Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R0980

    Verordening (EG) nr. 980/2000 van de Commissie van 11 mei 2000 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 (1 juli 2000 - 30 juni 2001)

    PB L 113 van 12.5.2000, p. 27–31 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/02/2009

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/980/oj

    32000R0980

    Verordening (EG) nr. 980/2000 van de Commissie van 11 mei 2000 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 (1 juli 2000 - 30 juni 2001)

    Publicatieblad Nr. L 113 van 12/05/2000 blz. 0027 - 0031


    Verordening (EG) nr. 980/2000 van de Commissie

    van 11 mei 2000

    betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (1 juli 2000 - 30 juni 2001)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), en met name op artikel 32, lid 1,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 mei 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT(2), en met name op artikel 1, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Lijst CXL verplicht de Gemeenschap jaarlijks een tariefcontingent te openen voor de invoer van 53000 ton bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN code 0206 29 91. De uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld voor het contingentjaar 2000/2001, dat op 1 juli 2000 begint.

    (2) Het contingent moet op een soortgelijke manier worden beheerd als analoge contingenten in het verleden. De Commissie wijst in het kader van deze regelingen de beschikbare hoeveelheden voor een deel toe aan traditionele importeurs en voor een ander deel aan marktdeelnemers die geïnteresseerd zijn in de handel in rundvlees.

    (3) Van het contingent moet 80 %, dit is 42400 ton, onder de traditionele importeurs worden verdeeld naar rata van de hoeveelheden die zij in de meest recente referentieperiode in het kader van soortgelijke contingenten hebben ingevoerd. In bepaalde gevallen dreigen door de bevoegde nationale instantie bij de administratie begane vergissingen de toegang van de marktdeelnemers tot dit gedeelte van het contingent te beperken. Er moeten bepalingen worden vastgesteld om eventueel nadeel te vergoeden.

    (4) Het is dienstig om, in het kader van een procedure die is gebaseerd op de indiening van aanvragen en de aanvaarding daarvan door de Commissie, marktdeelnemers die een serieuze beroepsactiviteit kunnen aantonen en wier aanvraag betrekking heeft op hoeveelheden van enige omvang, toegang te geven tot het tweede deel van het contingent, dit is 10600 ton. Deze marktdeelnemers moeten daartoe aantonen dat zij met derde landen handelstransacties van een zekere omvang voor rundvlees hebben uitgevoerd.

    (5) De rundvleesuitvoer uit België was in 1999 ernstig getroffen door de dioxinediscussie. Bij de vaststelling van de activiteitscriteria voor de toewijzing van de bedoelde 10600 ton moet rekening worden gehouden met de uitvoersituatie in België.

    (6) Met het oog op de controle op de inachtneming van de genoemde criteria moeten de aanvragen worden ingediend in de lidstaat waar de betrokken importeur een BTW-nummer heeft.

    (7) Teineinde speculatie te voorkomen, dient te worden bepaald dat marktdeelnemers die per 1 april 2000 niet meer in de sector rundvlees actief waren, niet voor het contingent in aanmerking komen en dient de afgifte van invoercertificaten aan een importeur te worden beperkt tot de hoeveelheid waarvoor hem rechten op invoer zijn toegekend.

    (8) Onder voorbehoud van het bepaalde in deze verordening, is het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1127/1999(4), en Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/80(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2648/98(6), van toepassing voor op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten.

    (9) Voor een doeltreffend beheer van dit contingent, en met name om fraude te voorkomen, is het noodzakelijk dat de gebruikte certificaten aan de bevoegde instanties worden terugbezorgd opdat deze kunnen nagaan of de in de certificaten vermelde hoeveelheden correct zijn. De bevoegde instanties moeten daarom worden verplicht om dit na de trekken. Het bedrag van de zekerheid die bij de afgifte van de certificaten moet worden gesteld, moet op een zodanig niveau worden vastgesteld dat gewaarborgd wordt dat de certificaten worden gebruikt en aan de bevoegde instanties worden teruggegeven.

    (10) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2001 wordt voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 een tariefcontingent geopend van 53000 ton, uitgedrukt in vlees zonder been.

    Dit tariefcontingent heeft het volgnummer 09.4003.

    Voor de afboeking op dit contingent komt 100 kg vlees met been overeen met 77 kg vlees zonder been.

    2. In deze verordening wordt onder "bevroren vlees" verstaan vlees in bevroren toestand dat op het moment waarop het in het douanegebied van de Gemeenschap wordt binnengebracht een kerntemperatuur van ten hoogste - 12 °C heeft.

    3. Voor het in lid 1 bedoelde contingent bedraagt het toe te passen recht van het gemeenschappelijk douanetarief 20 % ad valorem.

    Artikel 2

    1. Het in artikel 1 bedoelde contingent wordt in twee delen gesplitst:

    a) Het eerste deel, gelijk aan 80 % of 42400 ton, wordt verdeeld onder de importeurs uit de Gemeenschap naar verhouding van de hoeveelheden die zij vóór 1 april 2000 hebben ingevoerd op grond van de Verordeningen (EG) nr. 1042/97(7), (EG) nr. 1142/98(8) en (EG) nr. 995/1999(9) van de Commissie.

    De lidstaten mogen echter rechten op invoer uit hoofde van het vorige jaar van invoer, die door een administratieve vergissing van de bevoegde nationale instantie niet zijn toegekend, als referentiehoeveelheid accepteren.

    b) Het tweede deel, gelijk aan 20 % of 10600 ton, wordt verdeeld onder de marktdeelnemers die kunnen aantonen dat zij met derde landen gedurende een bepaalde periode een minimumhoeveelheid rundvlees, anders dan bedoeld onder a), hebben verhandeld die niet onder de regelingen actieve of passieve veredeling valt.

    2. Voor de toepassing van lid 1, onder b), wordt de hoeveelheid van 10600 ton verdeeld onder de marktdeelnemers die kunnen aantonen dat zij:

    - in de periode van 1 april 1998 tot en met 31 maart 2000 ten minste 160 ton rundvlees hebben ingevoerd buiten de in de Verordeningen (EG) nr. 1042/97, (EG) nr. 1142/98 en (EG) nr. 995/1999 bedoelde hoeveelheden, of

    - in dezelfde periode ten minste 300 ton rundvlees hebben uitgevoerd.

    In dit verband worden als "rundvlees" beschouwd de producten van de GN-codes 0201, 0202 en 0206 29 91 en worden de minimumreferentiehoeveelheden uitgedrukt in productgewicht.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede streepje loopt de uitvoerperiode voor marktdeelnemers die sinds 1 appril 1997 in België zijn gevestigd en aldaar in het BTW-register zijn ingeschreven, van 1 april 1997 tot en met 31 maart 1999.

    3. De in lid 2 bedoelde hoeveelheid van 10600 ton wordt verdeeld naar verhouding van de hoeveelheden waarvoor de in aanmerking komende marktdeelnemers een aanvraag hebben ingediend.

    4. Het bewijs van invoer en/of uitvoer wordt uitsluitend geleverd aan de hand van het douanedocument waarmee de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht, of van het uitvoerdocument.

    De lidstaten mogen door de bevoegde instanties gecertificeerde afschriften van de bovengenoemde documenten accepteren.

    Artikel 3

    1. Marktdeelnemers die op 1 april 2000 niet meer actief waren in de rundvleessector, komen niet in aanmerking voor de bij deze verordening ingestelde regeling.

    2. Ondernemingen die zijn gevormd door fusie van ondernemingen die elk afzonderlijk rechten hebben krachtens artikel 2, lid 1, onder a), behouden dezelfde rechten als de ondernemingen waaruit zij zijn ontstaan.

    Artikel 4

    1. De aanvrager moet zijn invoeraanvraag, samen met het in artikel 2, lid 4, bedoelde bewijs, vóór 29 mei 2000 indienen bij de bevoegde instantie van de lidstaat waar hij een BTW-nummer heeft. Als een aanvrager voor een van de in artikel 2, lid 1, onder a) en b), bedoelde regelingen meer dan één aanvraag indient, worden alle betrokken aanvragen afgewezen.

    Aanvragen op grond van artikel 2, lid 1, onder b), mogen ten hoogste betrekking hebben op 50 ton bevroren rundvlees zonder been.

    2. De lidstaten doen de Commissie, na verificatie van de ingediende documenten, vóór 12 juni 2000 het volgende toekomen:

    - voor de regeling van artikel 2, lid 1, onder a), een lijst van de in aanmerking komende importeurs, met vermelding van met name hun naam en adres en de hoeveelheid in verband met het contignent relevant vlees die zij hebben ingevoerd;

    - voor de regeling van artikel 2, lid 1, onder b), een lijst van de aanvragers, waarin met name hun naam en adres en de gevraagde hoeveelheden zijn vermeld.

    3. Alle mededelingen, ook de mededeling dat geen aanvragen zijn ontvangen, worden per fax gedaan en daartoe worden de formulieren naar het model in de bijlagen I en II gebruikt.

    Artikel 5

    1. De Commissie beslist zo snel mogelijk in hoeverre aan de aanvragen kan worden voldaan.

    2. Als de hoeveelheden waarvoor een invoeraanvraag is ingediend, groter zijn dan de beschikbare hoeveelheden, past de Commissie op de gevraagde hoeveelheden een uniform verminderingspercentage toe.

    Artikel 6

    1. De toegewezen hoeveelheden mogen slechts met één of meer invoercertificaten worden ingevoerd.

    2. Certificaataanvragen kunnen slechts worden ingediend:

    - in de lidstaat waar de rechten op invoer zijn aangevraagd;

    - door de marktdeelnemer aan wie rechten op invoer zijn toegewezen. De aan de marktdeelnemer toegewezen rechten op invoer geven hem aanspraak op invoercertificaten voor dezelfde hoeveelheden.

    3. Nadat de Commissie overeenkomstig artikel 5 tot toewijzing besloten heeft, worden de invoercertificaten op verzoek van de marktdeelnemers die rechten op invoer verkregen hebben, op hun naam afgegeven.

    4. In de certificaataanvragen en de certificaten worden vermeld:

    a) in vak 20 een van de volgende vermeldingen:

    - Carne de vacuno congelada [Reglamento (CE) no 980/2000]

    - Frosset oksekød (forordning (EF) nr. 980/2000)

    - Gefrorenes Rindfleisch (Verordnung (EG) Nr. 980/2000)

    - Κατεψυγμένο βόειο κρέας [Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 980/2000]

    - Frozen meat of bovine animals (Regulation (EC) No 980/2000)

    - Viande bovine congelée [Règlement (CE) no 980/2000]

    - Carni bovine congelate [Regolamento (CE) n. 980/2000]

    - Bevroren rundvlees (Verordening (EG) nr. 980/2000)

    - Carne de bovino congelada [Regulamento (CE) n.o 980/2000)

    - Jäädytettyä naudanlihaa (asetus (EY) N:o 980/2000)

    - Fryst kött av nötkreatur (förordning (EG) nr 980/2000);

    b) in vak 8 het land van oorsprong;

    c) in vak 16 een van de onderstaande groepen GN-codes:

    - 0202 10 00, 0202 20;

    - 0202 30, 0206 29 91.

    Artikel 7

    Voor de toepassing van de bij deze verordening ingestelde regeling mag bevroren vlees slechts in het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht als is voldaan aan de in artikel 17, lid 2, onder f), van Richtlijn 72/462/EEG van de Raad(10) genoemde voorwaarden.

    Artikel 8

    1. De Verordeningen (EEG) nr. 3719/88 en (EG) nr. 1445/95 zijn van toepasisng tenzij dit in deze verordening anders is bepaald.

    2. In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 wordt op invoer boven de in het invoercertificaat aangegeven hoeveelheden het volle recht van het gemeenschappelijk douanetarief geheven dat geldt op de dag waarop die hoeveelheden in het vrije verkeer worden gebracht.

    3. Invoercertificaten die op grond van deze verordening worden afgegeven, zijn geldig gedurende 90 dagen te rekenen vanaf de dag van afgifte. Zij zijn evenwel niet geldig vóór 1 juli 2000, noch na 30 juni 2001.

    4. De zekerheid voor de invoercertificaten bedraagt 35 EUR per 100 kg nettogewicht. Zij wordt gesteld bij de aanvraag van het certificaat.

    5. Als een invoercertificaat met het oog op de vrijgave van de gestelde zekerheden wordt terugbezorgd, gaan de bevoegde instanties na of de in dat certificaat vermelde hoeveelheden overeenkomen met de bij de afgifte in dat certificaat vermelde hoeveelheden. Als een certificaat niet wordt terugbezorgd, stellen de lidstaten een onderzoek in om uit te maken door wie en in welke mate dit certificaat is gebruikt. Zij stellen de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van de resultaten van dit onderzoek.

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 11 mei 2000.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

    (2) PB L 146 van 20.6.1996, blz. 1.

    (3) PB L 331 van 2.12.1988, blz. 1.

    (4) PB L 135 van 29.5.1999, blz. 48.

    (5) PB L 143 van 27.6.1995, blz. 35.

    (6) PB L 335 van 10.12.1998, blz. 39.

    (7) PB L 152 van 11.6.1997, blz. 2.

    (8) PB L 159 van 3.6.1998, blz. 11.

    (9) PB L 122 van 12.5.1999, blz. 3.

    (10) PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28.

    BIJLAGE I

    Fax (32-2) 296 60 27/295 36 13

    Toepassing van artikel 4, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 980/2000

    (Volgnummer 09.4003)

    >PIC FILE= "L_2000113NL.003002.EPS">

    BIJLAGE II

    Fax (32-2) 296 60 27/295 36 13

    Toepassing van artikel 4, lid 2, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 980/2000

    (Volgnummer 09.4003)

    >PIC FILE= "L_2000113NL.003102.EPS">

    Top