Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000L0049

    Richtlijn 2000/49/EG van de Commissie van 26 juli 2000 houdende opneming van een werkzame stof (metsulfuron-methyl) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen

    PB L 197 van 3.8.2000, p. 32–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/12/2000; opgeheven door 32000L0080

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2000/49/oj

    32000L0049

    Richtlijn 2000/49/EG van de Commissie van 26 juli 2000 houdende opneming van een werkzame stof (metsulfuron-methyl) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen

    Publicatieblad Nr. L 197 van 03/08/2000 blz. 0032 - 0034


    Richtlijn 2000/49/EG van de Commissie

    van 26 juli 2000

    houdende opneming van een werkzame stof (metsulfuron-methyl) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/10/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1, en artikel 8, lid 2, vierde alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/1999(4), zijn de bepalingen vastgesteld voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" genoemd). Op grond van die verordening is bij Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95(6), de lijst van werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld die moeten worden beoordeeld met het oog op hun eventuele opneming in bijlage I bij de richtlijn.

    (2) Die werkzame stoffen moeten in de bijlage worden opgenomen als mag worden verwacht dat zij geen schadelijk effect voor de gezondheid van mens of dier of voor het grondwater en geen onaanvaardbaar milieueffect zullen hebben.

    (3) Een werkzame stof mag voor niet meer dan tien jaar worden opgenomen.

    (4) In artikel 8, lid 2, van de richtlijn is bepaald dat de lidstaten, nadat een werkzame stof in bijlage I bij de richtlijn is opgenomen, de toelatingen voor de gewasbeschermingsmiddelen die die werkzame stof bevatten, binnen een bepaalde periode, al naar gelang van het geval, moeten verlenen, wijzigen of intrekken. Op grond van artikel 4, lid 1, en artikel 13, lid 1, van de richtlijn is met name vereist dat gewasbeschermingsmiddelen pas worden toegelaten als op basis van een dossier dat aan de informatievoorschriften van artikel 13 voldoet, aan de voorwaarden voor opneming van de werkzame stof in bijlage I en aan de uniforme beginselen van bijlage VI is voldaan.

    (5) Voor metsulfuron-methyl zijn voor een aantal door de aanvragers voorgestelde toepassingen de effecten op de menselijke gezondheid en het milieueffect overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3600/92 beoordeeld. Frankrijk, de lidstaat die in het kader van Verordening (EG) nr. 933/94 als rapporteur is aangewezen, heeft in die hoedanigheid op 25 juni 1997 het betrokken beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend.

    (6) Het bedoelde verslag is door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. Dit onderzoek is op 16 juni 2000 afgesloten met het verslag van de Commissie voor het onderzoek betreffende metsulfuron-methyl. Het dossier en de resultaten van het onderzoek zijn ook voor advies aan het Wetenschappelijk Comité voor planten voorgelegd.

    (7) Het Wetenschappelijk Comité voor planten heeft in zijn advies(7) bevestigd dat de betrokken stof zonder onaanvaardbaar risico kan worden gebruikt, maar heeft daarbij wel opgemerkt dat de lidstaten ten aanzien van bijzonder kwetsbare plaatsen moeten onderzoeken in hoeverre de stof naar het grondwater kan uitspoelen en risicoverlagende maatregelen moeten nemen om het aquatische milieu te beschermen.

    (8) Uit de verschillende evaluaties blijkt dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stof bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van de richtlijn gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht. Het is derhalve passend de betrokken werkzame stof in bijlage I op te nemen om ervoor te zorgen dat in alle lidstaten de toelatingen voor de gewasbeschermingsmiddelen die metsulfuron-methyl bevatten, overeenkomstig het bepaalde in de richtlijn kunnen worden verleend, gewijzigd of ingetrokken, als naar gelang van het geval.

    (9) Voordat deze werkzame stof in de bijlage wordt opgenomen, moeten de lidstaten en de belanghebbenden over een redelijke termijn beschikken om zich te kunnen voorbereiden op de nieuwe uit de opneming voortvloeiende eisen. Bovendien moeten de lidstaten na de opneming over een redelijke termijn beschikken om de richtlijn ten uitvoer te leggen en vooral om, al naar gelang van het geval, overeenkomstig de richtlijn, bestaande toelatingen te wijzigen of in te trekken of nieuwe toelatingen te verlenen. Voor de indiening van het volledige dossier van elk gewasbeschermingsmiddel zoals bedoeld in bijlage III en de evaluatie daarvan overeenkomstig de uniforme beginselen van bijlage VI bij de richtlijn moet een langere termijn worden vastgesteld. Voor gewasbeschermingsmiddelen die verschillende werkzame stoffen bevatten, kan de volledige beoordeling echter pas op basis van de uniforme beginselen worden uitgevoerd wanneer alle betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij de richtlijn zijn opgenomen.

    (10) Bepaald moet worden dat de lidstaten het uiteindelijke evaluatieverslag (met uitzondering van vertrouwelijke informatie zoals bedoeld in artikel 14 van de richtlijn) voor raadpleging door belanghebbenden ter beschikking moeten stellen of houden.

    (11) Het onderzoeksverslag is nodig voor de correcte tenuitvoerlegging door de lidstaten van verschillende bepalingen van de in bijlage VI bij de richtlijn bepaalde uniforme beginselen, voorzover deze beginselen betrekking hebben op de evaluatie van de in bijlage II bedoelde gegevens die met het oog op de opneming van de werkzame stof in bijlage I bij de richtlijn zijn verstrekt.

    (12) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De werkzame stof metsulfuron-methyl wordt hierbij opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, zoals in de bijlage aangegeven.

    Artikel 2

    1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2001 aan deze richtlijn te voldoen. Indien nodig moeten zij binnen die termijn met name bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof metsulfuron-methyl bevatten, indien nodig, wijzigen of intrekken overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 91/414/EEG.

    2. Voor de evaluatie en besluitvorming overeenkomstig de uniforme beginselen van bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG wordt echter de in lid 1 vermelde termijn op basis van een dossier dat beantwoordt aan de eisen van bijlage III bij die richtlijn, verlengd:

    - voor gewasbeschermingsmiddelen die metsulfuron-methyl als enige werkzame stof bevatten, tot vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn;

    - voor gewasbeschermingsmiddelen die naast metsulfuron-methyl een andere werkzame stof bevatten, tot vier jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn houdende opneming van de werkzame stof die in laatste instantie in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt opgenomen.

    3. De lidstaten houden het evaluatieverslag (met uitzondering van vertrouwelijke informatie als bedoeld in artikel 14 van Richtlijn 91/414/EEG) ter beschikking voor raadpleging door belanghebbenden, of stellen het op hun uitdrukkelijke verzoek beschikbaar.

    4. Wanneer de lidstaten de in lid 1 bedoelde maatregelen vaststellen, moeten deze een verwijzing naar deze richtlijn bevatten of moeten zij bij de officiële bekendmaking ervan van een dergelijke verwijzing vergezeld gaan. De vorm van deze verwijzing wordt door de lidstaten bepaald.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op 1 juli 2001.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 26 juli 2000.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2) PB L 57 van 2.3.2000, blz. 28.

    (3) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

    (4) PB L 244 van 16.9.1999, blz. 41.

    (5) PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8.

    (6) PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1.

    (7) SCP/METSU/002-final. van 5 april 2000.

    BIJLAGE

    Metsulfuron-methyl

    1. Identificatie:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. Bijzondere voorwaarden waaraan moet worden voldaan:

    2.1. De werkzame stof heeft een zuiverheid van ten minste 960 g/kg.

    2.2. De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

    2.3. Voor de toepassing van de in bijlage VI opgenomen uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over metsulfuron-methyl, en met name met de aanhangsels I en II daarvan, zoals die door het Permanent Plantenziektekundig Comité zijn goedgekeurd op 16 juni 2000. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

    - speciale aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater en

    - speciale aandacht besteden aan de gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicoverlagende maatregelen omvatten.

    3. Einddatum opneming: 30 juni 2011.

    Top