32001R2042

Verordening (EG) nr. 2042/2001 van de Commissie

van 18 oktober 2001

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2568/91 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden en van de aanvullende aantekeningen van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1513/2001(2), en met name op artikel 35 bis,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1783/2001 van de Commissie(4), en met name op artikel 9,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie van 11 juli 1991 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 455/2001(6), zijn de fysische, de chemische en de organoleptische kenmerken van olijfolie en oliën uit afvallen van olijven alsmede de methoden voor de beoordeling van die kenmerken vastgesteld.

(2) De olijfvariëteiten in Marokko en de manier waarop de olijven aldaar worden geoogst kunnen "bij de eerste persing verkregen olijfoliën" opleveren waarvan het gehalte aan linoleenzuur hoger ligt dan het bij de EU-normen vastgestelde maximum van 0,9 %.

(3) Volgens artikel 1, lid 8, van Verordening (EG) nr. 2568/91 en tabel I van aanvullende aantekening 2 van hoofdstuk 15 van de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 opgenomen gecombineerde nomenclatuur geldt voor bij de eerste persing verkregen olijfoliën van de GN-codes 1509 10 10 en 1509 10 90 van oorsprong uit Marokko voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001 een gehalte aan linoleenzuur van maximaal 1,0 %.

(4) In afwachting van het nieuwe onderzoek van de kenmerken en van de analysemethoden dat moet worden uitgevoerd met het oog op de toepassing van de nieuwe in de bijlage bij Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde benamingen en definities die vanaf 1 november 2003 gelden, moet de huidige situatie worden gehandhaafd en moeten de Verordeningen (EEG) nr. 2568/91 en (EEG) nr. 2658/87 worden gewijzigd.

(5) Het Comité van beheer voor oliën en vetten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2568/91 worden de woorden "verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001" vervangen door "verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2002/2003".

Artikel 2

In tabel I van aanvullende aantekening 2 van hoofdstuk 15 van de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 opgenomen gecombineerde nomenclatuur wordt de datum "31 oktober 2001" vervangen door "31 oktober 2003".

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66.

(2) PB L 201 van 26.7.2001, blz. 4.

(3) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(4) PB L 241 van 11.9.2001, blz. 7.

(5) PB L 248 van 5.9.1991, blz. 1.

(6) PB L 65 van 6.3.2001, blz. 9.