekening wordt gehouden met aspecten van de consumentenbescherming;

- bij de statistische diensten in de lidstaten de ontwikkeling van statistieken inzake consumentenbescherming bevorderen.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XV

Trans-Europese netwerken

Er is geen direct statistisch programma nodig. De statistische informatie voor deze titel wordt voorzover nodig afgeleid uit de gegevens en indicatoren die voor andere titels in het programma worden opgesteld.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XVI

Industrie

Implicaties voor de statistiek

De statistische werkzaamheden op het gebied van de industrie in ruime zin (waaronder met name de bouw, diensten, energie en voedingsmiddelen) zullen vooral zijn gericht op ondersteuning van het beleid dat is vastgesteld op basis van het Verdrag van Amsterdam en tijdens diverse latere toppen (met name de Top van Lissabon van maart 2000). Deze ontwikkelingen zijn in het bijzonder gepland op het gebied van de globalisering, de interne en externe organisatie van bedrijven (en meer in het algemeen het productiesysteem), alsmede de samenwerking tussen bedrijven, ondernemingsgeest en bestuursmentaliteit, vraag en tot slot werkgelegenheid en personeel.

De eerste prioriteit is de tenuitvoerlegging van de verschillende verordeningen betreffende bedrijfsstatistieken. Er zal in het bijzonder aandacht worden geschonken aan de kwaliteit van de resultaten.

Teneinde de structurele veranderingen in de industrie te volgen, zal in nauwe samenwerking met de nationale statistische systemen worden gewerkt aan een programma voor de ontwikkeling van de bedrijfsstatistieken. Deze ontwikkeling behelst de aanpassing van bestaande verordeningen en steun voor de belangrijkste Europese beleidsterreinen, met name de interne markt, de uitbreiding, het economisch en monetair beleid, de informatiemaatschappij en werkgelegenheid, alsmede ondersteuning van de structurele indicatoren die ten grondslag liggen aan het jaarverslag van de Unie.

Eurostat zal samen met de lidstaten de mogelijkheden van een maximale rationalisatie van de nationale methoden voor gegevensverkrijging en de coördinatie van deze methoden bestuderen, teneinde de belasting voor ondernemingen zo veel mogelijk te beperken. Er zal met name worden geprobeerd de interne markt beter te analyseren met behulp van de bestaande of nog te ontwikkelen statistische instrumenten, in het bijzonder met Prodcom (en vergelijkbare ontwikkelingen op het gebied van de diensten).

Energie

Op het gebied van de energiestatistieken zal worden gewerkt aan verbetering van de kwaliteit van de energiebalansen, vooral op het gebied van het verbruik, teneinde beter te kunnen inspelen op de behoeften die voortvloeien uit de toezichtmechanismen voor emissies van broeikasgassen. Het huidige systeem zal worden uitgebreid om beter antwoord te kunnen geven op vragen rond duurzame ontwikkeling (energie-efficiëntie, gecombineerde energieproductie, hernieuwbare hulpbronnen); de effectiviteit van concurrentie in geliberaliseerde markten en de gevolgen daarvan voor consumenten en de energie-industrie zullen worden gevolgd.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit vijfjarenprogramma zullen de werkzaamheden zijn gericht op:

- verbetering van het systeem voor de ontwikkeling van structurele bedrijfsstatistieken die zijn gebaseerd op de behoeften van het beleid en snel te kunnen reageren op veranderende factoren zoals milieu, beleid en gebruikers;

- instandhouding van de benodigde infrastructuur, zoals ondernemingsregisters en classificaties;

- aandacht voor de kwaliteitsbeoordeling en -verbetering van de geproduceerde gegevens.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XVII

Economische en sociale samenhang

Implicaties voor de statistiek

Een van de hoofdcomponenten van het bouwwerk van de Europese Unie is het rechtzetten van sociale en regionale onevenwichtigheden. Dit is zelfs het hoofddoel van de structuurfondsen. Sinds de hervorming van de structuurfondsen in 1988 voert de Commissie een geïntegreerd beleid om sociale en economische samenhang tot stand te brengen. In dat kader spelen regionale statistieken een essentiële rol bij de tenuitvoerlegging van beslissingen: op basis van sociaal-economische criteria met betrekking tot vastgestelde drempels wordt bepaald of gebieden in aanmerking komen voor steun krachtens de regionale doelstellingen, en op basis van statistische indicatoren wordt objectief vastgesteld hoeveel financiële steun aan lidstaten wordt toegekend. Daarnaast zijn evaluatie van de gevolgen van het communautair beleid op regionaal niveau en kwantificering van regionale dispariteiten alleen mogelijk indien uitgebreide regionale statistieken beschikbaar en toegankelijk zijn.

Voor de regelmatige evaluatieverslagen van de Commissie ("Verslag over de economische en sociale cohesie"(7)) over de sociaal-economische ontwikkeling van de regio's is een grote hoeveelheid statistische informatie vereist. Stedelijke vraagstukken verdienen bijzondere aandacht, aangezien de beleidsvormers in toenemende mate vragen om een evaluatie van de kwaliteit van leven in de steden van Europa. Zij zullen hun optreden moeten baseren op vergelijkbare gegevens over alle steden in de EU. De mededelingen van de Commissie in 1997 ("Aanzet tot een actieve benadering van de steden in de Europese Unie") en 1998 ("Actiekader voor duurzame stedelijke ontwikkeling in de Europese Unie") hebben deze behoefte aan beter vergelijkbare informatie nog eens speciaal onder de aandacht gebracht.

De werkzaamheden die in het kader van het statistisch programma voor 2003-2007 zullen worden ondernomen, worden derhalve in grote mate bepaald door de vorm van het regionaal beleid van de Gemeenschap binnen een uitgebreide Europese Unie en door de nieuwe programmaperiode voor de structuurfondsen. Het derde cohesieverslag moet begin 2004 door de Commissie worden goedgekeurd, en de conclusies van dit verslag zullen ook nog in 2004 (als ontwerp-verordeningen) ten uitvoer worden gebracht. Er zullen onder meer bevolkingsprognoses op regionaal niveau en gegevens over regionale demografie nodig zijn.

Geografische informatie

Een groot aantal directoraten-generaal van de Commissie maakt bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van hun beleid gebruik van geografische informatiesystemen. Deze trend zal de komende paar jaar steeds duidelijker zichtbaar worden, omdat de techniek wordt verbeterd en gegevens op ruimere schaal beschikbaar komen. De initiatieven inzake een Europese ruimtelijke data-infrastructuur zullen tot nieuwe uitdagingen op dit gebied leiden. Eurostat moet, als beheerder van de referentiegegevensbank van de Commissie, deze uitdagingen oppakken.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zullen de werkzaamheden zijn gericht op:

- de implementatie van de statistische indicatoren die nodig zijn voor de volgende fase van de structuurfondsen;

- verstrekking van de gegevens die nodig zijn voor het cohesieverslag en ter ondersteuning van de voorstellen van de Commissie voor de structuurfondsen na 2006;

- de verdere integratie van het gebruik van geografische informatiesystemen voor het beleidsbeheer.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XVIII

Onderzoek en technologische ontwikkeling

Wetenschap en technologie- en innovatiestatistiek

Implicaties voor de statistiek

Het algemene doel van het communautaire O & TO-beleid is versterking van de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de Europese economie en verbetering van haar internationale concurrentiepositie. Op de top van Lissabon in 2000 heeft de Europese Raad een duidelijke strategische doelstelling voor Europa geformuleerd voor het komende decennium. De meting van geharmoniseerde inputs en outputs en van de sociaal-economische impact van de kenniseconomie zullen hoog op de Europese onderzoeksagenda blijven staan, zoals duidelijk naar voren komt uit het debat over het Europese onderzoeksgebied.

Al het recente O & O- en innovatiebeleid vraagt om actuele, geharmoniseerde gegevens. Over de verkrijging daarvan moet met de lidstaten worden onderhandeld en de gegevens moeten door Eurostat worden gecoördineerd. Voor de jaarlijkse bijwerkingen van de indicatoren voor beide initiatieven zijn frequentere enquêtes in de lidstaten nodig, alsmede verbetering van de kwaliteit. Teneinde beleidsvormers de benodigde gegevens te kunnen verstrekken om de effectiviteit van verwant communautair beleid te beoordelen, moet de mogelijkheid worden ontwikkeld statistieken inzake de menselijke hulpbronnen op het gebied van wetenschap en technologie naar geslacht uit te splitsen.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zullen de werkzaamheden vooral zijn gericht op:

- verbetering van de kwaliteit van de bestaande indicatoren en voortzetting van de conceptuele werkzaamheden die moeten leiden tot de productie en verdere ontwikkeling van nieuwe indicatoren om nationaal onderzoeks- en innovatiebeleid te benchmarken, en in het bijzonder het personeel en hun mobiliteit in onderzoek en ontwikkeling te meten;

- de verdere ontwikkeling van O & TO- en innovatiestatistieken in het kader van de Europese onderzoeksruimte, en in het bijzonder de ontwikkeling van een theoretisch kader voor frequentere O & TO- en innovatiestatistieken;

- ontwikkeling van een algemeen kader voor de meting van de kennismaatschappij;

- meting van de technologische ontwikkelingen met behulp van geharmoniseerde octrooistatistieken;

- het betrekken van de kandidaat-lidstaten bij het algemene kader van de ontwikkeling van geharmoniseerde en vergelijkbare O & TO- en innovatiestatistieken.

Statistisch onderzoek

Implicaties voor de statistiek

De Gemeenschap bevordert, als onderdeel van haar O & O-beleid, onderzoeksactiviteiten ter ondersteuning van haar eigen beleid. In verschillende kaderprogramma's (en in de voorbereidende documenten voor het 6e kaderprogramma) is aangegeven dat op communautair niveau O & O-activiteiten zullen worden ontplooid op het gebied van de officiële statistieken.

Het toegenomen gebruik van statistiek voor de politieke besluitvorming aan het eind van de jaren negentig heeft geleid tot vraag naar nauwkeuriger en beter vergelijkbare statistieken, met name naar kortetermijnindicatoren om de ontwikkeling van de interne markt en de Monetaire Unie te volgen. De geplande uitbreiding van de Europese Unie versterkt deze behoefte aan snel toegankelijke informatie nog eens.

Parallel hieraan biedt de technologie nieuwe mogelijkheden voor het verzamelen van gegevens en het verspreiden van statistieken. Tegelijkertijd klagen respondenten (ondernemingen en individuele personen) over de belasting die de beantwoording van enquêtes betekent, en vragen zij deze belasting te verminderen door verdergaande automatisering en een beter gebruik van de bestaande informatie. Statistisch O & O heeft een belangrijke Europese dimensie, aangezien de productie van statistieken internationaal van aard is, daar er maar weinig lidstaten zijn die zich dit zelf kunnen veroorloven. In combinatie met de toenemende nadruk op kosten-batenanalyses voor de geproduceerde statistieken brengt dit nieuwe eisen voor de productie van Europese statistieken met zich mee. De EU-statistici moeten daarom opnieuw nadenken over de procedures die worden gebruikt voor het verzamelen van gegevens en voor het samenstellen van statistieken over steeds meer onderwerpen.

Deze eisen onderstrepen het belang van het gebruik van de bestaande gegevensbronnen voor de productie van statistieken ten behoeve van grondiger statistische analyses. Dit betekent dat er methoden en instrumenten moeten worden ontwikkeld ter ondersteuning van het gecombineerd gebruik van gegevens (bv. van administratieve gegevens en steekproefenquêtes of van kwartaal- en maandstatistieken en structuurstatistieken).

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zullen de werkzaamheden vooral zijn gericht op:

- de ontwikkeling van nieuwe instrumenten en methoden voor officiële statistieken;

- een betere opzet en ontwikkeling van statistieken om nieuwe sociaal-economische verschijnselen te meten;

- overdracht van technologie en knowhow binnen het Europees statistisch systeem;

- verbetering van de kwaliteit van het statistische productieproces en de statistische output.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XIX

Milieu

Implicaties voor de statistiek

Het voornaamste doel van de milieustatistiek is een doeltreffend instrument te verschaffen voor de uitvoering en evaluatie van het milieubeleid van de Europese Unie. De belangrijkste prioriteiten op milieugebied worden bestreken door het zesde milieuactieprogramma, de strategie voor duurzame ontwikkeling en de strategie van Cardiff om het milieu in andere beleidsterreinen te integreren.

In het voorstel van de Europese Commissie voor het zesde milieuactieprogramma "Milieu 2010: Onze toekomst, onze keuze" van de Europese Commissie zijn de prioritaire gebieden voor de milieustatistiek vastgesteld. Het nieuwe programma geeft vier belangrijke beleidsterreinen aan: klimaatverandering, natuur en biodiversiteit, milieu, gezondheid en kwaliteit van het bestaan, natuurlijke hulpbronnen en afval. Het programma onderstreept de noodzaak verder te gaan met de integratie van het milieubeleid in alle relevante beleidsterreinen, en ervoor te zorgen dat de burger betere en meer toegankelijke milieu-informatie krijgt. Daarnaast moet een meer milieubewuste houding tegenover bodemgebruik worden ontwikkeld.

De Europese Raad van Gotenburg in juni 2001 heeft een EU-strategie voor duurzame ontwikkeling vastgesteld. Deze bouwt voort op vier thema's (klimaatverandering, vervoer, gezondheid en natuurlijke hulpbronnen) en zal jaarlijks worden geëvalueerd. De strategie zal grote invloed hebben op de behoefte aan milieugerelateerde statistieken, maar het duurzaamheidaspect zal ook gevolgen hebben voor de sociale en economische statistiek. Om de vorderingen te meten zal de duurzame ontwikkeling worden opgenomen in de lijst van structuurindicatoren voor het syntheseverslag, en zal vanaf 2002 ieder jaar bij de in het voorjaar gehouden Europese Raad verslag worden uitgebracht.

De Raad van Gotenburg vroeg ook om een strategie inzake de externe dimensie van de duurzame ontwikkeling; een allesomvattende agenda zal naar verwachting worden goedgekeurd met het oog op de mondiale top van de VN over duurzame ontwikkeling.

Wat het milieugedeelte van het statistisch programma betreft, brengen het actieprogramma en de strategie voor duurzame ontwikkeling beide met zich mee dat de huidige werkgebieden worden gehandhaafd, maar ook dat deze moeten worden uitgebreid en aangepast. Het statistisch programma zal vooral gericht blijven op statistieken die nauw samenhangen met sociaal-economische statistieken, zoals milieudruk van menselijke activiteiten en de reacties daarop van de vertegenwoordigers van de maatschappij. Er zal nog meer werk moeten worden verricht om de wisselwerking tussen sociale, economische en milieuontwikkelingen in statistieken te beschrijven. Het programma is zo opgezet, dat het tezamen met de informatie van het Europees Milieuagentschap voorziet in de behoeften aan statistieken. De werkgebieden zullen elkaar ook in de komende jaren aanvullen.

Een cruciale factor voor duurzame ontwikkeling is de integratie van milieuaspecten in andere beleidsterreinen, maar in slechts drie van de negen sectoren (vervoer, landbouw en energie) is er belangrijke vooruitgang geboekt. De werkzaamheden op het gebied van de volledige harmonisering van de milieucomponent van de communautaire statistiek met de relevante sociaal-economische statistieken worden voortgezet, zodat deze als instrument voor een dergelijk geïntegreerd beleid kan dienen. De afgelopen jaren is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de opstelling van enkele statistieken terzake. Soortgelijke acties zullen ook voor andere beleidsterreinen nodig zijn. Er moet ook veel belang worden toegekend aan de indicatoren van de biodiversiteit, gebruik van hulpbronnen en hulpbronnenintensiteit en toxische chemische stoffen en hun gevolgen voor de volksgezondheid. De bodemgebruikstatistieken zullen worden verbeterd met behulp van landschapsstatistieken. Visserijstatistieken zullen van belang zijn om de ontwikkeling van deze schaarse bron te laten zien (zie titel II). Geaggregeerde indicatoren die gebruikmaken van productie- en handelsstatistieken en andere bronnen kunnen een bijdrage leveren aan de beschrijving van de afhankelijkheid van de maatschappij van chemische stoffen. Ook aan de sociale statistieken moet een milieucomponent worden toegevoegd om de consumptiepatronen en mogelijke gezondheidseffecten van vervuiling en van het gebruik van chemische stoffen weer te geven.

Een belangrijke taak is de implementatie van een verordening voor afvalstatistieken. Ook voor nieuw beleid dat afval koppelt aan grondstoffenbeheer zijn statistische acties nodig om materiaalstromen, gebruik van hulpbronnen, afvalstoffen, hergebruik en eco-efficiëntie op een consistente manier te beschrijven. Voor de uitvoering van de kaderrichtlijn water is statistische ondersteuning en een betere harmonisatie van de waterstatistieken nodig. Een betere rechtsgrond voor dergelijke statistieken is essentieel. Statistische ondersteuning voor de uitvoering van de IPPC-richtlijn (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) is nodig om de vergelijkbaarheid met bedrijfsstatistieken te garanderen. Een heroverweging van de rapportageverplichtingen en de coördinatie tussen de statistische en nalevingsrapportage zal een belangrijke taak zijn.

Daarnaast zijn milieurekeningen ontwikkeld die zijn gekoppeld aan de nationale rekeningen. Deze rekeningen vormen een essentiële basis voor milieuanalyse en voor de ontwikkeling van uitgebreidere modellen voor de wisselwerking tussen economie en milieu. Ze zullen verder worden aangepast en uitgebreid, zodat ze als essentieel statistisch instrument voor de analyse van duurzame ontwikkeling kunnen dienen.

Samenvatting

Gedurende de komende vijf jaar zullen de werkzaamheden vooral zijn gericht op:

- verbetering van de kernstatistieken inzake het milieu, voornamelijk over afval, water en milieu-uitgaven, met speciale aandacht voor de statistieken die nodig zijn voor milieu-indicatoren, en de invoering van de benodigde wetgeving voor zulke statistieken;

- de productie van makkelijk te begrijpen milieu- en duurzaamheidsindicatoren in samenwerking met andere diensten van de Commissie en het Europees Milieuagentschap;

- voortzetting van de werkzaamheden om aan sociaal-economische statistieken een milieucomponent toe te voegen, teneinde te kunnen voorzien in de behoeften aan indicatoren voor de integratie van milieu- en duurzaamheidsaspecten in ander beleid;

- voortzetting van de werkzaamheden om door middel van de regelmatige productie van een set milieurekeningen een milieuaspect aan de nationale rekeningen toe te voegen, en de aanpassing van de milieurekeningen aan de prioritaire duurzaamheidskwesties;

- deelname aan de heroverweging van de rapportageverplichtingen en voortzetting van de nauwe samenwerking met het Europees Milieuagentschap door gecoördineerde acties en door de gegevensverzameling door de twee instellingen op elkaar te laten aansluiten;

- uitbreiding van de verzameling en analyse van gegevens over de wereldwijde duurzame ontwikkeling.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL XX

Ontwikkelingssamenwerking (en andere externe acties)

Implicaties voor de statistiek

De algemene doelstelling is het beleid van de EU op het punt van de buitenlandse betrekkingen te ondersteunen door middel van passende, gerichte statistische technische bijstand teneinde de statistische capaciteit in de landen die steun van de EU genieten, te versterken. In de toekomstige strategie wordt echter de noodzaak van aanpassing in verband met de veranderende beleidscontext van de EU erkend.

Weerspiegeling van het EU-beleid in activiteiten op het gebied van de statistische samenwerking

De belangrijkste beleidsverandering is de toegenomen en expliciete aandacht voor armoedebestrijding in het ontwikkelingsbeleid van de EG, met name voor de ACS-landen. Bij de statistische samenwerking zal daarom ook meer nadruk worden gelegd op versterking van de meting van en het toezicht op armoede; dit betekent vooral een toename van de activiteiten op het gebied van de sociale statistiek. Tevens zullen technisch advies en technische bijstand worden gegeven aan het DG Ontwikkeling, het DG Buitenlandse betrekkingen en EuropeAid bij het meten van de gevolgen van de ontwikkelingsprogramma's van de EG op de armoede.

Regionale integratie zal in het programma aandacht blijven krijgen; dit weerspiegelt de toegenomen activiteiten van de landen zelf om hun regionale structuren te versterken. Enkele gebieden waar steun wordt verleend, zijn multilateraal toezicht, verbetering van de nationale rekeningen, prijsstatistieken, landbouwstatistiek, statistiek van de buitenlandse handel, bedrijfsstatistieken, statistische opleiding enzovoort.

Met de twaalf partnerlanden in het Middellandse-Zeegebied zal de institutionele en interinstitutionele versterking van de nationale statistische systemen het belangrijkste doel vormen. De statistische harmonisatie en de productie en verbeterde toegankelijkheid van gegevens voor gebruikers zullen worden ondersteund teneinde een solide basis te bieden voor de politieke besluitvorming en goed bestuur. Naast sociaal-economische statistieken zijn ook migratie, toerisme en milieu prioritaire gebieden.

De statistische samenwerking tussen de EU- en de NOS-landen is gericht op ondersteuning van en toezicht op de economische samenwerking en het hervormingsproces, alsmede op bevordering van de markteconomie. De vraag is het grootst op het gebied van de economische statistieken en statistiek van de buitenlandse handel.

Eurostat zal zijn inspanningen om de coördinatie binnen de donorgemeenschap (d.w.z. bilaterale en multilaterale donoren) te verbeteren, voortzetten en versterken. Het zal dan ook steun verlenen aan de werkzaamheden, in het bijzonder in het kader van de OESO/DAC, de VN en de Wereldbank, ter beoordeling van de gevolgen van de ontwikkelingssamenwerking voor het bereiken van de "Millennium Development Goals", die tijdens de millenniumtop van de VN in 2000 werden goedgekeurd. Als zodanig zal Eurostat een actieve rol spelen in het initiatief Paris 21 en op de Balkan. Met name de technische samenwerkingsactiviteiten zullen het belang van gebruikersgerichtheid onderstrepen en de waarde van meerjarenprogramma's propageren.

Er zullen innovatieve werkzaamheden worden ontplooid die zijn gericht op de ontwikkeling van benaderingen en methoden voor de meting en bewaking van de mensenrechten en goed bestuur.

Samenvatting

Gedurende de looptijd van dit programma zullen de werkzaamheden voornamelijk gericht zijn op:

- het bieden van statistische technische bijstand ter versterking van de statistische capaciteit in de landen die EU-steun genieten;

- meer aandacht voor de versterking van de meting van en het toezicht op armoede;

- de ontwikkeling van benaderingen en methoden voor de meting en bewaking van mensenrechten en goed bestuur.

Behoeften voor het beleid en Eurostat-output

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) PB L 112 van 29.4.1997, blz. 56.

(2) Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over een communautair immigratiebeleid, 22 november 2000 (COM(2000) 757 def.).

(3) Mededeling van de Commissie aan de Raad en aan het Europees Parlement "Naar een gemeenschappelijke asielprocedure en een in de gehele Unie geldige uniforme status voor personen aan wie asiel wordt verleend", 22 november 2000 (COM(2000) 755 def.).

(4) PB L 257 van 27.10.1995, blz. 1.

(5) PB L 310 van 30.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 359/2002 (PB L 58 van 28.2.2002, blz. 1).

(6) Mededeling van de Commissie over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap, en een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006) - COM(2000) 285 def. van 16 mei 2000.

(7) Zie "Europa, eenheid, solidariteit, verscheidenheid"; het Tweede verslag over de economische en sociale cohesie, Europese Commissie, januari 2001.

BIJLAGE II

VIJFJARENPROGRAMMA VOOR DE STATISTIEK: WERKTHEMA'S VOOR EUROSTAT

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top