EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002D0598

2002/598/EG: Beschikking van de Commissie van 15 juli 2002 houdende goedkeuring van vaccins tegen runderbrucellose in het kader van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2592)

PB L 194 van 23.7.2002, p. 45–46 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/598/oj

32002D0598

2002/598/EG: Beschikking van de Commissie van 15 juli 2002 houdende goedkeuring van vaccins tegen runderbrucellose in het kader van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2592)

Publicatieblad Nr. L 194 van 23/07/2002 blz. 0045 - 0046


Beschikking van de Commissie

van 15 juli 2002

houdende goedkeuring van vaccins tegen runderbrucellose in het kader van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2592)

(Voor de EER relevante tekst)

(2002/598/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 535/2002 van de Commissie(2), en met name op deel II, punt 4, onder i), derde streepje, van bijlage A,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De voorschriften van de Gemeenschap inzake het gebruik van vaccins tegen brucellose bij runderen zijn vastgelegd in Richtlijn 64/432/EEG.

(2) Runderbrucellose komt nog steeds voor in bepaalde delen van de Gemeenschap. Vaccinatie wordt als een doelmatig middel beschouwd om onder bepaalde voorwaarden te worden gebruikt in combinatie met tests en een slachtbeleid, vooral in gebieden met een extensieve veehouderij.

(3) Een nieuw ontwikkeld vaccin biedt meer voordelen dan de reeds goedgekeurde vaccins en heeft met name geen effect op de diagnostische procedures die worden toegepast in het kader van de in sommige lidstaten geldende uitroeiingsprogramma's overeenkomstig de communautaire regelgeving.

(4) In sommige gevallen wordt brucellose bij runderen in verband gebracht met schapen- en geitenbrucellose en moeten uitroeiingsmaatregelen worden uitgevoerd in het kader van programma's voor de uitroeiing van door Brucella melitensis veroorzaakte brucellose, waarbij onder meer met een adequaat vaccin wordt ingeënt.

(5) De eisen voor de productie en de aanbevelingen voor het gebruik van tegen runderbrucellose gerichte vaccins op basis van de levende stam RB 51 en de levende stam Rev.1 zijn opgenomen in het "Manual of Standards for Diagnostic Tests and Vaccines" (Handboek inzake normen voor diagnostische tests en vaccins) van het Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten (OIE), vierde editie 2000, gepubliceerd in augustus 2001.

(6) Derhalve moet, onder bepaalde voorwaarden, het gebruik worden toegestaan van vaccins op basis van de levende stam RB 51 en de levende stam Rev.1 in het kader van programma's voor de uitroeiing van brucellose die zijn goedgekeurd overeenkomstig Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(3), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/572/EG(4), teneinde rekening te houden met de wetenschappelijke ontwikkelingen en de internationale normen.

(7) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In deze beschikking wordt onder "bevoegde autoriteit" verstaan: de voor het verrichten van veterinaire of zoötechnische controles bevoegde centrale autoriteit van een lidstaat of elke autoriteit aan wie zij deze bevoegdheid heeft overgedragen voor de toepassing van deze beschikking.

Artikel 2

De volgende vaccins tegen runderbrucellose worden goedgekeurd voor het immuniseren van vrouwelijke runderen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3:

a) vaccin op basis van de levende stam RB 51 voor dieren die het risico lopen besmet te worden met Brucella abortus,

b) vaccin op basis van de levende stam Rev.1 voor dieren die het risico lopen besmet te worden met Brucella melitensis,

Artikel 3

1. De lidstaten die gebruik willen maken van de krachtens artikel 2 goedgekeurde vaccins, zien erop toe dat aan de in de leden 2 tot en met 6 vastgestelde voorwaarden wordt voldaan.

2. De bevoegde autoriteit controleert de opslag, levering, distributie en verkoop van de vaccins.

3. De vaccins worden uitsluitend gebruikt door een officiële dierenarts of een dierenarts die daartoe speciaal door de bevoegde autoriteit is gemachtigd, in het kader van een programma voor de bestrijding van brucellose dat door een lidstaat is ingediend en door de Commissie is goedgekeurd overeenkomstig artikel 24, lid 7, van Beschikking 90/424/EEG.

4. De bevoegde autoriteit verstrekt de Commissie en de andere lidstaten gedetailleerde informatie over het vaccinatieprogramma, met name inzake het vaccinatiegebied, de leeftijd van de te vaccineren dieren en het systeem om de gevaccineerde dieren te identificeren.

5. De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat gevaccineerde dieren niet in het intracommunautaire handelsverkeer worden gebracht, met name door de toepassing van aanvullende methoden om gevaccineerde dieren te merken en te registreren.

6. De bevoegde autoriteit stelt de diensten voor volksgezondheid in kennis van het gebruik van deze vaccins en van de beschikbare hulpmiddelen op het gebied van diagnose en therapie.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2002.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB 121 van 29.7.1964, blz. 1977/64.

(2) PB L 80 van 23.3.2002, blz. 22.

(3) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

(4) PB L 203 van 28.7.2001, blz. 16.

Top