Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0697

    2001/697/EG: Beschikking van de Commissie van 5 september 2001 betreffende de niet-opneming van chloorfenapyr in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2617)

    PB L 249 van 19.9.2001, p. 19–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/697/oj

    32001D0697

    2001/697/EG: Beschikking van de Commissie van 5 september 2001 betreffende de niet-opneming van chloorfenapyr in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2617)

    Publicatieblad Nr. L 249 van 19/09/2001 blz. 0019 - 0020


    Beschikking van de Commissie

    van 5 september 2001

    betreffende de niet-opneming van chloorfenapyr in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2617)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2001/697/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/49/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" genoemd) heeft Cyanamid ("de aanvrager") op 7 juli 1995 bij Spanje een aanvraag ingediend om de werkzame stof chloorfenapyr op te nemen in bijlage I bij de richtlijn.

    (2) Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie bij Beschikking 96/521/EG(3) bevestigd dat het voor chloorfenapyr ingediende dossier moet worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn vervat in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof bevat, bijlage III bij de richtlijn.

    (3) Krachtens artikel 5, lid 1, van de richtlijn wordt een werkzame stof voor een eerste periode van ten hoogste tien jaar in bijlage I opgenomen, indien kan worden verwacht dat noch het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof bevatten, noch residuen daarvan enige schadelijke uitwerking op de gezondheid van mens en dier of op het grondwater of enig onaanvaardbaar milieueffect hebben.

    (4) Overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn zijn voor chloorfenapyr de effecten op de gezondheid van de mens en op het milieu geëvalueerd voor het door de aanvrager voorgestelde gebruik. Spanje, de als rapporteur aangewezen lidstaat, heeft op 30 november 1998 een ontwerp-verslag over deze stof bij de Commissie ingediend.

    (5) Na ontvangst van het verslag van de als rapporteur optredende lidstaat heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 4, van de richtlijn, deskundigen van de lidstaten en de aanvrager, Cyanamid, geraadpleegd.

    (6) Het door Spanje opgestelde evaluatieverslag is door de lidstaten en de Commissie verder onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. Het onderzoek is op 27 april 2001 afgerond met een onderzoekverslag van de Commissie inzake chloorfenapyr.

    (7) De op basis van de verstrekte gegevens gemaakte evaluaties hebben nieuwe vragen opgeroepen ten aanzien van de lotgevallen en het gedrag van de stof in het milieu.

    (8) De aanvrager heeft de Commissie en de als rapporteur aangewezen lidstaat meegedeeld dat hij niet langer wenst deel te nemen aan het werkprogramma voor deze werkzame stof en dat derhalve geen verdere informatie zal worden verstrekt.

    (9) Deze werkzame stof kan bijgevolg niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

    (10) Een termijn voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden chloorfenapyr bevattende gewasbeschermingsmiddelen is voor deze werkzame stof niet vereist aangezien alleen België een voorlopige toelating voor deze werkzame stof had afgegeven. België heeft gemeld dat de geldigheidsduur van de voorlopige toelating verstreken is en dat de werkzame stof nooit werkelijk in België op de markt is geweest.

    (11) Deze beschikking laat onverlet eventuele latere acties van de Commissie met betrekking tot deze werkzame stof in het kader van Richtlijn 79/117/EEG van de Raad(4).

    (12) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Chloorfenapyr wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

    Artikel 2

    De lidstaten zorgen ervoor dat met ingang van de datum van vaststelling van deze beschikking geen voorlopige toelatingen voor chloorfenapyr bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden afgegeven op grond van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 5 september 2001.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2) PB L 176 van 29.6.2001, blz. 61.

    (3) PB L 220 van 30.8.1996, blz. 21.

    (4) PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36.

    Top