Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001L0099

    Richtlijn 2001/99/EG van de Commissie van 20 november 2001 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, teneinde glyfosaat en thifensulfuron-methyl op te nemen als werkzame stof

    PB L 304 van 21.11.2001, p. 14–16 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/06/2011

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2001/99/oj

    32001L0099

    Richtlijn 2001/99/EG van de Commissie van 20 november 2001 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, teneinde glyfosaat en thifensulfuron-methyl op te nemen als werkzame stof

    Publicatieblad Nr. L 304 van 21/11/2001 blz. 0014 - 0016


    Richtlijn 2001/99/EG van de Commissie

    van 20 november 2001

    houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, teneinde glyfosaat en thifensulfuron-methyl op te nemen als werkzame stof

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/87/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000(4), zijn de bepalingen vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" te noemen). Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3600/92 is bij Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie van 27 april 1994 houdende vaststelling van de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en aanwijzing van de als rapporteur optredende lidstaten voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3600/92(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95(6), de lijst van werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld die moeten worden onderzocht met het oog op hun opneming in bijlage I bij de richtlijn.

    (2) Voor glyfosaat en thifensulfuron-methyl zijn de uitwerking op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3600/92 beoordeeld voor een aantal door de aanvragers voorgestelde toepassingen. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 933/94 zijn Duitsland en Frankrijk aangewezen als rapporterende lidstaat voor glyfosaat, respectievelijk thifensulfuron-methyl. De rapporterende lidstaten hebben op 1 februari 1999 (glyfosaat) en op 30 april 1996 (thifensulfuron-methyl), overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3600/92 het beoordelingsverslag en een aanbeveling bij de Commissie ingediend.

    (3) De beoordelingsverslagen zijn door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. De onderzoeken zijn op 29 juni 2001 afgesloten met een evaluatieverslag van de Commissie over glyfosaat en over thifensulfuron-methyl.

    (4) Het dossier en de resultaten van de onderzoeken inzake glyfosaat en thifensulfuron-methyl zijn ook voorgelegd aan het Wetenschappelijk Comité voor planten. Er zijn geen specifieke vragen aan het comité gericht. Het comité was van oordeel dat er geen punten waren die het met het oog op de mogelijke opneming van de stof in bijlage I bij de richtlijn aan de orde wilde stellen(7). Het comité verklaarde dat het feit dat het geen opmerkingen had, alleen mocht worden gezien als een aanwijzing dat er geen voor de hand liggende redenen voor opmerkingen waren.

    (5) Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van de richtlijn gestelde eisen, inzonderheid voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. De betrokken werkzame stoffen moeten derhalve in bijlage I worden opgenomen, om ervoor te zorgen dat alle lidstaten de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, kunnen verlenen overeenkomstig het bepaalde in de richtlijn.

    (6) De richtlijn bepaalt dat, na de opneming van een werkzame stof in bijlage I, de lidstaten binnen een voorgeschreven periode, de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof bevatten, moeten toekennen, wijzigen of intrekken. Er mogen, inzonderheid, slechts gewasbeschermingsmiddelen worden toegelaten als op basis van een dossier waarin alle voorgeschreven gegevens zijn vermeld, is voldaan aan de voorwaarden die aan de opneming van de werkzame stof in bijlage I zijn verbonden, en aan de in de richtlijn opgenomen uniforme beginselen.

    (7) Er moet worden gezorgd voor een voldoende lange termijn, voordat de werkzame stof in bijlage I wordt opgenomen, teneinde de lidstaten en de belanghebbende partijen in staat te stellen om te voldoen aan de nieuwe eisen die uit de opneming zullen voortvloeien. Bovendien moet worden gezorgd voor een voldoende lange termijn na die opneming, om de lidstaten in staat te stellen de bepalingen van de richtlijn ten uitvoer te leggen voor de gewasbeschermingsmiddelen die glyfosaat of thifensulfuron-methyl bevatten. De lidstaten moeten met name, in die periode, de bestaande toelatingen evalueren en, zo nodig, nieuwe toelatingen toekennen die voldoen aan de bij de richtlijn bepaalde voorwaarden. Er moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en de beoordeling van het volledige dossier van elk gewasbeschermingsmiddel overeenkomstig de bij de richtlijn vastgestelde uniforme beginselen. Voor gewasbeschermingsmiddelen die verscheidene werkzame stoffen bevatten, kan pas een volledige beoordeling op basis van de uniforme beginselen plaatsvinden als alle betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij de richtlijn zijn opgenomen.

    (8) Het evaluatieverslag is nodig voor de correcte uitvoering door de lidstaten van verschillende onderdelen van de bij de richtlijn bepaalde uniforme beginselen. Het is derhalve nuttig te bepalen dat de definitieve evaluatieverslagen (met uitzondering van de vertrouwelijke informatie) door de lidstaten ter beschikking moeten worden gesteld of gehouden van alle belanghebbenden die daarom verzoeken. Als het evaluatieverslag moet worden bijgewerkt om rekening te houden met technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, zullen ook de voorwaarden voor de opneming van de betrokken stof in bijlage I bij de richtlijn moeten worden gewijzigd overeenkomstig de richtlijn.

    (9) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

    Zij moeten in het bijzonder, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, zo nodig bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die glyfosaat of thifensulfuron-methyl als werkzame stof bevatten voor die datum wijzigen of intrekken.

    Wanneer de lidstaten deze bepaling aannemen, wordt in die bepaling naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepaling. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2. Voor gewasbeschermingsmiddelen die glyfosaat of thifensulfuron-methyl als enige werkzame stof bevatten, is 1 juli 2006 de uiterste termijn voor wijziging of intrekking van toelatingen op grond van onderzoek en besluitvorming overeenkomstig de in bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen en op basis van een dossier dat voldoet aan de in bijlage III bij voornoemde richtlijn bepaalde eisen.

    3. Voor gewasbeschermingsmiddelen die, behalve glyfosaat of thifensulfuron-methyl, ook een andere werkzame stof bevatten die is opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, eindigt de periode voor het wijzigen of intrekken van toelatingen vier jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn waarbij genoemde bijlage I is gewijzigd om er de laatste van deze andere werkzame stoffen in op te nemen.

    4. De lidstaten houden de evaluatieverslagen voor glyfosaat en thifensulfuron-methyl (met uitzondering van de vertrouwelijke informatie als bedoeld in artikel 14 van Richtlijn 91/414/EEG) voor raadpleging ter beschikking van alle belanghebbende partijen die daarom verzoeken.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op 1 juli 2002.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 20 november 2001.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2) PB L 276 van 19.10.2001, blz. 17.

    (3) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

    (4) PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27.

    (5) PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8.

    (6) PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1.

    (7) Notulen van de plenaire zitting van het Wetenschappelijk Comité voor planten van 7 maart 2001 (glyfosaat).

    Notulen van de plenaire zitting van het Wetenschappelijk Comité voor planten van 7 juni 2001 (thifensulfuron-methyl).

    BIJLAGE

    In de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG op te nemen tekst:

    (1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.

    Top