EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R1244

Verordening (EG) nr. 1244/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1259/1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

PB L 173 van 27.6.2001, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2003; opgeheven door 32003R1782

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/1244/oj

32001R1244

Verordening (EG) nr. 1244/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1259/1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Publicatieblad Nr. L 173 van 27/06/2001 blz. 0001 - 0004


Verordening (EG) nr. 1244/2001 van de Raad

van 19 juni 2001

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1259/1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Met betrekking tot de rechtstreekse betalingen overeenkomstig de verschillende regelingen inzake inkomenssteun in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid blijkt uit statistieken dat een groot aantal landbouwers zeer kleine bedragen ontvangt. In de steunregelingen wordt geen onderscheid gemaakt tussen landbouwers die kleine en landbouwers die grotere bedragen ontvangen, aangezien de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen en de beheers- en controlebepalingen dezelfde zijn.

(2) Door instelling van een vereenvoudigde steunregeling voor landbouwers die kleine bedragen ontvangen, kan ertoe worden bijgedragen dat de administratieve last voor landbouwers, nationale diensten en de Commissie minder wordt. Het is dienstig gedurende een proefperiode na te gaan of een dergelijke regeling doelmatig is. Landbouwers die recht hebben op kleine bedragen of bereid zijn met een kleiner steunbedrag genoegen te nemen, dienen gedurende een minimumperiode op vereenvoudigde voorwaarden één alomvattende betaling per jaar te ontvangen. Wegens het tijdelijke karakter van de regeling dient deelneming vrijwillig te zijn, zowel voor de lidstaten als voor de landbouwers in de lidstaten die besluiten de regeling toe te passen.

(3) Ter vereenvoudiging van de administratieve procedures dient voor de lidstaten de mogelijkheid te worden geopend om aan de deelnemende landbouwers een enkele gecombineerde betaling te doen die bestaat uit de overeenkomstig deze vereenvoudigde regeling verleende steun en de steun die wordt verleend in het kader van andere steunregelingen.

(4) Onverminderd de bestaande gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1259/1999(3), en aangezien de regeling op experimentele basis wordt ingesteld, is het passend te voorzien in de nodige flexibiliteit voor de Commissie om de regeling ten uitvoer te leggen. Om de beoogde vereenvoudiging te bereiken kan het bovendien noodzakelijk zijn in bepaalde welomschreven en gerechtvaardigde gevallen af te wijken van de bestaande voorschriften vervat in de terzake doende verordeningen betreffende de steunverlening, alsook in Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen(4).

(5) Bij Verordening (EG) nr. 1259/1999 zijn gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgesteld. Daarom is het dienstig die verordening te wijzigen om de bedoelde vereenvoudigde regeling erin op te nemen.

(6) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(5),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1259/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 2 bis

1. Voor de kalenderjaren 2002 tot en met 2005 wordt een vereenvoudigde regeling ingesteld op grond waarvan de lidstaten kunnen besluiten dat de betalingen in het kader van de volgende steunregelingen plaatsvinden op de voorwaarden zoals aangegeven in dit artikel en de ter uitvoering ervan vastgestelde bepalingen:

- de areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen met inbegrip van de betalingen voor kuilgras, aanvullende bedragen, de betalingen voor braaklegging en van de toeslag en de specifieke steun voor durumtarwe zoals bedoeld in de artikelen 2, 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 1251/1999(6),

- de areaalsteun voor zaaddragende leguminosen zoals bedoeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1577/96(7),

- de areaalsteun voor rijst zoals bedoeld in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 3072/95(8),

- de speciale premie, de zoogkoeienpremie, ook indien deze voor vaarzen wordt betaald, met inbegrip van de aanvullende nationale zoogkoeienpremie indien deze wordt medegefinancierd, extensiveringsbetalingen, alsmede de extra betalingen wanneer uitgekeerd in aanvulling op de in dit streepje bedoelde steun, zoals bedoeld in de artikelen 4, 6, 10, 13 en 14 van Verordening (EG) nr. 1254/1999(9),

- de premie voor ooien en geiten en de specifieke steun in probleemgebieden zoals bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2467/98(10).

De in de eerste alinea genoemde verordeningen worden hierna aangeduid als 'de terzake doende verordeningen'.

2. Aan de vereenvoudigde regeling wordt op vrijwillige basis deelgenomen. Aanvragers krijgen toegang tot de regeling als zij gedurende elk van de drie kalenderjaren die aan het aanvraagjaar zijn voorafgegaan, steun hebben ontvangen op grond van ten minste één van de eronder vallende steunregelingen. Landbouwers die op grond van Verordening (EG) nr. 1257/1999 steun voor vervroegde uittreding ontvangen, kunnen niet aan de regeling deelnemen.

3. Het bedrag dat een landbouwer in het kader van de regeling kan ontvangen, is het hoogste van de volgende twee bedragen:

a) het gemiddelde van de bedragen die in de drie kalenderjaren vóór het aanvraagjaar op grond van de terzake doende verordeningen zijn toegekend,

b) het totale bedrag dat in het kalenderjaar vóór het aanvraagjaar op grond van terzake doende verordeningen is toegekend.

Areaalsteun voor vlas en hennep op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1308/70(11) wordt in de berekening opgenomen.

In geval van toepassing van artikel 4 van deze verordening gedurende de onder a) en b) genoemde referentieperioden, worden de onder a) en b) bedoelde bedragen berekend zoals de bedragen die vóór de toepassing van artikel 4 zouden zijn toegekend.

4. Het in lid 3 bedoelde bedrag kan niet meer dan 1250 EUR zijn.

Aanvragers die er op grond van de terzake doende verordeningen recht op zouden hebben hogere bedragen te ontvangen, kunnen er evenwel voor kiezen tot de vereenvoudigde regeling toe te treden als zij ermee instemmen niet meer dan het maximumbedrag te ontvangen, onverminderd het bepaalde in lid 5.

De steun in het kader van de vereenvoudigde regeling wordt eenmaal per jaar betaald vanaf het jaar waarin de aanvraag om deelneming aan de regeling wordt ingediend, tot 2005.

5. De lidstaten kunnen besluiten artikel 4 op de vereenvoudigde regeling toe te passen.

6. Aanvragers zullen zich ertoe verbinden de grond landbouwkundig in goede staat te houden. Zij kunnen de grond voor ieder agrarisch doel gebruiken, uitgezonderd de productie van hennep van GN-code 5302 10 00.

De lidstaten bepalen wat 'landbouwkundig in goede staat' is, met name met inachtneming van de maatregelen die zij hebben getroffen krachtens deze verordening en krachtens artikel 19, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie(12).

7. De lidstaten kunnen besluiten de vereenvoudigde regeling op nationaal of regionaal niveau toe te passen en de betalingstermijn uit hoofde van de vereenvoudigde regeling te laten samenvallen met de betalingstermijn uit hoofde van een andere steunregeling.";

2. artikel 11 wordt vervangen door: "Artikel 11

Uitvoeringsbepalingen

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1766/92(13) ingestelde Comité van beheer voor granen of, in voorkomend geval, door andere bevoegde comités van beheer.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

3. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand.

4. Overeenkomstig lid 2 worden door de Commissie vastgesteld:

- uitvoeringsbepalingen voor artikel 2 bis, met inbegrip van welke afwijkingen ook van de terzake doende verordeningen en Verordening (EEG) nr. 3508/92(14) die nodig zijn om de beoogde vereenvoudiging te bereiken, waaronder met name afwijkingen inzake de voorwaarden om voor steun in aanmerking te komen, de aanvraag- en betalingstermijnen en de controlebepalingen, alsmede nadere voorschriften om dubbele vorderingen ten aanzien van areaal en productie die onder de vereenvoudigde regeling vallen, te voorkomen,

- wanneer nodig, wijzigingen van de bijlage, rekening houdend met de in artikel 1 opgenomen criteria, en

- in voorkomend geval, de uitvoeringsbepalingen van deze verordening, waaronder met name de maatregelen die nodig zijn om ontduiking van de artikelen 3 en 4 te voorkomen, alsmede de maatregelen betreffende artikel 7.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 19 juni 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

M. Winberg

(1) PB C 120 E van 24.4.2001, blz. 146.

(2) Advies uitgebracht op 14 juni 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(3) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113.

(4) PB L 355 van 5.12.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 495/2001 (PB L 72 van 14.3.2001, blz. 6).

(5) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(6) Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1038/2001 (PB L 145, van 31.5.2001, blz. 16).

(7) Verordening (EG) nr. 1577/96 van de Raad van 30 juli 1996 tot invoering van een bijzondere maatregel voor bepaalde zaaddragende leguminosen (PB L 206 van 16.8.96, blz. 4). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 811/2000 (PB L 100 van 20.4.2000, blz. 1).

(8) Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 329 van 30.12.95, blz. 18). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1667/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 3).

(9) Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21).

(10) Verordening (EG) nr. 2467/98 van de Raad van 3 november 1998 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 1.) Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1669/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 8).

(11) Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (PB L 146 van 4.7.1970, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).

(12) Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/99 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 280 van 30.10.1999, blz. 43). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 946/2001 (PB L 133 van 16.5.2001, blz. 8).

(13) Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1).

(14) Verordening (EG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 495/2001 (PB L 72 van 14.3.2001, blz. 6).

Top