32002D0034

Besluit van de Raad

van 20 december 2001

tot wijziging van de besluiten van de Raad van 25 juni 2001, 22 december 2000, 25 juni 1997 en 22 maart 1999 voor wat betreft de dagvergoeding van bij het secretariaat-generaal van de Raad gedetacheerde nationale militairen en nationale deskundigen

(2002/34/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 28, lid 1,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 207, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig de administratieve regelingen voor militairen en nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad worden gedetacheerd, wordt de verblijfsvergoeding met 75 % verlaagd wanneer de plaats van aanwerving minder dan 50 km van de standplaats gelegen is.

(2) De dienst die door gedetacheerde militairen of nationale deskundigen is verricht gedurende een periode van drie jaar welke zes maanden vóór hun indiensttreding bij een diplomatieke missie van een andere dan de detacherende lidstaat of een internationale organisatie verstrijkt, moet ter zake van de plaats van aanwerving als neutraal worden beschouwd,

BESLUIT:

Artikel 1

1. Artikel 12, lid 3, van Besluit 2001/496/GBVB van de Raad van 25 juni 2001 inzake de voorschriften die van toepassing zijn op de nationale militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad worden gedetacheerd als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie(1), wordt vervangen door: "3. De verblijfsvergoeding van gedetacheerde militairen die gedurende een periode van drie jaar welke zes maanden vóór hun indiensttreding als nationale deskundigen verstrijkt, hun normale verblijfplaats of voornaamste beroepsbezigheid op minder dan 50 km van de plaats van detachering hadden, wordt met 75 % verlaagd.

Voor de toepassing van deze bepaling wordt geen rekening gehouden met de dienst die door de gedetacheerde militairen voor een andere dan de detacherende lidstaat of een internationale organisatie is verricht.".

2. Artikel 12, lid 3, van

- Besluit 2000/41/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op de nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad worden gedetacheerd in het kader van een regeling voor de uitwisseling van ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en ambtenaren van nationale overheidsinstanties of van internationale organisaties(2),

- het besluit van de Raad van 25 juni 1997 tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op de nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad (directoraat-generaal Justitie en Binnenlandse Zaken) worden gedetacheerd in het kader van de tenuitvoerlegging van het programma ter intensivering van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, en

- het besluit van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op de nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad (directoraat-generaal Justitie en Binnenlandse Zaken) worden gedetacheerd in het kader van de collectieve evaluatie van de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Europese Unie op het gebied van justitie en binnenlandse zaken in de kandidaat-lidstaten,

wordt vervangen door:. "3. De dagvergoeding van gedetacheerde nationale deskundigen die gedurende een periode van drie jaar welke zes maanden vóór hun indiensttreding als nationale deskundigen verstrijkt, hun normale verblijfplaats of voornaamste beroepsbezigheid op minder dan 50 km van de plaats van detachering hadden, wordt met 75 % verlaagd.

Voor de toepassing van deze bepaling wordt geen rekening gehouden met de dienst die door de gedetacheerde nationale deskundigen voor een andere dan de detacherende lidstaat of een internationale organisatie is verricht.".

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn aanneming.

Het is van toepassing vanaf 25 juni 2001.

Gedaan te Brussel, 20 december 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

C. Picqué

(1) PB L 181 van 4.7.2001, blz. 1.

(2) PB L 11 van 16.1.2001, blz. 35.